Sinds maart 2020 onderzoekt het RIVM welke gevolgen de coronapandemie heeft voor het welbevinden van mensen, dus voor de mentale, fysieke en sociale gezondheid. Wat is het effect op het mentale welzijn van mensen, wat is de kwaliteit van hun sociale contacten, en zijn mensen ook anders gaan eten of bewegen? Op deze pagina staan de resultaten van de 21e ronde van het vragenlijstonderzoek voor het thema 'welbevinden'.

  • De resultaten komen uit een cohortstudie. Dit betekent dat we mensen volgen over de tijd. Sommige mensen blijven meedoen, anderen stoppen, en weer anderen stromen later in. Dit type onderzoek is geschikt om patronen over de tijd te bestuderen (bijvoorbeeld ‘er is een toename in vertrouwen van 15 procentpunt’) en vergelijkingen te maken binnen personen (‘Draagvlak voor 1,5 meter afstand houden is 5 procentpunt lager dan voor regelmatig handen wassen’).
  • Het cohort is demografisch niet representatief voor de Nederlandse bevolking (zie toelichting). Cijfers op één tijdstip kunnen afwijken van onderzoeken die op dat moment een representatief sample hebben geworven en gewogen. We beoordeelden deze afwijkingen tot en met ronde 20 t.o.v. de cijfers op het Coronadashboard en die bleken beperkt (meestal 0 - 10 procentpunt).      
  • Bij het interpreteren van veranderingen in welbevinden over de tijd kunnen naast de geldende coronamaatregelen ook seizoenseffecten een rol spelen.
  • Vanaf de 20e meetronde was het aantal deelnemers in de jongste leeftijdscategorie (16 t/m 24 jaar) te klein om over hun welbevinden te kunnen rapporteren. Waar resultaten van verschillende leeftijdsgroepen worden gerapporteerd, wordt deze groep daarom niet meegenomen.  

In deze 21e meetronde van het vragenlijstonderzoek geven de deelnemers hun leven op het moment van invullen van de vragenlijst gemiddeld een 7,6 op een schaal van 1-10. Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Het rapportcijfer is gelijk aan de vorige meetronde en is ongeveer even hoog als in voorgaande zomers. 

Op de vraag hoe zij zich voelden in de afgelopen 7 dagen geeft 3% van de deelnemers aan zich vaak tot voortdurend angstig te hebben gevoeld. Daarnaast geeft 10% aan zich vaak tot voortdurend gestrest te hebben gevoeld en zegt 18% vaak tot voortdurend last te hebben gehad van slaapproblemen.

Het mentaal welbevinden lijkt af te nemen met de leeftijd van de deelnemers: hoe jonger de deelnemers, hoe slechter hun mentaal welbevinden. Dit verschil is het sterkst aanwezig voor ervaren stress: van de deelnemers in de leeftijdsgroep van 25-39 jaar voelde 26% zich de afgelopen 7 dagen vaak tot voortdurend gestrest. Dit loopt af voor de oudere leeftijdscategorieën tot 4% bij de 70-plussers. Het percentage deelnemers dat zich angstig voelt en last heeft van slaapproblemen was ook het hoogst bij de 25-39-jarigen en neemt eveneens af met de leeftijd. Het verschil tussen deze groep en de 70-plussers is voor slaapproblemen 8% en voor angst 6%. 

Angstig

Sla de grafiek Mentaal welbevinden (angstig) naar leeftijd over en ga naar de datatabel

Vanwege een beperkt aantal deelnemers in de leeftijdsgroep 16-24 jaar (93 deelnemers) in ronde 21 zijn de resultaten voor deze leeftijdsgroep niet afzonderlijk weergegeven in de figuur. De antwoorden van de deelnemers in de leeftijdsgroep 16-24 jaar zijn wel meegenomen in de groep 'totaal' (11.224 deelnemers).

Gestrest

Sla de grafiek Mentaal welbevinden (gestrest) naar leeftijd over en ga naar de datatabel

Vanwege een beperkt aantal deelnemers in de leeftijdsgroep 16-24 jaar (93 deelnemers) in ronde 21 zijn de resultaten voor deze leeftijdsgroep niet afzonderlijk weergegeven in de figuur. De antwoorden van de deelnemers in de leeftijdsgroep 16-24 jaar zijn wel meegenomen in de groep 'totaal' (11.224 deelnemers).

Slaapproblemen

Sla de grafiek Mentaal welbevinden (slaapproblemen) naar leeftijd over en ga naar de datatabel

Vanwege een beperkt aantal deelnemers in de leeftijdsgroep 16-24 jaar (93deelnemers) in ronde 21 zijn de resultaten voor deze leeftijdsgroep niet afzonderlijk weergegeven in de figuur. De antwoorden van de deelnemers in de leeftijdsgroep 16-24 jaar zijn wel meegenomen in de groep 'totaal' (11.224 deelnemers).

Verandering in mentaal welbevinden

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Het percentage deelnemers dat in de afgelopen 7 dagen (heel) vaak last had van angst, stress of slaapproblemen, is deze 21e meetronde vrijwel gelijk gebleven aan de vorige meetronde. 

In de vragenlijst zijn vragen opgenomen die inzicht geven in de psychische gezondheid van de deelnemers (‘Mental Health Inventory 5' ofwel 'MHI-5'). Op basis van deze vragen kan 89% van de deelnemers gezien worden als psychisch gezond. Respectievelijk 6%, 3% en 2% van de deelnemers heeft lichte, matige of ernstige psychische gezondheidsklachten. Met 93% zijn de 70-plussers psychisch het meest gezond. Dit percentage loopt af tot 80% voor de 25 t/m 39-jarigen.

Psychische gezondheid (mhi-5) naar leeftijd

Sla de grafiek Psychische gezondheid naar leeftijd over en ga naar de datatabel

Vanwege een beperkt aantal deelnemers in de leeftijdsgroep 16-24 jaar (93 deelnemers) in ronde 21 zijn de resultaten voor deze leeftijdsgroep niet afzonderlijk weergegeven in de figuur. De antwoorden van de deelnemers in de leeftijdsgroep 16-24 jaar zijn wel meegenomen in de groep 'totaal' (11.224 deelnemers).

Verandering in psychische gezondheid

Het totale percentage deelnemers dat psychisch gezond is schommelt over de meetrondes tussen de 83% en 90%. Voor de oudste leeftijdsgroep (70+) is dit percentage het hoogst en het meest stabiel (tussen de 91% en 94%). Deze meetronde is de psychische gezondheid voor deelnemers vanaf 25 jaar  stabiel gebleven ten opzichte van de vorige ronde. Over jongere deelnemers kunnen vanwege de groepsgrootte geen losse uitspraken worden gedaan.

Verandering psychische gezondheid naar leeftijd

Sla de grafiek Verandering psychische gezondheid naar leeftijd over en ga naar de datatabel

Vanwege een beperkt aantal deelnemers in de leeftijdsgroep 16-24 jaar in de ronden 20 en 21 zijn de resultaten voor deze leeftijdsgroep niet afzonderlijk weergegeven in de figuur. De antwoorden van de deelnemers in de leeftijdsgroep 16-24 jaar zijn wel meegenomen in de groep 'totaal' in deze ronden.

Aan de deelnemers is een aantal stellingen voorgelegd om hun eenzaamheid te meten, zoals ‘Ik ervaar een leegte om me heen’ en ‘Er zijn genoeg mensen op wie ik in geval van narigheid kan terugvallen’. Deze stellingen konden zij beantwoorden met ‘Ja’, ‘Min of meer’ of ‘Nee’. In meetronde 21 geeft 37% van de deelnemers aan zich enigszins tot sterk eenzaam te voelen. Onder 70-plussers is dat 39%. De andere leeftijdsgroepen waarover gerapporteerd is (boven de 25 jaar) verschillen niet van elkaar (allen 36%). De jongste groep is ook hier te klein om apart over te rapporteren.

Verandering in eenzaamheid

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. In meetronde 21 is eenzaamheid onder deelnemers vanaf 25 jaar heel licht afgenomen. Daarmee is het percentage dat zich eenzaam voelt onder alle leeftijdsgroepen het laagst tot nu toe. Over jongere deelnemers kunnen vanwege de groepsgrootte geen losse uitspraken worden gedaan.

Eenzaamheid naar leeftijd

Sla de grafiek Verandering in eenzaamheid naar leeftijd over en ga naar de datatabel

Vanwege een beperkt aantal deelnemers in de leeftijdsgroep 16-24 jaar in de ronden 20 en 21 zijn de resultaten voor deze leeftijdsgroep niet afzonderlijk weergegeven in de figuur. De antwoorden van de deelnemers in de leeftijdsgroep 16-24 jaar zijn wel meegenomen in de groep 'totaal' in deze ronden.

Aan de deelnemers is een aantal stellingen voorgelegd om de kwaliteit van hun sociale contacten te meten, zoals ‘Ik zie mijn vrienden en familie nu minder dan ik zou willen’ en ‘Alles bij elkaar ervaar ik de kwaliteit van mijn sociale contacten als goed’. Deze stellingen konden zij beantwoorden met vijf antwoordmogelijkheden variërend van ‘helemaal mee oneens’ tot ‘helemaal mee eens’.

De meerderheid van de deelnemers is positief over hun sociale contacten. Bijna een op de vijf (19%) ziet familie en vrienden nu minder dan gewenst.
 

Verandering sociale contacten

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is de ervaren kwaliteit van de sociale contacten nog licht toegenomen. Daarmee is het percentage dat goed contact ervaart met familie en vrienden en dat de kwaliteit van de sociale contacten als goed ervaart het hoogst tot nu toe (beide 79%).

Positieve ontwikkelingen

Ook is gevraagd welke positieve ontwikkelingen mensen in hun leven zien door de coronapandemie. In de vragenlijst zijn positieve stellingen voorgelegd als: ‘Mijn eigen leven heeft meer waarde gekregen’, ‘Ik ben in staat om meer te doen met mijn leven’ en ‘Ik heb veel geleerd over hoe geweldig mensen zijn’. Mogelijke antwoorden op deze stellingen varieerden van ‘ik heb dit niet ervaren’ tot ‘ik heb dit in zeer grote mate ervaren’.

Ongeveer de helft van de deelnemers geeft aan in meer of mindere mate te hebben ervaren hoe geweldig mensen kunnen zijn (53%), dat het leven meer waarde heeft gekregen (47%), en/of is erachter gekomen dat hij/zij sterker is dan gedacht (44%). 38% voelt zich in meer of mindere mate in staat meer met zijn/haar leven te doen en 17% heeft meer inzicht gekregen in spirituele zaken.
 

Een gezonde leefstijl helpt om mentaal, fysiek en sociaal gezond te blijven, ook in coronatijd. Het gaat hierbij onder andere om sporten, bewegen en gezond eten. Gebruik van middelen zoals alcohol en tabak kan invloed hebben op de stemming en de slaapkwaliteit.

Bewegen

Meer dan de helft van de deelnemers (58%) heeft in de week voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst minimaal 5 dagen matig intensief bewogen, zoals wandelen, de hond uitlaten of fietsen. Een derde van de deelnemers (36%) heeft in de afgelopen week minimaal 2 dagen sterk intensief bewogen, zoals hardlopen, wielrennen of tennis. 52% van de deelnemers geeft aan (bijna) nooit sterk intensief te bewegen. Vergeleken met de vorige meetronde zijn deze percentages vrijwel gelijk gebleven.

Zitgedrag

De deelnemers is gevraagd hoeveel uur per dag zij zitten. 13% van de deelnemers geeft aan dat dit minder is dan 4 uur per dag, 35% zit tussen de 4 en 6 uur per dag, 40% zit tussen de 6 en 10 uur per dag en 12% zit meer dan 10 uur. Vergeleken met de vorige meetronde zijn deze percentages vrijwel gelijk gebleven. 

Voeding

De deelnemers is ook gevraagd naar hun eetgedrag. 84% geeft aan dagelijks te hebben ontbeten, 59% at dagelijks groente en 55% at dagelijks fruit. Ook werd gevraagd naar de consumptie van suikerhoudende dranken, zoals frisdrank, vruchtensap en koffie of thee met suiker of honing. Lightdranken zijn hierbij niet meegerekend. 17% van de deelnemers dronk dagelijks suikerhoudende dranken en 49% gaf aan dit de afgelopen week niet te hebben gedaan. Op het gebied van voeding is er geen verandering ten opzichte van eerdere meetrondes.

Middelengebruik (tabak en alcohol)

Van de deelnemers geeft 74% aan wel eens alcohol te drinken en 10% wel eens te roken. Van de deelnemers die alcohol drinken, gaf 49% aan dit 1 tot 3 dagen te hebben gedaan in de afgelopen week, 17% deed dit elke dag en 11% gaf aan geen alcohol te hebben gedronken. Op de dagen dat zij alcohol dronken, gaf 32% aan gemiddeld 1 glas te hebben gedronken, voor 54% was dit 2 of 3 glazen, en voor 14% was dit 4 glazen of meer. Van de rokende deelnemers deed 79% dat elke dag. Vergeleken met de vorige meetronde zijn deze percentages vrijwel gelijk gebleven.

De vragenlijst van meetronde 21 is afgenomen tussen 7 en 11 september 2022. Net als in de vorige meetronde (8-12 juni 2022) gelden alleen nog adviezen om verspreiding van het coronavirus te beperken. Dit zijn: hygiëne-adviezen, thuisblijven en (zelf)testen bij klachten, in isolatie gaan na een positieve (zelf)test en vaccineren. De veranderingen in maatregelen gedurende de pandemie zijn terug te vinden in de tijdlijn van coronamaatregelen. Vanwege de andere fase van de pandemie en het afschalen van de maatregelen, is het vragenlijstonderzoek na meetronde 19 om de 13 weken uitgevoerd in plaats van zeswekelijks. Meetronde 21 is voorlopig de laatste meetronde. 

Meetrondes

Ronde 1: 17-24 april 2020 | Ronde 2: 7-12 mei 2020 | Ronde 3: 27 mei - 1 juni 2020 | Ronde 4: 17-21 juni 2020 | Ronde 5: 8-12 juli 2020 | Ronde 6: 19-23 augustus 2020 | Ronde 7: 30 september - 4 oktober 2020 | Ronde 8: 11-15 november 2020 | Ronde 9: 30 december 2020 - 3 januari 2021 | Ronde 10: 10-14 februari 2021 | Ronde 11: 24-28 maart 2021 | Ronde 12: 5-9 mei 2021 | Ronde 13: 16-20 juni 2021 | Ronde 14: 28 juli - 1 augustus 2021 | Ronde 15: 8-12 september 2021 | Ronde 16: 20-24 oktober 2021 | Ronde 17: 24-28 november 2021 | Ronde 18: 19-23 januari 2022 | Ronde 19: 9-13 maart 2022 | Ronde 20: 8-12 juni 2022 | Ronde 21: 7-11 september 2022