Jaarlijks meet het RIVM in het Basismeetnet van het LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid) de concentraties nutriënten in het grond- en oppervlaktewater op de landbouwbedrijven. Op deze pagina geven we de ontwikkelingen weer sinds de start van het meetnet in 1992. Jaarlijks actualiseren we de grafieken en tabellen met de nieuwste meetgegevens. 

Bij het presenteren van de gegevens maken we onderscheid tussen nutriënten in het uitspoelend water (nitraat en fosfor) en nutriënten in slootwater (stikstof en fosfor). Binnen deze vier onderwerpen splitsen we de data uit naar grondsoortregio's en bedrijfstypen

Via onderstaande uitklapschermen komt u bij de resultaten over de periode 1992-2022. De data van individuele jaren en van alle andere gemeten stoffen in het Basismeetnet kunt u vinden via de selectietool van het LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid).

Zelf data selecteren uit het basismeetnet (selectietool)

Bent u geïnteresseerd in de Jaarrapportage Waterkwaliteit 2022, 2021 of 2020? Die kunt u hier vinden:

Op de bedrijven in het Basismeetnet wordt de concentratie nitraat in het water dat uitspoelt uit de wortelzone gemeten . Dit is het water in de bovenste meter van het grondwater, het water uit drainagebuizen, of in het bodemvocht onder de wortelzone. Samen wordt dit het uitspoelend water genoemd.

Ontwikkeling nitraatconcentratie per grondsoortregio

Sinds het begin van de jaren 90 is de gemiddelde nitraatconcentratie in het uitspoelend water op landbouwbedrijven flink afgenomen (Figuur 1). Als gevolg van droogte is de gemiddelde nitraatconcentratie in de periode 2018-2020 weer gestegen. In 2022 lijkt het effect van deze droogte te zijn afgenomen en dalen de nitraatconcentraties in het uitspoelend water in alle regio’s.

De resultaten laten zien dat de nitraatconcentratie in het uitspoelend water een sterke relatie heeft met de grondsoort en de daaraan gekoppelde waterhuishouding in een gebied. In nattere gronden, zoals klei- en veengrond, kan nitraat beter worden omgezet in stikstofgas en lachgas (denitrificatie). De hoogste nitraatconcentraties vinden we dan ook in de Lössregio en in de Zandregio en de laagste concentraties in de Kleiregio en Veenregio.

De gemiddelde nitraatconcentratie in de Veenregio is weliswaar veel lager dan in de andere regio’s, maar de totale hoeveelheid stikstof in het uitspoelende water is vergelijkbaar met die van de Kleiregio. In de Veenregio is een groot deel van de stikstof namelijk aanwezig als ammonium en/of organisch gebonden stikstof. Meer uitleg over Stikstof in bodem en water.

Ontwikkeling nitraatconcentratie per bedrijfstype

In het LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid) meet het RIVM de waterkwaliteit op verschillende agrarische bedrijfstypen. Dit zijn Melkveebedrijven, Akkerbouwbedrijven en Dierbedrijven*. Figuur 2 t/m 5 geven de ontwikkeling van de nitraatconcentratie voor deze bedrijfstypen weer. Op Akkerbouwbedrijven is de gemiddelde nitraatconcentratie hoger dan op Melkveebedrijven. Op Melkveebedrijven vinden we over het algemeen de laagste concentraties van de drie bedrijfstypen. Dit komt met name omdat op Melkveebedrijven over het algemeen veel grasland aanwezig is, waar minder gewasrotatie plaatsvindt en de bodems een hoger organisch stofgehalte hebben dan op de percelen van Akkerbouwbedrijven en Dierbedrijven. In de Veenregio worden alleen Melkveebedrijven bemonsterd.

*Naast Melkveebedrijven en Akkerbouwbedrijven worden er Staldierbedrijven en Overige Dierbedrijven bemonsterd. Staldierbedrijven zijn gespecialiseerd in het houden van staldieren zoals varkens, pluimvee en witvleeskalveren. Dit type bedrijf is sterk geconcentreerd in de Zandregio en wordt om die reden ook alleen in deze grondsoortregio bemonsterd. De categorie Overige Dierbedrijven ligt meer verspreid en wordt voor het Basismeetnet zowel in de Zandregio, Kleiregio als Lössregio bemonsterd. Tot de Overige Dierbedrijven worden gerekend: graasdierbedrijven en gemengde bedrijven. Graasdierbedrijven zijn bedrijven die gespecialiseerd zijn in het houden van bijvoorbeeld vleesrunderen, geiten, schapen of  paarden (uitgezonderd melkveebedrijven en vleeskalverenbedrijven). Gemengde bedrijven zijn bedrijven met ofwel meerdere veehouderijtakken (met vooral graasdieren) dan wel bedrijven met een gewassen- en veehouderijtak.  Omdat het aantal bedrijven in beide categorieën in de Zandregio beperkt is, is de gemiddelde nitraatconcentratie berekend voor de Staldierbedrijven en de Overige Dierbedrijven samen. De nitraatconcentraties die op Staldierbedrijven in de Zandregio zijn gemeten, liggen gemiddeld genomen hoger dan op de Overige Dierbedrijven.

Op de bedrijven in het Basismeetnet wordt de concentratie opgelost fosfor in het water dat uitspoelt uit de wortelzone gemeten. Dit is het water in de bovenste meter van het grondwater, het water uit drainagebuizen, of in het bodemvocht onder de wortelzone (voornamelijk Lössregio). Samen wordt dit het uitspoelend water genoemd.

In het LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid) worden de watermonsters gefiltreerd. Daardoor wordt het organisch materiaal (en daarmee fosfaat) deels weggevangen. We rapporteren daarom alleen opgelost totaal fosfor.

Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor per grondsoortregio

De gemiddelde fosforconcentratie in het uitspoelend water wordt voor een groot deel bepaald door de samenstelling van de bodem. In de Lössregio en de Zandregio zijn de gemiddelde fosforconcentraties erg laag (Figuur 1). Dit heeft te maken met de meestal lage hoeveelheid aan organische stof in de bodem. In de Veenregio varieert de gemiddelde fosforconcentratie tussen de meetjaren sterk, maar is het verloop de laatste jaren gelijkmatiger. De fosforconcentratie in de Kleiregio is redelijk stabiel. Meer uitleg over Fosfor in bodem en water.

Overschrijdingen van de KRW Kaderrichtlijn Water (Kaderrichtlijn Water)-norm worden vrijwel niet gevonden. Voor opgelost totaal fosfor zijn deze normen 2,0 mg P/l voor Zand- en Lössgronden en 6,9 mg P/l voor Klei- en Veengronden.

Opgelost P-totaal (mg P/l) in uitspoelend water, per regio

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in uitspoelend water, per regio over en ga naar de datatabel

Figuur 6. Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor per grondsoortregio. De detectiegrens is 0.05 mg P/l. 

Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor per bedrijfstype

In het LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid) meet het RIVM de waterkwaliteit op verschillende agrarische bedrijfstypen. Dit zijn Melkveebedrijven, Akkerbouwbedrijven en Dierbedrijven*. Figuur 7 t/m 9 geven de ontwikkeling van de concentratie opgelost totaal fosfor voor deze bedrijfstypen weer. 

In de Kleiregio worden de hoogste concentraties gemeten op Melkveebedrijven. In de Zandregio zijn de verschillen tussen de bedrijfstypen erg klein. In de Veenregio wordt alleen op Melkveebedrijven gemeten. De verschillen in concentraties tussen deze bedrijfstypen worden vooral bepaald door verschillen in bodemgesteldheid, bodemgebruik en ontwatering. 

*Naast Melkveebedrijven en Akkerbouwbedrijven worden er Staldierbedrijven en Overige Dierbedrijven bemonsterd. Staldierbedrijven zijn gespecialiseerd in het houden van staldieren zoals varkens, pluimvee en witvleeskalveren. Dit type bedrijf is sterk geconcentreerd in de Zandregio en wordt om die reden ook alleen in deze grondsoortregio bemonsterd. De categorie Overige Dierbedrijven ligt meer verspreid en wordt voor het Basismeetnet zowel in de Zandregio, Kleiregio als Lössregio bemonsterd. Tot de Overige Dierbedrijven worden gerekend: graasdierbedrijven en gemengde bedrijven. Graasdierbedrijven zijn bedrijven die gespecialiseerd zijn in het houden van bijvoorbeeld vleesrunderen, geiten, schapen of  paarden (uitgezonderd melkveebedrijven en vleeskalverenbedrijven). Gemengde bedrijven zijn bedrijven met ofwel meerdere veehouderijtakken (met vooral graasdieren) dan wel bedrijven met een gewassen- en veehouderijtak.  Omdat het aantal bedrijven in beide categorieën in de Zandregio beperkt is, is de gemiddelde concentratie berekend voor de Staldierbedrijven en de Overige Dierbedrijven samen. 

Kleiregio

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in uitspoelend water Kleiregio over en ga naar de datatabel

Figuur 7. Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor in de Kleiregio. De detectiegrens is 0.05 mg P/l.

Lössregio

In de Lössregio zijn de gemeten fosforconcentraties van de individuele monsters zo laag dat de berekende jaargemiddelden beneden de detectiegrens van 0,05 mg P/l liggen. De figuur is daarom niet weergegeven.

Veenregio

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in uitspoelend water Veenregio over en ga naar de datatabel

Figuur 8. Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor in de Veenregio. De detectiegrens is 0.05 mg P/l. 

Zandregio

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (Mg P/l) in uitspoelend water Zandregio over en ga naar de datatabel

Figuur 9. Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor in de Zandregio. De detectiegrens is 0.05 mg P/l. 

Op de bedrijven in het Basismeetnet wordt de concentratie opgelost totaal stikstof in het slootwater gemeten. Dat doen we zowel in de winter als in de zomer. De wintermetingen worden sinds 1992 uitgevoerd. Van de zomermetingen is een minder lange trendlijn beschikbaar dan van de winterperiode, omdat hier in 2008 mee is begonnen. Niet voor elke regio en elk seizoen is een meetreeks voor dezelfde periode beschikbaar, omdat de meetprogramma’s in sommige regio’s later zijn ingevoerd. Daarnaast hebben niet alle bedrijven sloten. Dit hangt samen met de regio waarin het bedrijf gevestigd is.

In het LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid) worden de watermonsters gefiltreerd. Daardoor wordt het organisch materiaal (en daarmee organische stikstof) deels weggevangen. We rapporteren daarom opgelost totaal stikstof. Om te kunnen vergelijken met andere meetnetten waarin analyses plaatsvinden op ongefiltreerde monsters (zoals het MNLSO Meetnet Nutriënten Landbouw Specifiek Oppervlaktewater (Meetnet Nutriënten Landbouw Specifiek Oppervlaktewater)), meten we in het LMM sinds 2018 aanvullend ook ongefiltreerd in slootmonsters tijdens de zomer. De resultaten daarvan zijn via de selectietool beschikbaar.

Ontwikkeling concentratie opgelost totaal stikstof per grondsoortregio

De concentratie opgelost stikstof in het slootwater is in de zomer gemiddeld lager dan in de winter. Dit komt doordat stikstof in de zomer grotendeels wordt opgenomen door algen en (water-)planten en deze zijn actiever in de zomermaanden. Meer uitleg over Stikstof in bodem en water.

De hoogste gemiddelde stikstofconcentratie in slootwater wordt gemeten in de Zandregio. De gemiddelde winter-stikstofconcentratie in deze regio is tussen 2006 en 2016 afgenomen. In de periode 2016-2019 is deze weer fors toegenomen. Ook in de Kleiregio, en in mindere mate in de Veenregio, is de winter-stikstofconcentratie toegenomen in de periode 2016-2019. Deze stijging is zeer waarschijnlijk het gevolg van de droogte in deze periode. In 2022 lijkt het effect van deze droogte te zijn afgenomen en zijn de winter-concentraties weer op, of zelfs onder het niveau van voor de droogte. De zomerconcentraties vertonen geen duidelijke trend. In de Lössregio komen nauwelijks sloten voor. Voor deze regio zijn geen meetgegevens beschikbaar.

Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater, per regio winter

Sla de grafiek Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater, per regio over en ga naar de datatabel

Figuur 10a. Ontwikkeling concentratie opgelost totaal stikstof per grondsoortregio en periode in 2022: winterperiode

Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater, per regio zomer

Sla de grafiek Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater, per regio over en ga naar de datatabel

Figuur 10b. Ontwikkeling concentratie opgelost totaal stikstof per grondsoortregio en periode in 2022: zomerperiode

Ontwikkeling concentratie opgelost totaal stikstof per bedrijfstype

In het LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid) meet het RIVM de waterkwaliteit op verschillende agrarische bedrijfstypen. Dit zijn Melkveebedrijven, Akkerbouwbedrijven en Dierbedrijven*. Figuur 11 t/m 13 geven de ontwikkeling van de concentratie opgelost totaal stikstof voor deze bedrijfstypen weer. 

In de winter is op Akkerbouwbedrijven de gemiddelde concentratie opgelost totaal stikstof hoger dan op Melkveebedrijven. Op Melkveebedrijven vinden we over het algemeen de laagste concentraties van de drie bedrijfstypen. Dit komt met name omdat op Melkveebedrijven over het algemeen veel grasland aanwezig is, waar minder gewasrotatie plaatsvindt en de bodems een hoger organisch stofgehalte hebben dan op de percelen van Akkerbouwbedrijven en Dierbedrijven. In de Veenregio wordt alleen op Melkveebedrijven gemeten. In de Zandregio zijn voor Dierbedrijven onvoldoende gegevens beschikbaar (< 10 bedrijven) om gemiddelde concentraties weer te geven.

In de zomer-concentraties van opgelost stikstof in het slootwater zijn minder verschillen zichtbaar tussen de bedrijfstypes.

*Naast Melkveebedrijven en Akkerbouwbedrijven worden er Staldierbedrijven en Overige Dierbedrijven bemonsterd. Staldierbedrijven zijn gespecialiseerd in het houden van staldieren zoals varkens, pluimvee en witvleeskalveren. Dit type bedrijf is sterk geconcentreerd in de Zandregio en wordt om die reden ook alleen in deze grondsoortregio bemonsterd. De categorie Overige Dierbedrijven ligt meer verspreid en wordt voor het Basismeetnet zowel in de Zandregio, Kleiregio als Lössregio bemonsterd. Tot de Overige Dierbedrijven worden gerekend: graasdierbedrijven en gemengde bedrijven. Graasdierbedrijven zijn bedrijven die gespecialiseerd zijn in het houden van bijvoorbeeld vleesrunderen, geiten, schapen of  paarden (uitgezonderd melkveebedrijven en vleeskalverenbedrijven). Gemengde bedrijven zijn bedrijven met ofwel meerdere veehouderijtakken (met vooral graasdieren) dan wel bedrijven met een gewassen- en veehouderijtak.  

Kleiregio

Sla de grafiek Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater Kleiregio in 2022 over en ga naar de datatabel

Figuur 11a. Ontwikkeling concentratie opgelost totaal stikstof in de Kleiregio, per bedrijfstype en periode in 2022: winterperiode

Kleiregio zomer

Sla de grafiek Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater Kleiregio in 2022 over en ga naar de datatabel

Figuur 11b. Ontwikkeling concentratie opgelost totaal stikstof in de Kleiregio, per bedrijfstype en periode in 2022: zomerperiode.

Veenregio

Sla de grafiek Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater Veenregio in 2022 over en ga naar de datatabel

Figuur 12a. Ontwikkeling concentratie opgelost totaal stikstof in de Veenregio, voor Melkveebedrijven per periode in 2022: winterperiode

Veenregio zomer

Sla de grafiek Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater Veenregio in 2022 over en ga naar de datatabel

Figuur 12b. Ontwikkeling concentratie opgelost totaal stikstof in de Veenregio, voor Melkveebedrijven per periode in 2022: zomerperiode

Zandregio

Sla de grafiek Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater Zandregio in 2022 over en ga naar de datatabel

Figuur 13a. Ontwikkeling concentratie opgelost totaal stikstof in de Zandregio, per bedrijfstype en periode in 2022: winterperiode.

Zandregio zomer

Sla de grafiek Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater Zandregio in 2022 over en ga naar de datatabel

Figuur 13b. Ontwikkeling concentratie opgelost totaal stikstof in de Zandregio, per bedrijfstype en periode in 2022: zomerperiode.

Op de bedrijven in het Basismeetnet wordt de concentratie opgelost totaal fosfor in het slootwater gemeten. Dat doen we zowel in de winter als in de zomer. Het wintermeetnet is actief sinds 1992. Van de zomermetingen is een minder lange trendlijn beschikbaar dan van de winterperiode, omdat hier in 2008 mee is begonnen. Niet voor elke regio en elk seizoen is een meetreeks voor een zelfde periode beschikbaar, omdat de meetprogramma’s in sommige regio’s later zijn ingevoerd. Daarnaast hebben niet alle bedrijven sloten. Dit hangt samen met de regio waarin het bedrijf gevestigd is.

In het LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid) worden de watermonsters gefiltreerd. Daardoor wordt het organisch materiaal (en daarmee fosfaat) deels weggevangen. We rapporteren daarom alleen opgelost totaal fosfor. Om de waterkwaliteit te kunnen vergelijken met andere meetnetten waarin analyses plaatsvinden op ongefiltreerde monsters (zoals het MNLSO Meetnet Nutriënten Landbouw Specifiek Oppervlaktewater (Meetnet Nutriënten Landbouw Specifiek Oppervlaktewater)), meten we in het LMM sinds 2018 ook ongefiltreerd in slootmonsters tijdens de zomer. De resultaten daarvan zijn via de selectietool beschikbaar.

Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor per grondsoortregio

De concentraties in de zomerperiode zijn hoger dan in de winterperiode. Dit heeft te maken met temperatuursinvloeden en evenwichtsreacties. Fosfaat bindt sterk aan ijzer en slaat in de winter neer als slib. Onder zuurstofarmere condities in de zomer (door bijvoorbeeld algen/kroosgroei of stratificatie) komt dit weer vrij en kan daardoor de opgelost fosforconcentratie laten stijgen. Dit effect is waarschijnlijk nog sterker dan wat wordt gemeten, omdat een deel van het fosfor is opgenomen in organisch materiaal. Dit effect wordt door het filtreren van de monsters niet meegenomen in de analyse. Meer uitleg over Fosfor in bodem en water.

De hoogste gemiddelde opgelost fosforconcentratie in slootwater wordt gemeten in de Kleiregio, terwijl in de sloten van de Zandregio de laagste gemiddelde opgelost fosforconcentratie is gemeten. In alle regio’s is een stijging zichtbaar in zomerconcentraties vanaf 2020. In de Kleiregio blijft de concentratie in 2022 stijgen. In de Lössregio komen nauwelijks sloten voor en zijn dus geen meetgegevens beschikbaar.

De beschikbare gegevens laten voor het winterseizoen de laatste jaren geen duidelijke verandering zien in concentraties.

Grafiek 14a Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater, per regio

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater, per regio over en ga naar de datatabel

Figuur 14a. Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor per grondsoortregio en periode in 2022: winterperiode. De detectiegrens is 0.05 mg P/l. 

Grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater, per regio zomer

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater, per regio over en ga naar de datatabel

Figuur 14b. Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor per grondsoortregio en periode in 2022: zomerperiode. De detectiegrens is 0.05 mg P/l. 

Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor per bedrijfstype

In het LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid) meet het RIVM de waterkwaliteit op verschillende agrarische bedrijfstypen. Dit zijn Melkveebedrijven, Akkerbouwbedrijven en Dierbedrijven*. Figuur 2 t/m 4 geven de ontwikkeling van de opgelost fosforconcentratie voor deze bedrijfstypen weer. In de Klei- en Zandregio worden de hoogste concentraties gemeten op Melkveebedrijven. De verschillen in concentraties tussen de bedrijfstypen worden waarschijnlijk vooral bepaald door verschillen in bodemgesteldheid, bodemgebruik en ontwatering. In de Veenregio wordt alleen op Melkveebedrijven gemeten. In de Zandregio zijn voor Dierbedrijven onvoldoende gegevens beschikbaar (< 10 bedrijven) om gemiddelde concentraties weer te geven.

*Naast Melkveebedrijven en Akkerbouwbedrijven worden er Staldierbedrijven en Overige Dierbedrijven bemonsterd. Staldierbedrijven zijn gespecialiseerd in het houden van staldieren zoals varkens, pluimvee en witvleeskalveren. Dit type bedrijf is sterk geconcentreerd in de Zandregio en wordt om die reden ook alleen in deze grondsoortregio bemonsterd. De categorie Overige Dierbedrijven ligt meer verspreid en wordt voor het Basismeetnet zowel in de Zandregio, Kleiregio als Lössregio bemonsterd. Tot de Overige Dierbedrijven worden gerekend: graasdierbedrijven en gemengde bedrijven. Graasdierbedrijven zijn bedrijven die gespecialiseerd zijn in het houden van bijvoorbeeld vleesrunderen, geiten, schapen of  paarden (uitgezonderd melkveebedrijven en vleeskalverenbedrijven). Gemengde bedrijven zijn bedrijven met ofwel meerdere veehouderijtakken (met vooral graasdieren) dan  wel bedrijven met een gewassen- en veehouderijtak.

Kleiregio

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater Kleiregio in 2022 over en ga naar de datatabel

Figuur 15a. Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor in de Kleiregio, per bedrijfstype en periode in 2022: winterperiode. De detectiegrens is 0.05 mg P/l. 

Kleiregio zomer

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater Kleiregio in 2022 over en ga naar de datatabel

Figuur 15b. Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor in de Kleiregio, per bedrijfstype en periode in 2022: zomerperiode. De detectiegrens is 0.05 mg P/l.  

Veenregio

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater Veenregio in 2022 over en ga naar de datatabel

Figuur 16a: Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor in de Veenregio, voor Melkveebedrijven per periode in 2022: winterperiode. De detectiegrens is 0.05 mg P/l. 

Veenregio zomer

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater Veenregio in 2022 over en ga naar de datatabel

Figuur 16b: Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor in de Veenregio, voor Melkveebedrijven per periode in 2022: zomerperiode. De detectiegrens is 0.05 mg P/l. 

Zandregio

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater Zandregio in 2022 over en ga naar de datatabel

Figuur 17a: Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor in de Zandregio, per bedrijfstype en periode in 2022: winterperiode. De detectiegrens is 0.05 mg P/l. 

Zandregio zomer

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater Zandregio in 2022 over en ga naar de datatabel

Figuur 17b: Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor in de Zandregio, per bedrijfstype en periode in 2022: zomerperiode. De detectiegrens is 0.05 mg P/l. 

Dataverwerking

De verzamelde data zijn omgerekend naar gemiddelden per grondsoortregio en bedrijfstype. Per regio en per bedrijfstype geldt dat er minimaal 10 deelnemers nodig zijn om een gemiddelde te kunnen tonen. Wanneer er in een jaar minder dan 10 deelnemers zijn, dan wordt de betreffende trendlijn onderbroken. Deze loopt door zodra er in een volgend jaar wel weer meer dan 10 deelnemers zijn. De bedrijfstypen met minder dan 10 deelnemers binnen een regio worden wel in de gemiddelde (gewogen) concentraties voor een regio meegenomen. De resultaten worden areaal-gewogen gepresenteerd. Meer weten over de methoden en procedures van het LMM (RIVM-rapport in het Engels)?

Referentie van deze webpagina
RIVM (2024). Trendrapportage: Ontwikkeling waterkwaliteit sinds 1992 (versie 15 juli 2024). https://www.rivm.nl/landelijk-meetnet-effecten-mestbeleid/onderzoeksresultaten/trendrapportage. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.