In 2011 hebben de ministeries van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en LNV Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) een geïntegreerde humaan-veterinaire risicoanalysestructuur voor zoönosen ingesteld. Hierin zijn samenwerkingsvormen uitgewerkt voor de elementen van een risicoanalysestructuur (signalering, beoordeling en risicomanagement). Deze zijn analoog  aan de wijze waarop de risicoanalyse bij humane infectieziekten is georganiseerd . De risicoanalysestructuur moet het mogelijk maken zoönotische signalen adequaat te herkennen en op te volgen en, voor zover nodig, tijdig op te schalen. In alle schakels van de structuur zijn veterinaire en humane experts vertegenwoordigd, waar nodig aangevuld met deskundigen voedselveiligheid. De zoönosenstructuur is schematisch weergegeven in het schema 'Zoönosen, van signalering tot besluitvorming' (zie ook onderaan deze pagina). De structuur bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Signaleringsoverleg Zoönosen (SO-Z Signaleringsoverleg Zoönosen (Signaleringsoverleg Zoönosen)) (besproken onder 1.2.2); 
  • Responsteam Zoönosen (RT Real Time (Real Time)-Z);
  • Outbreak Management Team Zoönosen (OMT Outbreak Management Team (Outbreak Management Team)-Z) en Deskundigenberaad Zoönosen (DB-Z Deskundigenberaad Zoönosen (Deskundigenberaad Zoönosen)) en
  • Bestuurlijk afstemmingsoverleg Zoönosen (BAO-Z Bestuurlijk afstemmingsoverleg Zoönosen (Bestuurlijk afstemmingsoverleg Zoönosen)).

Responsteam Zoönosen 

Signalen van zoönotische aard die mogelijk een acute dreiging voor de volksgezondheid vormen, kunnen aanleiding geven voor een beoordeling door het RT-Z. Het kan hierbij gaan om signalen die nadere analyse van gegevens of uitgebreidere discussie vereisen of acties behoeven. Indien noodzakelijk adviseert het RT-Z binnen enkele dagen over de te volgen strategie op het gebied van onder meer het indammen van verspreiding, mogelijke interventies, diagnostiek en behandeling en communicatie. In verreweg de meeste gevallen behandelt het RT-Z zoönotische signalen die protocollair door de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) en/of NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) kunnen worden afgehandeld. Daardoor kan het RT-Z direct de benodigde acties (respons) in gang zetten. In voorkomende gevallen kan het RT-Z adviseren over de noodzaak van een bijeenkomst van het OMT-Z en desgewenst ook vragen formuleren voor het OMT-Z. Zowel het RT-Z, met vertegenwoordigers vanuit de veterinaire instituten, als een multidisciplinair team vanuit CIb Centre for Infectious Disease Control (Centre for Infectious Disease Control) wordt door RIVM/CIb Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu - Centrum Infectieziektebestrijding (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu - Centrum Infectieziektebestrijding)/LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding) georganiseerd.

Deskundigenberaad Zoönosen

Ook als er geen acute dreigingen zijn, kan er behoefte zijn aan deskundigenadvies. Deze behoefte kan vanuit de deskundigen zelf komen over nog onbegrepen of onduidelijke signalen, maar ook vanuit het risicomanagement of in het geval van maatschappelijke vragen. Dit deskundigenadvies wordt gegeven door het DB-Z, dat voor een belangrijk deel qua samenstelling en organisatie overeenkomt met het OMT-Z.

Outbreak Management Team Zoönosen 

Het OMT-Z levert de inhoudelijke argumentatie voor het nemen van ingrijpende beslissingen bij een ernstige acute zoönotische dreiging. De argumentatie hiervoor wordt gevoerd op basis van een wetenschappelijke weging van de feiten en in een advies aan het risicomanagement verwoord. In het advies komt idealiter naar voren welk risico er bestaat, hoe groot dit risico is, welke mogelijkheden er zijn om het risico te verkleinen en in welke orde van grootte de te bereiken resultaten liggen. Daarnaast bevat het advies een inschatting van de mate van (on)zekerheid over het risico en de voorgestelde maatregelen. De directeur RIVM/CIb is verantwoordelijk voor het samenstellen en voorzitten van het OMT-Z. Hij laat zich over de samenstelling van het OMT-Z adviseren door de directeur  WBVR Wageningen Bioveterinary Research (Wageningen Bioveterinary Research), voorzitter van de deskundigengroep dierziekten en de directeur GD Gezondheidsdienst voor Dieren (Gezondheidsdienst voor Dieren). De decaan van de Faculteit Diergeneeskunde is tevens vicevoorzitter van het OMT-Z. De beraadslagingen in het OMT-Z zijn, evenals die van het SO-Z, vertrouwelijk. Het OMT-Z-advies wordt op schrift gesteld en is gericht aan de DG directeur-generaal (directeur-generaal) Volksgezondheid en DG Agro van respectievelijk VWS en LNV. Als het advies niet unaniem is, dan worden de verschillende opvattingen weergegeven in het advies. De DG Volksgezondheid van VWS legt het advies voor aan het BAO-Z.

Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Zoönosen

In het geval van een zoönose-uitbraak die een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid vormt heeft het BAO-Z de taak de door het OMT-Z geadviseerde maatregelen op bestuurlijke haalbaarheid en wenselijkheid te beoordelen. In het BAO-Z zijn partijen uit het openbaar bestuur en de hogere geledingen van relevante toezichthoudende instanties vertegenwoordigd. Het overleg wordt door de DG Volksgezondheid voorgezeten. Het BAO-Z stelt een advies op dat is gericht aan de ministers van VWS en LNV. Om tot een breed gedragen advies te komen, kunnen vertegenwoordigers van de betrokken veehouderijsectoren worden gevraagd om hun expertise over technische mogelijkheden, communicatie met de achterban en kosteneffectiviteit van de voorgestelde maatregelen in te brengen. De voorzitter van het BAO-Z kan, als de voorgestelde maatregelen daar aanleiding toe geven, ook expertise inroepen van vertegenwoordigers van een patiëntenorganisatie. Om tot een zuivere bestuurlijke afweging te komen stellen de leden van het BAO-Z hun advies op zonder de aanwezigheid van belanghebbende partijen uit de veehouderijsector en patiëntenorganisaties. Het advies van het BAO-Z is vertrouwelijk tot na het besluit van de betrokken bewindslieden. Bij het bekendmaken van de maatregelen wordt niet alleen aandacht geschonken aan de risico’s voor de volks- en diergezondheid, maar ook aan de onzekerheid daarover, en de mate waarin maatregelen en handelingsperspectieven deze risico’s reduceren.

Departementale Crisisorganisatie, Risico- en Crisiscommunicatie

De departementale crisisorganisatie bij een zoönosenuitbraak staat, evenals de afspraken over risico- en crisiscommunicatie hierbij, uitvoerig beschreven in het Beleidshandboek crisisbesluitvorming en crisiscommunicatie zoönose

Figuur 6. Zoönosen, van signalering tot besluitvorming.

Figuur 6. Zoönosen, van signalering tot besluitvorming (klik op de figuur voor een grotere versie).