De hygiënerichtlijn voor kampeergelegenheden, jachthavens en groepsaccommodaties is voor het laatst volledig herzien in 2017. Tussentijdse wijzigingen sinds de laatste herziening staan aangegeven in de Verantwoording.
De schoonmaakschema’s bij deze richtlijn kunt u hier downloaden als Word-document. Voor het maken van een checklist of rapport kunt u gebruik maken van de normenlijst.
1 Inleiding
Voor wie is deze hygiënerichtlijn?
Deze richtlijn is een hulpmiddel om de hygiëne van een kampeergelegenheid, jachthaven of groepsaccommodatie vorm te geven. Deze voorzieningen kunnen qua karakter, grootte en bezoekersfrequentie sterk verschillen. Uitgangspunt van deze richtlijn is dat al deze voorzieningen bedoeld zijn als vrijetijdsbesteding waar veel verschillende mensen gebruik van maken.
In de eerste plaats is deze richtlijn geschreven voor eigenaars, omdat zij direct verantwoordelijk zijn voor een goede hygiëne binnen hun voorziening. Als ondersteuning voor eigenaars zijn kant-en-klare instructies opgenomen voor uitvoerend medewerkers. Let op dat u vanwege de grote verschillen tussen voorzieningen alleen rekening hoeft te houden met de eisen die specifiek voor uw voorziening van toepassing zijn.
Daarnaast wordt de richtlijn ook gebruikt door de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) als leidraad in de advisering aan kampeergelegenheden, jachthavens en groepsaccommodaties.
Wat is het doel van deze richtlijn?
Deze richtlijn geeft een overzicht van de hygiëne-eisen waar kampeergelegenheden, jachthavens en groepsaccommodaties aan moeten voldoen. U vindt in dit document zowel richtlijnen over de bouw, inrichting en schoonmaak als richtlijnen die direct te maken hebben met de hygiënische uitvoering van handelingen zoals dierplaagbeheersing, legionellapreventie en de verwerking van huishoudelijk afval.
Status van de richtlijn
De hygiënerichtlijn voor kampeergelegenheden, jachthavens en groepsaccommodatie is een product van overeenstemming tussen betrokkenen uit de branche en deskundigen op het gebied van volksgezondheid. Hiermee krijgt de richtlijn de status van "professionele standaard".
Dat betekent dat de ondernemer, die actief is in de branche voor kampeergelegenheden, jachthavens en groepsaccommodatie, bij het voldoen aan de normen uit de richtlijn aannemelijk kan maken dat aan de verantwoordelijkheid op het gebied van hygiëne en infectiepreventie is voldaan.
Deze richtlijn als geheel is niet wettelijk aangewezen, maar dient als indicatie voor professioneel beleid wanneer daar een uitspraak over moet worden gedaan. Ook dient deze richtlijn als indicator in gevallen waarin autoriteiten op basis van de Wet publieke gezondheid een inschatting van eventuele risico's voor de volksgezondheid maken.
Bekijk per gemeente of de richtlijn in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is opgenomen. Dit kan per gemeente verschillen.
Hygiëne en ziekteverwekkers
Een goede hygiëne voorkomt de verspreiding van micro-organismen. Voorbeelden van micro-organismen zijn bacteriën, virussen en schimmels. Micro-organismen zijn onzichtbaar voor het blote oog en komen overal voor: op de huid, in lichaamsvloeistoffen zoals bloed, ontlasting en sperma, op meubels en gebruiksvoorwerpen, in de lucht, in water, op en in voedsel. De meeste zijn onschuldig of zelfs nuttig voor de mens, maar sommige kunnen ziekten veroorzaken.
Door contact tussen mensen kunnen deze ziekteverwekkers zich van de ene mens naar de andere verspreiden. Als ze zich vervolgens in het lichaam vermenigvuldigen, kan iemand ziek worden. Zulke ziektes noemen we infectieziekten.
Of een besmetting uitgroeit tot een infectie, heeft met verschillende dingen te maken:
- de hoeveelheid ziekteverwekker waarmee iemand besmet is;
- hoe gemakkelijk de ziekteverwekker mensen ziek maakt;
- iemands lichamelijke conditie: de een wordt ziek, de ander voelt zich niet lekker en een derde heeft nergens last van.
Hoe verspreiden ziekteverwekkers zich?
Ziekteverwekkers verspreiden zich op de volgende manieren:
- via de handen;
- door de lucht (via druppels door hoesten, huidschilfers of stof);
- via voedsel en water;
- via voorwerpen (toiletten en deurklinken);
- via lichaamsvloeistoffen (bloed, ontlasting, braaksel, speeksel enzovoorts);
- via seksueel contact;
- via dieren (huisdieren en insecten).
Hygiëne voorkomt ziekte
Infectierisico’s beperkt u in de eerste plaats door een goede hygiëne. Alle regels in deze richtlijn hebben hiermee te maken.
In de basis komt hygiëne op het volgende neer:
- Breng wat vuil is niet in contact met wat schoon is. En andersom.
- Maak schoon wat vuil is of gooi het weg.
- U kunt niet altijd op het oog beoordelen of iets vuil of schoon is.
- Alles begint en eindigt met handhygiëne.
Leeswijzer
Elk hoofdstuk en elke paragraaf begint met een korte inleidende tekst. Hierin leest u waarom het onderwerp belangrijk is. Daarna volgt een opsomming van de hygiënenormen.
Hygiënenormen
|
Tips
|
In hoofdstuk 6 vindt u printklare schoonmaakschema’s en instructies voor medewerkers.
2 Algemene hygiëne
In dit hoofdstuk vindt u algemene informatie over hygiënisch handelen. Specifieke informatie over schoonmaken en desinfecteren staat in hoofdstuk 3.
Voor een goede hygiëne is het niet alleen belangrijk dat uw medewerkers weten hoe ze moeten werken, maar ook waarom ze dat moeten doen.
Hygiënenormen
|
2.1 Persoonlijke hygiëne van medewerkers
Door contact tussen werknemers, vrijwilligers en bezoekers kunnen ziekteverwekkers zich gemakkelijk verspreiden via de handen, kleding en gedeelde materialen. Een goede persoonlijke hygiëne verkleint het infectierisico.
Handhygiëne
Een van de meest voorkomende manieren waarop ziekteverwekkers worden verspreid, is via de handen. Er zijn twee manieren waarop u handhygiëne kunt toepassen. Door de handen te wassen met water en zeep of door de handen te desinfecteren met een handdesinfecterend middel.
Hygiënenormen
|
Tips
|
Persoonlijke beschermingsmiddelen voor medewerkers
Om het infectierisico te verkleinen, moeten medewerkers in sommige gevallen persoonlijke beschermingsmiddelen dragen (bijvoorbeeld bij mogelijk contact met lichaamsvloeistoffen). Voorbeelden van persoonlijke beschermingsmiddelen zijn plastic schorten en handschoenen. Geef medewerkers de volgende instructies:
Hygiënenormen
|
Handschoenen
Hygiënenormen
|
2.2 EHBO/Medische zorg
Het kan voorkomen dat een bezoeker van uw voorziening zich bezeert, of dat er een ongeluk plaatsvindt. Let op: Neem direct contact op met een arts of hulpdienst bij heftige allergische reacties of als iemand een bijen- of wespensteek in de mond of hals heeft gekregen. Neem in alle noodsituaties direct contact op met de hulpdiensten.
Hygiënenormen
|
Tips
|
Kampeergelegenheden, jachthavens en groepsaccommodaties bevinden zich vaak in bosrijke gebieden, waar insecten voor problemen kunnen zorgen. Vooral teken zijn gevaarlijke beestjes die een steeds groter risico vormen in Nederland. Ze zitten in hoog gras of tussen dode bladeren. Ze bijten zich vast in de huid van passerende mensen en dieren, en kunnen zo bacteriën overbrengen die de ziekte van Lyme veroorzaken.
Neem maatregelen om uw werknemers en bezoekers tegen tekenbeten te beschermen:
Hygiënenormen
|
Tips
|
2.3 Uitbraak infectieziekten
Binnen uw kampeergelegenheid, jachthaven of groepsaccommodatie kunnen infectieziekten verspreid worden. U bent verplicht om mogelijke uitbraken van infectieziekten te melden bij de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). Deze meldingsplicht is geregeld in de Wet publieke gezondheid, artikel 26.
Hygiënenormen
|
Op grond van de Wet Publieke Gezondheid, artikel 26 is de eigenaar van een kampeergelegenheid, jachthaven of groepsaccommodatie wettelijk verplicht om maatregelen te nemen bij een (eventuele) uitbraak van infectieziekten.
Hygiënenormen
|
Zorg ervoor dat u duidelijke afspraken maakt over de melding van infectieziekten met de managers. Als eigenaar moet u op de hoogte zijn van uitbraken binnen uw locatie. Houd hierbij rekening met de privacy van de bezoeker. U heeft als eigenaar of manager niet altijd gegevens nodig van de bezoeker.
Meer informatie over de Wet Publieke Gezondheid, artikel 26 melding instellingen, vindt u op de website van het RIVM.
2.4 Wasgoed
Vuile was kan besmet zijn met ziekteverwekkers. U kunt het wasgoed extern door een wasserij laten verzorgen, of zelf wassen. Let op de volgende eisen:
Hygiënenormen
|
2.5 Huishoudelijk afval
Afval kan een bron van ziektekiemen zijn. Bovendien trekt afval ongewenste dieren aan. Daarom moet de opslag en afvoer van afval aan bepaalde eisen voldoen. Huishoudelijk afval is het afval dat dagelijks in een instelling wordt geproduceerd, met uitzondering van grofvuil, bouw- en sloopafval en klein gevaarlijk afval. Denk bijvoorbeeld aan etensresten, oud papier en verpakkingsmaterialen.
Hygiënenormen
|
Uitgebreide informatie betreft afvalverwerking vindt u op https://lap3.nl.
2.6 Infectiepreventie binnenlucht
Door te ventileren en regelmatig te luchten wordt overdracht van ziekteverwekkers die verspreid worden via de lucht verminderd. Een gezond en prettig binnenmilieu is om veel meer redenen belangrijk, zoals het voorkomen van geurhinder en beperken van allergenen. Zie voor adviezen over een gezond binnenmilieu de website GGD Leefomgeving of de GGD-richtlijnen voor Medische Milieukunde.
De hygiënenormen en tips in dit hoofdstuk zijn aanvullend op het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). In het Bbl zijn onder meer eisen opgenomen over de hoeveelheid luchtverversing die minimaal met de ventilatievoorzieningen van een ruimte moet worden behaald, ook wel ‘ventilatiecapaciteit’ genoemd. De ventilatiecapaciteit betreft de hoeveelheid verse buitenlucht die aan een ruimte moet kunnen worden toegevoerd. Dit houdt in dat deze hoeveelheid in de praktijksituatie niet altijd hoeft te worden gerealiseerd. De capaciteit van de ventilatievoorziening moet zijn afgestemd op het aantal mensen dat gebruik kan maken van de ruimte. Mogelijk zijn er ook nog aanvullende eisen of richtlijnen voor uw sector, bijvoorbeeld in uw Arbocatalogus.
Deze paragraaf is bedoeld voor locaties waar de gebruiker/huurder van een ruimte de ventilatie zelf kan regelen door het openen van ramen/roosters of een knop. De hygiënenormen zijn echter ook van toepassing op gebouwen met een centraal luchtbehandelingssysteem, ook wel ‘heating, ventilation & airconditioning’ (HVAC)-installaties genoemd. Voor het uitvoeren van de normen wordt de verantwoordelijke voor het onderhoud en hygiëne van de gebouwvoorzieningen aangesproken. Bespreek onderstaande hygiënenormen en tips met de gebouwbeheerder, schoonmaakdienst, Arbocoördinator en/of andere partijen die betrokken zijn bij het binnenmilieu/-klimaat.
2.6.1 Ventileren en luchten
Ventileren is het verversen van de binnenlucht met buitenlucht. Dit kan op verschillende manieren praktisch worden uitgevoerd, zoals door ‘natuurlijke ventilatie’ (ventilatieroosters openhouden en/of ramen op een kier zetten; afhankelijk van de voorzieningen) of door ‘mechanische ventilatie’ (een systeem in het gebouw zorgt voor de luchtverversing en de hoeveelheid ventilatie is meestal in te stellen). Luchten is in een gebouw ramen, luiken of deuren zo tegen elkaar open zetten dat er een flinke luchtstroming of -circulatie door de ruimte ontstaat. Soms kan het daarbij nodig zijn om naast de ramen, luiken of deuren in de gevel of het dak ook de binnendeuren tussen afzonderlijke ruimten open te zetten.
Door te ventileren en te luchten kan het aantal ziekteverwekkers die zweven in de binnenlucht worden verminderd. Ook zorgt ventileren en luchten voor het afvoeren van vocht waardoor schimmelgroei kan worden beperkt. Luchten is ook nodig als de lucht niet fris ruikt. Dit kan door het korte tijd (ongeveer 10 à 15 minuten) openzetten van een of meerdere ramen en deuren in de ruimte. In ruimtes waar geen ramen zijn die open kunnen, kan ook het ventilatiesysteem op maximaal gezet worden als er geen mensen in de ruimte aanwezig zijn.
Ventileer altijd voldoende voor het aantal mensen dat aanwezig is in de ruimte. Bijvoorbeeld: als een kantoorruimte voor 4 personen omgebouwd wordt tot een vergaderruimte voor 10 personen, dan is het noodzakelijk om te bepalen of de ventilatie(capaciteit) voldoende is voor dit aantal mensen. Daarnaast verschilt de hoeveelheid benodigde ventilatie ook per activiteit die plaatsvindt (gebruiksfunctie). Bijvoorbeeld: wordt er gesport, is het een zorginstelling of betreft het een kantoorruimte?
Onder voldoende ventileren wordt verstaan dat de luchtverversing minimaal de waarde behaalt die is opgenomen in het Bbl (zie aansturingsartikel 4.121) of genoemd wordt in aanvullende richtlijnen/Arbovoorschriften, en dat deze ventilatievoorziening ook correct wordt gebruikt (maximaal gebruik ventilatiecapaciteit bij volledige bezetting). Maak een instructie hoe de ventilatievoorziening te gebruiken indien de ruimte gehuurd wordt of in bruikleen is en de natuurlijke ventilatie of mechanische ventilatiesystemen door de gebruiker van de ruimte zelf moeten worden aangezet.
Bij voorkeur wordt ook bij oude gebouwen gestreefd naar de minimale ventilatiecapaciteit voor ‘nieuwbouw’ (Bbl; aansturingsartikel 4.121). Om ook op de langere termijn voldoende ventilatie te garanderen is het bij nieuwbouw en renovatie aan te bevelen uit te gaan van een hogere ventilatiecapaciteit dan de minimale eisen uit het Bbl. Als waarde wordt minimaal 7 liter/seconde/persoon geadviseerd (NEN-EN 16798-1); de WHO adviseert 10 l/s/p.
Om te bepalen of er voldoende wordt geventileerd kan gebruik worden gemaakt van een CO2-meter. Een CO2-meter geeft een indicatie of er voldoende wordt geventileerd. Let op: het is belangrijk om de CO2-meter op de juiste plek te zetten voor een goede meting. Ook heeft de hoeveelheid personen in de ruimte invloed op de meting. Zie voor meer informatie over ventileren en CO2-meters: Ventileren zo gedaan!
Als ventilatieroosters niet worden schoongemaakt of het mechanische ventilatiesysteem niet wordt onderhouden, kan dit op termijn een negatief effect hebben op de hoeveelheid luchtverversing. Ook kan hierdoor na verloop van tijd meer geluid ontstaan waardoor een ventilatiesysteem dat door mensen in de ruimte zelf is te regelen in een lagere stand wordt gezet. Het is daarom van belang de ventilatievoorzieningen goed te onderhouden.
Onderstaande hygiënenormen zijn aanvullend op de geldende eisen uit het Bbl en eventueel aanwezige ventilatievoorschriften uit de Arbocatalogus of sectorspecifieke ventilatierichtlijnen.
Hygiënenormen
|
Tips
|
2.6.2 Temperatuur en hoge luchtvochtigheid
Vochtige lucht kan leiden tot meer schimmelgroei en huisstofmijten (bij meer dan 70% relatieve luchtvochtigheid). Door een temperatuur van 15 °C of lager ontstaat eerder condensvorming, waardoor schimmels en huisstofmijten makkelijker groeien.
Hygiënenormen
|
Tips Voor meer informatie over het verminderen van vocht en verwijderen van schimmels: Schimmels weghalen en voorkomen (ggdleefomgeving.nl) |
2.6.3 Luchtreinigers
Voor het verwijderen van ziekteverwekkers in de lucht worden soms ook luchtreinigers geplaatst in een ruimte. Dit kunnen verplaatsbare luchtreinigers zijn of apparaten die zijn bevestigd aan de muur of het plafond. Ook in centrale luchtbehandelingssystemen (HVAC) worden luchtreinigingstechnieken gebruikt.
Luchtreinigers geplaatst in een ruimte zorgen niet voor de toevoer van verse buitenlucht. Als een luchtreiniger wordt gebruikt, zal dus altijd voldoende verse lucht moeten worden toegevoerd. Het is nog onbekend in welke mate luchtreinigers, geplaatst in een ruimte waar wordt geventileerd, bijdragen aan het voorkomen van infectieziekten. Als deze luchtreinigers worden gebruikt, dan is het van belang een onderhoudsprotocol op te stellen en uit te voeren. Door achterstallig onderhoud is het mogelijk dat de luchtreiniger niet meer goed werkt en dat schimmels op filters komen. Tot slot, sommige luchtreinigers kunnen schadelijke bijproducten vormen zoals ozon(-reactieproducten) of er kan sprake zijn van directe blootstelling aan UVC-straling. Houd hier rekening mee als overwogen wordt een luchtreiniger te gebruiken en overleg hierover met de Arbocoördinator (indien aanwezig).
Hygiënenormen
|
Tips
|
2.7 Legionellapreventie
In waterinstallaties kunnen legionellabacteriën groeien. Als deze installaties hele kleine waterdruppeltjes in de lucht kunnen brengen (‘aerosolvorming’), dan is het mogelijk dat ook legionella meelift en mensen deze bacterie kunnen inademen. Soms krijgen mensen hierdoor longontsteking, ook wel veteranenziekte genoemd. Voorbeelden van aerosolvormende waterinstallaties zijn drinkwaterinstallaties met douches, bubbelbaden en fonteinen.
Voor een aantal aerosolvormende waterinstallaties zijn in regelgeving eisen op het gebied van legionellapreventie. Voor kampeergelegenheden, jachthavens en groepsaccommodaties zijn eisen aan legionellapreventie vastgelegd in:
- Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal (Besluit activiteiten leefomgeving )). In paragraaf 4.46 zijn regels opgenomen voor natte koeltorens. Natte koeltorens kunnen worden gebruikt bij klimaatregeling van grote gebouwen zoals hoteltorens. In hoofdstuk 15 van het Bal zijn regels opgenomen voor badwaterbassins. Een badwaterbassin is een waterkerende constructie voor het vasthouden van water bedoeld voor het zwemmen of baden. Voor meer informatie en uitzonderingen zie het Informatiepunt Leefomgeving.
- Hoofdstuk 4 van het Drinkwaterbesluit. Dit hoofdstuk bevat eisen voor het uitvoeren van legionellapreventie en is van toepassing bij drinkwaterinstallaties waar aerosolvorming plaatsvindt (o.a. gebruik douches) én aanwezig zijn:
- op een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van op de grond staande bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf; (bijvoorbeeld kampeergelegenheden met douchefaciliteiten voor kampeerders);
- in een haven met de daarbij behorende grond waar overwegend gelegenheid wordt gegeven voor het aanleggen, afmeren of afgemeerd houden van pleziervaartuigen; (bijvoorbeeld jachthavens met douchefaciliteiten bestemd voor personen aanwezig op de pleziervaartuigen);
- in een badinrichting zoals omschreven in het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Bhvbz (Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden)), artikel 2. Echter, legionellapreventie bij de drinkwaterinstallatie moet ook worden uitgevoerd als er geen aerosolvormende baden aanwezig te zijn;
- in gebouwen met een logiesfunctie zoals hotels, hostels, groepsaccommodatie en dergelijke;
- In woongebouwen met bedrijfsmatig nachtverblijf voor meer dan 5 personen zoals een Bed & Breakfast.
- De Arbowet, art. 5, en het Arbobesluit, art. 4.85, 4.87a en 4.87b. Hieruit volgt dat werknemers zo min mogelijk blootgesteld mogen worden aan waterinstallaties waarmee legionellabacteriën kunnen worden verspreid. Deze Arbowetgeving valt buiten het bereik van deze richtlijn, en wordt hier niet verder toegelicht.
Valt uw locatie niet onder één van de hierboven omschreven locaties? Of heeft u geen douchefaciliteiten en geen vernevelende (zwem)baden? Dan is legionellapreventie niet verplicht en vanuit volksgezondheidsperspectief ook niet noodzakelijk.
Tips
|
Legionellapreventie volgens het Drinkwaterbesluit en het Bal
Valt uw locatie onder het Drinkwaterbesluit en/of het Bal? De volgende maatregelen zijn dan noodzakelijk:
Hygiënenormen
|
2.8 Voedselveiligheid
Op grote campings en jachthavens zijn vaak horecavoorzieningen aanwezig. U bent wettelijk verplicht maatregelen te nemen die de kans verkleinen dat medewerkers en bezoekers ziek worden van bedorven eten en drinken. In hygiënecodes staan voedselveiligheidsmaatregelen die voor alle stadia van voedselverwerking gelden: van het inkopen of ontvangen tot het bewaren, het bereiden en het serveren van eten en drinken. Hygiënecodes zijn een praktische uitwerking van de HACCP (Hazard Analysis Critical Control Points; een systeem om de voedselveiligheid te beheersen). Met behulp van een goedgekeurde Hygiënecode kunt u voldoen aan de wettelijke voorschriften van voedselveiligheid.
Een overzicht van alle Hygiënecodes vindt u op de website van de toezichthouder, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
Als u volgens een hygiënecode werkt, voldoet u automatisch aan de wettelijke voorschriften van voedselveiligheid. In paragraaf 6.4 vindt u informatie voor medewerkers en vrijwilligers die werken met eten en drinken op een locatie.
Hygiënenormen
|
Tips
|
De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)) controleert steekproefsgewijs of u de regels uit uw code naleeft. U kunt informatiebladen over de regels voor het aanbieden van eten en drinken aanvragen op de website van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit.
Basisprincipes van voedselveiligheid
Voedselveiligheidsmaatregelen zijn gebaseerd op drie basisprincipes: beheersing van de temperatuur, netheid en controle van de houdbaarheid. Alle regels in de hygiënecode zijn gericht op deze principes.
Beheersing van de temperatuur
De temperatuur van gekoelde of diepvriesproducten beïnvloedt de voedselveiligheid. Hoe kouder deze producten worden bewaard, hoe minder kans ziekteverwekkers hebben om uit te groeien. Bij hoge temperaturen worden veel ziekteverwekkers juist gedood. Daarom gaan veel regels in de hygiënecode over de temperatuureisen die voor deze producten gelden.
Netheid
Via vuile handen en vuile materialen (zoals keukenspullen of andere etenswaren) kan voedsel besmet raken met ziekteverwekkers. Bovendien kan groente en fruit bij aanschaf al besmet zijn. Daarom staan er in de hygiënecode zowel eisen die gesteld worden aan de persoonlijke hygiëne van mensen die werken met voedsel als regels gericht op de schoonmaak van materialen en werkruimten.
Houdbaarheid
Al het voedsel is bederfelijk. Daarom is het controleren en garanderen van de houdbaarheid van producten een belangrijk aspect van voedselveiligheid.
2.9 Dierplaagbeheersing
Ratten, muizen, duiven en kakkerlakken zijn voorbeelden van ongewenste dieren die niet alleen overlast en schade geven, maar ook infectieziekten kunnen overdragen of allergieën veroorzaken. Om de medewerkers en bezoekers hiertegen te beschermen, is een goede dierplaagbeheersing nodig. Hierbij moet de beheersing zich in de eerste plaats richten op het voorkómen van ongewenste dieren door wering, en pas in de tweede plaats op bestrijding. Deze benadering van dierplaagbeheersing wordt ook wel Integrated Pest Management (IPM) genoemd.
Maatregelen om ongewenste dieren te weren richten zich op het voorkomen of beperken van:
- plekken waar ongewenste dieren kunnen binnenkomen, schuilen of nestelen;
- de aanwezigheid van water en voedsel(resten).
Deze maatregelen zijn onder te verdelen in technisch-bouwkundige, hygiënische en bedrijfsmatige maatregelen. Technisch-bouwkundige maatregelen zijn bijvoorbeeld horren plaatsen, kieren en gaten dichten en wild struikgewas (waar dieren in kunnen schuilen) rondom het gebouw verwijderen. Een goede schoonmaak en het bewaren van eten in afsluitbare bakken of potten zijn voorbeelden van hygiënische maatregelen. Onder bedrijfsmatige maatregelen valt onder andere het controleren van binnenkomende producten op (sporen van) ongewenste dieren.
Hygiënenormen
|
Tips
|
2.10 Dieren
Op sommige kampeergelegenheden, jachthavens en groepsaccommodaties is het toegestaan om huisdieren mee te nemen. Bovendien zijn op bepaalde kampeerboerderijen dieren permanent aanwezig. Zijn er dieren op uw voorziening aanwezig? Let dan op de hygiëne-eisen. Dieren kunnen allerlei ziekteverwekkers met zich meedragen zonder zelf ziek te zijn. Door het aaien en knuffelen van dieren worden ziekteverwekkers gemakkelijk overgebracht omdat er bijvoorbeeld stukjes voedsel of mest in de vacht blijft plakken. Infectieziekten die van dieren naar mensen worden overgedragen, heten zoönosen.
Om medewerkers en bezoekers van uw voorziening zo goed mogelijk tegen infectieziekten te beschermen, is het belangrijk dat dieren gezond zijn. Bespreek de conditie van deze dieren goed met de dierenarts.
Hygiënenormen
|
Tips
|
3 Schoonmaken en desinfecteren
In vuil en stof kunnen ziekteverwekkers zitten. Door schoon te maken, haalt u ook veel ziekteverwekkers weg. Hierdoor verkleint u de kans op ziekte.
Er is een verschil tussen schoonmaken en desinfecteren. Schoonmaken is stof en vuil verwijderen, bijvoorbeeld door te stofzuigen of te dweilen. Zo raakt u ook de meeste ziekteverwekkers in het stof of vuil kwijt. Maar om bijvoorbeeld ziekteverwekkers in bloedvlekken weg te krijgen moet u na het schoonmaken óók desinfecteren. Door te desinfecteren, doodt u de overgebleven ziekteverwekkers tot een aanvaardbaar niveau.
3.1 Schoonmaakregels en -technieken
Er komt veel kijken bij een goede schoonmaak. Als er verkeerd wordt schoongemaakt, kunnen er ziekteverwekkers achterblijven of zelfs verspreid worden.
Hygiënenormen
|
Tips
|
3.2 Schoonmaakmaterialen en -middelen
Schoonmaakmaterialen moeten ook goed schoongemaakt, gedroogd en opgeruimd worden. In paragraaf 6.1 vindt u ook een specifiek schoonmaakschema voor de schoonmaakmaterialen.
Hygiënenormen
|
Tips
|
3.3 Schoonmaakschema’s gebruiken
Een schoonmaakschema voorkomt dat onderdelen worden overgeslagen.
Hygiënenormen
|
Tips
|
3.4 Desinfecteren
Door te desinfecteren met een desinfectiemiddel worden zoveel mogelijk ziekteverwekkers die zijn achtergebleven na het schoonmaken gedood. Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb (Board for the Authorisation of Plant Protection Products and Biocides)) en de European Chemicals Agency (ECHA (European Chemicals Agency)) beoordelen of een desinfectiemiddel goed werkt en veilig is. Ook stellen zij vast waar, waarvoor en hoe het gebruikt mag worden, dit kunt u vinden in de gebruiksaanwijzing op het etiket. Een toegelaten middel is te herkennen doordat op het etiket van het product een vijfcijferig nummer staat met daarachter de letter N (bijvoorbeeld 23456N) of door de letters EU (Europese Unie) of NL met daarachter 11 cijfers (bijvoorbeeld NL-1234567-0001).
Neem bij meerdere zieken in korte tijd (uitbraak) altijd contact op met de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst).
Hygiënenormen
|
Tips
|
4 Bouw en inrichting
In dit hoofdstuk vindt u de eisen aan de bouw en inrichting die nodig zijn om een goede persoonlijke hygiëne, schoonmaak en hygiënische omgang met materialen, producten en afval mogelijk te maken. Voor elk type ruimte in uw instelling vindt u hieronder een paragraaf met de hygiëne-eisen.
Daarnaast zijn er aanvullende bouwvoorschriften vastgelegd in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Bijvoorbeeld eisen aan het benodigde aantal toiletten. De specifieke eisen verschillen per type bouw (bestaande bouw of nieuwbouw); deze details vallen buiten de reikwijdte van deze richtlijn.
4.1 Algemene eisen
Alle ruimtes binnen uw voorziening moeten veilig en goed schoon te maken zijn. Infectieziekten worden gemakkelijk overgedragen wanneer bezoekers te dicht op elkaar zitten.
Hygiënenormen
|
Let op de volgende bouw- en inrichtingseisen die gelden voor alle ruimtes van uw kampeergelegenheid, jachthaven of groepsaccommodatie:
Hygiënenormen
|
4.2 Slaapzalen
U kunt ruimtes speciaal als slaapzaal inrichten, of u kunt algemene ruimtes ’s avonds tot slaapzaal ombouwen. Zorg voor voldoende ruimte tussen de bedden. Daarnaast moeten slaapzalen en bedden goed schoon te maken zijn om de verspreiding van ongewenste dieren en micro-organismen te voorkomen.
Hygiënenormen
|
Tips
|
4.3 Sanitair
Toiletten
Iedereen die van het toilet gebruikmaakt, moet de handen kunnen wassen. Daarnaast moet de toiletruimte goed schoon te maken zijn. Dat gaat alleen als muren en vloeren glad zijn en er geen vocht in kan doordringen. Vocht is namelijk een goede voedingsbodem voor ziekteverwekkers.
Hygiënenormen
|
Tips
|
Stortplaats chemische toiletten
Campers en caravans hebben vaak een eigen chemisch toilet. Zorg dat bezoekers deze toiletten op uw kampeerterrein of jachthaven kunnen legen. Het afvalwater van chemische toiletten mag via een gesloten systeem verwijderd worden of op het riool geloosd worden.
Hygiënenormen
|
Tips
|
Let op: wilt u een chemisch toilet in een gewoon toilet leeggooien? Dan moet u bij het toilet nadrukkelijk vermelden dat u dit toilet alleen gebruikt voor het legen van chemische toiletten. Dit toilet mag dan niet meer gebruikt worden voor andere doeleinden.
Douches
Omdat het in douches zeer vochtig kan zijn, groeien schimmels en andere micro-organismen er relatief makkelijk. Houd u bij de bouw en inrichting daarom aan de hygiëne-eisen:
Hygiënenormen
|
Tips
|
Wasgelegenheden
Omdat het in de ruimtes voor wasgelegenheden ook zeer vochtig kan zijn, groeien schimmels en andere micro-organismen er relatief makkelijk. Houd u bij de bouw en inrichting daarom aan de hygiëne-eisen:
Hygiënenormen
|
4.4 Afwasplaats en keuken
Afwasplaats
Hygiënenormen
|
Tips
|
Keuken
Op campings en jachthavens is er niet altijd een keuken aanwezig, omdat bezoekers meestal hun eigen maaltijden bereiden. Vaak is er wel een koelkast voor bezoekers beschikbaar. Houdt deze koelkast goed schoon. Ook bij groepsaccommodaties worden maaltijden door bezoekers zelf klaargemaakt. Verzorgt u als eigenaar de maaltijden voor deze groepen? Dan moet u voldoen aan de eisen van een professionele keuken. Zie paragraaf 2.8 voor meer informatie.
Als uw voorziening een aparte keuken heeft moet deze aan de volgende eisen voldoen:
Hygiënenormen
|
4.5 Opslag van schoonmaakmiddelen en -materialen
Zorg voor een aparte opslagruimte waar het schoonmaakmateriaal opgeborgen kan worden. Zo worden vuile en gevaarlijke stoffen of giftige materialen gescheiden van voedingsmiddelen.
Hygiënenormen
|
4.6 Zwemgelegenheden
Wilt u een permanent zwembad plaatsen of maken bezoekers gebruik van oppervlaktewater dat onder uw toezicht valt? Deze zwemlocaties moeten aan verschillende eisen voldoen:
Officiële zwemlocaties
Hygiënenormen
|
Niet-officiële zwemlocaties
Hygiënenormen
|
Buitenzwembadje
Met warm weer wordt er mogelijk een zwembadje buiten gezet voor een korte periode. Ook voor zwembadjes is de veiligheid en de hygiëne van het kind enorm belangrijk. Het water in het zwembadje kan vervuild raken door de urine, ontlasting of speeksel van kinderen. Het water kan besmet worden met ziekteverwekkers en een kind kan dit binnen krijgen door het water in te slikken. Voor het beperken van de infectieverspreiding en hygiëne in een zwembadje gelden de volgende normen:
Hygiënenormen
|
4.7 Zandbakken
Zandbakken
Ziekteverwekkers verspreiden zich snel in zandbakken. Let goed op waar en hoe u deze plaatst. Tref de volgende maatregelen:
Hygiënenormen
|
Tips
|
4.8 Dierverblijven
Dierverblijven zijn aan specifieke bouw- en inrichtingseisen gebonden. Deze moeten gemakkelijk schoon te maken zijn. Bovendien moeten medewerkers en bezoekers hun handen en schoenen na contact met dieren kunnen schoonmaken. Houdt ook rekening met de wettelijke eisen voor huisdieren op een kampeerterrein.
Hygiënenormen
|
Tips
|
5 Informatie voor bezoekers en medewerkers
In de voorgaande hoofdstukken zijn maatregelen beschreven die u en uw medewerkers kunnen nemen om het infectierisico te verkleinen. Maar de bezoekers van uw kampeergelegenheid, jachthaven of groepsaccommodatie kunnen hier ook aan bijdragen.
In dit hoofdstuk vindt u de informatie die u aan bezoekers kan verstrekken, zodat het voor hen duidelijk is hoe ze zichzelf tegen infectieziekten kunnen beschermen.
5.1 Informatie voor bezoekers
Het kan voorkomen dat een bezoeker van uw voorziening zich bezeert, of dat er een ongeluk plaatsvindt.
Hygiënenormen
|
Let op: Neem direct contact op met een arts of hulpdienst bij heftige allergische reacties of als iemand een bijen- of wespensteek in de mond of hals heeft gekregen.
5.2 Tekenbeten
Er zijn een aantal simpele maatregelen om het risico op tekenbeten te verminderen. Als bezoekers in een bosrijke omgeving zijn, kan het dragen van bedekkende kleding flink helpen. Ook een dagelijkse controle van het lichaam en de kleding op teken is noodzakelijk. Zorg dat bezoekers weten hoe ze zichzelf tegen teken kunnen beschermen. Meer informatie kunt u vinden op de website van de RIVM.
Hygiënenormen
|
Tips
|
5.3 Dieren
Boerderijdieren
Omdat dieren veel ziekteverwekkers met zich mee dragen is het belangrijk dat u bezoekers op de hoogte stelt van de regels omtrent de aanwezige (boerderij)dieren.
Hygiënenormen
|
Huisdieren
Bent u eigenaar van een kampeergelegenheid, jachthaven of groepsaccommodatie en zijn huisdieren op uw terrein toegestaan? Zorg dan dat er geen dierlijke uitwerpselen op het terrein terecht komen. Informeer de eigenaars van huisdieren over de huisregels.
Hygiënenormen
|
Tips
|
6 Bijlagen
In dit hoofdstuk vindt u schoonmaakschema’s en instructies, bijvoorbeeld voor handen wassen en handen desinfecteren. De schoonmaakschema’s en de instructies handhygiëne kunt u downloaden en uitprinten. U kunt ze dan direct ophangen, bijvoorbeeld bij wastafels of in een schoonmaakkast.
6.1 Schoonmaakschema’s
In de schoonmaakschema’s staat hoe vaak en op welke manier verschillende oppervlakken en materialen moeten worden schoongemaakt. Het eerste schema is een algemeen schema dat geldt voor alle ruimtes. De volgende schema’s richten zich op specifieke ruimtes.
U mag natuurlijk vaker schoonmaken dan in deze schema’s is aangegeven. Daarnaast moet u extra schoonmaken wanneer een oppervlak of materiaal zichtbaar vervuild is. Minder vaak of op een andere manier schoonmaken, mag alleen met een goede reden (bijvoorbeeld omdat een ruimte bijna nooit wordt gebruikt).
U kunt de schoonmaakschema’s hier downloaden als Word-document. De schema’s zijn zoveel mogelijk op losse pagina’s geplaatst, zodat u ze eenvoudig kunt uitprinten en ophangen. Tevens kunt u de schema’s aanpassen aan de eigen situatie. Bespreek binnen uw eigen organisatie de schoonmaakschema’s en werk ze in nader detail uit tot een eigen werkinstructie.
6.2 Instructies handhygiëne
Bacteriën en virussen zijn overal, op deurknoppen, tafels, telefoons en andere voorwerpen, apparaten en materialen. Sommigen kunnen ziekteverwekkend zijn. Een van de meest voorkomende manieren waarop ziekteverwekkers worden verspreid, is via de handen. Door regelmatig handhygiëne toe te passen wordt de kans dat u of iemand uit uw omgeving ziek wordt klein.
Pas voor een goede handhygiëne onderstaande regels toe:
- Was uw handen met water en vloeibare zeep als ze zichtbaar vuil zijn. Gebruik dan geen desinfecterend middel (handalcohol); door zichtbaar vuil vermindert namelijk de werking.
- Zijn uw handen niet zichtbaar vuil? Dan mag u kiezen of u uw handen wast óf desinfecteert. Pas de manieren echter niet allebei toe; de huid droogt dan te veel uit en beschadigt sneller. De handen worden voldoende schoon als u ze alleen wast of alleen desinfecteert.
Het schema Instructies handhygiëne kunt u hier downloaden als pdf.
6.3 Microvezeldoekjes
Tegenwoordig wordt er steeds meer gebruik gemaakt van microvezeldoekjes. Doordat de vezels in deze doekjes zijn gesplitst, hebben microvezeldoekjes een veel groter oppervlak dan katoenen schoonmaakdoekjes. Zo kunnen microvezeldoekjes vuil en ziekteverwekkers veel beter opnemen dan gewone schoonmaakdoekjes. Bovendien raspen de vezels het vuil los, waardoor u vlekken gemakkelijker verwijdert. U kunt microvezeldoekjes zowel droog als vochtig gebruiken.
Voor een optimaal resultaat gaat u als volgt te werk:
- Gebruik de microvezeldoekjes altijd zonder schoonmaakmiddelen. Wijk hier alleen van af als de leverancier dit aangeeft.
- Wilt u de doekjes vochtig gebruiken? Maak ze dan vlak voor gebruik licht vochtig onder de kraan of met het middel dat de leverancier voorschrijft. Leg de doekjes niet in een emmer water. Hierdoor nemen ze direct hun maximale hoeveelheid aan vocht op en verliezen ze hun reinigende werking.
- Vouw de doekjes voor gebruik een aantal keer dubbel, zodat er meerdere vlakken ontstaan. Gebruik een nieuw, schoon vlak zodra de werking minder wordt.
- Stop vuile microvezeldoekjes direct in de was; spoel ze tussentijds niet uit. Microvezeldoekjes trekken vuil zó goed aan dat handmatig uitspoelen geen zin heeft. Alleen in de wasmachine wordt een vuil doekje weer schoon.
- Was de doekjes volgens de voorschriften van de fabrikant.
- Droog gewassen microvezeldoekjes volgens de gebruiksinstructie. Let op: niet alle microvezeldoekjes kunnen in de droogtrommel. Berg de doekjes nooit vochtig op; hierdoor kunnen ziekteverwekkers uitgroeien.
6.4 Werken met eten en drinken
Informatie voor medewerkers en vrijwilligers die werken met eten en drinken
Als u door uw werkzaamheden in aanraking komt met eten en drinken is het belangrijk dat u zich houdt aan de hygiëneregels. Tijdens het bewaren, bereiden en serveren van gerechten kunnen ziekteverwekkers zich gemakkelijke verspreiden, waardoor bezoekers of medewerkers ziek kunnen worden. Let dus op uw persoonlijke hygiëne, was uw handen regelmatig en houdt rekening met de eisen die gesteld worden aan de bereiding van eten en drinken.
Let op dat u tijdens de werkzaamheden:
- geen hand- of polssieraden draagt;
- wondjes aan handen afdekt;
- verzorgde en schone (baard)haren heeft;
- schone werkkleding draagt;
- schone kookspullen gebruikt;
- eten niet met de blote handen aanraakt;
- koksdoeken alleen gebruikt als pannenlappen voor hete pannen en borden;
- niet rookt, niet eet en geen kauwgom kauwt.
Handhygiëne
Een van de meest voorkomende manieren waarop ziekteverwekkers worden verspreid, is via de handen. De handen krijgt u schoon door ze te wassen met water en zeep of door ze in te wrijven met een handdesinfecterend middel.
- Was uw handen met water en vloeibare zeep als ze zichtbaar vies zijn. Gebruik dan geen handdesinfecterend middel; door zichtbaar vuil vermindert de werking.
- Maak uw handen schoon:
- voor en na elke nieuwe reeks handelingen;
- als ze zichtbaar vuil zijn;
- na een toiletbezoek;
- voor en na het eten;
- na het uittrekken van handschoenen;
- na schoonmaakwerkzaamheden;
- na contact met lichaamsvocht zoals speeksel, braaksel, ontlasting, wondvocht of bloed;
- na hoesten, niezen of het snuiten van de neus.
Dit is ook belangrijk als u een zakdoek hebt gebruikt. Ziekteverwekkers kunnen namelijk door de zakdoek heen op uw handen komen.
Bereiden van eten en drinken
Tijdens de bereiding van eten en drinken kan er het een en ander mis gaan. Ziekteverwekkers kunnen zich in een relatief korte tijd tot grote hoeveelheden vermenigvuldigen. Dit kan gebeuren als producten bedorven zijn, maar dat hoeft niet altijd. Houdt u tijdens de bereiding van eten en drinken aan de volgende regels:
- Gebruik geen producten waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken.
- Bewaar koelverse producten in de koeling (max. 7 °C en pluimvee max. 4 °C).
- Houd rauwe producten gescheiden van bereide gerechten.
- Let op de houdbaarheid van de bereide producten. Maak de meest risicovolle gerechten (zoals vlees, pasta, rijst, puree en salades) als laatste klaar. Zet de planning zo nodig op papier.
- Zorg dat koude gerechten maximaal twee uur buiten de koeling blijven.
- Gooi deze gerechten weg als ze na deze twee uur niet zijn opgegeten.
- Houd een lijst bij waarop staat wanneer de producten buiten de koeling zijn geplaatst en zijn weggegooid.
Zo kunt u aantonen dat deze twee uur niet overschreden wordt.
- Zorg dat bij de bereiding van koude gerechten de temperatuur zo laag mogelijk blijft (max. 7 °C).
- Verhit warme gerechten tot een temperatuur boven 75 °C.
- Houd rauwe producten gescheiden van bereide gerechten.
Begrippenlijst
Binnenlucht |
De lucht in een ruimte, bijvoorbeeld een kamer, vergaderzaal, winkel of festivaltent. De lucht onder een luifel of parasol wordt gezien als buitenlucht. |
Binnenmilieu |
Het binnenmilieu is het milieu in gebouwen. Het binnenmilieu wordt beïnvloed door een groot aantal factoren. Bijvoorbeeld de temperatuur, de luchtvochtigheid en de hoeveelheid zuurstof in de ruimte. |
Biofilm |
Een laag micro-organismen omgeven door zelfgeproduceerd slijm. Biofilm is vastgehecht aan een oppervlak of drijft op een wateroppervlak. Legionellabacteriën vermeerderen zich in bepaalde eencellige organismen, protozoa genaamd, die in de biofilm leven. |
CBG (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen) |
Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) beoordeelt en bewaakt de werkzaamheid, risico's en kwaliteit van geneesmiddelen voor de mens. Middelen zijn te herkennen aan een RVG (Register Verpakte Geneesmiddelen)-nummer. |
Ctgb (Board for the Authorisation of Plant Protection Products and Biocides) |
College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Het CTGB beoordeelt op basis van Europese wet- en regelgeving of desinfecterende middelen toegelaten worden op de Nederlandse markt. |
Desinfecteren |
Desinfecteren is het doden van ziekteverwekkers met een speciaal daarvoor bestemd desinfecterend middel. |
Fifo-systeem |
First in, first out-systeem. Dit betekent dat materialen die het eerst geleverd zijn, ook het eerst gebruikt worden. Hiervoor moet de nieuwe voorraad achteraan geplaatst worden en de oude voorraad naar voren geschoven. |
HACCP |
Hazard Analysis Critical Control Points (HACCP), een systeem om de voedselveiligheid te beheersen. Hygiënecodes zijn een praktische uitwerking van HACCP. |
Handdesinfecterend middel |
Een handdesinfecterend middel is een vloeistof waarmee ziekteverwekkers op de handen kunnen worden gedood. Als handen niet zichtbaar vuil of plakkerig zijn, kan een hand desinfecterend middel worden gebruikt in plaats van water en zeep. |
Handhygiëne |
Handhygiëne is het wassen van de handen met water en zeep of het desinfecteren van de handen met handdesinfectiemiddel, wanneer de handen niet zichtbaar vuil zijn. |
Legionellarisicoanalyse |
Een legionellarisicoanalyse laat zien of legionellabacteriën kunnen groeien en vernevelen in de waterinstallatie. |
Lichaamsvloeistoffen |
Lichamelijke vloeistoffen zoals bloed, speeksel, braaksel, urine, ontlasting en wondvocht. |
Luchten |
Luchten is het korte tijd (ongeveer tien minuten) openzetten van alle ramen en deuren. Hierbij wordt het niet veel kouder, maar is wel alle binnenlucht ververst. |
Micro-organismen |
Bacteriën, virussen, schimmels, gisten en protozoën zijn micro-organismen. Micro-organismen zijn onzichtbaar voor het blote oog en komen overal voor: op de huid, op meubels en gebruiksvoorwerpen, in de lucht, in water, op en in voedsel. De meeste zijn onschuldig of zelfs nuttig voor de mens, maar sommige micro-organismen kunnen ziekten veroorzaken. |
Microvezeldoekjes |
Microvezeldoekjes bestaan uit een weefsel van microscopisch kleine vezels. Samen vormen de vezels een veel groter oppervlak dan de vezels in bijvoorbeeld een katoenen doek. Hierdoor kunnen microvezeldoekjes meer vuil absorberen. De vezels bestaan uit materiaal dat vetten goed vasthoudt. |
Schoonmaken |
Schoonmaken is stof en vuil verwijderen, bijvoorbeeld door te stofzuigen of te dweilen. |
Ventileren |
Bij ventileren komt voortdurend verse buitenlucht binnen, bijvoorbeeld door een rooster of een open raam. |
Wonddesinfecterend middel |
Een wonddesinfecterend middel is een middel waarmee ziekteverwekkers in de wond kunnen worden gedood. Een wonddesinfecterend middel wordt gebruikt om de wond te desinfecteren. |
Bronnenlijst
Literatuur
- Bouma, K. et al. (2002). ‘Zandbakken: Zware metalen en microbiologische besmetting’. Groningen: Keuringsdienst van waren.
- Legionellapreventie in leidingwater: Hoofdstuk IIC van het Waterleidingbesluit (2004). Den Haag: Ministerie van VROM (Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer).
- ‘Modelplan Legionellapreventie in zwembadwater’ (2004). Groningen: Ministerie van VROM.
- Oesterholt, F.I.H.M., (2013). Arbo-Informatieblad 32: Legionella. Den Haag Sdu Uitgevers.
- Stirling J. et al. (2008). Zoonoses Associated with Petting Farms and Open Zoos. Vol. 8, No. 1, Larchmont: Vector Borne and Zoonotic Diseases.
- Sundell J. et al. (2011). Ventilation Rates and Health: Multidisciplinary Review of the Scientific Literature. Vol. 21, No. 3. Indoor Air.
Wetten & besluiten
- Code voor hygiëne op kinderboerderijen in Nederland (2004). Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)) en Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit)).
Losse informatie
- Dierplagen. Kenniscentrum Dierplagen (KAD). http://www.kad.nl/
- Hygiëne op kinderboerderijen. Vereniging Samenwerkende Kinderboerderijen Nederland.
- NVWA Overzicht vrijmarkten en evenementen: hygiëne en inrichting in mobiele bedrijfsruimten.
- Samenwerkende Drinkwaterinstallaties (2004). ‘Waterwerkblad 1.4H: Tijdelijke Waterinstallaties’.
- Tekenbeten en Lyme: https://www.rivm.nl/tekenbeten-en-lyme.
- Toolkits voor publiekscommunicatie: teken en Lyme
- Vekabo Plattelandsaccommodaties: www.vekabo.nl.
Verantwoording
De hygiënerichtlijn voor kampeergelegenheden, jachthavens en groepsaccommodaties is voor het laatst volledig herzien in 2017. Aan de laatste herziening hebben de volgende GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en en organisaties bijgedragen:
- GGD Amsterdam
- GGD Hart voor Brabant
- HISWA
- RECRON
- Scouting Nederland
Wijzigingen sinds laatste herziening:
- April 2024: De paragraaf ‘Binnenmilieu’ is vervangen door de recentere paragraaf ‘Infectiepreventie binnenlucht’ uit de Algemene hygiënerichtlijn. De normen in deze nieuwe paragraaf zijn onderbouwd met recente literatuur en opgesteld met medewerking van binnenmilieu-deskundigen.
- Maart 2024: de paragrafen waar het Bouwbesluit, het Activiteitenbesluit en het Besluit hygiëne en veiligheid van badinrichtingen en zwemgelegenheden (Bhvbz (Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden)) worden genoemd, zijn aangepast. Dit is aangepast vanwege de invoering van de Omgevingswet. Het Bouwbesluit is nu het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Het Activiteitenbesluit en het Bhvbz is opgegaan in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal (Besluit activiteiten leefomgeving )).
- Maart 2023: De tip in paragraaf 2.7 "Een overzicht van alle BRL (beoordelingsrichtlijn) 6010-gecertificeerde bedrijven vindt u op de website van Kwaliteit voor Installaties Nederland" is verwijderd. De link gaat niet meer naar een overzicht van BRL6010-bedrijven en er is geen goede vervanger.
- Januari 2023: De paragraaf over desinfecteren is geactualiseerd. Bijlage 6.5 Ctgb (Board for the Authorisation of Plant Protection Products and Biocides)-databank voor het vinden van een desinfectiemiddel is komen te vervallen. In paragraaf 3.4 Desinfecteren zijn enkele tips opgenomen.
- Augustus 2019: Bijlage 6.5 (zoekhulp Ctgb-databank) is geactualiseerd.
- Juli 2019: De richtlijn is omgezet naar webbased tekst; hierbij zijn enkele niet-inhoudelijke aanpassingen gedaan en zijn diverse hyperlinks geüpdatet.
De hygiënerichtlijn is een uitgave van:
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid
Postbus 1 | 7200 BA Bilthoven
E-mail: lchv@rivm.nl
Web: www.lchv.nl
Downloads
-
Normenlijst hygiënerichtlijn voor kampeergelegenheden, jachthavens en groepsaccomodaties 19-04-2024 Normenlijst hygiënerichtlijn voor kampeergelegenheden, jachthavens en groepsaccomodatiesDOCX | 79,08 kB
-
Schoonmaakschema's voor kampeergelegenheden, jachthavens en groepsaccomodaties 18-03-2019 Schoonmaakschema's voor kampeergelegenheden, jachthavens en groepsaccomodatiesDOCX | 38,64 kB
-