Op deze pagina staan de maandwaarden van de droge depositie van ammoniak gemeten in de Oostelijke Vechtplassen. We laten de metingen met een bovengrensDe bovengrens is een overschatting van de werkelijke flux. We gaan er vanuit dat de depositie in de uitstand hetzelfde is als het gemiddelde. en ondergrensDe ondergrens is een onderschatting van de werkelijke flux. We gaan er vanuit dat de depositie in de uitstand gelijk is aan 0. zien, zie voor meer informatie de pagina met de jaarcijfers. We verwisselen de COTAG-buizen elke maand rond de 28e. Daardoor zijn de meetperioden niet even lang. Om de maanden onderling te vergelijken drukken we ze uit in jaarwaarden [kg (kilogram) NStikstof/(hahectare jrjaar)]. Dit betekent dat we de gemeten depositie in de maand delen door het aantal meetdagen en dan vermenigvuldigen met 365.
1,0 [(kg N)/(ha jr)] is gelijk aan 1,2 [(kg NH3)/(ha jr)] en 71,4 [mol/(ha jr)].
Droge depositie Oostelijke Vechtplassen
Sla de grafiek Droge depositie NH₃ - Oostelijke Vechtplassen over en ga naar de datatabelDe droge depositie van ammoniak varieert gedurende het jaar. We zien de laagste waarden in de herfst en de winter, en hogere waarden in de zomer.
Concentraties Oostelijke Vechtplassen
Sla de grafiek Concentratie NH₃ - Oostelijke Vechtplassen over en ga naar de datatabelHierboven staan de gemiddelde NH3-concentraties gemeten met de onderste meetbox van de COTAG (op ongeveer 0,8 m hoogte). Er is een variatie van maand tot maand. Er zijn lagere concentraties in de herfst- en wintermaanden (oktober t/m januari), en hogere concentraties in de voorjaar- en zomermaanden (februari t/m september). Dit verloop over het jaar komt overeen met metingen op LML (Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit)-locaties (van Zanten et al., 2017). Er zijn meerdere oorzaken waarom in de winter de NH3-concentratie lager is. Er mag dan bijvoorbeeld geen mest uitgereden worden. Het is dan kouder, waardoor ammoniak minder makkelijk vrij komt. En vaak waait het dan harder, waardoor ammoniak makkelijker verspreidt.