Met uitgestelde zorg bedoelen we zorg die werd uitgesteld door de coronapandemie. Denk aan een operatie in het ziekenhuis die niet doorging omdat het ziekenhuis geen plek had. Om inzicht te krijgen in deze uitgestelde zorg, vroegen we jongeren of zij medische zorg niet of later ontvingen. Als het antwoord daarop ‘ja’ was, vroegen we vervolgens of zij deze zorg inmiddels wel hebben ontvangen en of zij negatieve gevolgen ervaren van het uitstel. Op deze pagina bespreken we de resultaten van maart 2022. Dit is het derde kwartaalonderzoek van het Gezondheidsonderzoek COVID-19.
Rectificatie Jeugd ronde 3
Het RIVM heeft na verdiepende analyses ontdekt dat er fouten zaten in de geleverde data. Daarom zijn op 31 augustus 2022 de percentages bijgesteld (de hoofdboodschap blijft hetzelfde).
1 op de 5 jongeren heeft zorg niet of later ontvangen
Bij 15% van de jongeren heeft een zorgverlener 1 of meerdere afspraken afgezegd. Daarnaast heeft 6% van de jongeren zelf de zorg uitgesteld. Samen was dit 20% van de jongeren, omdat sommige jongeren zowel zelf zorg uitstelden als te maken kregen met uitgestelde zorg vanuit de zorgverlener. De meeste jongeren (60%) hadden geen zorg nodig tijdens de coronacrisis. 20% van de jongeren had wel zorg nodig en kreeg deze ook. De grafiek hieronder laat de percentages zien van jongeren die te maken kregen met uitgestelde zorg.
Van de jongeren bij wie zorg werd uitgesteld, hebben de meesten (85%) inmiddels (een deel van) de zorg ontvangen. Verder had 9% de zorg nog nodig en niet ontvangen, 6% had de uitgestelde zorg niet meer nodig (zie grafiek).
Meerderheid ervaart negatieve gevolgen uitgestelde zorg
Jongeren die te maken kregen met uitgestelde zorg gaven vaak aan (zie grafiek hieronder) dat ze hier last van hadden. Van de jongeren bij wie zorg was uitgesteld, ervaarde 12% veel negatieve gevolgen en 37% gaf aan een beetje last te hebben van uitgestelde zorg. De overige 50% ervaarde geen of nauwelijks negatieve gevolgen (meer).