Belangrijk bij interpretatie van de resultaten van dit onderzoek
  • De resultaten komen uit een cohortstudie. Dit betekent dat we mensen volgen over de tijd. Sommige mensen blijven meedoen, anderen stoppen, en weer anderen stromen later in. Dit type onderzoek is geschikt om patronen over de tijd te bestuderen (bijvoorbeeld ‘er is een toename in vertrouwen van 15 procentpunt’) en vergelijkingen te maken binnen personen (‘Draagvlak voor 1,5 meter afstand houden is 5 procentpunt lager dan voor regelmatig handen wassen’).
  • Het cohort is demografisch niet representatief voor de Nederlandse bevolking (zie toelichting). Cijfers op één tijdstip, zoals ‘de vaccinatiegraad’ in juli 2021, kunnen afwijken van onderzoeken die op dat moment een representatief sample hebben geworven en gewogen. We beoordelen deze afwijkingen elke ronde t.o.v. de cijfers op het Coronadashboard en die blijken beperkt (0 - 10 procentpunt). Waar deze verschillen wel duidelijk aanwezig zijn, geven we dit aan.

Welbevinden en leefstijl tijdens de coronacrisis

De coronapandemie heeft gevolgen voor het welbevinden van mensen, dus voor de mentale, fysieke en sociale gezondheid. Vragen die hierbij passen zijn bijvoorbeeld: wat is het effect op het mentale welzijn van mensen, wat is de kwaliteit van de  sociale contacten, en zijn mensen ook anders gaan eten of bewegen?

De vragenlijst van meetronde 18 is afgenomen tussen 19 en 23 januari 2022. In de tijd tussen de vorige meetronde (24-28 november 2021) en de huidige ging Nederland op 15 december in een strenge lockdown. Alleen de essentiële voorzieningen waren open (essentiële winkels, zakelijke dienstverlening, (para)medische beroepen, bibliotheken) en thuis mochten maximaal 2 bezoekers worden ontvangen. Vanaf 10 januari 2022 werden de maatregelen weer wat versoepeld. Scholen en niet-essentiële winkels gingen weer open en thuis mochten weer maximaal 4 personen worden ontvangen. Cafés, restaurants, bioscopen en musea moesten de deuren nog gesloten houden. De veranderingen in maatregelen zijn terug te vinden in de tijdlijn van coronamaatregelen.

Bij het interpreteren van veranderingen in welbevinden over de tijd kunnen naast de geldende coronamaatregelen ook seizoenseffecten een rol spelen.

Meetrondes

Ronde 1: 17-24 april 2020 | Ronde 2: 7-12 mei 2020 | Ronde 3: 27 mei - 1 juni 2020 | Ronde 4: 17-21 juni 2020 | Ronde 5: 8-12 juli 2020 | Ronde 6: 19-23 augustus 2020 | Ronde 7: 30 september - 4 oktober 2020 | Ronde 8: 11-15 november 2020 | Ronde 9: 30 december 2020 - 3 januari 2021 | Ronde 10: 10-14 februari 2021 | Ronde 11: 24-28 maart 2021 | Ronde 12: 5-9 mei 2021 | Ronde 13: 16-20 juni 2021 | Ronde 14: 28 juli - 1 augustus 2021 | Ronde 15: 8-12 september 2021 | Ronde 16: 20 – 24 oktober 2021 | Ronde 17: 24 – 28 november 2021 | Ronde 18: 19-23 januari 2022

In deze achttiende meetronde van het vragenlijstonderzoek geven de deelnemers hun leven op het moment van invullen van de vragenlijst gemiddeld een rapportcijfer van 7,1 op een schaal van 1-10.  Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Het rapportcijfer in de huidige meetronde ligt ongeveer op het niveau van herfst 2020.

Mentaal welbevinden

Op de vraag hoe zij zich voelden in de afgelopen 7 dagen geeft 5% van de deelnemers aan zich vaak tot voortdurend angstig te hebben gevoeld. Daarnaast geeft 12% aan zich vaak tot voortdurend gestrest te hebben gevoeld, en zegt 17% vaak tot voortdurend last te hebben gehad van slaapproblemen.

Het mentaal welbevinden lijkt toe te nemen met de leeftijd: hoe ouder de deelnemers, hoe beter zij zich voelen of hoe jonger de deelnemers hoe slechter zij zich voelen. Dit verschil is het sterkst aanwezig voor ervaren stress: van de deelnemers in de jongste leeftijdsgroep (16-24 jaar) geeft 46% aan zich de afgelopen 7 dagen vaak tot voortdurend gestrest te hebben gevoeld. Bij de leeftijdsgroepen daarboven neemt dit percentage af van 30% voor de groep van 25-39 jaar tot 4% bij de 70-plussers. Het percentage deelnemers dat zich angstig voelt en last heeft van slaapproblemen was ook het hoogst bij de jongste leeftijdsgroep en neemt eveneens af met de leeftijd. Voor de slaapproblemen is het verschil tussen de jongste en de oudste groep het minst groot (respectievelijk 32% en 12%). Hierbij moet wel opgemerkt worden dat het aantal deelnemers in de jongste leeftijdsgroep (16-24 jaar) aanzienlijk lager is dan in de oudere leeftijdsgroepen.

In de vragenlijst zijn vragen opgenomen die inzicht geven in de psychische gezondheid van de deelnemers (‘Mental Health Inventory 5' ofwel 'MHI-5'). Op basis van deze vragen kan 85% van de deelnemers gezien worden als psychisch gezond. Respectievelijk 9%, 4% en 3% van de deelnemers heeft lichte, matige of ernstige psychische gezondheidsklachten. Het percentage deelnemers van 16-24 jaar dat gezien kan worden als psychisch gezond (58%) ligt een stuk lager dan bij de oudere leeftijdsgroepen.

Verandering in mentaal welbevinden

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Het percentage deelnemers dat in de afgelopen 7 dagen (heel) vaak last had van slaapproblemen, angstig of gestrest was, is bij deze 18e meetronde gelijk gebleven aan de vorige meetronde.

Verandering in psychische gezondheid

Het totale percentage deelnemers dat psychisch gezond is schommelt over alle meetrondes tussen de 83% en 90%. Voor de oudste leeftijdsgroep (70+) is dit percentage het meest stabiel en het hoogst (tussen de 91% en 94%). Voor de jongste leeftijdsgroep (16 t/m 24 jaar) is dit percentage het laagst en schommelt het meest (tussen de 81% en 49%). Het percentage deelnemers dat psychisch gezond is, is gelijk gebleven ten opzichte van de vorige meetronde. 

Eenzaamheid

Aan de deelnemers is een aantal stellingen voorgelegd om hun eenzaamheid te meten, zoals ‘Ik ervaar een leegte om me heen’ en ‘Er zijn genoeg mensen op wie ik in geval van narigheid kan terugvallen’. Deze konden zij beantwoorden met ‘Ja’, ‘Min of meer’ of ‘Nee’. In meetronde 18 geeft 54% aan zich enigszins tot sterk eenzaam te voelen. Voor de jongeren (16-24 jaar) ligt dit percentage hoger (72%) dan voor de oudere leeftijdsgroepen (53 tot 58%).

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Was er vanaf het voorjaar 2021 tot de vorige meetronde sprake van een daling in het aantal deelnemers dat zich eenzaam voelt, sinds de vorige meetronde (17) is er weer sprake van een stijging. Bij de huidige meetronde (18) is het totale percentage deelnemers dat zich eenzaam voelt gestegen met 6 procentpunt. De relatief grootste stijging (6 procentpunt) was te zien bij de middelste leeftijdsgroepen (25 t/m 39, 40 t/m 54 en 55 t/m 69  jaar). Voor alle leeftijdsgroepen ligt het percentage dat zich enigszins tot sterk eenzaam voelt in de huidige meetronde lager ten opzichte van de meetrondes in de herfst van 2020; het is vergelijkbaar met de lente/zomer 2020.

Sociale contacten

Aan de deelnemers is een aantal stellingen voorgelegd om de kwaliteit van hun sociale contacten te meten, zoals ‘Ik mis het om mijn vrienden of familie in het echt te zien’ en ‘Alles bij elkaar ervaar ik de kwaliteit van mijn sociale contacten als goed’. Deze stellingen konden zij beantwoorden met vijf antwoordmogelijkheden variërend van ‘helemaal mee oneens’ tot ‘helemaal mee eens’.

Van de deelnemers ervaart 61% de kwaliteit van hun sociale contacten als goed. Daarnaast geeft 70% aan goed contact te hebben met familie en vrienden. 55% geeft aan hun digitale of telefonische contacten als positief te ervaren en eenzelfde percentage geeft aan het te missen om familie en vrienden in het echt te zien.

Verandering sociale contacten

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is het percentage deelnemers dat het mist om familie en vrienden in het echt te zien met 9 procentpunt gestegen. Het percentage deelnemers dat de kwaliteit van hun sociale contacten als goed ervaart is in deze periode met 6 procentpunt afgenomen. Over de hele linie ervaren de deelnemers een afname in hun sociale contacten en de kwaliteit daarvan.

Veerkracht

Veerkracht is het vermogen van mensen om op een positieve manier om te gaan met tegenslag, veranderingen en stressvolle situaties. Aan de deelnemers is een aantal stellingen voorgelegd om hun veerkracht tijdens de coronacrisis te meten.

Het merendeel van de deelnemers toont een zekere mate van veerkracht. Zo geeft 68% van de deelnemers aan dat zij naar creatieve manieren zoeken om met de huidige situatie om te gaan en gelooft 61% dat zij ook positieve dingen uit deze situatie kunnen halen. 67% zoekt actief naar alternatieven als zij bepaalde dingen door deze situatie niet meer kunnen doen en 77% gelooft dat zij zichzelf onder controle hebben, wat er ook gebeurt.

Leefstijl

Een gezonde leefstijl helpt om mentaal, fysiek en sociaal gezond te blijven, ook in coronatijd. Het gaat hierbij onder andere om sporten, bewegen en gezond eten. Gebruik van middelen zoals alcohol en tabak kan invloed hebben op de stemming en de slaapkwaliteit.

Ruim de helft van de deelnemers (53%) heeft in de week voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst minimaal 5 dagen matig intensief bewogen (bijvoorbeeld wandelen, de hond uitlaten of fietsen). 8% geeft aan (bijna) nooit matig intensief te bewegen. Voor sterk intensief bewegen (bijvoorbeeld hardlopen, wielrennen of tennis) geeft 31% aan dit in de afgelopen week minimaal 2 dagen te hebben gedaan en 57% van de deelnemers geeft aan dit (bijna) nooit te doen.

De deelnemers is gevraagd naar hoeveel uur per dag zij zitten. 10% van de deelnemers geeft aan dat dit minder is dan 4 uur per dag, 31% zit tussen de 4 en 6 uur per dag, 44% zit tussen de 6 en 10 uur per dag en 15% zit meer dan 10 uur.

De deelnemers is gevraagd naar hun eetgedrag. 83% geeft aan dagelijks te hebben ontbeten, 62% at dagelijks groente en 55% at dagelijks fruit. Ook werd gevraagd naar de consumptie van suikerhoudende dranken, zoals frisdrank, vruchtensap, en koffie of thee met suiker of honing. Lightdranken zijn hierbij niet meegerekend. 19% van de deelnemers dronk dagelijks suikerhoudende dranken en 51% gaf aan dit de afgelopen week niet te hebben gedaan.

Van de deelnemers geeft 73% aan wel eens alcohol te drinken en 10% wel eens te roken. Van de deelnemers die alcohol drinken, gaf 50% aan dit 1 tot 3 dagen te hebben gedaan in de afgelopen week, 15% deed dit elke dag en 17% gaf aan geen alcohol te hebben gedronken. Op de dagen dat zij alcohol dronken, gaf 35% aan gemiddeld 1 glas te hebben gedronken, voor 52% was dit 2 of 3 glazen, en voor 13% was dit 4 glazen of meer. Van de rokende deelnemers deed 81% dat elke dag.

Coronamoeheid

Aan de deelnemers is een vijftal stellingen voorgelegd om hun coronamoeheid te meten, zoals ‘Ik ben het zat om over het coronavirus te horen’ en ‘Ik ben het beu om mezelf te beperken om de meest kwetsbaren te beschermen’. Deze stellingen konden zij beantwoorden met vijf antwoordmogelijkheden variërend van ‘helemaal mee oneens’ tot ‘helemaal mee eens’.

Van de deelnemers geeft bijna de helft (48%) aan dat zij het zat zijn om over het coronavirus te horen. Een derde (33%) van de deelnemers heeft steeds minder zin om tegen het coronavirus te vechten. Ongeveer een kwart probeert van onderwerp te veranderen om niet over het virus te hoeven praten (23%). 21% is het beu om zichzelf te beperken om de meest kwetsbaren te beschermen. Daarnaast geeft 16% van de deelnemers aan gestrest te zijn door het opvolgen van de maatregelen.

Verandering in coronamoeheid

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Coronamoeheid wordt sinds meetronde 12 (voorjaar '21) uitgevraagd. Ten opzichte van de vorige meetronde (17) is de coronamoeheid enigszins gestegen.  De grootste stijging is te zien bij ‘Ik heb steeds minder zin om tegen het coronavirus te vechten' (9 procentpunt gestegen). 'Ik ben het beu om mezelf te beperken om de meest kwetsbaren te beschermen' is gestegen met 6 procentpunt. De andere drie stellingen ('Ik voel me gestrest doordat ik probeer alle maatregelen op te volgen', 'Ik ben het zat om over het coronavirus te horen'  en 'Ik probeer van onderwerp te veranderen omdat ik er niet meer over wil praten') zijn gelijk gebleven deze periode.