In andere landen komen andere dieren voor en daarmee andere zoönosen. Niet alleen in verre landen, maar ook binnen Europa. Voordat u op reis gaat, is het daarom verstandig om bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) te informeren over de mogelijke risico’s en de bestaande middelen om ziekte te voorkomen.

Aan welke ziektes van dieren moet u denken binnen Europa? 

Ziektes waar Nederland officieel vrij van is, maar die nog wel heersen in Europa, met name in landen rond de Middellandse Zee, zijn brucellose en tuberculose. In Midden-Europa zijn teken vaak overbrengers van tekenencefalitis (TBE). In veel landen, zeker ook in Scandinavië, komen hantavirusinfecties veelvuldig voor, dit zijn virussen die door knaagdieren op mensen worden overgedragen. Leishmania is een parasiet die met de tropen geassocieerd wordt maar ook in Zuid-Europa en Frankrijk al voorkomt. Hondsdolheid (rabiës) is in veel landen ook nog niet uitgeroeid. Daarnaast kan uw hond zich met een lintworm besmetten en daarmee ook een gevaar voor u betekenen.

Preventie

  • Informeer over de stand van zaken in het land van bestemming, bijvoorbeeld bij het Landelijk Coördinatie Centrum Reizigersadvisering. Tegen sommige ziektes bestaan vaccins.
  • Controleer het lichaam op teken als u buiten bent geweest. Verwijder een aanwezige teek zo snel mogelijk.
  • Drink geen rauwe melk, eet alleen door en door verhit voedsel, drink geen water uit beekjes of riviertjes.
  • Bescherm ook uw huisdier goed als die meegaat op reis: laat het dier vaccineren (de rabiësvaccinatie is in vrijwel alle landen verplicht), bestrijd teken, vlooien en luizen, voer het dier geen slachtafval of rauw vlees, geef schoon water en ontworm het dier. Informeer naar verplichte vaccinaties en certificaten bij uw dierenarts.
  • Neem geen honden of katten uit het vakantieland mee terug naar huis. Het is onbekend wat het dier onbedoeld mee naar Nederland neemt.

Naar algemene informatie over hoe je ziek kunt worden van een dier