Vertrouwen in Nederlandse aanpak

De mensen om ons heen kunnen veel invloed hebben op het beeld dat we vormen van de maatregelen. Van de deelnemers praat 75% wekelijks met anderen over de Nederlandse aanpak van de coronacrisis. 16% van de deelnemers geeft aan bijna dagelijks tot meerdere keren per dag met anderen te spreken over de Nederlandse aanpak van de coronacrisis (gegevens staan niet in een figuur). De helft van de ondervraagden geeft aan dat de gesprekken (zeer) positief waren en 13% vond de gesprekken (zeer) negatief.

Er lijkt een groot vertrouwen in de manier waarop de Nederlandse overheid probeert het coronavirus onder controle te houden: 72% heeft (veel) vertrouwen, 5% (helemaal) geen vertrouwen. In vergelijking met andere landen doet Nederland het volgens 70% van de deelnemers (veel) beter, terwijl een kleinere groep het beleid als (veel) slechter scoort (4%).

Aan de deelnemers is een aantal stellingen voorgelegd die gaan over de beslissingen van de overheid ten aanzien van de coronamaatregelen. De uitspraak dat de Nederlandse overheid haar best doet het goede te doen, krijgt de meeste steun (87% is het er (helemaal) mee eens). Ook vinden veel deelnemers dat de overheid zich goed laat informeren (80%). De minste steun krijgt de stelling dat de Nederlandse overheid rekening houdt met verschillende meningen van mensen (61%).

Verandering in beeld van de Nederlandse aanpak

Voor de veranderingen over de tijd op dit onderdeel is gekeken naar de deelnemers die aan meetrondes 1, 3 en 5  hebben meegedaan. Het vertrouwen in de manier waarop de Nederlandse overheid probeert het coronavirus onder controle te houden ligt bij de drie meetrondes op ongeveer hetzelfde niveau. Het percentage deelnemers dat vindt dat de Nederlandse overheid het beter doet dan andere landen is tussen ronde 1 en ronde 5 met 16 procentpunt toegenomen. Het sentiment in gesprekken met anderen is negatiever geworden. Het percentage deelnemers dat gesprekken als (zeer) positief ervaart is gedaald met 16 procentpunt ten opzichte van de eerste meetronde.

Onduidelijkheid maatregelen en kritische geluiden

Voor het goed kunnen uitvoeren en volhouden van gedragsregels is het belangrijk dat mensen begrijpen wat ze moeten doen. Van de deelnemers geeft 51% aan dat ze de gedragsregels soms inconsistent vinden. Op de vraag wat zij daar vervolgens mee doen, antwoordt toch meer dan de helft (57%) dat ze het naast zich neerleggen en de adviezen van de overheid opvolgen. 35 tot 41% van de deelnemers geeft echter aan dat ze in de war raken, minder gemotiveerd zijn om de regels op te volgen of niet weten wat te doen. 

Ongeveer 90% van de deelnemers geeft aan kritische meningen van anderen te horen over hoe goed de maatregelen helpen of over voors en tegens over de gedragsregels. Op de vraag wat zij daar vervolgens mee doen, antwoordt rond de 70% dat ze het naast zich neerleggen en de adviezen opvolgen. Daarnaast geeft14% aan daardoor minder gemotiveerd te zijn om de regels op te volgen, rond de 10% raakt in de war, en minder dan 10% weet niet wat te doen.