Het risico op een besmetting met het Puumala orthohantavirus (PUUV Puumala hantavirus (Puumala hantavirus)) varieert over de jaren. Het wordt sterk bepaald door de grootte van de rosse woelmuispopulatie, die weer afhangt van de productie van nootjes bij de eik en beuk (‘mast’). Met een model gebaseerd op mastproductie kunnen wij voorspellen of er in een jaar relatief veel of weinig PUUV-infecties bij mensen zullen voorkomen. Voor 2019 voorspellen wij 48 infecties. Dit is een hoog aantal. Deze prognose is dan ook reden voor alertheid bij huisartsen en GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)'en.

IB juni 2019

Auteurs: M. Maas, A. Swart

Infectieziekten Bulletin, jaargang 30, nummer 4, juni 2019

Infecties met Puumala orthohantavirus (PUUV Puumala hantavirus (Puumala hantavirus)) verlopen meestal zonder symptomen, maar soms treden milde tot ernstige klinische verschijnselen op. Het belangrijkste klinische syndroom is nefropathia epidemica, een milde vorm van hemorragische koorts met renaal syndroom. In Nederland zijn sinds december 2008 hantavirusinfecties bij mensen meldingsplichtig. Gemiddeld worden 19 patiënten per jaar gemeld, met een spreiding van 3 tot 36.

De belangrijkste gastheer voor PUUV is de rosse woelmuis (Myodus glareolus). De muis scheidt het virus uit via feces, urine en speeksel. Mensen kunnen geïnfecteerd raken door direct contact met deze excreta of door het inademen van aerosolen van ingedroogde excreta, bijvoorbeeld bij het vegen van een schuur.

De kans op besmetting met PUUV is afhankelijk van de aanwezigheid van rosse woelmuizen en de PUUV-prevalentie bij deze muizen. De populatiegrootte en PUUV-prevalentie kunnen veel verschillen tussen de jaren. Het risico op besmetting bij mensen varieert dus ook jaarlijks.

Het meten van de populatiegrootte en PUUV-prevalentie bij rosse woelmuizen is tijdrovend en duur.Wij hebben daarom een model gebouwd waarmee we aan de hand van mast- en temperatuurdata kunnen voorspellen of er een verhoogd risico is op PUUV-infecties (1, 2) In ons model gaat het specifiek om de mast van eiken, Amerikaanse eiken en beuken. De hoeveelheid mast blijkt een goede voorspeller van de jaar-tot-jaar-variatie van het aantal mensen met een PUUV-infectie; de hoogte van de temperatuur is bepalend voor de variatie binnen 1 jaar.

Figuur 1 geeft weer hoe de mastscore (op een schaal van 1 (geen) tot 5 (veel)) over de jaren varieert en het effect daarvan op het aantal mensen dat besmet wordt. De mastproductie is duidelijk cyclisch, maar de cycli duren niet strikt 2 jaar en verschillen ook per boomsoort. Er is dus geen sprake van een gezamenlijke piek. In de grafiek is niet direct duidelijk welke combinatie van mast van de diverse boomsoorten voorspellend is, en hoe zwaar het huidige en vorige jaar moet worden meegewogen.

Verloop van mastproductie op een schaal van 1 tot 5 (weinig tot veel), gecombineerd met verloop van patiënten met een PUUV-infectie, voor de periode 2011-2018

Figuur 1. Verloop van mastproductie op een schaal van 1 tot 5 (weinig tot veel), gecombineerd met verloop van patiënten met een PUUV-infectie, voor de periode 2011-2018

Het ontwikkelde model is echter wel in staat de patronen te ontdekken, en levert een voorspelling zoals weergegeven in figuur 2. In 2019 verwachten wij 48 patiënten met een PUUV-infectie, wat zeer hoog is. Zoals duidelijk is uit de figuur, is dit getal wel met onzekerheid omgeven. Terugkijkend is het curieus dat er de afgelopen jaren telkens sprake was van een piek in december, die niet door het model werd voorspeld. De oorzaak is onduidelijk, omdat verhoogde blootstelling in die periode niet voor de hand ligt en omdat de muizenaantallen juist afnemen in de wintermaanden.

Aantal patiënten met een PUUV-infectie per maand (donkergrijs staafdiagram) met modelmatige voorspelling van het aantal patiënten in blauw met 95% betrouwbaarheidsinterval (grijs). Voor de voorspelling van een bepaalde maand zijn alleen de mastdata van voorgaande maanden genomen en de gemiddelde temperatuur in die maand over de voorgaande jaren

Figuur 2. Aantal patiënten met een PUUV-infectie per maand (donkergrijs staafdiagram) met modelmatige voorspelling van het aantal patiënten in blauw met 95% betrouwbaarheidsinterval (grijs). Voor de voorspelling van een bepaalde maand zijn alleen de mastdata van voorgaande maanden genomen en de gemiddelde temperatuur in die maand over de voorgaande jaren

Dit jaar is er dus een verhoogd risico op PUUV-infecties. Wij vragen huisartsen en GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)'en dan ook om extra alert te zijn bij patiënten met klachten die mogelijk wijzen op PUUV-besmetting: acute koorts, hoofdpijn en malaise, misselijkheid, braken en pijn in buik en lage rug. Zeker als zij in aanraking zijn geweest met muizen(uitwerpselen), adviseren wij om nader onderzoek te doen. Diagnostiek van hantavirussen wordt bij voorkeur uitgevoerd met serologie. Er bestaan geen profylactische medicijnen tegen PUUV-infectie en de behandeling is gericht op de bestrijding van de symptomen.

Meer details zijn te vinden in de richtlijn Hantavirusinfectie van de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding)).

Auteurs

M. Maas, A. Swart, Centrum Infectieziektebestrijding, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven

Correspondentie

Miriam Maas

  1. Maas M, Pijnacker R, Swart A. Puumalavirusinfecties en de zaadproductie van bomen. Infectieziekten Bulletin. 2018;29(2).
  2. Swart A, Bekker DL, Maas M, de Vries A, Pijnacker R, Reusken C, et al. Modelling human Puumala hantavirus infection in relation to bank vole abundance and masting intensity in the Netherlands. Infect Ecol Epidemiol. 2017;7(1):1287986.