We onderzochten of jongeren behoefte hadden aan hulp of steun in de afgelopen 3 maanden. Als jongeren hulp nodig hadden bij schoolwerk of omdat zij niet lekker in hun vel zaten, vroegen wij hen ook of ze deze hulp gekregen hebben. Hier bespreken we de resultaten van het zesde kwartaalonderzoek (december 2022). Dat is onderdeel van het Gezondheidsonderzoek COVID-19.
Behoefte aan mentale hulp nog steeds actueel
Deze ronde hebben we de vraag over behoefte aan hulp of steun anders gesteld dan in de eerdere rondes. In plaats van te vragen naar de hele coronaperiode vroegen we naar hulp of steun waar jongeren behoefte aan hadden in de afgelopen 3 maanden.
In de resultaten valt het op dat met het veranderen van de periode van 2,5 jaar coronaperiode naar de afgelopen 3 maanden, nog steeds evenveel jongeren aangeven dat ze behoefte hadden aan mentale hulp (hulp bij niet lekker in je vel zitten) als in de 2 voorgaande rondes. 1 op de 5 jongeren had en heeft hier nog steeds behoefte aan. De behoefte aan mentale hulp is dus nog steeds actueel en heeft niet alleen te maken met mentale hulp die ze nodig hadden tijdens bijvoorbeeld de lockdowns. Deze bevinding sluit aan bij de hoofdbevinding van deze meting dat het herstel van de mentale gezondheid onder jongeren niet doorzet.
Vergeleken met mentale steun is informatie krijgen over leven in coronatijd helemaal niet meer relevant: van 6% in de vraag van jongeren tijdens de coronaperiode naar 0% in de afgelopen 3 maanden. Begeleiding bij schoolwerk is nog actueel maar in december gaven iets minder jongeren (13%) aan dat ze dit in de afgelopen 3 maanden nodig hadden. In september was dit nog 18%. Toen vroegen we naar deze hulpbehoefte tijdens de hele coronaperiode.
Ook vroegen we eerder naar ‘extra’ steun of hulp die jongeren nodig hadden. Omdat het steeds moeilijker is om te zeggen of hulp nodig was geweest zonder de situatie van de coronapandemie, hebben we dat ‘extra’ nu weggelaten uit de vraag. In december gaf 15% van de jongeren aan hulp nodig te hebben bij lichamelijke klachten, terwijl dat nog 7% was in september, toen we vroegen of ze ‘extra’ behoefte hadden aan hulp.
De grafiek hieronder laat zien hoeveel jongeren behoefte hadden aan verschillende soorten hulp of steun in de afgelopen 3 maanden.
Jongeren met mentale klachten, stress en met geheugen- of concentratieproblemen, hadden een grotere kans op behoefte aan hulp of steun. De groep die aangeeft de uitgestelde zorg van tijdens de coronaperiode nog nodig te hebben, overlapt voor 70% met de groep die aangaf in de afgelopen 3 maanden een hulpvraag te hebben.
Sommigen zochten of vonden geen hulp
Jongeren zochten soms geen hulp, terwijl ze daar wel behoefte aan hadden. Zo zocht 16% van de jongeren geen hulp bij mentale klachten, terwijl ze daar wel behoefte aan hadden. 5% van de jongeren zocht wel hulp, maar kon geen hulp vinden. Ruim driekwart van de jongeren dat zocht naar begeleiding bij schoolwerk, vond ook passende hulp. De grafieken hieronder laten zien of jongeren zochten naar hulp en zo ja, of ze die hebben gevonden.