Om de effecten van luchtmaatregelen op de gezondheid te berekenen, vergelijkt het RIVM verschillende scenario’s met elkaar:
- De situatie in 2016 op basis van de actueel gemeten en berekende hoeveelheid PM2,5 (fijnstof) (fijnstof) en NO2 (Stikstofdioxide) (stikstofdioxide) in de lucht. Het jaar 2016 is als uitgangspunt gekozen voor de doelstellingen van het SLA.
- De verwachting hoeveel PM2,5 en NO2 er in 2030 in de lucht zit. Dit kan worden berekend op basis van de maatregelen die in Nederland en in Europa al zijn afgesproken. In de sommen wordt er vanuit gegaan dat die maatregelen ook daadwerkelijk worden uitgevoerd (het KEV-scenario). Daarbij telt het RIVM het effect op van extra maatregelen die in het SLA zijn afgesproken (het VES-scenario).
Een overzicht van die maatregelen is opgenomen in de klimaat- en energieverkenning (KEV)(PDF) van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL (Planbureau voor de Leefomgeving), 2022) en een rapport van Adviesbureau TAUW (2023).
Maatregelen in het buitenland om de (Europese) doelen op gebied van luchtverontreiniging, klimaat en stikstof te halen, leiden ook tot schonere lucht in Nederland. En omgekeerd geldt ook: maatregelen die Nederland neemt, hebben een gunstig effect op de luchtverontreiniging (en gezondheidseffecten) in het buitenland. Onderstaande kaarten tonen de effecten van zowel Nederlands beleid als de effecten van beleid in de buurlanden op Nederland.
Gemeenten
De onderstaande kaarten toont het berekende levensduurverlies per gemeente. De kaart links voor 2016. De kaart rechts toont het levensduurverlies in 2030 als al het vastgestelde luchtbeleid plus het SLA-beleid wordt uitgevoerd. De kaarten laten ook zien dat er verschillen zijn tussen gemeenten. Dat komt omdat de luchtverontreiniging in Nederland niet overal hetzelfde is.
In deze kaarten laat het RIVM zien hoe groot het berekende levensduurverlies gemiddeld is per inwoner per gemeente. In sommige gemeenten in de lucht betrekkelijk schoon. Daar is het berekende levensduurverlies lager dan in gemeenten waarin de lucht meer vervuild is.
In 2030 is de lucht overal schoner door het luchtbeleid en is het berekende levensduurverlies lager.
Meer uitgebreide informatie over blootstelling en gezondheidseffecten per gemeente is te vinden in de onderstaande kaart:
Gezondheidswinst per gemeente en provincie
Overslaan iframe: Gezondheidswinst per gemeente en provincieProvincies
De onderstaande tabel geeft voor elke provincie aan wat de gemiddelde blootstelling is per inwoner aan PM2,5 (fijnstof) en NO2 (Stikstofdioxide) voor het KEV- en het VES-scenario. Ook staat in de tabel wat voor elke provincie het gemiddelde levensduurverlies is in 2016 en in 2030 onder de twee genoemde scenario’s.
|
---|