Het RIVM voert sinds 2015 onderzoek uit naar contact met chroom-houdende verf en wat dit betekent voor de gezondheid. Deelnemers van het re-integratieproject tROM, en hun trajectbegeleiders van de gemeente Tilburg, kwamen in contact met chroom-6. Dat gebeurde tijdens restauratiewerkzaamheden aan museumtreinen. Tussen 2004 en 2012 namen ongeveer 800 mensen deel aan dit re-integratieproject. Onderzoek toont aan dat deelnemers van het re-integratieproject en hun trajectbegeleiders ziek kunnen zijn geworden of nog kunnen worden door contact met chroom-6.
Waarom onderzoek?
In 2015 kwamen er signalen dat er in de verflagen de schadelijke stof chroom-6 had gezeten. De beheersmaatregelen en de beschikbaar gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen waren ten tijde van het re-integratieproject niet aanwezig of werden niet adequaat gebruikt. De uitkomst dat chroom-6 schadelijk voor de gezondheid kan zijn, riep zorgen op. Dat was aanleiding voor het RIVM om na te gaan wat het betekent voor de gezondheid van de deelnemers en trajectbegeleiders.
Ziek door chroom-6
Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat deelnemers en hun trajectbegeleiders van de gemeente Tilburg ziek kunnen zijn geworden door chroom-6. De kans op een ziekte is groter naarmate zij er meer, vaker en/of langer contact mee hadden.
Ook hangt het af van de manier waarop contact met chroom-6 plaatsvond. Dat kon door inademing, contact met de huid en inslikken. Naast de manier waarop dat gebeurde op de tROM-locatie, bepalen andere factoren of werknemers ziek zijn geworden of nog worden. Dat kan ander werk zijn, contact met andere stoffen, leefstijl en persoonlijke gevoeligheid.
Risicobeoordeling tROM
In 2018 heeft het RIVM een onderzoek opgeleverd over gezondheidseffecten en ziekten die door chroom-6 kunnen worden veroorzaakt. Het RIVM heeft in 2019 de bestaande wetenschappelijke kennis opnieuw onderzocht. Bij beide onderzoeken heeft het RIVM gekeken wat dit betekent voor deelnemers van het re-integratieproject tROM.
Uitkomsten risicobeoordeling tROM
In 2019 concludeert het RIVM dat direct en indirect contact met chroom-6 tijdens het re-integratieproject kan leiden tot diverse (ernstige) ziekten. Waaronder meerdere typen kanker: longkanker, neus- en neusbijholtekanker en maagkanker. Het kon leiden tot luchtwegallergieën, waaronder astma en neusslijmvliesontsteking (rhinitis). Ook kunnen werknemers chronische longziekten, zoals COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease (chronische bronchitis of longemfyseem)), hebben gekregen. Ze konden last krijgen van zweren in de neus die het neustussenschot aantastten. En het kon contacteczeem veroorzaken.
Het RIVM heeft in 2020 is de lijst met ziekten aangepast op basis van de nieuwste wetenschappelijke kennis. Hieruit blijkt dat chroom-6 er ook van wordt verdacht strottenhoofdkanker te kunnen veroorzaken. Deelnemers en hun trajectbegeleiders van tROM die in contact zijn gekomen met chroom-6 kunnen ook strottenhoofdkanker hebben gekregen of nog krijgen. Het RIVM houdt vinger aan de pols en blijft de wetenschap actief volgen of er nieuwe wetenschappelijke aanwijzingen zijn voor een verband tussen chroom-6 en ziekten.
Infographic Chroom-6: Bij het re-integratieproject tROM in Tilburg
Video bevindingen onderzoek chroom-6 tROM: Arbeidsomstandigheden en verantwoordelijkheden
-
Video file high definition Publicatiedatum: 31-01-2019 MP4 | 36.03 MB
-
Filmbestand Publicatiedatum: 31-01-2019 WEBM | 20.58 MB
-
Audio description Publicatiedatum: 30-01-2019 MP3 | 2.65 MB
-
Ondertitelingstekst Publicatiedatum: 30-01-2019 VTT | 3.7 kB
-
Ondertitelingstekst Publicatiedatum: 30-01-2019 SRT | 3.26 kB
(Beeldtitel: Chroom-6 bij het re-integratieproject tROM in Tilburg: Arbeidsomstandigheden en verantwoordelijkheden.)
STILTE
JAN-PAUL ZOCK: Om de kans op werk te vergroten moesten tussen 2004 en 2012 ongeveer 800 Tilburgers meedoen aan het re-integratieproject tROM.
Er werd onder andere gewerkt aan de restauratie van museumtreinen.
De meeste tROM-deelnemers voelden zich gedwongen aan het project deel te nemen om hun uitkering te kunnen behouden.
Een deel van de deelnemers, trajectbegeleiders en andere aanwezigen kunnen zijn blootgesteld aan de gevaarlijke stof chroom-6.
Die stof zat in de oude verflagen van de treinen.
Bij het schuren en schoonmaken met perslucht kan stof met chroom-6 vrijkomen.
Als dit stof wordt ingeademd of ingeslikt, kan chroom-6 in het lichaam terechtkomen.
Onderzoek laat zien dat tROM-deelnemers en hun begeleiders ziek kunnen zijn geworden of nog kunnen worden door contact met chroom-6.
Dat hangt onder meer af van hoe lang mensen in het stof hebben gewerkt hoeveel stof ze hebben binnengekregen en hoeveel chroom-6 er in het stof zat.
Er werd de deelnemers onvoldoende verteld hoe ze veilig moesten werken met chroom-6.
Zij kregen ook geen medisch onderzoek aangeboden.
Er waren niet altijd overalls en goede mondkapjes beschikbaar en het gebruik hiervan werd niet gecontroleerd.
De zorg voor tROM-deelnemers voldeed niet aan de wet.
De gemeente Tilburg was als werkgever verantwoordelijk voor het veilig werken bij tROM.
De gemeente had kunnen weten dat chroom-6 schadelijk is voor de gezondheid.
Deelnemers, begeleiders en betrokkenen van de gemeente wisten niet dat er chroom-6 in de verf op de treinen zat.
Het Spoorwegmuseum en NedTrain waren de eigenaren van de treinen.
NedTrain wist wel van het chroom-6 in de verflagen en heeft de gemeente niet geïnformeerd.
Als er schade is aan de gezondheid kunnen de gemeente Tilburg, NedTrain en mogelijk andere partijen aansprakelijk worden gesteld.
tROM-deelnemers en -begeleiders die zijn blootgesteld aan chroom-6 en ziek zijn kunnen mogelijk een schadevergoeding krijgen.
(Aldus Jan-Paul Zock. Het Nederlandse wapenschild met daarnaast: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Beeldtekst: Wil je meer weten? www.rivm.nl/chroom-6-en-carc.)
Video Blootstelling en gezondheidsrisico’s
(Beeldtitel: Chroom-6 bij het re-integratieproject tROM in Tilburg: Blootstelling en gezondheidsrisico's. Jan-Paul Zock:)
STILTE
JAN-PAUL ZOCK: Om de kans op werk te vergroten moesten tussen 2004 en 2012 ongeveer 800 Tilburgers meedoen aan het re-integratieproject tROM.
Er werd onder andere gewerkt aan de restauratie van museumtreinen.
Onderzoek toont aan dat een aantal tROM-deelnemers kan zijn blootgesteld aan chroom-6.
Chroom 6 kan in het schuurstof van de oude verflagen van de treinen hebben gezeten.
Stof met chroom-6 kon vooral vrijkomen bij het schuren en bij het gebruik van perslucht bij het schoonmaken.
Eenmaal vrijgekomen kan dit in het lichaam terechtkomen.
Het stof kan worden ingeademd en ingeslikt.
Het onderzoek toont aan dat bij tRom de blootstelling aan chroom-6 zodanig was dat het tot ziekten kan leiden.
De risico's voor de gezondheid hangen af van het soort werkzaamheden, de duur van de werkzaamheden de plek waar ze zijn uitgevoerd en genomen maatregelen.
Daarnaast hangt het risico af van andere factoren zoals leefstijl, arbeidsverleden contact met andere stoffen en persoonlijke gevoeligheid.
Want wanneer iemand ziek is én is blootgesteld aan chroom-6 hoeft dat niet per se te betekenen dat de ziekte het gevolg is van chroom-6.
Deelnemers konden direct of indirect worden blootgesteld.
Directe blootstelling was de hoogste blootstelling.
Indirecte blootstelling kon regelmatig of incidenteel zijn.
Ook werkten er mensen bij tROM die vrijwel niet in de treinloods kwamen.
Hun blootstelling is verwaarloosbaar.
De deelnemers die aan treinen hebben gewerkt kunnen direct zijn blootgesteld aan chroom-6.
Dat geldt ook voor de begeleiders die de werkzaamheden hebben voorgedaan.
Deelnemers en begeleiders die in dezelfde hal ander werk deden, stonden verder weg.
Zij kunnen indirect zijn blootgesteld aan chroom-6.
Mensen die ander werk deden en wel eens in de hal waren zijn mogelijk indirect of incidenteel blootgesteld.
Hoe hoger, vaker of langer de blootstelling hoe groter de kans op het krijgen van ziekten.
De onderzoekers hebben bekeken of directe, indirecte en incidentele blootstelling aan chroom-6 heeft kunnen leiden tot ziekten bij tROM-deelnemers, -begeleiders en andere betrokkenen.
Bij directe, indirecte en incidentele blootstelling aan chroom-6 kunnen longkanker, maagkanker, neus- en neusbijholtekanker en allergische astma en rhinitis ontstaan.
Bij directe en indirecte blootstelling kan daarnaast ook allergisch contacteczeem optreden.
Het is onwaarschijnlijk dat dit ook kan optreden bij incidentele blootstelling.
Als de directe of indirecte blootstelling heel lang duurde kan dit ook leiden tot perforatie van het neustussenschot door chroomzweren.
Alleen directe en langdurige blootstelling kan leiden tot chronische longziekten.
Deze resultaten gelden als naar tROM als geheel wordt gekeken.
Voor een beoordeling voor u persoonlijk spelen meer zaken een rol dan alleen de blootstelling aan chroom-6.
Als u denkt dat u ziek bent geworden door het werken met chroom-6 bij tROM neem dan contact op met het informatiepunt bij het CAOP.
Zij kunnen u wijzen op uw mogelijkheden.
(Beeldtekst: Informatiepunt Chroom-6 Tilburg:
www.tilburg.onderzoekscommissiechroom6.nl.
Telefoon: 06 20 44 81 94.
Het Nederlandse wapenschild met daarnaast: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Beeldtekst: Wil je meer weten?
www.rivm.nl/chroom-6-en-carc.)
Deze video is in 2020 iets aangepast, omdat de informatie verouderd was. De video is in meerdere talen te bekijken: Engels, Arabisch, Papiamento en Turks.