Op deze pagina vindt u de actuele situatie van luchtweginfecties in Nederland.

Stand van zaken luchtweginfecties in Nederland

Status per 19-3-2025

Griep nog niet terug op niveau van voor de epidemie

De daling van het aantal mensen met griepachtige klachten zet niet verder door.  Het aantal mensen dat de huisarts bezocht met griepachtige klachten was afgelopen week (week 11, 10 - 16 maart) iets hoger (45 per 100.000 inwoners) dan de week ervoor (37 per 100.000 inwoners).  Het is de tweede week op rij waarbij dit aantal onder de drempelwaarde van verhoogde activiteit van 53 per 100.000 inwoners lag maar de griepepidemie is nog niet voorbij. Het aandeel griepvirus in monsters van mensen met luchtwegklachten is nog hoog. Huisartsen van de Nivel-peilstations namen keel- en neusmonsters af bij een deel van hun patiënten met luchtwegklachten. In de monsters van afgelopen week werd nog veel griepvirus (influenzavirus) gevonden. Van de 29 monsters testten er 14 (48%) positief op het griepvirus. Dit aandeel is wel lager dan vorige week. Het aantal meldingen van griepvirus door de laboratoria van de Virologische Weekstaten voor week 11 is ook lager dan de week ervoor. Het aandeel deelnemers aan Infectieradar met luchtwegklachten neemt ook af en was 5,1% in week 11. In 11% van de monsters van deelnemers aan Infectieradar met luchtwegklachten die in de afgelopen week zijn onderzocht, is griepvirus aangetoond. Dit is lager dan de twee weken ervoor. In alle bronnen worden de Influenza subtypes A(H1N1)pdm09, A(H3N2) en Influenza B Victoria-lijn gevonden. Meer informatie kan gevonden worden op de pagina: Feiten en cijfers griep | RIVM.

Naast het griepvirus, gaan er meer soorten luchtwegvirussen rond zoals het RS-virus Respiratoir Syncytieel-virus (Respiratoir Syncytieel-virus ), rhinovirussen en seizoenscoronavirussen. SARS severe acute respiratory syndrome (severe acute respiratory syndrome)-CoV coronavirus (coronavirus)-2 komt in Nederland momenteel weinig voor. Het aantal meldingen van het RS-virus is dalende sinds week 5 (27 januari - 2 februari 2025). Het aantal meldingen ligt echter nog steeds boven het basisniveau van de periode voor verhoogde circulatie van RS-virus. Voor meer informatie over het RS-virus, zie de RS-viruspagina.

Lees meer over

Adviezen bij klachten

Je kunt niet helemaal voorkomen dat je een luchtweginfectie krijgt. Met de volgende algemene adviezen kun je wel de kans verkleinen dat je het virus doorgeeft aan iemand anders:  

  • Ben je ziek? Blijf thuis.  
  • Ben je niet ziek, maar heb je wel klachten? Werk thuis als dat kan. Overleg indien nodig met je werkgever. 
  • Hoest en nies in je elleboog.
  • Houd afstand tot anderen.  
  • Vermijd contact met mensen die ernstig ziek kunnen worden van een luchtweginfectie.  
  • Is contact toch nodig (bijvoorbeeld bij mantelzorg)? Draag een mondneusmasker.  

Goede hygiëne helpt om verspreiding te beperken en kan helpen voorkomen dat je zelf ziek wordt. Was daarom vaak en goed je handen met water en zeep en ventileer binnenruimtes. 

Vaccinatie 

Tegen sommige virussen en bacteriën die een luchtweginfectie kunnen veroorzaken, bestaan vaccins. Denk bijvoorbeeld aan de jaarlijkse griepprik, de vaccinatie tegen COVID-19, en de vaccinatie tegen pneumokokken of kinkhoest.  Deze vaccins beschermen tegen (ernstige) ziekte. Mensen die ernstig ziek kunnen worden van dit soort ziektes krijgen een oproep voor een vaccinatie. Behoort u tot de groep mensen die meer kans heeft om ernstig ziek te worden van een luchtweginfectie, zoals griep, en ontvangt u een uitnodiging voor een vaccinatie? Dan is het belangrijk dat u die vaccinatie haalt.

Infectieradar deelnemers hebben klachten van een acute luchtweginfectie als ze hoesten, keelpijn hebben, kortademig zijn, een loopneus of een verstopte neus hebben doorgegeven.

Bron grafiek: Infectieradar RIVM. 

Het RIVM vraagt deelnemers aan het Infectieradar zelftestonderzoek een corona zelftest te doen als zij klachten hebben die passen bij corona of bij een andere luchtweginfectie, zoals hoesten, keelpijn, kortademigheid, een loopneus of een verstopte neus. Een deel van deze mensen wordt gevraagd om ook een neus- en keelmonster op te sturen naar het RIVM. Het RIVM onderzoekt of dit monster het coronavirus, een griepvirus of een verkoudheidsvirus bevat. Het merendeel van deze mensen met klachten heeft hiervoor niet de huisarts bezocht.

Let op: de lijn in de grafiek is het totale aantal geteste monsters. Iemand kan meerdere infecties tegelijk hebben. Hierdoor kunnen de gestapelde percentages in de grafiek een hoger percentage monsters positief aangeven, dan in werkelijkheid het geval is. Nog niet alle monsters die de afgelopen week zijn opgestuurd zijn al getest. Deze uitslagen zullen volgende week worden aangevuld.

Bron grafiek: RIVM en Peilstations participerend in Nivel Zorgregistraties eerste lijn

Bij een steekproef van de personen die de huisarts bezoeken met een luchtweginfectie worden monsters afgenomen voor de landelijke respiratoire surveillance. Dit wordt gedaan door huisartsenpraktijken die deelnemen aan de Peilstations van Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn. Zo’n 140 huisartsenpraktijken bemonsteren wekelijks een aantal mensen met een acute luchtweginfectie. Bij een deel van deze personen is de luchtweginfectie een griepachtig ziektebeeld. Iemand heeft een griepachtig ziektebeeld als de klachten plotseling opkomen, koorts heeft en één van de volgende klachten heeft: hoesten, neusverkoudheid, rauwe keel, hoofdpijn, spierpijn, of pijn op de borst. De resultaten van deze personen met een griepachtig ziektebeeld zijn op de griepwebpagina te vinden.

Door een lage hoeveelheid virus kan het in enkele gevallen voorkomen dat het rhinovirus en het enterovirus niet van elkaar te onderscheiden zijn. Hierbij is het niet te bepalen of rhinovirus of enterovirus allebei voorkomen, of één van de twee. Daarom wordt deze uitslag in de grafiek als Rhino/Enterovirus weergegeven.

Let op: de lijn in de grafiek is het totale aantal geteste monsters. Iemand kan meerdere infecties tegelijk hebben. Hierdoor kunnen de gestapelde percentages in de grafiek een hoger percentage monsters positief aangeven, dan in werkelijkheid het geval is.