Regelmatig meten we hoeveel radioactiviteit er in Nederland in voedsel (waaronder melk), gras en veevoer zit.  Het gaat dan om radioactieve stoffen die in de natuur voorkomen zoals kalium (K-40), en kunstmatige radioactieve stoffen, zoals cesium (Cs-137). Deze kunstmatige radioactieve stoffen kunnen in voedsel en veevoer terechtkomen na een stralingsincident of kernongeval.

Het niveau van kunstmatige radioactieve stoffen is in de laatste jaren zo laag dat het in de meeste voedselproducten niet meer aangetoond kan worden. Soms wordt cesium gevonden in wild (bijvoorbeeld everzwijn), paddenstoelen, honing of jam. Het betreft dan meestal geïmporteerde waren uit andere landen in Europa. Het cesium is dan nog het gevolg van het kernongeval van Tsjernobyl.

De niveaus van radioactiviteit in voedsel en veevoer liggen ieder jaar onder de Europese limieten voor consumptie en export, op enkele uitzonderingen na. 

Het niveau van kalium (K-40) in voedsel en veevoer is doorgaans wel hoog genoeg om te meten. Deze waarden zijn elk jaar van dezelfde omvang.

Uitvoerende organisaties

De NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) en WFSR Wageningen Food Safety Research (Wageningen Food Safety Research) voeren het monitoringsprogramma uit. NVWA is verantwoordelijk voor een deel van de monstername. Een ander deel van de monstername gebeurt door het Landelijk Meetnet Radioactiviteit in Voedsel (LMRV). Dit netwerk bewaakt de veiligheid van de voedselproductie. Door heel Nederland staan meetopstellingen bij bedrijven (vooral melkfabrieken) en instellingen, de monstername voor deze metingen gebeurt door de bedrijven zelf. Een deel van de metingen aan voedsel en veevoer voert WFSR uit via het LMRV. Het andere deel van de metingen wordt uitgevoerd op het laboratorium van WFSR en is geaccrediteerd volgens ISO 17025 (onder registratienummer L014).

Metingen door de jaren heen

2019  De radioactiviteitsniveaus in voedsel en veevoer liggen in 2019 net als in vorige jaren,  onder de Europese limieten voor consumptie en export.  In gras worden alleen natuurlijk radioactieve stoffen gevonden. De hoeveelheid is al jaren constant. De meetresultaten in voedsel en veevoer voor 2019 zijn weergegeven in een briefrapport (zie relevante RIVM publicaties). 

2002-2018 De metingen van de jaren 2002 tot 2018 zijn gerapporteerd in eerdere RIVM publicaties (zie relevante RIVM publicaties).