We onderzochten de behoefte aan steun van jongeren tijdens de coronaperiode. We vroegen jongeren of ze bij iemand terecht kunnen als zij een probleem hebben en welke extra hulp of steun zij nodig hadden tijdens de coronaperiode. Hier bespreken we de resultaten van meetronde 2 (december 2021). Voor een totaaloverzicht van de resultaten van meetronde 2 zie ‘Feitenblad integrale gezondheidsmonitor COVID-19: 2e kort-cyclische gegevensrapportage jeugd’.
De meeste jongeren kunnen bij iemand terecht
Een overgrote meerderheid van de deelnemers (95%) geeft aan bij iemand terecht te kunnen. Voor 5% geldt dat niet. In meetronde 1 (september/oktober 2021) kon 4% van de jongeren bij niemand terecht. Jongeren die een gebeurtenis meemaakten en hier nog last van hebben, geven vaker aan dat zij bij niemand terecht kunnen als zij ergens mee zitten.
Meeste jongeren geen behoefte aan extra hulp
Jongeren konden in de vragenlijst aangeven of zij extra hulp of steun nodig hadden tijdens de coronaperiode. Als jongeren extra hulp of steun nodig hadden, is gevraagd aan welke steun of hulp zij behoefte hadden.
De resultaten laten zien dat de meerderheid van de jongeren (82%) geen extra hulp of steun nodig had en 18% wel. Als jongeren hulp nodig hadden, was dat omdat zij niet lekker in hun vel zaten (69%), hulp met school (35%) en hulp om met de drukte van het privéleven en werk/studie om te gaan (30%).
Behoefte aan steun of hulp werd vaker genoemd door meisjes. Ook jongeren die een hbo (hoger beroepsonderwijs) -of wo-studie volgen en jongeren die laag- of juist hoogopgeleid zijn hadden vaker behoefte aan steun of hulp. Tot slot gaven ook jongeren die niet meer bij hun ouders wonen en jongeren die nog last hebben van een meegemaakte gebeurtenis, vaker aan dat zij behoefte hadden aan hulp of steun tijdens de coronaperiode.