Vertrouwen in Nederlandse aanpak

De mensen om ons heen kunnen veel invloed hebben op het beeld dat we vormen van de maatregelen. Van de deelnemers praat 86% wekelijks met anderen over de Nederlandse aanpak van de coronacrisis. 30% van de deelnemers geeft aan bijna dagelijks tot meerdere keren per dag met anderen te spreken over de Nederlandse aanpak van de coronacrisis (gegevens staan niet in een figuur). 23% van de ondervraagden geeft aan dat de gesprekken (zeer) positief waren en 31% vond de gesprekken (zeer) negatief.

Van de ondervraagden heeft 45% (veel) vertrouwen in de manier waarop de Nederlandse overheid probeert het coronavirus onder controle te houden. 15% heeft (helemaal) geen vertrouwen en 40% is neutraal. In vergelijking met andere landen doet Nederland het volgens 21% van de deelnemers (veel) beter, terwijl een groep van 26% het beleid als (veel) slechter scoort.

Ongeveer de helft van de deelnemers vindt dat de Nederlandse overheid voldoende maatregelen neemt om verdere verspreiding van het virus te beperken, 14% vindt dat de overheid teveel doet, en 38% vindt dat de overheid te weinig doet.

Aan de deelnemers is een aantal stellingen voorgelegd die gaan over de beslissingen van de overheid ten aanzien van de coronamaatregelen. De uitspraak dat de Nederlandse overheid haar best doet het goede te doen, krijgt de meeste steun (83% is het er (helemaal) mee eens). Ook vinden veel deelnemers dat de overheid zich goed laat informeren (74%), alle belangrijke informatie beschikbaar heeft (72%) en belangrijke personen en instanties betrekt (71%). De minste steun krijgt de stelling dat de Nederlandse overheid rekening houdt met verschillende meningen (55%), de maatschappelijke belangen goed afweegt (56%) en besluiten goed toelicht (56%).

Verandering in beeld van de Nederlandse aanpak

Voor de veranderingen over de tijd op dit onderdeel is gekeken naar de deelnemers die aan meetrondes 1 en 3, en rondes 5 t/m 9 hebben meegedaan. In de andere rondes zijn deze vragen niet gesteld. Na een stijging in het vertrouwen in de manier waarop de Nederlandse overheid probeert het coronavirus onder controle te houden van 15 procentpunt in de vorige meetronde, is het vertrouwen deze meetronde met 14 procentpunt gedaald en daarmee bijna op hetzelfde niveau als in meetronde 7 (44%). Het percentage deelnemers dat vindt dat de Nederlandse overheid het beter doet dan andere landen steeg in de vorige meetronde ten opzichte van meetronde 7 met 15 procentpunt. Met een daling van 23 procentpunt ten opzichte van de vorige meetronde, bereikt de vergelijking met andere landen het laagste niveau tot nu toe (20%).

Het sentiment in gesprekken met anderen is negatiever dan in de vorige meetrondes. Het percentage deelnemers dat gesprekken als (zeer) positief ervaart is gedaald met 13 procentpunt ten opzichte van de vorige meetronde en daarmee op het laagste niveau tot nu toe (22%). De afnameperiode van de vragenlijst van meetronde 9 was in de periode dat er veel media aandacht was voor het Nederlandse vaccinatiebeleid.

De stellingen over de beslissingen van de overheid ten aanzien van de coronamaatregelen zijn sinds ronde 2 bij deelnemers nagevraagd. Sindsdien was tot aan meetronde 7 voor alle stellingen een daling te zien in de mate waarin mensen het (helemaal) eens zijn met de stellingen. De grootste daling trad toen op bij de uitspraak dat de Nederlandse overheid ‘goed uitlegt waarom de maatregelen nodig zijn’ en dat zij haar ‘besluit goed toelicht’. In meetronde 8 was bij alle stellingen weer een toename te zien in de mate waarin mensen het (helemaal) eens zijn met de stellingen.

In de huidige meetronde is juist bij alle stellingen weer een afname te zien in de mate waarin mensen het (helemaal) eens zijn. De grootste daling is te zien bij de stellingen dat de overheid ‘maatschappelijke belangen goed afweegt’ (8 procentpunt), ‘alle benodigde informatie gebruikt’ en ‘besluiten goed toelicht’ (beide 7 procentpunt).‘ De afnameperiode van de vragenlijst van meetronde 9 was in de periode dat er veel media aandacht was voor het Nederlandse vaccinatiebeleid.

Onduidelijkheid maatregelen en kritische geluiden

Voor het goed kunnen uitvoeren en volhouden van gedragsregels is het belangrijk dat mensen begrijpen wat ze moeten doen. Van de deelnemers geeft 46% aan dat ze het onlogisch of moeilijk te begrijpen vinden waarom sommige gedragsregels in de ene situatie wel gelden en in de andere niet. Op de vraag wat zij daar vervolgens mee doen, antwoordt 73% dat ze het naast zich neerleggen en de adviezen van de overheid opvolgen. 25% van de deelnemers die sommige gedragsregels onlogisch of moeilijk te begrijpen vindt geeft aan dat zij hierdoor minder gemotiveerd zijn om de regels op te volgen.

CoronaMelder & Dashboard

De app ‘Coronamelder’ van de Nederlandse overheid is sinds 10 oktober 2020 landelijk beschikbaar. Van de deelnemers heeft 58% aangegeven dat zij de Coronamelder app gedownload hebben. Van deze groep zegt 78% dat zij het (helemaal) eens zijn met de stelling of ze van plan zijn om de app te blijven gebruiken. Van de 42% deelnemers die de app niet hebben gedownload geeft 66% aan het (helemaal) oneens te zijn met de vraag of zijn van plan zijn om de app te gaan gebruiken.

Aan alle deelnemers (ongeacht of zij de app gedownload hebben) zijn aanvullende stellingen voorgelegd. Van de ondervraagden verwacht 49% dat het gebruik van de app ook bijdraagt aan de bestrijding van het virus. Men ziet het als aanvulling op het beleid: 94% van de ondervraagden is het niet eens met de stelling dat ze zich minder aan de andere regels (zoals afstand houden, regelmatig handen wassen, etc.) hoeven te houden als ze de CoronaMelder gebruiken. Van de deelnemers heeft 59% het vertrouwen dat de informatie strikt vertrouwelijk blijft.

Ook is aan deelnemers gevraagd of ze bekend zijn met het coronadashboard van de Nederlandse overheid (gegevens staan niet in een figuur). Hiervan zegt 22% van de ondervraagden het regelmatig te bekijken, 64% zegt het wel te kennen maar zelden te bekijken en 14% zegt niet te weten wat het coronadashboard is.