De routekaart gaat over de toekomst van (geavanceerde) materialen in de Europese Unie en wat daar voor nodig is. De belangrijkste boodschap van de routekaart is dat samenwerking onmisbaar is om geavanceerde materialen tot een succes te maken. En ook hoe geavanceerde materialen positieve effecten kunnen hebben op de samenleving en economie.
Materialen, vooral geavanceerde, vormen de ruggengraat en bron van welvaart van een industriële samenleving. Deze nieuwe materialen hebben speciale eigenschappen, waardoor er hoge verwachtingen zijn. Bijvoorbeeld om een groene en digitale transitie mogelijk te maken. Tegen deze achtergrond is een plan ontwikkeld. Een groep van bedrijven en onderzoeksorganisaties kwam met dit Advanced Materials Initiative AMI2030. Zij doen hierin een voorstel voor een nieuwe visie op geavanceerde materialen voor Europa. Dit moet samenwerking tussen belanghebbenden versterken en leiden tot meer mogelijkheden voor het gebruik van geavanceerde materialen.
Wat is de visie van AMI2030?
AMI2030 stelt dat een sterk Europees systeem voor materialen de groene en digitale transitie en een duurzame inclusieve Europese samenleving stimuleert. Het doet dat door ontwikkelaars, gebruikers en burgers en alle andere belanghebbenden stelselmatig te laten samenwerken.
AMI2030 pleit voor een systeemaanpak om de volgende generatie oplossingsgerichte geavanceerde materialen te ontwikkelen. Deze materialen kunnen kansen bieden voor de Europese samenleving, economie en het milieu van vandaag en in de toekomst. Een groot aantal organisaties steunt het AMI2030.
De routekaart van AMI2030
In december 2022 bracht AMI2030 een routekaart uit. Deze routekaart gaat over de toekomst van (geavanceerde) materialen in de Europese Unie. Het geeft aan wat daar voor nodig is. Hiervoor werkte AMI2030 samen met verschillende Europese technologieplatformen. De belangrijkste boodschap van de routekaart is dat samenwerking onmisbaar is. Alleen met samenwerking kunnen we geavanceerde materialen tot een succes te maken in Europa.
Dat samenwerken moet op verschillende niveaus gebeuren. Landen in de Europese Unie moeten bijvoorbeeld gaan samenwerken om regels, normen en standaarden te ontwikkelen. En de Europese Unie moet een plan ontwikkelen om de mogelijke voordelen van geavanceerde materialen te benutten.
Dat betekent ook dat overheden moeten werken aan duidelijke criteria voor duurzaamheid en veiligheid. Deze moeten voor verschillende wettelijke kaders gelden, en zowel voor chemicaliën als voor (nano)materialen. Daarnaast moeten overheden samenwerken met belanghebbenden voor materialen. Het gaat hierbij om bedrijven, ontwerpers, vakbonden, werknemers en maatschappelijke organisaties. Deze samenwerkingen zijn nu nog niet allemaal vanzelfsprekend.
De routekaart beschrijft ook hoe geavanceerde materialen positieve effecten kunnen hebben op de samenleving en economie. De medische sector, de energiesector en de textielindustrie zijn voorbeelden van sectoren waar geavanceerde materialen nodig zijn.
Volgende stappen richting een onderzoeks- en innovatieagenda
Via DG (directeur-generaal ) Research & Innovation steunt de Europese Commissie AMI2030. Ook vroeg de Commissie aan AMI2030 om vanuit de routekaart een toekomstgerichte agenda op te stellen. In de agenda staan doelen met daaraan verbonden acties. Deze acties moeten voor de Commissie handvatten bieden om onderzoek of andere initiatieven uit te zetten.
Wat vindt het RIVM?
De routekaart gaat vooral over de mogelijkheden voor innovatie door geavanceerde materialen. De aandacht ligt daarbij op sociaaleconomische voordelen. Daarmee geeft het vooral de kijk van bedrijven, technologische onderzoeksorganisaties en technologieplatformen. Overheden, milieuorganisaties en beleidsmakers hebben ieder mogelijk hun eigen kijk op de toekomst van geavanceerde materialen. Het manifest verenigt niet die bredere blik.
Het is nationaal en Europees beleid om bij nieuwe materialen ook te zorgen voor duurzaam gebruik. Een belangrijke belofte is dat geavanceerde materialen zorgen voor een win-winsituatie op weg naar een groenere en een digitale economie. Dat is nog maar de vraag. De ervaring leert dat beloften vaak niet volledige uitkomen. Vaak komt men tot een tussenoplossing. Onderzoek door het RIVM laat zien dat verduurzaming van materialen nog geen verduurzaming van productmarkten betekent.
De veiligheid van nieuwe materialen krijgt minder aandacht in de routekaart. Het is belangrijk om veiligheid wel mee te nemen bij de ontwikkeling van chemicaliën en materialen. Dit vindt ook de Europese Unie in de EU-strategie voor duurzame chemische stoffen. Hierin spreekt de EU (Europese Unie) de ambitie uit om de vervuiling tot nul te brengen.
Het RIVM doet ook onderzoek naar geavanceerde materialen. Het RIVM heeft een systeem ontwikkeld om mogelijke risico’s van geavanceerde materialen stelselmatig in kaart te brengen. Met dit systeem kunnen indicaties van zorg over geavanceerde materialen in een vroege fase worden opgepikt. Hierdoor kunnen risicobeoordelaars zich op tijd voorbereiden op deze nieuwe materialen. Met de aanpak kun je indicaties over heel verschillende materialen onderzoeken.
Dit systeem wordt verder ontwikkeld binnen de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling). Het RIVM, en daarmee Nederland, leidt samen met Duitsland de OESO stuurgroep over geavanceerde materialen. Nederland speelt daarmee een grote rol in deze ontwikkelingen.