Sinds maart 2020 onderzoekt het RIVM hoeveel draagvlak er is voor de maatregelen die vanwege de coronapandemie gelden. In welke mate staan mensen achter de gedragsregels, ook nu de meeste maatregelen zijn losgelaten of veranderd zijn in adviezen? En in hoeverre zijn deelnemers betrokken bij de coronaplannen van de sectoren? Op deze pagina staan de resultaten van de 21e ronde van het vragenlijstonderzoek op het thema 'draagvlak voor de gedragsadviezen'. 

  • De resultaten komen uit een cohortstudie. Dit betekent dat we mensen volgen over de tijd. Sommige mensen blijven meedoen, anderen stoppen, en weer anderen stromen later in. Dit type onderzoek is geschikt om patronen over de tijd te bestuderen (bijvoorbeeld ‘er is een toename in vertrouwen van 15 procentpunt’) en vergelijkingen te maken binnen personen (‘Draagvlak voor 1,5 meter afstand houden is 5 procentpunt lager dan voor regelmatig handen wassen’).
  • Het cohort is demografisch niet representatief voor de Nederlandse bevolking (zie toelichting). Cijfers op één tijdstip kunnen afwijken van onderzoeken die op dat moment een representatief sample hebben geworven en gewogen. We beoordeelden deze afwijkingen tot en met ronde 20 t.o.v. de cijfers op het Coronadashboard en die bleken beperkt (meestal 0 - 10 procentpunt).  

Het draagvlak is het hoogst voor het zorgen voor voldoende frisse lucht in de woning, 94% van de deelnemers staat hier (helemaal) achter. Hoesten/niezen in de elleboog volgt daarop met 86% van de deelnemers die hier (helemaal) achter staat. 83% van de deelnemers staat (helemaal) achter het advies om in isolatie te gaan na een positieve test. Het draagvlak is het laagst voor in quarantaine gaan bij klachten (63%).

Voor veranderingen in draagvlak over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is het draagvlak voor testen bij klachten en in quarantaine gaan bij klachten beide met 8 procentpunt toegenomen. Het draagvlak voor het zorgen voor voldoende frisse lucht in de woning, 20 seconden handen wassen en hoesten/niezen in de elleboog is gelijk gebleven. 

In de vragenlijst is het draagvlak voor de gedragsadviezen ook uitgevraagd voor als de adviezen nog zes maanden zouden gaan duren. Dit kan een indicatie zijn voor de mate waarin mensen zichzelf de adviezen zien volhouden als deze nog zo lang zouden duren. Het draagvlak over zes maanden is het hoogst voor zorgen voor voldoende frisse lucht in de woning (92%) en hoesten/niezen in de elleboog (86%). Het draagvlak is het laagst voor in quarantaine gaan bij klachten (64%). 

Het draagvlak voor de zes gedragsadviezen blijft als deze nog 6 maanden zouden duren nagenoeg gelijk aan het draagvlak nu. 

In deze 21e meetronde is ook gevraagd naar het draagvlak voor de sectorplannen. Van alle deelnemers die binnen een van de sectoren werken (n = 3.301), weet 41% dat er aan een coronaplan voor hun sector wordt gewerkt. Van die groep heeft 57% ten minste enige kennis van de inhoud van het plan (n=773). Dit bewustzijn is iets hoger onder bestuurders, eigenaars, managers en leidinggevenden dan onder medewerkers en verschilt sterk tussen de sectoren. 

  Weet dat er aan een coronaplan gewerkt wordt in de sector (%) Daarvan weet (enigszins) wat er in het coronaplan staat (%)
Zorg (n=1.349) 42,7 59,3
Onderwijs en kinderopvang (n=866) 51,2 56,8
Culturele en creatieve sector (n=260) 35,8 50,5
Detailhandel (n=203) 27,6 53,7
Totaal (n=3.301) 40,8 57,3

 

  Weet dat er aan een coronaplan gewerkt wordt in de sector (%) Daarvan weet (enigszins) wat er in het coronaplan staat (%)
Eigenaar, bestuurder, leidinggevende, management (n=991) 47,4 61,3
Medewerker (n=2.310) 38,0 55,3

Aan de deelnemers die ten minste enige kennis hebben van de inhoud van het coronaplan van hun sector is gevraagd in hoeverre ze het eens zijn met zeven stellingen t.a.v. de plannen voor hun sector. 36% van deze deelnemers voelt zich betrokken bij het sectorplan en 53% staat (helemaal) achter het plan. Ongeveer de helft van de deelnemers geven aan dat zij het plan uitvoerbaar, proportioneel, effectief en duidelijk vinden. De meerderheid van de deelnemers die bekend zijn met de plannen, geeft aan dat als het kabinet zegt dat maatregelen nodig zijn, ze van plan zijn zich aan de die plannen te houden. Deze percentages zijn iets hoger onder medewerkers in vergelijking met bestuurders, eigenaars, managers en leidinggevenden. 

De proportionaliteit (wegen de voordelen van de het plan waarschijnlijk op tegen de nadelen) en de effectiviteit (kan het plan de verspreiding van het virus beperken) lijken de belangrijkste voorspellers voor intentie om sectorplannen na te leven wanneer het kabinet dit adviseert. Dit blijkt uit verdiepende analyses. 

De vragenlijst van meetronde 21 is afgenomen tussen 7 en 11 september 2022. Net als in de vorige meetronde (8-12 juni 2022) gelden alleen nog adviezen om verspreiding van het coronavirus te beperken. Dit zijn: hygiëne-adviezen, thuisblijven en (zelf)testen bij klachten, in isolatie gaan na een positieve (zelf)test en vaccineren. De veranderingen in maatregelen gedurende de pandemie zijn terug te vinden in de tijdlijn van coronamaatregelen. Vanwege de andere fase van de pandemie en het afschalen van de maatregelen, is het vragenlijstonderzoek na meetronde 19 om de 13 weken uitgevoerd in plaats van zeswekelijks. Meetronde 21 is voorlopig de laatste meetronde. 

Meetrondes

Ronde 1: 17-24 april 2020 | Ronde 2: 7-12 mei 2020 | Ronde 3: 27 mei - 1 juni 2020 | Ronde 4: 17-21 juni 2020 | Ronde 5: 8-12 juli 2020 | Ronde 6: 19-23 augustus 2020 | Ronde 7: 30 september - 4 oktober 2020 | Ronde 8: 11-15 november 2020 | Ronde 9: 30 december 2020 - 3 januari 2021 | Ronde 10: 10-14 februari 2021 | Ronde 11: 24-28 maart 2021 | Ronde 12: 5-9 mei 2021 | Ronde 13: 16-20 juni 2021 | Ronde 14: 28 juli - 1 augustus 2021 | Ronde 15: 8-12 september 2021 | Ronde 16: 20-24 oktober 2021 | Ronde 17: 24-28 november 2021 | Ronde 18: 19-23 januari 2022 | Ronde 19: 9-13 maart 2022 | Ronde 20: 8-12 juni 2022 | Ronde 21: 7-11 september 2022