Lukt het mensen om de gedragsregels toe te passen?
Sinds half maart gelden in ons land diverse gedragsregels die erop gericht zijn dat tijdens contacten met anderen het coronavirus niet wordt overgedragen (bijvoorbeeld door 1,5 meter afstand houden en de hygiënemaatregelen). Als mensen denken dat de gedragsregels helpen om besmettingen van zichzelf of anderen te voorkómen kan dit hun motivatie versterken. Echter, de huidige situatie vraagt ook veel van mensen: ze beperken onze vrijheid en mogelijkheden. Dit kan impact hebben op onze mentale, fysieke, en sociale gezondheid. En op de verwachting hoe lang mensen de maatregelen steunen. Deze inzichten helpen de overheid om burgers beter te kunnen ondersteunen en informeren om de gedragsregels op te blijven volgen.
Het gedragsonderzoek laat zien dat 50% van de deelnemers in de week voorafgaand aan het onderzoek niet op een drukke plek is geweest waar ze geen 1,5 meter afstand konden houden. Van degenen die wel op een te drukke plek zijn geweest besloot 25% van hen rechtsomkeert te maken. Het niet meer handen schudden is de meest makkelijk na te leven regel. Bijna 98% van de deelnemers zegt geen handen meer te schudden. Daarnaast geeft 71% aan in de elleboog te hoesten en niezen. Van het totaal aantal keren dat mensen in een situatie belanden waarin ze handen moeten wassen, lukt dit gemiddeld in 76% van die situaties. Als we aan mensen vragen hoe vaak per dag ze denken dat ze hun handen wassen rapporteert 39% dit frequent (vaker dan 10 keer per dag) te hebben gedaan. Ruim 80% geeft aan niet meer dan 3 mensen op bezoek te ontvangen en geen mensen met een kwetsbare gezondheid te bezoeken. Deze gedragsregels zijn eerder versoepeld.
Verandering in het houden aan de gedragsregels
Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan alle meetrondes hebben meegedaan. Het percentage deelnemers dat aangeeft zich te houden aan de hygiënemaatregelen, zoals handen wassen en hoesten of niezen in de elleboog, is redelijk stabiel gebleven. Na verloop van tijd geven minder deelnemers aan zich aan de 1,5 meter afstand te houden. In vergelijking met de eerste meting is een afname van 12 procentpunt te zien van het aantal mensen dat afstand houdt. Ook de versoepelde maatregelen zoals niet meer dan drie mensen op bezoek en niet op bezoek gaan bij iemand met een kwetsbare gezondheid worden door minder deelnemers opgevolgd. Hoe meer mensen elkaar weer ontmoeten, hoe belangrijker het is dat mensen zich aan de maatregelen houden die nog wel gelden, zoals de hygiënemaatregelen. Opvallend ten opzichte van vorige ronde is de afname van 12 procentpunt in het vermijden van drukte.
Handen wassen
Aan de deelnemers van het onderzoek is gevraagd om in te schatten hoe vaak ze handen wassen in situaties waarin dat moet. Van de situaties waarin er handen wordt gewassen blijkt dat mensen duidelijk de gewoonte hebben om hun handen te wassen na een toiletbezoek: 92% van de mensen geeft aan hun handen dan vaak tot altijd te wassen. Ongeveer 72% van de mensen geeft aan vaak tot altijd hun handen te wassen na thuiskomst. De gewoonte is een stuk minder sterk in de andere situaties, zoals na het neus snuiten of bij anderen op bezoek gaan. Vóórdat mensen naar buiten gaan wast 35% van de mensen vaak tot altijd hun handen.
Verandering in het handen wassen
Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan alle meetrondes hebben meegedaan. Voor de meeste situaties zijn er geen grote verschillen ten opzichte van de eerdere metingen omtrent handen wassen. De dalende trend van deelnemers die aangeven handen te wassen als zij bij iemand op bezoek gaan, zet door: van 75% in de eerste meting naar 59% in de vijfde meting. Het percentage mensen dat aangeeft handen te wassen wanneer zij weer thuis komen is ten opzichte van de eerste meting van 82% naar 72% gedaald . In de overige gevallen geven de deelnemers aan nog ongeveer even vaak handen te wassen als in het begin van de coronacrisis.
Afstand houden
Het wordt steeds lastiger om 1,5 meter afstand te realiseren. Voorbeelden van situaties zijn boodschappen doen, buiten sporten, bezoek bij familie of vrienden of een bezoek aan de horeca. Bij het boodschappen doen rapporteert 12% van de deelnemers dat mensen zelden tot nooit te dichtbij komen. Zo'n 22% geeft aan dat mensen zelden tot nooit te dichtbij komen wanneer zij naar buiten gaan voor werk. Bij het bezoeken van vrienden of familie of bezoek thuis ontvangen is dit respectievelijk 27 en 37%. Tijdens een bezoek aan een culturele instelling (zoals een bioscoop of theater) geeft 63% van de respondenten aan dat mensen nooit of zelden te dichtbij komen. In andere situaties die weer mogelijk zijn geworden zoals georganiseerd sporten en het bezoeken van de horeca is dit respectievelijk 45% en 42%.
Verandering in het dichtbij komen
Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan alle meetrondes hebben meegedaan. In vergelijking met de eerste meting is een toename te zien van het aantal mensen dat dichtbij komt. Niet alleen op plekken waar veel andere mensen zijn, ook bij het bezoeken van vrienden of familie of bezoek thuis, waar mensen vaak langere tijd (binnen) in elkaars gezelschap zijn. In de eerste meting gaf 63% van de deelnemers aan dat mensen zelden tot nooit te dichtbij kwamen wanneer zij vrienden of familie bezochten. In de vijfde meting is dat percentage afgenomen tot 28%. Ook het percentage mensen dat voldoende afstand bewaart wanneer thuis bezoek wordt ontvangen is verder afgenomen; in vergelijking met de eerste ronde is dit percentage gedaald met 29 procentpunt. De dalende trend van het percentage deelnemers dat bij het zorgen voor iemand zelden of nooit te dichtbij komt zet verder door naar 37%.
Sinds de versoepelingen van 1 juli jl. zijn horeca gelegenheden en culturele instellingen weer geopend en is sporten in georganiseerd verband weer mogelijk. Ten opzichte van de vorige ronde zien we dat in deze omgevingen steeds minder vaak afstand wordt gehouden. Bij het sporten in georganiseerd verband is dit in lijn met de versoepeling omdat sporters onderling geen afstand meer hoeven te houden. Echter bij het bezoeken aan horeca gelegenheden en culturele instellingen dienen mensen nog steeds 1,5m afstand te houden, maar zien we een afname van respectievelijk 15 procentpunt en 14 procentpunt ten opzichte van de vorige meting.
Testen
Van de mensen die aangeven nu klachten te hebben (gedurende maximaal 4 weken) zoals een loopneus, hoesten/niezen, keelpijn, moeilijk ademen, verhoging en koorts, heeft 18% zich laten testen in de drie weken voorafgaand aan dit vragenlijstonderzoek. In ronde 4 gaf 13% van de mensen met klachten aan zich te hebben laten testen. Daarmee ligt het testpercentage in ronde 5 van dit onderzoek 5 procentpunt hoger dan in ronde 4. De meting van het testpercentage in ronde 5 vond plaats voordat het aantal afgenomen tests halverwege juli toenam.
Van de mensen die 1 week klachten hebben, heeft 16% zich laten testen. 28% heeft zich laten testen van de mensen bij wie de klachten tussen 1 en 2 weken aanwezig zijn (deze gegevens staan niet in een figuur).
Dit testpercentage is gebaseerd op de mensen die nu klachten hebben. Van de mensen zonder klachten is het testpercentage onbekend. Het gaat dan bijvoorbeeld om mensen die zich voor hun vakantie hebben (moeten) laten testen, of om mensen die zich hebben laten testen toen ze klachten hadden, maar die tijdens het onderzoek klachtenvrij waren.
Van de mensen die zich al eens eerder hebben laten testen, geeft 81% aan zich nog een keer te zullen laten testen als ze de komende weken opnieuw corona-gerelateerde klachten zouden krijgen.
Ook aan mensen zonder klachten is gevraagd of ze zich zouden laten testen als ze corona-gerelateerde klachten zouden hebben. 75% geeft aan dit te zullen doen, maar in ronde 4 bleek al dat als mensen daadwerkelijk klachten hadden, deze intentie een stuk lager uitviel (28%). De intentie om te gaan testen is vanaf ronde 3 toegenomen met 7 procentpunt.
Thuis blijven bij klachten
Van de mensen met symptomen die kunnen wijzen op COVID-19, volgt een groot deel het advies om thuis te blijven niet op. Mensen met klachten, zoals een loopneus, hoesten/niezen, keelpijn, moeilijk ademen, verhoging en koorts gaan ongeveer even veel naar buiten als mensen zonder klachten. Aan de deelnemers van het onderzoek is gevraagd of ze in de afgelopen 7 dagen naar buiten zijn geweest. 89% van de mensen met klachten heeft ten minste een keer boodschappen gedaan, 63% heeft minstens een keer vrienden of familie bezocht en 47% is een keer naar het werk gegaan.
Vakantie plannen
Respondenten zijn gevraagd of zij van plan zijn om op vakantie te gaan deze zomer. 37% geeft aan niet van plan te zijn op vakantie te gaan, 33% is van plan in eigen land op vakantie te gaan en 24% wil graag in Europa op vakantie. Slechts 1% geeft aan van plan te zijn buiten Europa op vakantie te gaan. Landen met code oranje (alleen noodzakelijke reizen) lijken minder populair dan landen met code geel (let op, veiligheidsrisico’s). De populairste vakantielanden hebben allemaal code geel (zie tabel).
Populariteit | Landen | Kleurcode |
---|---|---|
1 | Frankrijk | Geel |
2 | Duitsland | Geel |
3 | België | Geel |
4 | Oostenrijk | Geel |
5 | Spanje | Geel |
Op vakantie
Op 15 juni zijn de meeste grenzen binnen Europa weer open gesteld. Gedurende de uitvraag (8-12 juli) was 14% van de respondenten sinds het openstellen van de grenzen al op vakantie geweest of op vakantie. 68% vierde deze vakantie in eigen land, 33% ging op vakantie in Europa. In de populairste vakantielanden worden alleen landen met code geel genoemd.
Vaccineren
Aan de deelnemers is ook gevraagd of ze zich willen laten vaccineren als er straks een vaccin is. 52% geeft aan dat ze dat zouden willen. Daarnaast geeft 13% aan dat ze dat zouden willen, maar eerst zouden willen weten of ze corona hebben gehad. 8% zegt dat niet te willen en 28% weet het nog niet.
Ook in ronde 3 is gevraagd of mensen zich willen laten vaccineren. Het percentage mensen dat aangaf zich te willen laten vaccineren is ongeveer hetzelfde in beide rondes. Het aandeel mensen dat aangaf eerst te willen weten of ze corona hebben gehad is tussen ronde 3 en 5 afgenomen met 8 procentpunt. Bij ronde 5 is er een grotere groep mensen die het nog niet zegt te weten dan bij ronde 3 (verschil van 11 procentpunt).