Het RIVM is internationaal toonaangevend bij het vormgeven van de risicobeoordeling van bestrijdingsmiddelen. Het RIVM drukt zowel op Europees als op mondiaal niveau een stempel op risicobeoordelingsmethodieken. In Europees verband doen we dat via werkgroepen van het ECHA en de EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit), maar ook in de Europese onderzoeksprogramma’s. Op mondiaal niveau werkt RIVM mee aan activiteiten van de OECD, FAO en WHO.
Met onze Nederlandse partners zoals WUR (Wageningen University &Research) en Ctgb (Board for the Authorisation of Plant Protection Products and Biocides) werkt het RIVM sinds vele jaren aan toelatingsmodellen en systemen waarmee de verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen in het milieu worden geschat. Mede met deze ‘FATE’ modellen worden uiteindelijk de risico’s van de middelen voor mens en milieu bepaald, voordat deze al dan niet op de markt worden toegelaten.
Het RIVM werkt aan de ontwikkeling van cumulatieve risicobeoordeling van bestrijdingsmiddelen. Deze methodologie moet het mogelijk maken om de risico’s van gelijktijdige blootstelling aan meerdere gewasbeschermingsmiddelen af te wegen en hiervoor indicatoren te ontwikkelen.
In Europees verband werken we in werkgroepen van het ECHA aan beoordelingsmethodiek voor biociden, zoals desinfectiemiddelen, antifouling en insecticiden. Voor gewasbeschermingsmiddelen werken we mee in werkgroepen van de EFSA en in Europese onderzoeksprogramma’s, zoals EuroMix (European Test and Risk Assessment Strategies for Mixtures).