Nederland is al een tijd in de ban van het coronavirus. Om beter te begrijpen hoe mensen denken over de afgekondigde maatregelen, wat hun drijfveren zijn om zich hier aan te houden en wat de impact op mensen is, houden het RIVM en GGD GHOR Koepelorganisatie Gemeentelijke en gemeenschappelijke gezondheidsdiensten en geneeskundige hulpverleningsorganisaties in de regio (Koepelorganisatie Gemeentelijke en gemeenschappelijke gezondheidsdiensten en geneeskundige hulpverleningsorganisaties in de regio) (samen met de regionale GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en) een groot onderzoek. Het onderzoek gaat over het gedrag van mensen, wat ze vinden van de gedragsmaatregelen van de overheid en hoe het fysiek, mentaal en sociaal met ze gaat in dit coronatijdperk. Op deze pagina staat meer informatie over de methode en representativiteit van dit onderzoek.

In het voorjaar van 2020 werd tijdens de eerste golf van de COVID-19 pandemie de Corona Gedragsunit opgericht. Een van de onderdelen was het opzetten van een grootschalig vragenlijstonderzoek. Het doel van het onderzoek was om beter inzicht te krijgen in de invloed van de corona gedragsmaatregelen op het dagelijks leven en welzijn van Nederlandse burgers en de mate waarin het ze lukt om de gedragsregels op te volgen. Het RIVM heeft samen met GGD GHOR Koepelorganisatie Gemeentelijke en gemeenschappelijke gezondheidsdiensten en geneeskundige hulpverleningsorganisaties in de regio (Koepelorganisatie Gemeentelijke en gemeenschappelijke gezondheidsdiensten en geneeskundige hulpverleningsorganisaties in de regio) in de Regio in de Regio NL en de 25 GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en alle deelnemers van al bestaande panels van de GGD’en benaderd. Aan al deze deelnemers is gevraagd of zij de eerste vragenlijst wilden invullen en tevens werd om toestemming gevraagd of zij in de toekomst voor vervolgonderzoek benaderd mochten worden. De deelnemers die daarvoor toestemming hebben gegeven zijn vanaf dat moment beschouwd als potentiële deelnemers voor het cohort (hieronder verder toegelicht). 

Het design van het onderzoek is een 'dynamisch cohort'. Een cohort betekent in dit geval een groep deelnemers die we een bepaalde tijd volgen over de tijd (voor longitudinaal onderzoek). Op deze manier kunnen we bijvoorbeeld verklaringen van gedrag relateren aan het naleven van gedrag op een later tijdstip. Door de 'dynamische' opzet bieden we de mogelijkheid voor nieuwe deelnemers om op latere tijdstippen ook in te stromen in het cohort. De nieuwe instroom is geworven via onder andere sociale media kanalen of via andere partijen die de link verspreiden, zoals de MBO middelbaar beroepsonderwijs (middelbaar beroepsonderwijs)-raad of de Nationale Jeugdraad (NJR). De promotie is vooral gericht op jongeren.

  Deelname aan cohort (n) Deelname via open link (n) Totaal (n)
Meetronde 1 x Instroom GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) panels: 89.943 89.943
Meetronde 2 52.950 x 52.950
Meetronde 3 47.475 16.523 63.998
Meetronde 4 50.290 x 50.290
Meetronde5 44.982 5.483 50.465
Meetronde 6 44.466 17.185 61.651
Meetronde 7 47.740 x 47.740
Meetronde 8 44.546 19.625 64.171
Meetronde 9 51.468 x 51.468
Meetronde 10 45.741 8.622 54.363
Meetronde 11 47.254 x 47.254
Meetronde 12 44.159 11.283 55.442
Meetronde 13 42.550 6.678 49.228
Meetronde 14 37.874 x 37.874
Meetronde 15 36.680 7.686 44.366
Meetronde 16 38.403 x 38.403
Meetronde 17 41.731 4.710 46.441
Meetronde 18 44.227 x 44.227
Meetronde 19 35.621 1.883 37.504
Meetronde 20 32.838 x 32.838
Meetronde 21 34.283 x 34.283

 

In onderstaande tabel staan de afnameperiodes van elke meetronde. Na meetronde 5 is de frequentie verlaagd van een driewekelijkse naar een zeswekelijkse cyclus. Na meetronde 19 is besloten om de vragenlijst minder frequent af te nemen vanwege de andere fase van de pandemie waarbij vrijwel alle maatregelen zijn losgelaten. Sindsdien zitten er 13 weken tussen de meetrondes. Om de invulduur van de vragenlijst te beperken voor deelnemers, is de set aan vragen opgeknipt in drie blokken met verschillende onderdelen. Deelnemers worden bij instroom aan het onderzoek “at random” toegewezen aan één van de drie blokken. Vragen over ‘communicatie en vertrouwen’ zijn bij meetronde 2 en 4 aan een andere groep deelnemers voorgelegd dan bij de overige meetrondes. In demografische kenmerken wijkt deze groep niet af van de groep die deze vragen bij meetronde 1 invulde. 

Ronde Afnameperiode Aantal weken vanaf vorige meting
Meetronde 1 17 april - 24 april 2020 -
Meetronde 2 7 - 12 mei 2020 3 weken
Meetronde 3 26 mei -1 juni 2020 3 weken
Meetronde 4 17 - 21 juni 2020 3 weken
Meetronde 5 8 - 12 juli 2020 3 weken
Meetronde 6 19 - 23 augustus 2020 6 weken
Meetronde 7 30 september - 4 oktober 6 weken
Meetronde 8 11 - 15 november 2020 6 weken
Meetronde 9 30 december 2020 - 3 januari 2021 7 weken (vanwege kerstperiode)
Meetronde 10 10 - 14 februari 2021 6 weken
Meetronde 11 24 - 28 maart 2021 6 weken
Meetronde 12 5 - 9 mei 2021 6 weken
Meetronde 13 16 - 20 juni 2021 6 weken
Meetronde 14 28 juli - 1 augustus 2021 6 weken
Meetronde 15 8 - 12 september 2021 6 weken
Meetronde 16 20 - 24 oktober 2021 6 weken
Meetronde 17 24 - 28 november 2021 5 weken
Meetronde 18 19 - 23 januari 2022 8 weken 
Meetronde 19 9 - 13 maart 2022 7 weken
Meetronde 20 8 - 12 juni 2022 13 weken
Meetronde 21 7 – 11 september 2022 13 weken

Aan de 21e meetronde van dit onderzoek hebben in totaal 34.283 deelnemers meegedaan van 16 jaar en ouder. De samenstelling van deze deelnemersgroep is vergelijkbaar met die van vorige meetrondes. 

Onder de deelnemers van meetronde 21 zijn er meer vrouwen (62%) en mensen met een hoog opleidingsniveau (62%) dan in de Nederlandse populatie. Van de deelnemers aan meetronde 21 was 90% 40 jaar of ouder, het zwaartepunt ligt bij de leeftijdscategorie 55-69 jaar (39%). Relatief weinig jongeren (16-24 jaar) vullen de vragenlijst in. Deze 21e meetronde zijn in totaal 305 deelnemers tussen de 16-24 jaar (67% van hen is vrouw) meegenomen in de resultaten, die verdeeld zijn over de drie verschillende samenstellingen van blokken (zie hierboven). Het aantal deelnemers in deze leeftijdscategorie is te klein om apart over te kunnen rapporteren. Waar resultaten van verschillende leeftijdsgroepen worden gerapporteerd, wordt deze groep daarom niet meegenomen.
Relatief weinig deelnemers zijn niet geboren in Nederland (4%). Van de deelnemers woont 22% alleen en heeft 21% thuiswonende kinderen jonger dan 18 jaar. Er zijn 19.904 deelnemers (58%) in meetronde 21 die zelf besmet zijn (geweest) met het coronavirus. 

In meetronde 21 gaven 5.870 deelnemers (17%) van de 34.832 deelnemers, antwoord op de open vraag “Heeft u nog opmerkingen over de corona-adviezen in het algemeen, dan kunt u dat hieronder schrijven”. Hiervan zijn 1.000 antwoorden gerandomiseerd geselecteerd en gecodeerd op de thema’s draagvlak en vertrouwen, en naleving en welzijn tijdens de coronapandemie. Gemiddeld waren deze antwoorden 35 woorden lang (range: 1-764 woorden).  Bij het onderwerp 'Opmerkingen van deelnemers' leest u de resultaten van deze analyse.

De cijfers uit meetronde 21 die gepresenteerd worden op de website betreffen de “cross-sectionele cijfers” van meetronde 21. Bij de presentatie van de cijfers over meerdere meetrondes (veranderingen over tijd) is er van meetronde 1 t/m 9 voor gekozen om de resultaten te presenteren van deelnemers die al deze meetrondes hadden meegedaan (het zogenaamde cohort). Door het voortduren van de pandemie wordt de groep die aan elke meetronde meedoet steeds kleiner. Daarom zijn vanaf meetronde 10 alle gepresenteerde cijfers over meerdere meetrondes gebaseerd op alle deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Dit heeft geen consequenties voor eerder gepresenteerde conclusies. De belangrijkste verandering is dat er verschuiving is dat er met de nieuwe definitie (minimaal twee meetrondes meegedaan) meer jongeren kunnen worden geïncludeerd bij het presenteren van de resultaten over meerdere meetrondes. In meetronde 21 heeft ongeveer één op de zes deelnemers in het cohort aan alle meetrondes deelgenomen en de helft aan minimaal 15 meetrondes of meer. 

Voor de duiding van de cijfers moet rekening gehouden worden met een aantal factoren, naast de op dat moment geldende maatregelen. Zo speelt context als vakantieperiodes of seizoensinvloeden een rol bij (verandering van) gedrag en welbevinden van deelnemers, of de verklaring hiervan. Tevens kunnen onderwerpen die rondom het afname moment vaker in de media zijn geweest van invloed zijn op bijvoorbeeld het draagvlak en vertrouwen in de overheid, denk aan media-aandacht rondom de vaccinatiestrategie. De veranderingen in geldende maatregelen zijn terug te vinden in de tijdlijn van maatregelen voor bestrijding COVID-19.

De gepresenteerde cijfers zijn de feitelijke cijfers afkomstig uit dit onderzoek. Daarmee geven ze valide resultaten voor de onderzoekspopulatie zoals beschreven. De gepresenteerde cijfers kunnen niet zomaar geëxtrapoleerd worden naar de Nederlandse bevolking. Niet alleen door de ondervertegenwoordiging van de jongere populatie, maar bijvoorbeeld ook door een ondervertegenwoordiging van deelnemers die niet in Nederland zijn geboren. Daarnaast is er juist een oververtegenwoordiging van vrouwen en hoger opgeleiden. Het is ook mogelijk dat de deelnemers die relatief sterk achter de maatregelen staan meer interesse hebben om deel te nemen aan vragenlijstonderzoek. De cijfers geven wel een indicatie van hoe het met Nederland gaat, van de veranderingen in gedrag, welzijn en draagvlak over tijd. Ook weten we uit een ander onderzoek ten behoeve van de landelijke dashboard cijfers dat de gevonden resultaten voor Naleving van gedrag en draagvlak vergelijkbare resultaten geven. Het Trendonderzoek voor het landelijk dashboard is echter opgezet met een ander doel, namelijk het presenteren van landelijk representatieve cijfers en tevens voor alle veiligheidsregio’s en heeft daardoor een ander design.

Door de grote aantallen en de bredere inhoudelijke opzet van dit vragenlijstonderzoek zijn verdiepingsslagen goed mogelijk. Het longitudinale design stelt ons in staat zowel naar relaties te kijken tussen deelnemers als binnen deelnemers over tijd.

Om meer zicht te krijgen op de samenhang tussen de verschillende onderwerpen die in de vragenlijst aan bod komen zijn vanaf meetronde 16 verdiepende analyses uitgevoerd. In deze (logistische) regressies wordt gekeken naar de samenhang tussen mogelijke voorspellers van gedrag (zoals draagvlak voor maatregelen en de overtuiging hoe goed een maatregel werkt) en naleving van gedragsmaatregelen (zoals handen wassen, afstand houden en testen bij klachten). 
Deze analyses zijn ook op de data van meetronde 21 uitgevoerd. In de regressie-analyses wordt gecontroleerd voor de achtergrondkenmerken geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en een kwetsbare gezondheid. Daarnaast is vaccinatiestatus meegenomen in de modellen. De belangrijkste uitkomsten van deze verdiepende analyses zijn beschreven bij het thema
 Naleven gedragsregels’.

Dit onderzoek is tot stand gekomen met inhoudelijk advies van de Wetenschappelijke Adviesraad van de Corona Gedragsunit van het RIVM en is gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek)), de Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie (ZonMw ZorgOnderzoek Nederland Medische Wetenschappen (ZorgOnderzoek Nederland Medische Wetenschappen )) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Naast dit onderzoek voert de Gedragsunit van het RIVM aanvullend onderzoek uit, o.a. literatuurreviews en verdiepende interviews. Dit levert meer inzicht in achterliggende verklaringen, in onderbelichte thema’s en geeft beter zicht op bevolkingsgroepen die niet of in mindere mate meedoen aan het vragenlijstonderzoek.