Wie kan een infectie door het RS respiratoir syncytieel (respiratoir syncytieel)-virus krijgen?

Iedereen kan een infectie door het RS-virus krijgen. Sommige mensen hebben meer kans om ziek te worden. Vooral mensen die in groepen bij elkaar zijn, bijvoorbeeld in de kinderopvang of in een verpleeghuis. Sommige mensen worden erger ziek door het RS-virus:

  • baby’s jonger dan 6 maanden en in het bijzonder baby’s die te vroeg geboren zijn,
  • kinderen jonger dan 2 jaar, vooral als ze ook nog een ziekte hebben aan bijvoorbeeld de longen of het hart, of als ze door een ziekte minder afweer hebben,
  • kinderen met bijvoorbeeld aangeboren hartafwijkingen en kinderen met het syndroom van Down
  • volwassenen die door een ziekte of medicijnen minder afweer hebben,
  • volwassenen met een ziekte aan het hart of de longen,
  • mensen ouder dan 65 jaar.

Wat kun je doen om een infectie door het RS-virus te voorkomen?

Het is moeilijk om te voorkomen dat iemand besmet raakt. Wat kun je wel doen?

Bij hoesten of niezen:

  • Gebruik een papieren zakdoek. Heb je geen papieren zakdoek bij de hand? Hoest dan in je elleboog.
  • Gebruik een zakdoek maar één keer en gooi de zakdoek na gebruik weg.
  • Was regelmatig je handen met water en zeep.
  • Het is niet nodig om bij iedereen die hoest of niest uit de buurt te blijven. Houd pasgeboren baby’s wel uit de buurt van hoestende en niezende mensen.

En verder:

  • Borstvoeding helpt om pasgeboren baby’s te beschermen tegen een infectie door het RS-virus. In de borstvoeding zitten antistoffen van de moeder. Die beschermen de baby tegen een infectie.
  • Maak speelgoed dat kinderen in de mond nemen elke dag schoon. Dit kan met gewone schoonmaakmiddelen.

Kan iemand met een infectie door het RS-virus naar de kinderopvang, school of werk?

Voelt een kind zich goed of is het voldoende hersteld? Dan kan het gewoon naar de kinderopvang of naar school. Het RS-virus komt in de winter veel voor als verwekker van bovenste luchtweginfecties. Contact met het RS-virus is daardoor niet te vermijden. 

Heeft uw kind een infectie door het RS-virus? Vertel het dan aan de pedagogisch medewerker of de leerkracht. Zij kunnen in overleg met de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) andere ouders informeren. Ouders kunnen dan letten op de klachten van het RS-virus bij hun kind. Soms zijn extra maatregelen op de kinderopvang of de school nodig.

Een volwassene met een infectie door het RS-virus die zich (weer) goed voelt, kan gewoon werken.


Heb je meer vragen over RS-virus?

Stel je vragen aan de huisarts of bel met de GGD-afdeling Infectieziektebestrijding. Op de website van thuisarts staat informatie over het RS-virus bij kinderen.