Tijdens het respiratoir seizoen 2024/2025 (week 40 van 2024 tot en met week 20 van 2025) gingen zoals gebruikelijk meerdere virussen rond die acute luchtweginfecties kunnen veroorzaken. De grootste piek in mensen met acute luchtweginfecties was in de periode dat er veel influenzavirus voorkwam. Bij jonge kinderen viel de piek in luchtweginfecties in de periode dat er veel RS-virus Respiratoir Syncytieel-virus (Respiratoir Syncytieel-virus ) rondging. Gedurende de winterperiode kwam het coronavirus SARS severe acute respiratory syndrome (severe acute respiratory syndrome)-CoV-2 weinig voor. Dit virus zorgde vooral in de zomer en herfst van 2024 voor luchtwegklachten. In samenwerking met stichting NICE publiceert het RIVM in deze terugblik ook informatie over luchtweginfecties die zo ernstig verlopen dat opname op de intensive care (IC) nodig is. In het respiratoir seizoen 2024-2025 was een piek in IC Intensive care (Intensive care)-opnames vanwege luchtweginfecties te zien in de periode dat er veel influenzavirus voorkwam.

Coronavirus SARS-CoV-2 in de zomer en herfst

Anders dan influenza- en RS-virus, dat veel rondgaat in de winter, heeft het coronavirus SARS-CoV-2 (nog) geen stabiel seizoenspatroon. Het virus kwam vooral voor in de zomer en de herfst van 2024. In deze periodes werden er per week minder patiënten met een SARS-CoV-2 infectie in het ziekenhuis opgenomen dan in periodes in voorgaande jaren waarin veel SARS-CoV-2 rondging.

Vooral veel RS-virus rond de jaarwisseling

Bij kinderen jonger dan vijf jaar piekten de aantallen huisartsbezoeken voor acute luchtweginfecties net vóór en ná de jaarwisseling. Tijdens de eerste piek was er ook een piek te zien in de aantallen huisartsbezoeken voor bronchiolitis bij kinderen in deze leeftijdsgroep. Tijdens deze periode ging er veel RS-virus rond. Dit virus werd aangetoond zowel in de monsters van patiënten die de huisarts bezochten met een acute luchtweginfectie als in de monsters van de laboratoria. Vanaf september 2025 krijgen baby’s die geboren zijn sinds april 2025 een prik tegen het RS-virus aangeboden. Dit is het eerste jaar dat deze prik in Nederland aangeboden wordt. In landen waar dit al langer gebeurt, is het aantal ziekenhuisopnames voor jonge kinderen met een RS-virusinfectie sterk afgenomen.

Griepepidemie vanaf begin 2025

De griepepidemie duurde dit respiratoir seizoen negen weken; van half januari t/m half maart 2025. Vanaf begin maart was het aantal mensen dat met griepachtige klachten naar de huisarts ging niet meer verhoogd, maar laboratoria vonden nog steeds veel griepvirus. Tijdens de griepepidemie was het aantal IC Intensive care (Intensive care)-opnames voor luchtweginfecties verhoogd. De griepvirussen die dit seizoen het meeste voorkwamen waren type A(H3N2) en type A(H1N1)pdm09.

Sterfte

Tijdens het respiratoir seizoen was er een periode met oversterfte, die vrijwel samenviel met de griepepidemie. Tijdens de verheffingen van het coronavirus SARS-CoV-2 in zomer en herfst 2024 was er, voor het eerst in de periode na de COVID-19 pandemie, geen oversterfte tijdens een SARS-CoV-2 verheffing. Hoewel de oversterfte tijdens de griepepidemie iets hoger was dan vorig jaar, was de totale oversterfte gedurende de periode van juli 2024 – juni 2025 iets lager dan in dezelfde periode het jaar ervoor. Vergeleken met de jaren van de COVID-19 pandemie, maar ook met de jaren ervoor was de oversterfte in zowel de periode juli 2023-juni 2024 als juli 2024-juni 2025 relatief laag.

Andere virussen

Ook andere virussen zorgden in het respiratoir seizoen 2024-2025 voor luchtweginfecties. Dit waren bijvoorbeeld rhinovirus, humane seizoenscoronavirussen, humaan metapneumovirus (hMPV) en adenovirus. Waar vorig respiratoir seizoen (2023/2024) het aantal monsters waarin Mycoplasma pneumoniae werd aangetoond hoger was dan gebruikelijk, was dit in seizoen 2024/2025 weer op hetzelfde niveau als vóór de COVID-19 pandemie.

Zicht houden op luchtwegvirussen

We houden op verschillende manieren zicht op de ontwikkeling en verspreiding van luchtweginfecties in Nederland. In de surveillance werken we samen met onder andere Nederlandse laboratoria en onderzoeksinstituut Nivel. Om beter zicht te krijgen op de ernst van luchtweginfecties werkt RIVM samen met onder andere Stichting NICE en Dutch Hospital Data (DHD) aan het opzetten van surveillance in ziekenhuizen. Vanaf september 2025 rapporteert het RIVM wekelijks het aantal IC-opnames van volwassenen met een luchtweginfectie. Deze gegevens worden door stichting NICE gedeeld met het RIVM. Deze informatie kan van groot belang zijn tijdens een (onverwachte) uitbraak en om de ernst van een verheffing tijdens het luchtwegseizoen te kunnen duiden.