De hoeveelheid jodium die Nederlanders binnenkrijgen is maar net genoeg, blijkt uit onderzoek van het RIVM. Het is belangrijk dat deze hoeveelheid niet lager wordt, vooral bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Jodium is belangrijk voor de ontwikkeling van de hersenen van het ongeboren kind en voor een goede werking van de schildklier. Verder is het belangrijk dat de hoeveelheid zout verder daalt.
De Gezondheidsraad adviseerde volwassenen eerder 150 microgram jodium en maximaal 6 gram zout per dag. Te veel zout kan een hoge bloeddruk veroorzaken. Dat zorgt voor een grotere kans op hart– en vaatziekten. Het blijft daarom belangrijk dat de innamehoeveelheid van zout blijft dalen. De overheid nam hiervoor al verschillende maatregelen. Denk aan het invoeren van de Nutri-Score en de Nationale Aanpak Productverbetering (NAPV). Daarin worden fabrikanten aangemoedigd om de hoeveelheid zout in voedingsmiddelen te verlagen. Meer maatregelen en een betere uitvoering daarvan zijn nodig om de gewenste hoeveelheid te halen.
Onderzoeken op een rij
Het RIVM zette de onderzoeken naar de hoeveelheid zout (natrium), kalium en jodium die Nederlanders binnenkrijgen op een rij. Dit overzicht maakt duidelijk welke kennis ontbreekt, welk onderzoek nog nodig is en welke aanbevelingen er zijn voor beleid. Net als in het Signalement Voeding en Gezondheid van ZonMw beveelt het RIVM meer onderzoek aan om voedingsrichtlijnen en voedingsnormen beter aan te laten sluiten bij de voedingsbehoeften van specifieke (kwetsbare) bevolkingsgroepen.
Maatregelen in samenhang
Het RIVM vindt het belangrijk te onderzoeken met welke maatregelen mensen nog minder zout binnenkrijgen. Deze maatregelen moeten wel in samenhang worden bekeken: omdat jodium aan zout wordt toegevoegd, mag minder zout in voedingsmiddelen er bijvoorbeeld niet toe leiden dat mensen minder jodium binnenkrijgen. En omdat kalium vaak als vervanger van zout wordt gebruikt, kan die hoeveelheid stijgen. Bij het verlagen van de hoeveelheid zout in voedingsmiddelen moet dus rekening worden gehouden met het niet te weinig binnenkrijgen van jodium en te veel binnenkrijgen van kalium.
Ook andere ontwikkelingen hebben invloed op deze innames. Zo is het de bedoeling dat mensen dierlijke eiwitten vervangen door plantaardige eiwitten om het milieu minder te belasten (de eiwittransitie), maar in producten van dieren zit vaak jodium. Plantaardige producten bevatten juist vaak kalium.
Onderzoek jodium en zwangeren
Het RIVM doet ook onderzoek naar hoeveel jodium in het lichaam van een zwangere zit en of dit genoeg is. Daarvoor is het RIVM nog op zoek naar vrouwen die mee willen doen, wonen in de regio’s Nijmegen en Maastricht en maximaal 16 weken zwanger zijn. Meer informatie en de link voor aanmelden is te vinden op de webpagina Jodium en zwangeren.