Waarom wel of niet naleven van de gedragsregels?

Het wel of niet naleven van de gedragsregels kan verschillende redenen hebben. Over een aantal van deze mogelijke redenen hebben we vragen gesteld in dit onderzoek.

Risico-inschatting

Aan de deelnemers van het onderzoek is gevraagd hoe groot zij denken dat de kans is dat ze zelf besmet raken met het coronavirus of anderen ermee besmetten. Ook is gevraagd hoe erg ze dat zouden vinden.

Van de deelnemers geeft 17% aan het (zeer) waarschijnlijk te vinden dat ze in de komende maanden besmet raken. 28% vindt dit juist (zeer) onwaarschijnlijk. Als ze besmet zouden raken dan vindt 62% dit (heel) erg.

Bijna de helft van de mensen (46%) acht het (zeer) waarschijnlijk dat zij het virus aan anderen doorgeven als ze zelf besmet zouden zijn. Bijna iedereen (93%) zou het (heel) erg vinden het virus door te geven aan iemand anders.

Verandering in risico-inschatting

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan alle meetrondes hebben meegedaan. Het percentage deelnemers dat het (zeer) waarschijnlijk vindt om besmet te raken, daalde licht vanaf de eerste tot en met de vierde meetronde, nam daarna tot de zevende meetronde toe en is sinds die meetronde vrij stabiel gebleven. Het percentage ligt daarmee nu iets hoger ten opzichte van de eerste meetronde in het voorjaar. Het percentage mensen dat het (heel) erg vindt om besmet te raken, is over de verschillende meetrondes heen gestaag gestegen met 14 procentpunt en is nu dus ook hoger dan tijdens de eerste meetronde in het voorjaar. Het percentage deelnemers dat het (heel) erg vindt om anderen te besmetten blijft stabiel en is hoger dan 90% bij alle meetrondes. De inschatting van de kans om anderen te besmetten blijft ook stabiel over de tijd.  

De gevoelsmatige dreiging die mensen ervaren

Aan de deelnemers van het onderzoek zijn stellingen voorgelegd over de mate waarin het virus hen emotioneel beïnvloedt. Van de deelnemers geeft 79% aan dat het virus zich (heel) snel verspreidt. Voor 65% van de deelnemers voelt het coronavirus als (heel) dichtbij. Ook maakt 47% van de deelnemers zich (veel) zorgen over het virus. 37% geeft aan dat zij (bijna) de hele tijd aan het coronavirus denken. Respectievelijk 34 en 31% van de deelnemers geeft aan dat het virus hen een hulpeloos gevoel geeft en dat zij er (heel) erg bang voor zijn. 27% van de deelnemers geeft aan (veel) stress door het coronavirus te ervaren. 

Verandering van de gevoelsmatige dreiging die mensen ervaren

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan alle meetrondes hebben meegedaan. Vanaf de eerste tot en met de vijfde meetronde was er een afname te zien in de gevoelsmatige dreiging van het coronavirus. Tussen meetronde 5 en 7 nam de gevoelsmatige dreiging van het coronavirus weer toe. Tussen de zevende en de achtste meetronde trad er weer een daling op, maar daarna steeg de gevoelsmatige dreiging van het coronavirus weer in meetronde 9.

Zo is het percentage deelnemers dat zegt dat het coronavirus als (heel) dichtbij voelt in de laatste meetronde met 10 procentpunt gestegen. Het percentage deelnemers dat het coronavirus ervaart als iets wat zich (heel) snel verspreidt, steeg het meest (met 14 procentpunt). De percentages deelnemers die aangeven dat het coronavirus iets is waar zij (heel) erg bang voor zijn, waar ze zich (veel) zorgen over maken of wat hen (veel) stress geeft, is ongeveer even hoog als in het voorjaar tijdens de eerste meetronde. Het percentage deelnemers dat aangeeft dat het coronavirus iets is waar zij de (hele) tijd aan denken is ten opzichte van de eerste meetronde met 10 procentpunt gedaald.

Hoe goed helpen de gedragsregels?

Aan de deelnemers is gevraagd hoe goed volgens hen de gedragsregels helpen het virus tegen te gaan. Voor de meeste gedragsregels geeft een grote meerderheid aan dat de regels volgens hen (heel) veel helpen: drukte vermijden (95%), thuisblijven bij huisgenoten met verkoudheidsklachten (93%), geen handen schudden (92%), zoveel mogelijk thuis werken (91%), thuisblijven bij verkoudheidsklachten (90%), zoveel mogelijk thuis blijven (90%), 1,5 meter afstand houden (89%) en testen bij verkoudheidsklachten (83%) worden gezien als de maatregelen die het best helpen.

Van het gebruik van mondkapjes in het openbaar vervoer en in de publieke binnenruimtes denkt respectievelijk 61 en 56% dat dit (heel) veel helpt. De gedragsregel voor het maximum aantal bezoekers thuis draagt volgens 68% van de deelnemers (heel) veel bij om het virus tegen te gaan. Dit zijn daarmee de maatregelen waarvan mensen relatief het minst sterk overtuigd zijn van het nut.

Verandering in hoe goed de gedragsregels helpen

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan alle meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige ronde is voor de meeste gedragsregels het percentage deelnemers dat denkt dat deze gedragsregels (heel) veel helpen ongeveer gelijk gebleven. Voor de gedragsregels ‘thuis een maximaal aantal bezoekers ontvangen’ en ‘mondkapje in publieke binnenruimtes’ is het percentage gestegen, met respectievelijk 9 en 8 procentpunt.

Het percentage van de deelnemers dat denkt dat ‘mondkapje in het openbaar vervoer’ (heel) veel helpt heeft over de tijd de grootste verandering doorgemaakt, met een stijging van 30 procentpunt tussen ronde 4 en 8.

Hoe goed helpt 1,5 meter afstand houden?

Aan de deelnemers is gevraagd hoe goed volgens hen 1,5 afstand houden helpt om het virus tegen te gaan in verschillende situaties. Voor de meeste situaties geeft 72 tot 80% van de deelnemers aan dat 1,5 afstand houden (heel) veel helpt. Voor de situaties buiten (frisse neus halen, een rondje fietsen of hardlopen, hond uitlaten of met de kinderen buiten spelen) ligt dit percentage lager: 59% van de deelnemers denkt dat 1,5 afstand in deze situaties (heel) veel helpt.

Moeilijk of makkelijk?

Aan de deelnemers van het onderzoek is gevraagd hoe moeilijk of makkelijk zij het vinden om zich aan de gedragsregels te houden. Voor een meerderheid van de maatregelen vindt ruim de helft van de deelnemers het (heel) makkelijk om zich er aan te houden. Voor het niet schudden van handen is dit het hoogst met 94%. De regels die als minder makkelijk worden ervaren zijn ‘altijd 1,5 meter afstand houden van andere mensen behalve binnen gezin of huishouden’ (55% vindt dit (heel) makkelijk), ‘zoveel mogelijk thuiswerken’ (58%) en ’20 seconden handen wassen’ (61%).

Verandering in hoe makkelijk het opvolgen van gedragsregels is

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan alle meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige ronde is voor de meeste gedragsregels het percentage deelnemers dat deze (heel) makkelijk vindt om op te volgen ongeveer gelijk gebleven.

Het percentage deelnemers dat het (heel) makkelijk vindt om zich aan de hygiëneregels te houden (handen wassen, in de elleboog niezen, papieren zakdoek gebruiken) is na een afname bij de eerste paar meetrondes gestabiliseerd. Daarmee zien we voor bijvoorbeeld het regelmatig handen wassen dat mensen deze gedragsregel nu als minder makkelijk worden ervaren dan tijdens de eerste intelligente lockdown in het voorjaar (daling van 20 procentpunt). 1,5 meter afstand houden en drukte vermijden was minder makkelijk tijdens de zomer, er was een daling van 16 procentpunt voor afstand houden (tussen ronde 1 en 5) en 12 procentpunt voor drukte vermijden (tussen ronde 2 en 5). Daarna steeg het percentage voor afstand houden met 10 procentpunt en voor drukte vermijden met 8 procentpunt.

Moeilijk of makkelijk 1,5 meter afstand houden

Aan de deelnemers van het onderzoek is gevraagd hoe moeilijk of makkelijk zij het vinden om 1,5 afstand te houden in verschillende situaties. Wanneer zij naar buiten gaan om een frisse neus te halen, een rondje te gaan fietsen of te gaan hardlopen, vindt 87% van de deelnemers het (heel) makkelijk om 1,5 meter afstand te houden. Bij het boodschappen doen, geldt dat voor maar 30% van de deelnemers. 

Wat doen mensen in de omgeving?

Hoe mensen in je omgeving omgaan met bepaalde maatregelen kan van invloed zijn op je eigen gedrag. De meeste respondenten (95%) geven aan dat ze mensen in hun omgeving geen handen zien schudden. Ook zien relatief veel deelnemers dat mensen in hun omgeving een mondkapje dragen in publieke binnenruimtes (92%) en in het openbaar vervoer (90%).

Maatregelen die deelnemers anderen in hun omgeving het minst zien opvolgen zijn regelmatig 20 seconden handen wassen (45%), maximaal twee gasten thuis ontvangen (60%) en zoveel mogelijk thuis blijven (62%).

Verandering in wat mensen in de omgeving doen

Het percentage deelnemers dat ‘(helemaal) mee eens’ antwoordt op de vraag of de meeste mensen in hun naaste omgeving zich aan de gedragsregels houden, is sinds de vorige meetronde met 11 procentpunt gestegen voor de gedragsregel om een mondkapje in publieke binnenruimtes te dragen. Deze toename is te verklaren doordat het opvolgen van deze gedragsregel verplicht werd tussen de vorige en de huidige meetronde. Het percentage deelnemers dat ‘(helemaal) mee eens’ antwoordt op de vraag of de meeste mensen in hun naaste omgeving 20 seconden hun handen wassen, is ten opzichte van de eerste meetronde in het voorjaar afgenomen met 11 procentpunt. Het percentage deelnemers dat ‘(helemaal) mee eens’ antwoordt op de vraag of de meeste mensen in hun naaste omgeving 1,5 meter afstand houden, is ten opzichte van de eerste meetronde 10 procentpunt lager in meetronde 9. Voor de gedragsregel om zoveel mogelijk thuis te werken (gemeten vanaf de tweede meetronde) is het percentage deelnemers dat ‘(helemaal) mee eens’ antwoordt op de vraag of de meeste mensen in hun naaste omgeving dit doen afgenomen met 11 procentpunt. Daarmee zien we dus een aantal verschillen ten opzichte van het voorjaar toen we in een vergelijkbare lockdown-periode zaten.

Trend in 'Wat doen de meeste mensen in mijn omgeving'

Sla de grafiek Verandering in 'Wat doen de meeste mensen in mijn omgeving' over en ga naar de datatabel

Deze grafiek toont de resultaten uit rondes 1 (17-24 april), ronde 2 (7-12 mei), ronde 3 (27 mei-1 juni), ronde 5 (8-12 juli), ronde 6 (19-23 augustus), ronde 7 (30 september - 4 oktober), ronde 8 (11-15 november) en ronde 9 (30 december – 3 januari) .

Voorbereid zijn op thuisquarantaine

Volgens de huidige richtlijnen moeten mensen in bepaalde situaties in thuisquarantaine. Dat kan heel plotseling zijn, bijvoorbeeld als ze ineens verkouden wakker worden of een melding krijgen van de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)  dat ze in nauw contact zijn geweest met een besmet persoon. Aan de deelnemers van het onderzoek is gevraagd in hoeverre ze voorbereid zijn op dit soort situaties.

Een groot deel (80%) van de deelnemers geeft aan dat ze voldoende boodschappen in huis hebben om een paar dagen vooruit te komen. Daarnaast heeft meer dan de helft (62%) al precies bedacht wie ze kunnen inschakelen om boodschappen te doen als dat nodig is. Andere plannen voor het regelen van praktische zaken (zoals het uitlaten van de hond) en afspraken over het overdragen van werk en mantelzorgtaken buitenshuis hebben minder mensen klaar liggen.