Met stof in lucht wordt de verzameling van alle deeltjes in de lucht bedoeld. Een van de meest gebruikte termen is fijn stof, vaak afgekort tot PM10 fijnstof (fijnstof). ‘PM’ komt uit het Engels en staat voor ‘Particulate Matter’. De ‘10’ is een indicatie voor de maximale grootte van de stofdeeltjes (in micrometer) die tot PM10 behoren. Fijn stof (PM10) is opgebouwd uit een groot aantal stoffen. Het belangrijkste onderdeel vormen stofdeeltjes die in de lucht worden gevormd uit zwaveldioxide, stikstofoxiden en ammoniak. Een tweede belangrijke bijdrage komt van elementair koolstof en organische koolstofverbindingen.

Deeltjes in maten en aantallen

Stof in de lucht bestaat uit deeltjes van zeer uiteenlopende groottes. De deeltjes kunnen een diameter hebben van 0,001 µm (1 µm = een duizendste millimeter) tot vele tientallen µm. In de lucht boven zee komen de minste deeltjes voor. Boven land neemt dit toe en in steden nog meer. Tijdens periodes met verhoogde luchtverontreiniging kan het aantal deeltjes nog hoger liggen.

Allerlei soorten stof

Naast fijn stof (PM10) zijn andere begrippen van stofvormige luchtverontreiniging onder andere: de fijnere fractie van fijn stof (PM2,5), ultrafijn stof, grof stof, totaal stof, aerosol, zwarte rook, roet, black carbon, elemental carbon, organic carbon. Een deel van de fijnstofconcentratie wordt in de lucht gevormd, het secundaire fijn stof. Stof dat direct door menselijke activiteiten of natuurlijke bronnen in de atmosfeer wordt gebracht, wordt primair stof genoemd.

Veel verschillende bestanddelen in fijn stof

De belangrijkste bestanddelen van fijn stof zijn:

  • Secundair anorganisch aerosol. Dit bestaat voornamelijk uit ammoniumsulfaat en ammoniumnitraat. Het secundair aerosol neemt 40 % van de massa voor zijn rekening.
  • Koolstof en koolstofbevattende stoffen. Dit gaat vooral om elementair koolstof (EC European Commission (European Commission)) en organische verbindingen. Dit onderdeel draagt 25-30% bij aan de massa van fijn stof.
  • Zeezoutaerosol. Zeezout bestaat voor 85% uit natriumchloride (‘keukenzout’) met daarnaast kleine bijdragen van magnesium-, calcium-, en kaliumverbindingen. De bijdrage is 5-10%
  • Bodemstof. Bodemstof bestaat voornamelijk uit oxiden van silicium, aluminium, calcium, ijzer en kalium. De bijdrage is 4-7%.
  • Metalen. De metalen die geen onderdeel uitmaken van het bodemstof komen vrij bij verschillende soorten slijtageprocessen en bij de metaalindustrie. De bijdrage is in de orde van 5%.

Speciale soorten stof

Een veel voorkomend begrip is het zogeheten verbrandingsaerosol. Hiermee worden deeltjes bedoeld die vrijkomen bij verbrandingsprocessen. Verkeer, houtverbranding en energieopwekking uit fossiele brandstoffen zijn typische bronnen van verbrandingsaerosol.

Meer weten?

Download het achtergronddocument 'Stof: hoe en wat'(pdf, 1,5 Mb).