Om meer inzicht te krijgen in de algemene gezondheid van jongeren tijdens en na de coronaperiode, vroegen we hoe zij hun gezondheid ervaren en hoeveel vertrouwen ze hebben in de toekomst. Inmiddels kunnen er naast corona ook andere dingen spelen die invloed hebben op ervaren gezondheid en vertrouwen in de toekomst. Hier bespreken we de resultaten van maart 2023. Dit is het zevende kwartaalonderzoek, onderdeel van het Gezondheidsonderzoek COVID-19.
Groot deel ervaart goede gezondheid
Deze zevende meting laat zien dat het grootste deel van de jongeren (84%) een (zeer) goede gezondheid ervaarde. Dit percentage is vergelijkbaar met het percentage uit de vorige meting. Van de jongeren gaf 14% aan dat het ‘wel gaat’ en 2% vond hun gezondheid (zeer) slecht.
Meestal beoordelen jongeren met vertrouwen in de toekomst en met minder mentale klachten hun gezondheid als (zeer) goed. Andersom hebben lichamelijke klachten (zoals buikpijn, hoofdpijn, spierpijn en vermoeidheid) en stress door eigen problemen te maken met een slechtere ervaren gezondheid.
Minder dan de helft heeft vertrouwen in de toekomst
In maart 2023 had 48% van de jongeren (veel) vertrouwen in de toekomst. Daarnaast had 42% een matig tot redelijk vertrouwen en 11% weinig tot geen vertrouwen in de toekomst. Sinds we begonnen met meten in september 2021, schommelt het percentage jongeren dat veel vertrouwen heeft in de toekomst (zie grafiek).
Als alle gemeten gegevens samen worden bekeken, blijkt dat vooral jongeren met mentale klachten minder vaak vertrouwen hebben in de toekomst.