GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Groningen kreeg in de eerste week na de zomervakantie van 2019 een melding van een uitbraak van een infectieziekte op een basisschool. Er waren uiteindelijk 50 zieke kinderen en 4 zieke leerkrachten. Ze hadden allemaal klachten van diarree en braken.

Auteurs

Auteurs: T. Boersema,  GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Groningen

Infectieziekten Bulletin: november 2019, jaargang 30, nummer 6

Situatiebeschrijving

Op woensdag 28 augustus belde een directeur van een kleine basisschool naar de afdeling Infectieziektebestrijding van GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Groningen om te melden dat er 33 kinderen en 4 leerkrachten ziek waren met klachten van diarree en braken. Op de school zitten 98 kinderen en er werken 12 leerkrachten en andere medewerkers..

Tijdens het telefoongesprek werd de verpleegkundige geïnformeerd over het aantal zieken, de eerste ziektedag, diagnostiek, mogelijke besmettingsbronnen, of er al maatregelen waren genomen en zo ja, welke? De directeur vertelde dat er op de eerste dag na de zomervakantie in de aula van de school een feestelijke opening was geweest voor alle leerlingen en leerkrachten. Met ranja en koekjes, gekocht in een winkel. In het klaslokaal van groep 3/4 had vlak voor de feestelijke opening een kind gebraakt. Vanaf maandagavond op dinsdag waren veel kinderen en leerkrachten ziek geworden met klachten van braken en diarree. De directeur maakte zich zorgen en vroeg zich af wat ze kon doen. 

Groep Aantal kinderen Aantal zieke kinderen
1/2 27 onbekend omdat de kleuters vrij zijn op woensdag
3/4 23 15
5/6 23 9
7/8 25 9

Nadat ze de melding had geregistreerd sprak de verpleegkundige met de directeur af om later op de ochtend terug te bellen en maatregelen te bespreken. Echter, na overleg op de GGD tussen de verpleegkundige, de arts infectieziektebestrijding en de deskundige infectiepreventie, werd besloten dat het wenselijk was dat de GGD nog dezelfde middag de school zou bezoeken. Vanwege het grote aantal zieken. De verpleegkundige en de deskundige infectiepreventie gingen daarop naar de school en hadden 5 testkits voor fecesdiagnostiek bij zich, om uit te delen aan de ouders van de zieke kinderen.

Op school spraken zij met 2 leerkrachten die niet ziek waren. Eén leerkracht was de bewuste maandag niet op school geweest, De andere wel, maar die had geen koekjes en ranja gehad. De combinatie van braken en diarree en ranja en koekjes deed vermoeden dat norovirus de oorzaak was en de ranja en koekjes de bronnen van besmetting. Ook zou aerogene verspreiding op school een rol kunnen hebben gespeeld. Want de moeder van het kind dat had overgegeven, had het braaksel opgeruimd met handdoeken, die zij vervolgens in de wasmand in de keuken van de school had gestopt. Daarna was zij gaan helpen met het klaar zetten van de ranja en koekjes. De GGD ging ook kijken in de keuken en de Uit de inspectie van de keuken en het sanitair bleek dat in de toiletten voor de leerlingen flacons met vloeibare zeep stonden en papieren handdoekjes lagen en in het toilet voor de leerkrachten hing een handdoek. In de keuken stond een open wasmand voor de vuile was.

Diagnostiek

Vanwege het vermoeden van de GGD dat het om besmetting met norovirus ging, waren tijdens het bezoek van de GGD 5 testkits voor diagnostiek uitgedeeld aan ouders. Het lukte de ouders echter niet om fecesmonsters op te vangen omdat de kinderen vooral moesten braken en geen diarree hadden. In overleg met het laboratorium mocht toen ook braaksel opgestuurd worden voor onderzoek. Alle 5 bij het laboratorium ingeleverde monsters bleken positief voor norovirus. Op donderdag waren 50 leerlingen, 4 leraren en de directeur ziek. 

Maatregelen

Op basis van het bezoek aan de school adviseerde de GGD de volgende maatregelen:

  • Zieke leerlingen moeten thuisblijven, om verdere verspreiding van norovirus op school te voorkomen. De leerlingen mogen 24 uur nadat zij zijn hersteld weer naar school.
  • De ouders worden per mail geïnformeerd over de uitbraak en krijgen daarbij advies over te nemen hygiënemaatregelen.
  • Zolang de uitbraak duurt mogen kinderen niet trakteren. Zelfgemaakte traktaties (door mogelijk zieke kinderen/ ouders) zouden dan weer een besmettingsbron kunnen worden.
  • Het bedrijf dat de school schoonmaakt heeft uitleg en instructies gekregen van de deskundige infectiepreventie over het extra reinigen en desinfecteren van hoogrisico- oppervlakken zoals deurknoppen, toiletten en de keuken. Dit moet dagelijks gebeuren tijdens de uitbraak, tot 3 dagen daarna.
  • De mand met vuile was mag niet meer in de keuken staan. 
  • Zowel de leerlingen als de leerkrachten moeten extra aandacht besteden aan handhygiëne: wassen met vloeibare zeep en drogen met papieren handdoekjes. Beide producten zijn al aanwezig in de toiletten.

Conclusie

De GGD gaat ervan uit dat de koekjes en/of de ranja  die op maandag werden uitgedeeld besmet zijn geraakt met norovirus, via de handen van de mensen die de traktaties hadden. klaargezet. Na 24 uur werden de eerste zieken gemeld en de uitbraak heeft 5 dagen geduurd. Degenen die wel op school waren maar geen ranja of koekjes hadden gegeten zijn niet ziek geworden. Daarentegen werden sommige ouders van zieke kinderen ook  ziek en hadden daarbij dezelfde klachten. Na het weekend werden geen nieuwe patiënten meer gemeld en waren bijna alle leerlingen en leraren weer op school.

De school was erg blij met onze komst, want de uitbraak zorgde voor een onplezierige en onrustige start van het schooljaar. Door onze betrokkenheid, heldere informatie, duidelijke acties en uitleg over de verspreidingsweg en besmettingsbron, konden we ouders, leerlingen en leerkrachten gerust stellen. Daarom was ook iedereen bereid om de maatregelen in acht te nemen. Iedereen op school was zich bewust van het belang van goede hygiëne en in het bijzonder van goede handhygiëne, zeker bij het bereiden van voedsel. Wij zijn van mening dat dit niet zo goed gelukt zou zijn, als we alleen telefonisch contact met de school hadden gehad.

Auteur

T. Boersema,  GGD Groningen

Correspondentie

trea.boersema@ggd.groningen.nl

Reactie toevoegen