Sinds maart 2020 onderzoekt het RIVM het naleven van de gedragsregels die vanwege de coronapandemie gelden. Op dit moment (september 2022) gelden er geen gedragsregels meer, maar er is nog wel een aantal adviezen om de verspreiding van het coronavirus te beperken. Volgen mensen de hygiëneadviezen, het advies om te testen bij klachten en gaan ze in isolatie bij een positieve coronatest? Op deze pagina staan de resultaten van de 21e ronde van het vragenlijstonderzoek op het thema 'naleven gedragsregels'.

  • De resultaten komen uit een cohortstudie. Dit betekent dat we mensen volgen over de tijd. Sommige mensen blijven meedoen, anderen stoppen, en weer anderen stromen later in. Dit type onderzoek is geschikt om patronen over de tijd te bestuderen (bijvoorbeeld ‘er is een toename in vertrouwen van 15 procentpunt’) en vergelijkingen te maken binnen personen (‘Draagvlak voor 1,5 meter afstand houden is 5 procentpunt lager dan voor regelmatig handen wassen’).
  • Het cohort is demografisch niet representatief voor de Nederlandse bevolking (zie toelichting). Cijfers op één tijdstip kunnen afwijken van onderzoeken die op dat moment een representatief sample hebben geworven en gewogen. We beoordeelden deze afwijkingen tot en met ronde 20 t.o.v. de cijfers op het Coronadashboard en die bleken beperkt (meestal 0 - 10 procentpunt).   

Het gedragsonderzoek van meetronde 21 laat zien dat de meeste hygiëneadviezen nog altijd goed worden nageleefd. De deelnemers geven aan in de week voorafgaand aan het onderzoek in 76% van de uitgevraagde situaties geen handen te hebben geschud. Wanneer het nodig was om handen te wassen, deden de deelnemers dat in 72% van de situaties. Als deelnemers moesten hoesten of niezen, deden zij dat in 65% van de gevallen in de elleboog. In 48% van de situaties hielden de deelnemers 1,5 meter afstand van anderen en 73% van de deelnemers zorgde voor voldoende frisse lucht in de woning. Verderop op deze pagina staat meer over de naleving van de verschillende gedragsadviezen.

Het naleven van een gedragsadvies hangt vooral sterk samen met het draagvlak voor dat gedragsadvies en hoe moeilijk of makkelijk het is om je aan het advies te houden. De mening over de aanpak van de Nederlandse overheid speelt in mindere mate een rol. Dit blijkt uit de verdiepende analyses.

Opvolgen gedragsregels

Sla de grafiek Houden mensen zich aan de gedragsadviezen over en ga naar de datatabel

(1) % aantal keren; (2) % van deelnemers

* dit is geen basisadvies meer, maar kan er wel voor zorgen dat het virus zich minder snel verspreidt

Veranderingen in het houden aan de gedragsadviezen

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is de naleving van de hygiëneadviezen voor een groot deel gelijk gebleven. Het percentage deelnemers dat zorgt voor voldoende frisse lucht in de woning is met 23 procentpunt sterk toegenomen. Het is daarmee op hetzelfde niveau als vorig jaar in september. Mogelijk zijn mensen aan het eind van de zomer meer gewend aan veel en vaak de ramen open hebben. 

Verandering in het houden aan de gedragsregels

Sla de grafiek Verandering in het houden aan de gedragsadviezen over en ga naar de datatabel

(1) % aantal keren, (2) % van deelnemers

*  dit is geen basisadvies meer, maar kan er wel voor zorgen dat het virus zich minder snel verspreidt 

De deelnemers hebben vragen beantwoord over de ventilatie van hun woning. Een zeer groot deel van de deelnemers (90%) gaf aan dat zij dagelijks twee keer of vaker de ruimtes in huis waar zij de meeste tijd doorbrachten, minimaal een kwartier hebben doorgelucht door deuren of ramen wijd open te zetten. Van de deelnemers die minimaal 2x gelucht hebben op een dag, gaf 67% aan dat zij de hele dag deuren of ramen wijd open hadden. 79% van de deelnemers gaf aan dat ze meestal tot altijd een raam of ventilatierooster open hadden in de ruimte waar ze het meeste waren.

Aan de deelnemers die bezoek in hun huis hebben ontvangen is gevraagd of zij voor, tijdens en na het bezoek hebben gezorgd voor voldoende frisse lucht in de woning. Van de deelnemers die bezoek ontvingen had 57% de woning minimaal een kwartier goed doorgelucht voordat het bezoek kwam, 72% van de deelnemers ventileerde tijdens het bezoek door een raam of ventilatierooster open te houden en 61% van de deelnemers heeft na het bezoek de woning minimaal een kwartier goed laten doorluchten.

Om een cijfer te presenteren voor het houden aan het advies ‘zorg voor voldoende frisse lucht’ is een combinatie gemaakt van het meestal of altijd open hebben van een raam of ventilatierooster én minimaal twee keer per dag doorluchten. Het percentage deelnemers dat zich hieraan hield is 73%. 

Aan de deelnemers is gevraagd om in te schatten hoe vaak ze hun handen wasten in situaties waarvoor dat werd geadviseerd. Zij wasten gemiddeld in 72% van de situaties hun handen. In 36% van de gevallen wasten de deelnemers hun handen nauwgezet en tenminste 20 seconden met water en zeep (cijfer niet in figuur). Het aantal deelnemers dat aangaf vaker dan 10 keer per dag hun handen te hebben gewassen is 27% (cijfer niet in figuur).

Veranderingen in het handen wassen

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is het percentage deelnemers dat hun handen waste in alle situaties gelijk gebleven.

Op dit moment is het advies om bij coronaklachten met een zelftest te testen op het coronavirus. Zelftesten kunnen ook worden gebruikt na nauw contact met een besmet persoon of bijvoorbeeld als men op bezoek gaat bij kwetsbare personen. In de afgelopen zes weken heeft 32% van de deelnemers (ongeacht klachten) een zelftest gedaan. Van hen deed 55% dat vaker dan één keer. Jongere deelnemers gebruiken vaker zelftesten dan oudere deelnemers. Het verschil tussen de oudste en de jongste leeftijdscategorie is 15 procentpunt.

Van alle deelnemers heeft 3% zich in de afgelopen 6 weken laten testen, bijvoorbeeld bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) of een commercieel testbedrijf. Van de mensen die zich lieten testen, deed 32% dat vaker dan één keer.  

Van alle deelnemers die zelf hebben getest of zich hebben laten testen, had 13% een positieve uitslag. 90% van de deelnemers met een positieve uitslag heeft daarna zelf zijn of haar contacten gewaarschuwd. 

Verandering in het testen

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Sinds de zelftesten beschikbaar kwamen in meetronde 12, is het gebruik ervan steeds toegenomen. In de vorige meetronde stopte deze stijging en daalde het gebruik van zelftesten sterk. In deze meetronde is het gebruik van zelftesten ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van de vorige meetronde. 

Als je klachten hebt die horen bij het coronavirus, is het advies om een zelftest te doen. Volgens het huidige testbeleid is het niet meer nodig om je te laten (her)testen bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). Alleen specifieke doelgroepen worden nog geadviseerd om zich te laten testen bij de GGD. Het gaat dan om zorgmedewerkers, inwoners van een verpleeghuis of andere instelling met kwetsbare personen, mensen die thuis wonen en naar de dagbesteding gaan, mensen die geen zelftest kunnen afnemen en mensen die een herstelbewijs nodig hebben. Van de mensen die hebben deelgenomen aan deze meetronde, heeft 29% nu klachten of in de afgelopen 6 weken klachten gehad die kunnen wijzen op een besmetting met het coronavirus. Hierbij gaat het om verkoudheidsklachten, hoesten, moeite met ademen, verhoging of koorts en/of plotseling verlies van reuk en/of smaak.

89% had toen de klachten begonnen al een zelftest in huis. Voor 62% van de deelnemers met klachten komen deze klachten (waarschijnlijk) niet door een onderliggende aandoening. Van hen heeft 73% een coronatest gedaan vanwege de klachten. De meerderheid van de deelnemers met klachten (68%) deed alleen een zelftest, 2% liet zich testen bij de GGD, een testbedrijf of via hun werkgever en 4% deed eerst een zelftest en liet zich daarna testen. 

Verandering in testen bij klachten

In de periode vlak voor meetronde 12 (mei 2021) kwamen zelftesten beschikbaar. In de meetrondes daarna was (bij deelnemers voor wie klachten (waarschijnlijk) niet komen door een onderliggende aandoening) te zien dat de verhouding tussen zelftesten en andere testen (o.a. bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst), testbedrijf of werkgever) verschoof: deelnemers lieten zich steeds minder testen en er werd steeds vaker een zelftest afgenomen. In totaal heeft in de huidige meetronde 73% van de deelnemers een (zelf)test gedaan bij klachten: dat is 8 procentpunt hoger dan in de vorige meetronde.

Ook voor kinderen geldt het advies een zelftest te doen als zij klachten hebben die passen bij het coronavirus. Als het afnemen van een zelftest bij een kind lastig is of het kind het niet prettig vindt, mag er ook gekozen worden voor een test bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). Kinderen tot en met 4 jaar hoeven alleen getest te worden als ze zware klachten hebben, zoals koorts of benauwdheid.

Van de deelnemers met thuiswonende kinderen gaf 34% aan dat één van hun kinderen op dat moment of in de afgelopen zes weken klachten had. Wanneer ouders meerdere kinderen met klachten hadden, is aan hen gevraagd om de vragen over testen in te vullen over het oudste kind met klachten. Van deze kinderen met klachten voor wie een testadvies gold is in totaal 64% getest. Van de kinderen met klachten liet minder dan 1% zich testen met een andere test (bij de GGD of testbedrijf), 1% deed eerst een zelftest en daarna een andere test en 63% deed alleen een zelftest. 

Verandering in testen bij klachten

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Het aantal kinderen dat bij klachten een coronatest deed, was in de vorige meetronde sterk afgenomen, maar is in deze meetronde weer toegenomen met 11 procentpunt. Net als bij de volwassenen wordt er voornamelijk nog gebruik gemaakt van de zelftest bij klachten. 

Bij thuisquarantaine of isolatie is het advies om thuis te blijven (met als uitzondering je eigen buitenruimte zoals tuin of balkon) en geen bezoek te ontvangen (medisch bezoek uitgezonderd). Als je een positieve coronatest hebt ontvangen, is het advies om in isolatie te gaan. Ook geldt er een quarantaineadvies als je klachten hebt die bij het coronavirus horen. Dit quarantaineadvies geldt tot de testuitslag bekend is. Als de uitslag negatief is, eindigt het quarantaineadvies.   

Klachten die bij het coronavirus passen

81% van de deelnemers die klachten had, geeft aan geen bezoek te hebben gehad tijdens het quarantaineadvies. 58% geeft aan helemaal niet naar buiten te zijn geweest en 12% geeft aan alleen naar buiten te zijn geweest om een frisse neus te halen of de hond uit te laten. Ten opzichte van de vorige meetronde is het percentage deelnemers met klachten dat tijdens de quarantaine periode thuis bleef en geen bezoek ontving gestegen (beide met 7 procentpunt). 

Positieve testuitslag

Van de deelnemers die zich in de afgelopen 6 weken hebben getest, had 13% een positieve uitslag. Van de deelnemers die in de afgelopen 6 weken een positieve testuitslag hebben ontvangen, geeft 55% aan helemaal niet naar buiten te zijn geweest tijdens de isolatieperiode. 30% is alleen naar buiten geweest om een frisse neus te halen of de hond uit te laten. Beide percentages zijn sinds de vorige meetronde ongeveer gelijk gebleven. Het percentage deelnemers dat na een positieve test geen bezoek heeft ontvangen blijft stabiel hoog: 95% (cijfers niet in figuur). 

Het percentage deelnemers dat helemaal niet naar buiten gaat bij een positieve testuitslag is sinds vorige meetronde iets toegenomen, met 6 procentpunt. Het percentage deelnemers dat alleen naar buiten is geweest om een frisse neus te halen of de hond uit te laten is met 9 procentpunt afgenomen. Dat betekent dus dat meer mensen om een andere reden naar buiten gingen, bijvoorbeeld om boodschappen te doen. Het percentage deelnemers dat geen bezoek ontvangt na een positieve test is stabiel hoog (96%; cijfers niet in figuur).

Redenen om uit huis gegaan

Voor de mensen met een positieve testuitslag zijn de belangrijkste reden om naar buiten te gaan een frisse neus halen (29%), of de hond uitlaten (10%). Van de deelnemers met een positieve test is 1% naar buiten gegaan om te werken.

Voor de deelnemers met coronagerelateerde klachten waarbij de klachten (waarschijnlijk) niet komen door een onderliggende aandoening zijn een frisse neus halen en boodschappen doen de belangrijkste redenen om naar buiten te gaan tijdens het quarantaineadvies. Van deze deelnemers ging 26% naar buiten om een frisse neus te halen en 25% om boodschappen te doen. Een op de zes (15%) ging naar buiten om te werken en 2% om een zelftest te kopen.

Bezoek ontvangen

In de huidige meetronde waren er geen regels over het maximum aantal bezoekers dat mensen thuis mogen ontvangen. De grote meerderheid van de deelnemers die bezoek heeft gehad, heeft desondanks niet meer dan vier bezoekers tegelijk ontvangen (90%).
 
Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is het percentage deelnemers dat minimaal 1 keer bezoek heeft ontvangen in de week voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst hetzelfde gebleven.  
 

Naar buiten gaan

In de week voor het invullen van de vragenlijst gingen de deelnemers gemiddeld 17 keer naar buiten. Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is het gemiddeld aantal keer dat de deelnemers naar buiten gingen hetzelfde gebleven. 

 Het houden van 1,5 meter afstand was tijdens de invulperiode van meetronde 21 niet meer verplicht, maar het blijft wel een veilige afstand. De mate waarin deelnemers 1,5 meter afstand houden van anderen wisselt per situatie. In situaties buiten (frisse neus halen, rondje fietsen of hardlopen) rapporteerde 53% van de deelnemers dat anderen zelden tot nooit dichtbij kwamen. 
De drie situaties waarin anderen het minst vaak afstand hielden, waren op het werk (9%), bij feestjes zoals verjaardagen/bruiloften (9%) en bij het boodschappen doen (11%). Van de deelnemers die op hun werk geen 1,5 meter afstand hielden, was dat bij 65% niet mogelijk, bijvoorbeeld door werk in de zorg.
 

Verandering in afstand houden

Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is in alle situaties het percentage deelnemers dat afstand hield gelijk gebleven. 

Tijdens meetronde 21 was er geen thuiswerkadvies. Aan deelnemers is nog wel gevraagd of zij thuis konden werken en in hoeverre zij dat nog deden. Van de deelnemers die werk hebben, gaf 75% aan (deels) thuis te kunnen werken. 42% daarvan werkte minimaal de helft van de werkuren thuis. Het percentage deelnemers dat alle werkuren thuiswerkte is 15% en 22% werkte geen van de werkuren thuis. 

Veranderingen in het thuiswerken

Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Aan het begin van de coronapandemie gold het advies om zoveel mogelijk thuis te werken. Het specifieke thuiswerkadvies is gedurende de pandemie vaak aangepast (zie ook de tijdlijn van coronamaatregelen). Onder de deelnemers die thuis konden werken, is het percentage thuis gewerkte werkuren ten opzichte van de vorige meetronde gelijk gebleven.

De vragenlijst van meetronde 21 is afgenomen tussen 7 en 11 september 2022. Net als in de vorige meetronde (8-12 juni 2022) gelden alleen nog adviezen om verspreiding van het coronavirus te beperken. Dit zijn: hygiëne-adviezen, thuisblijven en (zelf)testen bij klachten, in isolatie gaan na een positieve (zelf)test en vaccineren. De veranderingen in maatregelen gedurende de pandemie zijn terug te vinden in de tijdlijn van coronamaatregelen. Vanwege de andere fase van de pandemie en het afschalen van de maatregelen, is het vragenlijstonderzoek na meetronde 19 om de 13 weken uitgevoerd in plaats van zeswekelijks. Meetronde 21 is voorlopig de laatste meetronde. 

Meetrondes

Ronde 1: 17-24 april 2020 | Ronde 2: 7-12 mei 2020 | Ronde 3: 27 mei - 1 juni 2020 | Ronde 4: 17-21 juni 2020 | Ronde 5: 8-12 juli 2020 | Ronde 6: 19-23 augustus 2020 | Ronde 7: 30 september - 4 oktober 2020 | Ronde 8: 11-15 november 2020 | Ronde 9: 30 december 2020 - 3 januari 2021 | Ronde 10: 10-14 februari 2021 | Ronde 11: 24-28 maart 2021 | Ronde 12: 5-9 mei 2021 | Ronde 13: 16-20 juni 2021 | Ronde 14: 28 juli - 1 augustus 2021 | Ronde 15: 8-12 september 2021 | Ronde 16: 20-24 oktober 2021 | Ronde 17: 24-28 november 2021 | Ronde 18: 19-23 januari 2022 | Ronde 19: 9-13 maart 2022 | Ronde 20: 8-12 juni 2022 | Ronde 21: 7-11 september 2022