Jongeren gaven aan of ze in de afgelopen drie maanden behoefte hadden aan hulp of steun, en of ze die kregen. In juni 2025 had een iets groter deel van de jongeren behoefte aan hulp. Deze resultaten van het zestiende kwartaalonderzoek horen bij het Gezondheidsonderzoek covid-19.
Iets meer behoefte aan hulp
Van de jongeren had 44% behoefte aan een of meer vormen van hulp of steun, wat iets meer is dan in maart (43%). Een jaar eerder, in juni 2024, had 40% behoefte aan hulp, maar dat was een relatief laag percentage. Daarbij nam de afgelopen drie maanden vooral de behoefte toe aan financiƫle hulp en hulp thuis bij ruzies en problemen met ouders, partner, kinderen of andere huisgenoten. Bij beide steeg dit naar 6% en was dit het hoogste percentage tot nu toe. Hoewel het met 3% een kleine groep blijft, zijn er in de afgelopen jaren iets meer jongeren die hulp nodig hebben thuis bij het zorgen voor zieke familieleden. Verder had 19% steun nodig omdat ze niet lekker in hun vel zaten, 13% bij lichamelijke klachten en 12% bij schoolwerk (zie grafiek).
Hulp bij school vaker voldoende passend dan mentaal
Het percentage jongeren dat voldoende passende hulp vond als ze niet lekker in hun vel zaten was 65%, vergeleken met een relatief hoge meting van 69% in de afgelopen ronde (zie grafiek). Daarnaast zocht 14% geen hulp en kon 7% geen hulp vinden. Bij schoolwerk vinden relatief meer jongeren voldoende passende begeleiding, dit zijn er steeds tussen de 76% en 79% (zie de grafiek in het linker tabblad).