Om professionals in de gezondheidszorg en andere geïnteresseerden een goed beeld te geven van de huidige verspreiding van het griepvirus en andere virussen die acute luchtweginfecties veroorzaken publiceert het RIVM wekelijks de stand van zaken. De meest recente data zijn voorlopige cijfers van de afgelopen week, lopend van maandag t/m zondag. Wekelijks worden de cijfers van de voorgaande weken opnieuw berekend met eventueel nagekomen gegevens betreffende griepmeldingen en/of onderzoek van neus- en keelmonsters om een grotere precisie te bereiken.

Uitleg over deze surveillance is te vinden op de Griep volgen webpagina

Stand van zaken griep en andere acute luchtweginfecties

In Nederland gaan allerlei virussen rond die luchtwegklachten kunnen geven. De dalende trend van de griepepidemie zet nog verder door. In monsters van keel- en neus van mensen met griepachtige klachten werd minder vaak griepvirus gevonden. Het einde van de griepepidemie komt hiermee steeds meer in zicht.

Het aantal mensen dat met griepachtige klachten naar de huisarts gaat, is in week 10 (4-10 maart) op het basisniveau dat gebruikelijk is buiten een griepepidemie. En hoewel er ook sprake is van een dalende trend in het aantal monsters waarin griepvirus wordt gevonden, liggen die aantallen nog niet op het basisniveau. De griepepidemie begon in week 3 (15-21 januari) en duurt nu 8 weken.

Afgelopen week gingen 44 op de 100.000 mensen met griepachtige klachten naar de huisarts. De weken ervoor waren dat 41 (week 9) en 49 (week 8) op de 100.000 mensen. Dat blijkt uit cijfers van de Nivel Peilstations. Bij een deel van deze mensen namen huisartsen monsters van keel en neus af. In het laboratorium is gekeken welke virussen er in de monsters zitten. In 22% van de monsters die in de afgelopen week zijn onderzocht werd griepvirus gevonden. 

Ook bij deelnemers aan Infectieradar met luchtwegklachten daalde het percentage positieve testuitslagen voor griepvirus verder (3.4% voor week 10 t.o.v. 5.4 % voor week 9). Ook uit cijfers van laboratoria in Nederland (de Virologische Weekstaten) blijkt dat het aantal monsters waarin griepvirus wordt gevonden verder afneemt, ook wanneer alleen gekeken wordt naar een selectie van de laboratoria die zowel deze als vorige weken gerapporteerd hebben in de virologische weekstaten.

Tabel: Monsters afgenomen bij patiënten met een griepachtig ziektebeeld die hun peilstation huisarts hebben bezocht en positief zijn gevonden voor een virus.

IAZ influenza-achtig ziektebeeld (influenza-achtig ziektebeeld) Week 6 Week 7 Week 8 Week 9 Week 10
Totaal monsters getest 52 43 28 28 18
Totaal griepvirus positief 28 (54%)  28 (65%)  15 (54%)  12 (43%)  4 (22%)
Totaal voor minstens één virus (inclusief griep) positief 38 (73%) 35 (81%) 21 (75%) 19 (68%) 11 (61%)

 

Bij een steekproef van de personen die de huisarts bezoeken met een griepachtig ziektebeeld worden monsters afgenomen voor de landelijke respiratoire surveillance. Dit wordt gedaan door huisartsenpraktijken die deelnemen aan de Peilstations van Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn. Zo’n 40 huisartsen praktijken registreren en bemonsteren wekelijks het aantal mensen met een griepachtig ziektebeeld. Daarnaast zijn er ongeveer 100 praktijken die alleen mensen met een griepachtig ziektebeeld bemonsteren. 

Let op: de lijn in de grafiek is het totale aantal geteste monsters. Iemand kan meerdere infecties tegelijk hebben. Hierdoor kunnen de gestapelde percentages in de grafiek een hoger percentage monsters positief aangeven, dan in werkelijkheid het geval is. Enterovirus uitslagen volgen met een vertraging van twee weken, in verband met extra uit te voeren testen.

Bron grafiek: RIVM. De monsters zijn van deelnemers met een negatieve corona zelftest. 

Het RIVM vraagt deelnemers aan het Infectieradar zelftestonderzoek  een corona zelftest te doen als zij klachten hebben die passen bij corona of bij een andere luchtweginfectie, zoals hoesten, keelpijn, kortademigheid, een loopneus of een verstopte neus. Een deel van deze mensen wordt gevraagd om ook een neus- en keelmonster op te sturen naar het RIVM. Het RIVM onderzoekt of dit monster het coronavirus, een griepvirus of een verkoudheidsvirus bevat. Het merendeel van deze mensen met klachten heeft hiervoor niet de huisarts bezocht. 

Let op: de lijn in de grafiek is het totale aantal geteste monsters. Iemand kan meerdere infecties tegelijk hebben. Hierdoor kunnen de gestapelde percentages in de grafiek een hoger percentage monsters positief aangeven, dan in werkelijkheid het geval is. Nog niet alle monsters die de afgelopen week zijn opgestuurd zijn al getest. Deze uitslagen zullen volgende week worden aangevuld.

Virologische weekstaten

Sla de grafiek Influenzavirus type A over en ga naar de datatabel

*Noot. Niet alle laboratoria hebben hun data gerapporteerd voor de meest recente week, het aantal detecties van deze week is daarom nog niet compleet.

Bron: grafiek: virologische diagnostiek rapportages Nederlandse Werkgroep voor Klinische Virologie.

vir wk inflB

Sla de grafiek Influenzavirus type B over en ga naar de datatabel

*Noot. Niet alle laboratoria hebben hun data gerapporteerd voor de meest recente week, het aantal detecties van deze week is daarom nog niet compleet.

Bron: grafiek: virologische diagnostiek rapportages Nederlandse Werkgroep voor Klinische Virologie.

Bron grafiek: virologische diagnostiek rapportages Nederlandse Werkgroep voor Klinische Virologie. De laboratoria rapporteren enkel of een type A of B influenzavirus is aangetoond, en niet om welk subtype/lijn het gaat. De aantallen van de voorgaande en huidige week kunnen veranderen door nagekomen meldingen van de laboratoria. 

Nationaal Influenza Centrum (NIC Nationaal Influenza Centrum (Nationaal Influenza Centrum))

Gedurende het griepseizoen word er regelmatig een influenzanieuwsbrief uitgebracht. De karakteriseringen en antivirale gevoeligheid van deze virussen zijn terug te vinden in de meest actuele influenza nieuwsbrief van het NIC.

nic

Sla de grafiek NIC-monsters over en ga naar de datatabel

Bron grafiek: ingezonden influenzavirussen aan het NIC Nationaal Influenza Centrum (Nationaal Influenza Centrum) (locatie ErasmusMC Erasmus Medical Center (Erasmus Medical Center) en RIVM). De aantallen van de voorgaande en huidige week kunnen veranderen door nagekomen influenzavirussen.

 

Griepvaccin 2023/2024

Sinds 9 oktober 2023 wordt tegen griep (influenza) gevaccineerd voor het seizoen 2023/2024. Voor meer informatie over het griepvaccin klik hier

Samenvatting griepepidemie 2022/2023

De griepepidemie in de winter van 2022/2023 begon in week 50 en duurde 14 weken. Ongeveer 169.000 mensen gingen naar de huisarts met griepachtige klachten. Dit waren er meer dan in het winterseizoen ervoor, maar nog steeds minder dan voor de corona-epidemie. Naar schatting hebben tussen oktober 2022 en mei 2023 ongeveer 873.000 mensen de griep gehad. Mensen zijn vooral ziek geworden van het type A(H1N1)pdm09 en B (Victoria-lijn). Ook is het type A(H3N2) griepvirus vaak gevonden. Mensen die de griepprik hebben gehaald, hadden 52 procent minder kans om griep te krijgen. Dat is ongeveer hetzelfde als voor de corona-epidemie.