Jaarlijks meet het RIVM in het Basismeetnet van het LMM de concentraties nutriënten in het grond- en oppervlaktewater op de landbouwbedrijven. Op deze pagina geven we de ontwikkelingen weer sinds de start van het meetnet in 1992. Jaarlijks actualiseren we de grafieken en tabellen met de nieuwste meetgegevens. 

In de Lössregio worden de metingen later uitgevoerd dan in de andere regio’s. Daarom zijn de meest recente gegevens voor deze regio van een eerder jaar.

Bij het presenteren van de gegevens maken we onderscheid tussen nutriënten in het uitspoelend water (nitraat en fosfor) en nutriënten in slootwater (stikstof en fosfor). Binnen deze vier onderwerpen splitsen we de data uit naar grondsoortregio's en bedrijfstypen.  

Via onderstaande uitklapschermen komt u bij de resultaten over de periode 1992-2024. De data van individuele jaren en van alle andere gemeten stoffen in het Basismeetnet kunt u vinden via de Datatool waterkwaliteit van het LMM.

Zelf aan de slag met de data van het LMM (Datatool waterkwaliteit)

Bent u geïnteresseerd in de Jaarrapportage Waterkwaliteit 2023/2024, 2022 of 2021? Die kunt u hier vinden: 

Op de bedrijven in het Basismeetnet wordt de concentratie nitraat in het water dat uitspoelt uit de wortelzone gemeten . Dit is het water in de bovenste meter van het grondwater, het water uit drainagebuizen, of in het bodemvocht onder de wortelzone. Samen wordt dit het uitspoelend water genoemd.

Ontwikkeling nitraatconcentratie per grondsoortregio

Sinds het begin van de jaren 90 is de gemiddelde nitraatconcentratie in het uitspoelend water op landbouwbedrijven flink afgenomen (Figuur 1). Als gevolg van droogte is de gemiddelde nitraatconcentratie in de periode 2018-2020 weer gestegen. Na 2020 lijkt het effect van de droogte te zijn afgenomen en daalde de gemiddelde nitraatconcentratie weer in alle grondsoortregio’s. Door de vele neerslag in 2023 en 2024 daalde de nitraatconcentratie verder. Met name in de Zandregio is er sprake van een forse daling. In deze regio is de laagste gemiddelde nitraatconcentratie in het uitspoelend water gemeten sinds de start van de metingen in 1992. 

De resultaten laten zien dat de nitraatconcentratie in het uitspoelend water een sterke relatie heeft met de grondsoort en de daaraan gekoppelde waterhuishouding in een gebied. In nattere gronden, zoals klei- en veengrond, kan nitraat beter worden omgezet in stikstofgas en lachgas (denitrificatie). De hoogste nitraatconcentraties in het uitspoelend water vinden we dan ook in de Lössregio en in de Zandregio en de laagste concentraties in de Kleiregio en Veenregio.  

De gemiddelde nitraatconcentraties in uitspoelend water zijn getoetst aan de Europese milieukwaliteitsnorm voor nitraat van 50 milligram per liter (mg NO3/L). Deze norm is onder andere bedoeld om de kwaliteit van het drinkwater te beschermen. 

In de Kleiregio en de Veenregio voldoet de waterkwaliteit in 2024 bij de meeste bedrijven aan de EU Europese Unie (Europese Unie)-norm van 50 mg/l (Figuur 2). In de Zandregio is vanaf 2024 een sterke daling zichtbaar in het aandeel bedrijven waar de waterkwaliteit de EU-norm overschrijdt. In de Lössregio is ook een lichte daling zichtbaar in 2023 ten opzichte van 2022. In deze regio voldoet de waterkwaliteit bij iets meer dan de helft van de bedrijven niet aan de EU-norm. 

Aandeel bedrijven waar de waterkwaliteit niet voldoet aan de EU-norm van 50 mg NO3/l

Sla de grafiek Aandeel bedrijven waar de waterkwaliteit niet voldoet aan de EU-norm van 50 mg NO3/l over en ga naar de datatabel

Figuur 2 Percentage bedrijven per grondsoortregio met een nitraatconcentratie in het uitspoelend water hoger dan de EU Europese Unie (Europese Unie)-norm van 50 mg NO3/l.

De gemiddelde nitraatconcentratie in de Veenregio is weliswaar veel lager dan in de andere regio’s, maar de totale hoeveelheid stikstof in het uitspoelende water is vergelijkbaar met de hoeveelheid in de Kleiregio. In de Veenregio is een groot deel van de stikstof namelijk aanwezig als ammonium en/of organisch gebonden stikstof. Meer uitleg over Stikstof in bodem en water.

Ontwikkeling nitraatconcentratie per bedrijfstype

In het LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid) meet het RIVM de waterkwaliteit op verschillende agrarische bedrijfstypen. Dit zijn Melkveebedrijven, Akkerbouwbedrijven en Dierbedrijven*. Figuur 3 t/m 7 geven de ontwikkeling van de nitraatconcentratie weer per bedrijfstype.  

Op Akkerbouwbedrijven is de gemiddelde nitraatconcentratie hoger dan op Melkveebedrijven. Op Melkveebedrijven vinden we over het algemeen de laagste concentraties van de drie bedrijfstypen. Dit komt vooral omdat op Melkveebedrijven over het algemeen veel grasland aanwezig is. Hier vindt minder gewasrotatie plaats en zijn de percelen jaarrond bedekt, waardoor de bodems een hoger organisch stofgehalte hebben dan de percelen van Akkerbouwbedrijven en Dierbedrijven. In de Veenregio worden alleen Melkveebedrijven bemonsterd.

accent blok in geel

*Naast Melkveebedrijven en Akkerbouwbedrijven worden er Staldierbedrijven en Overige Dierbedrijven bemonsterd. Staldierbedrijven zijn gespecialiseerd in het houden van staldieren zoals varkens, pluimvee en witvleeskalveren. Dit type bedrijf is sterk geconcentreerd in de Zandregio en wordt om die reden ook alleen in deze grondsoortregio bemonsterd. De categorie Overige Dierbedrijven ligt meer verspreid en wordt voor het Basismeetnet zowel in de Zandregio, Kleiregio als Lössregio bemonsterd. Tot de Overige Dierbedrijven worden gerekend: graasdierbedrijven en gemengde bedrijven. Graasdierbedrijven zijn bedrijven die gespecialiseerd zijn in het houden van bijvoorbeeld vleesrunderen, geiten, schapen of  paarden (uitgezonderd melkveebedrijven en vleeskalverenbedrijven). Gemengde bedrijven zijn bedrijven met ofwel meerdere veehouderijtakken (met vooral graasdieren) dan wel bedrijven met een gewassen- en veehouderijtak.  Omdat het aantal bedrijven in beide categorieën in de Zandregio beperkt is, is de gemiddelde concentratie berekend voor de Staldierbedrijven en de Overige Dierbedrijven samen. 

Kleiregio

Sla de grafiek Nitraat (mg NO3/l) in uitspoelend water Kleiregio over en ga naar de datatabel

Figuur 3 Ontwikkeling concentratie nitraat (mg NO3) in het uitspoelend water in de Kleiregio.

Lössregio

Sla de grafiek Nitraat (mg NO3/l) in uitspoelend water Lössregio over en ga naar de datatabel

Figuur 4 Ontwikkeling concentratie nitraat (mg NO3) in het uitspoelend water in de Lössregio. 

Veenregio

Sla de grafiek Nitraat (mg NO3/l) in uitspoelend water Veenregio over en ga naar de datatabel

Figuur 5 Ontwikkeling concentratie nitraat (mg NO3) in het uitspoelend water in de Veenregio.

Zandregio

Sla de grafiek Nitraat (mg NO3/l) in uitspoelend water Zandregio over en ga naar de datatabel

Figuur 6 Ontwikkeling concentratie nitraat (mg NO3) in het uitspoelend water in de Zandregio.

Ontwikkeling nitraatconcentratie per zandgebied

De Zandregio kan worden opgedeeld in verschillende zandgebieden, namelijk Zand noord, Zand midden en Zand zuid. De nitraatconcentraties zijn het hoogst in Zand zuid en het laagst in Zand noord (zie figuur 7). De verschillen in nitraatconcentraties tussen de zandgebieden zijn voor een groot deel te verklaren door verschillen in bedrijfstype, bodemtype en grondwaterstand tussen deze gebieden. Zo komen in Zand noord meer moerige (veel organisch materiaal) en venige gronden voor met een hoge grondwaterstand. Op moerige en natte gronden vindt meer afbraak van nitraat plaats door micro-organismen. Droge en arme zandgronden komen meer voor in Zand midden en Zand zuid. Daarnaast heeft Zand midden maar een klein aandeel akkerbouw en een groot aandeel melkvee. Onder melkveebedrijven is de nitraatconcentratie over het algemeen lager doordat er veel gras wordt geteeld op deze bedrijven. Onder grasland spoelt minder nitraat uit.

Zandregio 2

Sla de grafiek Nitraat (mg NO3/l) in uitspoelend water Zandregio over en ga naar de datatabel

Figuur 7 Ontwikkeling nitraatconcentratie in de Zandgebieden (Zand Noord, Zand Midden en Zand Zuid).

Op de bedrijven in het Basismeetnet wordt de concentratie opgelost fosfor in het water dat uitspoelt uit de wortelzone gemeten. Dit is het water in de bovenste meter van het grondwater, het water uit drainagebuizen, of in het bodemvocht onder de wortelzone (voornamelijk Lössregio). Samen wordt dit het uitspoelend water genoemd.

Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor per grondsoortregio

De gemiddelde fosforconcentratie in het uitspoelend water wordt bepaald door zowel de natuurlijke samenstelling van de bodem als door bemesting. In de Lössregio en Zandregio is het organische stofgehalte in de bodem van nature lager dan in de Kleiregio en Veenregio. Dit is terug te zien in de lage gemiddelde concentraties opgelost totaal fosfor in de Lössregio en Zandregio. In de Lössregio zijn de aangetroffen concentraties zo laag, dat deze leiden tot gemiddelden die onder de detectiegrens uitkomen. Daarom worden voor deze regio geen meetresultaten getoond. In de Veenregio varieert de gemiddelde opgelost totaal fosforconcentratie tussen de meetjaren sterk, maar is het verloop de laatste jaren gelijkmatiger. De opgelost totaal fosforconcentratie in de Kleiregio is redelijk stabiel. Meer uitleg over Fosfor in bodem en water.

In de KRW Kaderrichtlijn Water (Kaderrichtlijn Water) staan normen voor totaal fosfor in grondwater. De norm voor zoet grondwater is 2,0 mg P/l en voor brak  grondwater 6,9 mg P/l. De normen zijn hier uitsluitend bedoeld om de data te duiden. 

Opgelost P-totaal (mg P/l) in uitspoelend water, per regio

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in uitspoelend water, per regio over en ga naar de datatabel

Figuur 8 Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor (mg P/l) in het uitspoelend water per grondsoortregio. De detectiegrens is 0.05 mg P/l. In de Lössregio zijn de gemeten fosforconcentraties van de individuele monsters zo laag dat de berekende jaargemiddelden beneden de detectiegrens van 0,05 mg P/l liggen. De resultaten zijn daarom niet weergegeven in dit figuur.

Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor per bedrijfstype

In het LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid) meten we de waterkwaliteit in het uitspoelend water op verschillende agrarische bedrijfstypen. Dit zijn Melkveebedrijven, Akkerbouwbedrijven en Dierbedrijven*. Figuur 9 t/m 11 geven de ontwikkeling van de concentratie opgelost totaal fosfor weer per bedrijfstype.  

In de Kleiregio worden de hoogste concentraties opgelost totaal fosfor gemeten op Melkveebedrijven. In de Zandregio is op zowel Melkveebedrijven als Dierbedrijven een stijging in de concentratie zichtbaar. In de Veenregio wordt alleen op Melkveebedrijven gemeten. 

geel accent blok

*Naast Melkveebedrijven en Akkerbouwbedrijven worden er Staldierbedrijven en Overige Dierbedrijven bemonsterd. Staldierbedrijven zijn gespecialiseerd in het houden van staldieren zoals varkens, pluimvee en witvleeskalveren. Dit type bedrijf is sterk geconcentreerd in de Zandregio en wordt om die reden ook alleen in deze grondsoortregio bemonsterd. De categorie Overige Dierbedrijven ligt meer verspreid en wordt voor het Basismeetnet zowel in de Zandregio, Kleiregio als Lössregio bemonsterd. Tot de Overige Dierbedrijven worden gerekend: graasdierbedrijven en gemengde bedrijven. Graasdierbedrijven zijn bedrijven die gespecialiseerd zijn in het houden van bijvoorbeeld vleesrunderen, geiten, schapen of  paarden (uitgezonderd melkveebedrijven en vleeskalverenbedrijven). Gemengde bedrijven zijn bedrijven met ofwel meerdere veehouderijtakken (met vooral graasdieren) dan wel bedrijven met een gewassen- en veehouderijtak.  Omdat het aantal bedrijven in beide categorieën in de Zandregio beperkt is, is de gemiddelde concentratie berekend voor de Staldierbedrijven en de Overige Dierbedrijven samen. 

Kleiregio

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in uitspoelend water Kleiregio over en ga naar de datatabel

Figuur 9 Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor (mg P/l) in het uitspoelend water in de Kleiregio. De detectiegrens is 0.05 mg P/l.

Lössregio

In de Lössregio zijn de gemeten fosforconcentraties van de individuele monsters zo laag dat de berekende jaargemiddelden beneden de detectiegrens van 0,05 mg P/l liggen. De figuur is daarom niet weergegeven.

Veenregio

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in uitspoelend water Veenregio over en ga naar de datatabel

Figuur 10 Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor (mg P/l) in het uitspoelend water in de Veenregio. De detectiegrens is 0.05 mg P/l.

Zandregio

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (Mg P/l) in uitspoelend water Zandregio over en ga naar de datatabel

Figuur 11 Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor (mg P/l) in het uitspoelend water in de Zandregio. De detectiegrens is 0.05 mg P/l.

Op de bedrijven in het Basismeetnet wordt de concentratie opgelost totaal stikstof in het slootwater gemeten. Dat doen we zowel in de winter als in de zomer. De wintermetingen worden sinds 1992 uitgevoerd. Van de zomermetingen is een minder lange trendlijn beschikbaar dan van de winterperiode, omdat we hier in 2008 mee zijn begonnen. Niet voor elke regio en elk seizoen is een meetreeks voor dezelfde periode beschikbaar, omdat de meetprogramma’s in sommige regio’s later zijn ingevoerd. Daarnaast hebben niet alle bedrijven sloten. Dit hangt samen met de regio waar het bedrijf is gevestigd.

Ontwikkeling concentratie opgelost totaal stikstof per grondsoortregio

De concentratie opgelost stikstof in het slootwater is in de zomer gemiddeld lager dan in de winter. Dit komt doordat stikstof in de zomer grotendeels wordt opgenomen door algen en (water-)planten en deze zijn actiever in de zomermaanden. Meer uitleg over Stikstof in bodem en water.

De hoogste gemiddelde stikstofconcentratie in slootwater wordt gemeten in de Zandregio. De gemiddelde winterconcentraties in deze regio is tussen 2006 en 2016 afgenomen. In de periode 2016-2019 is deze weer fors toegenomen. Ook in de Kleiregio, en in mindere mate in de Veenregio, is de winterconcentraties toegenomen in de periode 2016-2019. Deze stijging is voor een groot deel het gevolg van de droogte in deze periode. In de periode tussen 2020 en 2022 lijkt het effect van deze droogte te zijn afgenomen en daalt de gemiddelde concentratie weer. Na een stijging in 2023, daalt de gemiddelde stikstofconcentratie in het slootwater weer in de Zand- en Kleiregio. In de Veenregio is in 2024 een lichte stijging zichtbaar. De zomerconcentraties vertonen geen duidelijke trend. In de Lössregio komen nauwelijks sloten voor. Voor deze regio zijn geen meetgegevens beschikbaar.

Om eutrofiëring van het oppervlaktewater te voorkomen of te bestrijden gelden kwaliteitsnormen. Die normen verschillen per type oppervlaktewater. Voor eutrofiëring zijn de totale hoeveelheden stikstof en fosfor in het water in het groeiseizoen (de zomer) belangrijk. Voor sloten is de norm voor totaal stikstof meestal rond de 2,4 mg N per liter (zomerhalfjaargemiddelde). 

Let op: In deze Jaarrapportage rapporteren we over opgelost totaal stikstof (zie Verantwoording). De normen zijn hier uitsluitend bedoeld om de data te duiden. Het vergelijken van de data met de norm geeft alleen een indicatie van de waterkwaliteit.

Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater, per regio winter

Sla de grafiek Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater, per regio over en ga naar de datatabel

Figuur 12a Ontwikkeling winterconcentratie opgelost totaal stikstof (mg N/l) in het slootwater per grondsoortregio.

Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater, per regio zomer

Sla de grafiek Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater, per regio over en ga naar de datatabel

Figuur 12b Ontwikkeling zomerconcentratie opgelost totaal stikstof (mg N/l) in het slootwater per grondsoortregio

Ontwikkeling concentratie opgelost totaal stikstof per bedrijfstype

In het LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid) meet het RIVM de waterkwaliteit op verschillende agrarische bedrijfstypen. Dit zijn Melkveebedrijven, Akkerbouwbedrijven en Dierbedrijven*. Figuur 13 t/m 15 geven de ontwikkeling weer van de concentratie opgelost totaal stikstof per bedrijfstype en seizoen.

In de winter is op Akkerbouwbedrijven de gemiddelde concentratie opgelost totaal stikstof hoger dan op Melkvee- en Dierbedrijven. In de zomerconcentraties van opgelost stikstof in het slootwater zijn minder verschillen zichtbaar tussen de bedrijfstypes dan in de winterconcentraties. In de Veenregio wordt alleen op Melkveebedrijven gemeten. In de Zandregio zijn voor Dierbedrijven onvoldoende gegevens beschikbaar (< 10 bedrijven) om gemiddelde concentraties weer te geven.

geel accent blok

*Naast Melkveebedrijven en Akkerbouwbedrijven worden er Staldierbedrijven en Overige Dierbedrijven bemonsterd. Staldierbedrijven zijn gespecialiseerd in het houden van staldieren zoals varkens, pluimvee en witvleeskalveren. Dit type bedrijf is sterk geconcentreerd in de Zandregio en wordt om die reden ook alleen in deze grondsoortregio bemonsterd. De categorie Overige Dierbedrijven ligt meer verspreid en wordt voor het Basismeetnet zowel in de Zandregio, Kleiregio als Lössregio bemonsterd. Tot de Overige Dierbedrijven worden gerekend: graasdierbedrijven en gemengde bedrijven. Graasdierbedrijven zijn bedrijven die gespecialiseerd zijn in het houden van bijvoorbeeld vleesrunderen, geiten, schapen of  paarden (uitgezonderd melkveebedrijven en vleeskalverenbedrijven). Gemengde bedrijven zijn bedrijven met ofwel meerdere veehouderijtakken (met vooral graasdieren) dan wel bedrijven met een gewassen- en veehouderijtak.  Omdat het aantal bedrijven in beide categorieën in de Zandregio beperkt is, is de gemiddelde concentratie berekend voor de Staldierbedrijven en de Overige Dierbedrijven samen. 

Kleiregio winter

Sla de grafiek Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater Kleiregio over en ga naar de datatabel

Figuur 13a Ontwikkeling winterconcentratie opgelost totaal stikstof (mg N/l) in het slootwater in de Kleiregio, per bedrijfstype.

Kleiregio zomer

Sla de grafiek Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater Kleiregio over en ga naar de datatabel

Figuur 13b Ontwikkeling zomerconcentratie opgelost totaal stikstof (mg N/l) in het slootwater in de Kleiregio, per bedrijfstype.

Veenregio winter

Sla de grafiek Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater Veenregio over en ga naar de datatabel

Figuur 14a Ontwikkeling winterconcentratie opgelost totaal stikstof (mg N/l) in het slootwater in de Veenregio, voor Melkveebedrijven.

Veenregio zomer

Sla de grafiek Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater Veenregio over en ga naar de datatabel

Figuur 14b Ontwikkeling zomerconcentratie opgelost totaal stikstof (mg N/l) in het slootwater in de Veenregio, voor Melkveebedrijven.

Zandregio winter

Sla de grafiek Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater Zandregio over en ga naar de datatabel

Figuur 15a Ontwikkeling winterconcentratie opgelost totaal stikstof (mg N/l) in het slootwater in de Zandregio, per bedrijfstype. 

Zandregio zomer

Sla de grafiek Opgelost N-totaal (mg N/l) in slootwater Zandregio over en ga naar de datatabel

Figuur 15b Ontwikkeling zomerconcentratie opgelost totaal stikstof (mg N/l) in het slootwater in de Zandregio, per bedrijfstype

Op de bedrijven in het Basismeetnet wordt de concentratie opgelost totaal fosfor in het slootwater gemeten. Dat doen we zowel in de winter als in de zomer. De wintermetingen worden sinds 1992 uitgevoerd. Van de zomermetingen is een minder lange trendlijn beschikbaar dan van de winterperiode, omdat we hier in 2008 mee zijn begonnen. Niet voor elke regio en elk seizoen is een meetreeks voor dezelfde periode beschikbaar, omdat de meetprogramma’s in sommige regio’s later zijn ingevoerd. Daarnaast hebben niet alle bedrijven sloten. Dit hangt samen met de regio waar het bedrijf is gevestigd.

Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor per grondsoortregio

In tegenstelling tot stikstof zijn de fosforconcentraties in de zomerperiode  hoger dan in de winterperiode. Dit heeft te maken met de invloed van temperatuur en zuurstof op de manier waarop fosfor zich in bodem en water gedraagt. Fosfaat dat in de winter uitspoelt bindt sterk aan ijzer en slaat neer als slib. Onder zuurstofarme condities in de zomer komt dit weer vrij en daardoor kan de opgelost totaal fosforconcentratie in de sloten stijgen. Dit verschil tussen de seizoenen is vooral groot in de Kleiregio. Meer uitleg over Fosfor in bodem en water.

De hoogste gemiddelde opgelost totaal fosforconcentratie in slootwater wordt gemeten in de Kleiregio, terwijl in de sloten van de Zandregio de laagste gemiddelde opgelost totaal fosforconcentratie is gemeten. In alle regio’s is een lichte daling zichtbaar in zomerconcentraties in 2023. In de Lössregio komen nauwelijks sloten voor en zijn dus geen meetgegevens beschikbaar. 

Om eutrofiëring van het oppervlaktewater te voorkomen of te bestrijden gelden kwaliteitsnormen. Die normen verschillen per type oppervlaktewater. Voor eutrofiëring zijn de totale hoeveelheden stikstof en fosfor in het water in het groeiseizoen (de zomer) belangrijk. Voor sloten is de norm voor totaal fosfor meestal rond de 0,22 mg P/l (zomerhalfjaargemiddelde). 

Let op: In deze Jaarrapportage rapporteren we over opgelost totaal fosfor (zie Verantwoording). De normen zijn hier uitsluitend bedoeld om de data te duiden. Het vergelijken van de data met de norm geeft alleen een indicatie van de waterkwaliteit.

Grafiek 14a Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater, per regio winter

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater, per regio over en ga naar de datatabel

Figuur 16a Ontwikkeling winterconcentratie opgelost totaal fosfor (mg P/l) in het slootwater per grondsoortregio. De detectiegrens is 0.05 mg P/l

Grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater, per regio zomer

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater, per regio over en ga naar de datatabel

Figuur 16b Ontwikkeling zomerconcentratie opgelost totaal fosfor (mg P/l) in het slootwater per grondsoortregio. De detectiegrens is 0.05 mg P/l.

Ontwikkeling concentratie opgelost totaal fosfor per bedrijfstype

In het LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid) meet het RIVM de waterkwaliteit op verschillende agrarische bedrijfstypen. Dit zijn Melkveebedrijven, Akkerbouwbedrijven en Dierbedrijven*. Figuur 17 t/m 19 geven de ontwikkeling van de concentratie opgelost totaal fosfor weer per bedrijfstype en seizoen.

In de Kleiregio worden de hoogste concentraties gemeten op Akkerbouwbedrijven en Melkveebedrijven. In de Zandregio worden de hoogste opgelost totaal fosforconcentraties gemeten op Melkveebedrijven. De verschillen in concentraties tussen de bedrijfstypen worden vooral bepaald door verschillen in bodemgesteldheid, bodemgebruik en ontwatering. In de Veenregio wordt alleen op Melkveebedrijven gemeten. In de Zandregio zijn voor Dierbedrijven onvoldoende gegevens beschikbaar (< 10 bedrijven) om gemiddelde concentraties weer te geven.

geel accent blok

*Naast Melkveebedrijven en Akkerbouwbedrijven worden er Staldierbedrijven en Overige Dierbedrijven bemonsterd. Staldierbedrijven zijn gespecialiseerd in het houden van staldieren zoals varkens, pluimvee en witvleeskalveren. Dit type bedrijf is sterk geconcentreerd in de Zandregio en wordt om die reden ook alleen in deze grondsoortregio bemonsterd. De categorie Overige Dierbedrijven ligt meer verspreid en wordt voor het Basismeetnet zowel in de Zandregio, Kleiregio als Lössregio bemonsterd. Tot de Overige Dierbedrijven worden gerekend: graasdierbedrijven en gemengde bedrijven. Graasdierbedrijven zijn bedrijven die gespecialiseerd zijn in het houden van bijvoorbeeld vleesrunderen, geiten, schapen of paarden (uitgezonderd melkveebedrijven en vleeskalverenbedrijven). Gemengde bedrijven zijn bedrijven met ofwel meerdere veehouderijtakken (met vooral graasdieren) dan wel bedrijven met een gewassen- en veehouderijtak.  Omdat het aantal bedrijven in beide categorieën in de Zandregio beperkt is, is de gemiddelde concentratie berekend voor de Staldierbedrijven en de Overige Dierbedrijven samen. 

Kleiregio winter

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater Kleiregio over en ga naar de datatabel

Figuur 17a Ontwikkeling winterconcentratie opgelost totaal fosfor (mg P/l) in het slootwater in de Kleiregio, per bedrijfstype. De detectiegrens is 0.05 mg P/l.

Kleiregio zomer

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater Kleiregio over en ga naar de datatabel

Figuur 17b Ontwikkeling zomerconcentratie opgelost totaal fosfor (mg P/l) in het slootwater in de Kleiregio, per bedrijfstype. De detectiegrens is 0.05 mg P/l.

Veenregio winter

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater Veenregio over en ga naar de datatabel

Figuur 18a Ontwikkeling winterconcentratie opgelost totaal fosfor (mg P/l) in het slootwater in de Veenregio, voor Melkveebedrijven. De detectiegrens is 0.05 mg P/l.

Veenregio zomer

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater Veenregio over en ga naar de datatabel

Figuur 18b Ontwikkeling zomerconcentratie opgelost totaal fosfor (mg P/l) in het slootwater in de Veenregio, voor Melkveebedrijven. De detectiegrens is 0.05 mg P/l.

Zandregio winter

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater Zandregio over en ga naar de datatabel

Figuur 19a Ontwikkeling winterconcentratie opgelost totaal fosfor (mg P/l) in het slootwater in de Zandregio, per bedrijfstype. De detectiegrens is 0.05 mg P/l.

Zandregio zomer

Sla de grafiek Opgelost P-totaal (mg P/l) in slootwater Zandregio over en ga naar de datatabel

Figuur 19b Ontwikkeling zomerconcentratie opgelost totaal fosfor (mg P/l) in het slootwater in de Zandregio, per bedrijfstype. De detectiegrens is 0.05 mg P/l.

Toelichting opgelost totaal stikstof en opgelost totaal fosfor (gefiltreerde watermonsters)

Voordat de watermonsters worden geanalyseerd in het laboratorium, worden ze eerst gefiltreerd. Daardoor worden deeltjes organisch materiaal (en daarmee het hieraan gebonden stikstof en fosfor) deels weggevangen. In de Trendrapportage rapporteren we over deze vorm: opgelost totaal stikstof en opgelost totaal fosfor. 

Sinds 2018 worden de stikstof- en fosforconcentraties ook in ongefiltreerde slootwatermonsters in de zomer gemeten. De data zijn beschikbaar via de Datatool waterkwaliteit ( zoek op: totaal stikstof en totaal fosfor). 

Dataverwerking

De verzamelde data zijn omgerekend naar gemiddelden per grondsoortregio en bedrijfstype. Per regio en per bedrijfstype geldt dat er minimaal 10 deelnemers nodig zijn om een gemiddelde te kunnen tonen. Wanneer er in een jaar minder dan 10 deelnemers zijn, dan wordt de betreffende trendlijn onderbroken. Deze loopt door zodra er in een volgend jaar wel weer meer dan 10 deelnemers zijn. De bedrijfstypen met minder dan 10 deelnemers binnen een regio worden wel in de gemiddelde (gewogen) concentraties voor een regio meegenomen. De resultaten worden areaal-gewogen gepresenteerd. 

Meer weten?

Referentie van deze webpagina
RIVM (2025). Trendrapportage: Ontwikkeling waterkwaliteit sinds 1992 (versie 26 september 2025).
https://www.rivm.nl/landelijk-meetnet-effecten-mestbeleid/onderzoeksresultaten/trendrapportage
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.