De overheid heeft per 1 januari 2024 het voedselkeuzelogo Nutri-Score ingevoerd. Een voedselkeuzelogo kan consumenten helpen betere voedselkeuzes te maken en daarmee bijdragen aan minder overgewicht, zoals opgenomen in het Nationaal Preventieakkoord. Daarnaast kan een voedselkeuzelogo producenten aanmoedigen om de samenstelling van producten te verbeteren. Het RIVM onderzoekt in opdracht van het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) hoe Nutri-Score zo goed mogelijk kan aansluiten bij de Nederlandse voedingsrichtlijnen. Het RIVM zal de Nutri-Score ook monitoren.

Voedselkeuze logo waarbij onderscheid wordt gemaakt van A (donkergroen) tot E (donkerrood) om consument bewust te maken van gezonde voedingkeuzes.

Wat is Nutri-Score?

Nutri-Score is een voedselkeuzelogo, ontwikkeld in Frankrijk. Het logo geeft een totaaloordeel over de samenstelling van voedingsmiddelen. Eerst wordt per product gekeken naar de hoeveelheid negatieve en positieve onderdelen. Denk bij negatieve onderdelen aan energie, suiker, verzadigd vet en zout. Bij positieve onderdelen gaat het om groente, fruit, peulvruchten, vezel en eiwit.

Elk onderdeel krijgt punten op basis van grenswaarden voor de hoeveelheid ervan in het product. Daarna worden de punten voor de positieve onderdelen afgetrokken van de negatieve onderdelen en ontstaat een totaalscore. Aan de hand van de totaalscore krijgt een product een A, B, C, D of E. Een donkergroene A staat voor de beste samenstelling binnen de productgroep. Producten met de minst goede samenstelling krijgen een donkeroranje E. Voedselkeuzelogo’s, zoals Nutri-Score, kunnen consumenten helpen om producten te vergelijken en daardoor betere keuzes te maken. Uitleg over de Nutri-Score is te vinden op Nutriscore.nl. Voor bedrijven is er een rekentool beschikbaar om de Nutri-Score van een product uit te rekenen.

Wat is de rol van het RIVM bij Nutri-Score?

Nederland werkt met 6 landen samen om het (mogelijke) gebruik van het voedselkeuzelogo Nutri-Score te organiseren en makkelijker te maken. Dit zijn Frankrijk, België, Duitsland, Luxemburg, Spanje en Zwitserland. Deze samenwerking vindt plaats binnen een zogenoemde internationale stuurgroep en een internationaal wetenschappelijk comité. Het RIVM en het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) vertegenwoordigen Nederland hier mede in.

De stuurgroep coördineert de realisatie van Nutri-Score in de verschillende landen. Het wetenschappelijk comité onderzoekt of en hoe aanpassingen in de manier van berekenen van de score (het algoritme) ervoor kunnen zorgen dat het beter aansluit bij de voedingsrichtlijnen van deze landen. Het RIVM doet literatuuronderzoek en berekeningen om hierover te adviseren. Verder neemt het RIVM deel aan werkgroepen en beantwoordt technisch-inhoudelijke vragen van betrokken partijen vanuit de internationale technische commissie.

Onderzoek naar aansluiting Nutri-Score op de Schijf van Vijf

In aanloop naar een nieuw voedselkeuzelogo, in 2019, heeft het  RIVM 3 Europese voedselkeuzelogo’s vergeleken met de Richtlijnen Schijf van Vijf. Deze studie is uitgevoerd met het Voedingscentrum. Er is gekeken naar de Scandinavische Keyhole, Britse Multiple traffic light en Franse Nutri-Score. Alle onderzochte logo’s konden consumenten helpen om voedingsmiddelen te ordenen op gezondheid. Nutri-Score bleek voedingsmiddelen iets beter te rangschikken dan Multiple traffic light. Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek besloot de staatssecretaris van VWS dat Nutri-Score het beoogde voedselkeuzelogo werd voor Nederland.

In 2021 heeft het RIVM onderzocht of Nutri-Score aansloot bij de Richtlijnen Goede Voeding. Op basis van de onderzoeken bleek dat Nutri-Score nog niet goed aansloot bij de Nederlandse richtlijnen voor alle voedingsmiddelengroepen (zoals voor koek en gebak, brood-en graanproducten, melk(dranken), kaas en bewerkt vlees). Het RIVM adviseerde daarom om het algoritme van Nutri-Score aan te passen.

Aanpassing van het Nutri-Score algoritme

Omdat Nutri-Score oorspronkelijk ontwikkeld is voor Frankrijk, sloot het nog onvoldoende aan bij de voedingsrichtlijnen in verschillende Europese landen. Het wetenschappelijk comité heeft daarom onderzocht hoe het algoritme beter aan kon sluiten op de verschillende voedingsrichtlijnen. In 2022 is het algoritme van de vaste voedingsmiddelen aangepast en in maart 2023 van de dranken. De stuurgroep heeft de nieuwe algoritmes vastgesteld en de Gezondheidsraad heeft er een advies over uitgebracht. Het ministerie van VWS heeft op basis van het onderzoek van het wetenschappelijk comité en het advies van de Gezondheidsraad besloten om Nutri-Score per 1 januari 2024 in te voeren in Nederland. 

Nutri-Score als prikkel voor productverbetering

Een voedselkeuzelogo zoals Nutri-Score kan ook een prikkel zijn voor bedrijven om hun producten te verbeteren. Dit heeft het RIVM in 2021 onderzocht. Door bijvoorbeeld de hoeveelheid suiker en zout te verlagen of dat van positieve onderdelen (zoals het percentage groenten in een maaltijd) te verhogen, kan een product een betere Nutri-Score krijgen. Het bedrijf kan zo het verbeterde product (bijvoorbeeld een maaltijd met meer groenten en minder zout) neerzetten als betere keuze ten opzichte van niet-verbeterde producten. Een product met een betere Nutri-Score kan voor consumenten een reden zijn om dit product te kiezen.

Productcriteria NAPV Nationale Aanpak Productverbetering (Nationale Aanpak Productverbetering) en Nutri-Score

Begin 2022 heeft het RIVM voor de Nationale Aanpak van Productverbetering (NAPV) grenswaarden gepubliceerd om stap voor stap de hoeveelheid zout, verzadigd vet en suiker in producten te kunnen verlagen. In juli 2023 zijn de grenswaarden, waar mogelijk, in lijn gebracht met de (nieuwe) afkappunten van Nutri-Score.

Monitoring Nutri-Score

Het RIVM gaat het gebruik van de Nutri-Score monitoren. Ook zal de verdeling over de scores A-E en de verandering in de samenstelling van de voedingsmiddelen gemonitord worden. Daarvoor zullen gegevens uit de Levensmiddelendatabank gebruikt worden.