Bereidheid om te laten vaccineren

Sinds begin januari zijn er vaccins tegen het coronavirus beschikbaar in Nederland. In verschillende fasen worden mensen uitgenodigd om zich te laten vaccineren. In het onderzoek hebben we deelnemers gevraagd of zij zich willen laten vaccineren en hoe ze denken over vaccinatie tegen het coronavirus.

Meetrondes

Ronde 1: 17-24 april 2020 | Ronde 2: 7-12 mei | Ronde 3: 27 mei - 1 juni | Ronde 4: 17-21 juni | Ronde 5: 8-12 juli | Ronde 6: 19-23 augustus | Ronde 7: 30 september - 4 oktober | Ronde 8: 11-15 november | Ronde 9: 30 december 2020 - 3 januari 2021 | Ronde 10: 10-14 februari | Ronde 11: 24-28 maart | Ronde 12: 5-9 mei. 

Vaccineren tegen het coronavirus

Van alle deelnemers is 90% gevaccineerd of bereid tot vaccinatie. 5% van de deelnemers is niet gevaccineerd of niet bereid tot vaccinatie en 5% twijfelt nog. Op het moment van invullen van de vragenlijst had 59% van de deelnemers een uitnodiging ontvangen om zich te laten vaccineren tegen het coronavirus. Van deze groep heeft 95% zich al laten vaccineren of hiervoor een afspraak gemaakt. 1% is van plan om een afspraak te maken, maar heeft dit nog niet gedaan. De rest twijfelt of ze zich willen laten vaccineren (2%) of willen zich bewust niet laten vaccineren (2%).

De deelnemers die wel een uitnodiging voor vaccinatie hebben ontvangen, maar nog twijfelen of zij zich willen laten vaccineren, of nog geen afspraak hebben gemaakt is gevraagd welke redenen zij hiervoor hadden. Van deze groep geeft 25% aan nog niet te weten of zij gevaccineerd willen worden. Tevens wil 25% niet gevaccineerd worden met het vaccin dat hen is aangeboden. Daarnaast geeft 21% aan bang te zijn voor bijwerkingen van de vaccinatie.

In de huidige meetronde is voor het eerst gevraagd naar vaccinatiebereidheid per type vaccin. De vaccinatiebereidheid is het hoogst voor het Pfizer vaccin, 81% van de deelnemers zou zich hiermee laten vaccineren als ze nu zouden worden uitgenodigd voor vaccinatie en 11% niet. De vaccinatiebereidheid is het laagst voor het AstraZeneca vaccin, iets meer dan de helft van de deelnemers (53%) zou zich hiermee laten vaccineren en 28% niet.

Verandering in vaccinatiebereidheid

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Bij het vergelijken van de vaccinatiebereidheid met eerdere meetrondes moet een verschil in de manier van meten genoemd worden. In meetronde 10 (februari 2021) en 11 (maart 2021) is de vaccinatiebereidheid alleen gemeten onder deelnemers die op het moment van invullen nog geen uitnodiging voor de vaccinatie hadden ontvangen. In eerdere meetrondes is de vaccinatiebereid wel onder alle deelnemers gemeten, aangezien het vaccineren nog niet was gestart. In de huidige meetronde is gekeken naar deelnemers die al gevaccineerd zijn, een afspraak hebben ingepland, of nog niet zijn uitgenodigd maar zich wel willen laten vaccineren. 

De vaccinatiebereidheid voor het coronavaccin is sinds de vorige meetronde licht gestegen (4 procentpunt). Vergeleken met meetronde 8 (november 2020) in november, waarin de laagste bereidheid werd gemeten, is de vaccinatiebereidheid met 33 procentpunt toegenomen. Daarmee is de vaccinatiebereidheid nu op het hoogste niveau sinds de eerste keer dat dit uitgevraagd is in meetronde 3 (mei/juni 2020).

De bereidheid om zich te laten vaccineren stijgt over het algemeen met de leeftijd. Sinds de vorige meetronde is de vaccinatiebereidheid in alle leeftijdsgroepen licht gestegen. Sinds meetronde 8, waarin de laagste bereidheid werd gemeten, is de vaccinatiebereidheid in elke leeftijdsgroep gestegen. De stijging ten opzichte van meetronde 8 is het hoogst in de groep 40-54 jarigen (38 procentpunt).

Hoe denken mensen over vaccinatie tegen het coronavirus

Aan de deelnemers zijn zeven verschillende stellingen over vaccinatie voorgelegd. Wanneer we de antwoorden uitsplitsen naar de bereidheid om zich te vaccineren, laat dit het volgende beeld zien. Van degenen die bereid zijn zich te vaccineren zijn het veel vaker eens met de stelling dat het vaccin ze zal beschermen, dat het veilig is na goedkeuring, dat ze hiermee bijdragen aan een uitweg uit de crisis en dat zij anderen ermee beschermen (respectievelijk 67%, 76%, 94% en 77%). Van deze groep is 21% bang voor mogelijke bijwerkingen en 23% is bang voor onbekende langetermijngevolgen. 87% geeft aan dat de meeste van hun vrienden en familie zich hebben laten vaccineren, of dat van plan zijn.

Ook van de deelnemers die nog twijfelen over vaccinatie geeft een aanzienlijk deel aan bang te zijn voor bijwerkingen (68%) of onbekende langetermijngevolgen (81%). 26% gelooft dat vaccinatie hen beschermt tegen het virus en 16% gelooft dat een vaccin veilig is als het is goedgekeurd voor de Nederlandse markt. Van deze groep gelooft 40% dat vaccinatie bijdraagt aan een uitweg uit de crisis en 30% denkt dat ze anderen beschermen door zich te laten vaccineren. Daarnaast geeft 60% aan dat de meeste van hun vrienden en familie zich hebben laten vaccineren, of dat van plan zijn.

De deelnemers die niet bereid zijn om zich te laten vaccineren gelooft maar 8% dat het vaccin hen beschermt tegen het virus. 5% van deze groep denkt dat het veilig is wanneer het goedgekeurd is voor de Nederlandse markt. 6% ziet vaccinatie als een uitweg uit de coronacrisis voor Nederland. Slechts 4% gelooft dat zij anderen tegen het coronavirus beschermen als zij gevaccineerd zijn. Bovendien is 74% van deze groep bang voor bijwerkingen van het vaccin en 88% is bang voor eventuele onbekende langetermijngevolgen. Van deze groep geeft 28% aan dat de meeste van hun vrienden en familie zich hebben laten vaccineren, of dat van plan zijn.

Meer informatie over waarom mensen zich wel of niet willen laten vaccineren is te vinden in verschillende publicaties van de Corona Gedragsunit. Hierin zijn ook gegevens verwerkt uit interviews en wetenschappelijke literatuur ten aanzien van vaccinatiebereidheid. 

Bronnen van informatie

Er is ook gekeken naar de verschillende bronnen die deelnemers belangrijk vinden om hun keuze voor of tegen vaccinatie te bepalen. Wanneer we de antwoorden uitsplitsen naar de bereidheid om zich te vaccineren, laat dit het volgende beeld zien. Voor degenen die bereid zijn om zich te laten vaccineren is de informatie website van de overheid: coronavaccinatie.nl de belangrijkste bron (42%), gevolgd door de informatie bij de uitnodiging voor de vaccinatie (39%). De minst belangrijke bronnen voor het maken van de vaccinatiekeuze zijn voor deze deelnemers informatie van de Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken en Vaccinvrij (1%), meningen op sociale media (2%) en informatie van een patiëntenvereniging (2%).

Ook voor de deelnemers die nog twijfelen is ‘wetenschappelijke informatie die ik opzocht op internet’ de belangrijkste bron (36%), gevolgd door informatie van de huisarts (31%). Evenals bij de deelnemers die niet bereid zijn tot vaccinatie is de minst belangrijke bron voor de twijfelaars ‘meningen van bekende Nederlandse die ik vertrouw’ (1%) gevolgd door informatie van patiëntenverenigingen (4%).

Voor degenen die niet bereid zijn om zich te laten vaccineren is ‘wetenschappelijke informatie die ik opzocht op internet’ de belangrijkste bron (45%), gevolgd door ‘andere informatie’ (25%). Daarnaast geeft 24% van deze deelnemers aan geen informatie te hebben gebruikt in hun vaccinatie keuze. De minst belangrijke bron voor het maken van de vaccinatie keuze is voor deze deelnemers ‘meningen van bekende Nederlandse die ik vertrouw’ (2%) gevolgd door informatie van patiëntenverenigingen (3%) en informatie op thuisarts.nl (3%).

Informatie na vaccinatie

Aan deelnemers die gevaccineerd zijn is in de huidige meetronde voor het eerst gevraagd welke informatie zij hebben ontvangen na hun vaccinatie, bijvoorbeeld over de mogelijkheid om nog besmet te raken na vaccinatie. Deze vragen konden zij beantwoorden met ‘ja’, ‘nee’ of ‘weet ik niet’. In de figuur wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende locaties waar mensen gevaccineerd kunnen zijn.

Over het algemeen werden de deelnemers na vaccinatie in het ziekenhuis het meest uitgebreid geïnformeerd. 68 tot 83% van de deelnemers zegt na vaccinatie in het ziekenhuis over de gevraagde onderwerpen geïnformeerd te zijn. Deze percentages waren het laagst na vaccinatie bij de huisarts (57 tot 69%). Op de verschillende locatievaccinaties werden deelnemers het vaakst geïnformeerd over het opvolgen van de coronamaatregelen na vaccinatie. Dit percentage varieerde van 69% bij de huisarts tot 83% in het ziekenhuis. De deelnemers werden het minst vaak geïnformeerd over het besmetten van anderen (57 tot 68%).

Maatregelen na vaccinatie

Mensen die een coronavaccin hebben gehad, zijn voor een groot deel beschermd tegen ziekte door het coronavirus. Toch wordt iedereen gevraagd nog wel de maatregelen na te blijven leven totdat het virus voldoende onder controle is. Deze meetronde is voor de derde keer gevraagd in hoeverre deelnemers verwachten de maatregelen nog na te leven nadat zij gevaccineerd zijn.

Het merendeel van de deelnemers is van plan om na hun vaccinatie de maatregelen evenveel na te leven als nu. De maatregel die de meeste deelnemers verwachten minder goed na te leven nadat zij gevaccineerd zijn, is samenkomen met meer dan 2 mensen. Van de deelnemers verwacht 40% dit (veel) meer te gaan doen. Toch verwacht het merendeel (47%)  evenveel samen te komen met meer dan 2 mensen. De maatregel waarvan de meeste deelnemers zeggen dat zij zich eraan blijven houden is het handen wassen. 91% verwacht dit evenveel te blijven doen nadat zij gevaccineerd zijn. Deze meetronde werd de deelnemers voor het eerst gevraagd in hoeverre zij zich na vaccinatie zullen houden aan de maatregel ‘testen bij klachten’. Van de deelnemers verwacht 76% zich hier evenveel aan te houden als nu. Toch verwacht 18% zich (veel) minder aan deze maatregel te houden.

Verschillende vaccins

De deelnemers is in de huidige meetronde aan de hand van een drietal stellingen gevraagd hoe zij denken over de Pfizer, Moderna, AstraZeneca en Janssen vaccins tegen het coronavirus. Deze stellingen konden zij beantwoorden met vijf antwoordmogelijkheden variërend van ‘helemaal mee oneens’ tot ‘helemaal mee eens’.

Alle vier de vaccins zijn (meer dan) 85% effectief in het voorkomen van ziekenhuisopnames bij ziekte door het coronavirus. Volgens 77% de deelnemers beschermt het Pfizer vaccin goed tegen het coronavirus. Voor Moderna, AstraZeneca en Janssen ligt dit percentage lager (67, 66 en 64%). Als het gaat om mogelijke bijwerkingen zijn de deelnemers hier bij AstraZeneca het meest bang voor (45%), gevolgd door Janssen (34%). Het percentage deelnemers dat bang is voor mogelijke bijwerkingen van de Pfizer en Moderna is ongeveer gelijk (23 en 25%). Ook als het gaat om onbekende langetermijngevolgen van de vaccinaties zijn de deelnemers hier bij het AstraZeneca vaccin het meest bang voor (41%), gevolgd door Janssen (35%). Het percentage deelnemers dat bang is voor onbekende langetermijngevolgen van Pfizer en Moderna is wederom ongeveer gelijk (31 en 32%).