Belangrijk bij interpretatie van de resultaten van dit onderzoek
- De resultaten komen uit een cohortstudie. Dit betekent dat we mensen volgen over de tijd. Sommige mensen blijven meedoen, anderen stoppen, en weer anderen stromen later in. Dit type onderzoek is geschikt om patronen over de tijd te bestuderen (bijvoorbeeld ‘er is een toename in vertrouwen van 15 procentpunt’) en vergelijkingen te maken binnen personen (‘Draagvlak voor 1,5 meter afstand houden is 5 procentpunt lager dan voor regelmatig handen wassen’).
- Het cohort is demografisch niet representatief voor de Nederlandse bevolking (zie toelichting). Cijfers op één tijdstip, zoals ‘de vaccinatiegraad’ in juli 2021, kunnen afwijken van onderzoeken die op dat moment een representatief sample hebben geworven en gewogen. We beoordelen deze afwijkingen elke ronde t.o.v. de cijfers op het Coronadashboard en die blijken beperkt (0 - 10 procentpunt). Waar deze verschillen wel duidelijk aanwezig zijn, geven we dit aan.
Lukt het mensen om de gedragsregels toe te passen?
Sinds half maart 2020 gelden in ons land diverse gedragsregels die erop gericht zijn om verspreiding van het coronavirus te bestrijden. Deze situatie vraagt veel van mensen: de maatregelen beperken onze vrijheid en mogelijkheden. Dit kan impact hebben op onze mentale, fysieke, en sociale gezondheid én op de mate waarin mensen achter de maatregelen staan. Inzicht hierin kan de overheid helpen om burgers beter te ondersteunen en informeren om de gedragsregels te blijven naleven.
De vragenlijst van meetronde 18 is afgenomen tussen 19 en 23 januari 2022. In de tijd tussen de vorige ronde (24-28 november 2021) en de huidige ging Nederland op 15 december in een strenge lockdown. Alleen de essentiële voorzieningen waren open (essentiële winkels, zakelijke dienstverlening, (para)medische beroepen, bibliotheken) en thuis mochten maximaal 2 bezoekers worden ontvangen. Vanaf 10 januari 2022 werden de maatregelen weer wat versoepeld, scholen en niet-essentiële winkels gingen weer open en thuis mochten weer maximaal 4 personen worden ontvangen. Cafés, restaurants, bioscopen en musea moesten de deuren nog gesloten houden. De veranderingen in maatregelen zijn terug te vinden in de tijdlijn van coronamaatregelen.
Meetrondes
Ronde 1: 17-24 april 2020 | Ronde 2: 7-12 mei 2020 | Ronde 3: 27 mei - 1 juni 2020 | Ronde 4: 17-21 juni 2020 | Ronde 5: 8-12 juli 2020 | Ronde 6: 19-23 augustus 2020 | Ronde 7: 30 september - 4 oktober 2020 | Ronde 8: 11-15 november 2020 | Ronde 9: 30 december 2020 - 3 januari 2021 | Ronde 10: 10-14 februari 2021 | Ronde 11: 24-28 maart 2021 | Ronde 12: 5-9 mei 2021 | Ronde 13: 16-20 juni 2021 | Ronde 14: 28 juli - 1 augustus 2021 | Ronde 15: 8 -12 september 2021 | Ronde 16: 20 - 24 oktober 2021 | Ronde 17: 24 - 28 november 2021 | Ronde 18: 19 - 23 januari 2022
Houden aan gedragsregels
Het gedragsonderzoek van meetronde 18 laat zien dat de meeste hygiënemaatregelen nog altijd goed worden nageleefd. Deelnemers geven aan dat zij in 97% van de gevallen in de week voorafgaand aan het onderzoek geen handen hebben geschud, 88% droeg een mondkapje in de publieke binnenruimte en 98% deed dat in het openbaar vervoer. Het dragen van een mondkapje op drukke plekken buiten wordt door een stuk minder deelnemers nageleefd (22%; advies sinds 15 januari). Wanneer het nodig was om handen te wassen, deden de deelnemers dat in 74% van de situaties. Als deelnemers moesten hoesten of niezen, deden zij dat in 72% van de gevallen in de elleboog.
Eén van de basisregels is: zorg voor voldoende frisse lucht. Van de deelnemers geeft 25% aan dat zij zorgen voor voldoende frisse lucht in de ruimtes in huis waar zij de meeste tijd doorbrengen. Dit betekent dat zij meestal of altijd een raam op een kier of ventilatierooster open hebben en minimaal twee keer per dag doorluchten door ramen of deuren wijd open te zetten.
In 63% van het aantal keer dat 1,5 meter afstand houden geadviseerd wordt, gaven deelnemers aan dit te hebben gedaan. In de paragraaf ‘afstand houden’ is te lezen hoeveel procent van de deelnemers het lukt om in verschillende situaties afstand te houden. De deelnemers die thuis kunnen werken, werken gemiddeld 65% van hun werkuren thuis. Van de deelnemers die op het moment van invullen of in de 6 weken daarvoor klachten hadden (niet door een onderliggende aandoening), heeft 83% een coronatest gedaan. Sinds 3 december mag dat een GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-test óf een zelftest zijn. 63% van de deelnemers met klachten (niet door een onderliggende aandoening) bleef thuis. Verderop op deze pagina staat meer informatie over de verschillende maatregelen en testen en quarantaine in verschillende situaties.
Het naleven van een gedragsregel hangt vooral sterk samen met het draagvlak voor de maatregel en hoe moeilijk of makkelijk het is om je aan de maatregel te houden. De mening over de aanpak van de Nederlandse overheid, het vertrouwen in de corona aanpak van de overheid en in hoeverre mensen zien dat in hun omgeving een maatregel wordt nageleefd spelen in mindere mate een rol. Dit blijkt uit de verdiepende analyses.
Opvolgen gedragsregels
Sla de grafiek Houden mensen zich aan de (basis) gedragsregels over en ga naar de datatabel(1) % aantal keren; (2) % van deelnemers; (3) % van totaal werkuren
* geldt alleen voor personen die geen boosterprik hebben gehad of recente besmetting met corona (korter dan 8 weken geleden)
Veranderingen in het houden aan de gedragsregels
Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is de naleving van bijna alle hygiënemaatregelen gelijk gebleven. Het percentage deelnemers dat zorgt voor voldoende frisse lucht in de woning was al sterk gedaald in meetronde 16 en 17 en is in de huidige meetronde verder gedaald met 5 procentpunt. Mogelijk houdt de afname sinds de herfst van 2021 (meetronde 15) verband met de lagere buitentemperatuur. Daarnaast is het percentage deelnemers dat drukke plekken vermijdt (of omkeert bij een te drukke situatie) toegenomen (6 procentpunt). Doordat nu ook een zelftest kan worden gedaan bij klachten, hebben ten opzichte van de vorige meetronde veel meer deelnemers met klachten (waarschijnlijk niet door onderliggende aandoening) deze gedragsregel nageleefd (stijging 33 procentpunt). Deelnemers met klachten bleven ten opzichte van de vorige meetronde vaker thuis bij klachten (stijging 18 procentpunt). Deze stijging is mogelijk ook toe te schrijven aan het toestaan van zelftesten bij klachten, waarbij de uitslag direct zichtbaar is. Deelnemers die positief testten op corona zijn minder vaak thuisgebleven ten opzichte van de vorige meetronde (daling van 9 procentpunt, cijfer niet in figuur). Verderop deze pagina staat meer informatie over het naleven van de test- en quarantaine adviezen.
Verandering in het houden aan de gedragsregels - Hygiene
Sla de grafiek Verandering in het houden aan de (basis) gedragsregels - Deel 1 over en ga naar de datatabel(1) % aantal keren, (2) % van deelnemers, (3) % van totaal werkuren
Verandering in het houden aan de gedragsregels - Contactbeperkende en testen
Sla de grafiek Verandering in het houden aan de (basis) gedragsregels - Deel 2 over en ga naar de datatabel(1) % aantal keren, (2) % van deelnemers, (3) % van totaal werkuren
Testen en zelftesten algemeen
Van alle deelnemers heeft 24% zich in de afgelopen 6 weken laten testen, bijvoorbeeld bij de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) of een commercieel testbedrijf. Van de mensen die zich lieten testen, deed 32% dat meer dan één keer. In de afgelopen zes weken heeft 66% van de deelnemers een zelftest gedaan. Van hen deed 74% dat vaker dan één keer. Dit is een flinke toename ten opzichte van de vorige meetronde, toen gaf 48% aan een zelftest te hebben gedaan, van hen deed 57% dat vaker dan één keer. In de huidige meetronde is voor het eerst gevraagd of deelnemers voordat zij op bezoek gingen een zelftest deden. 23% van de deelnemers die op bezoek ging geeft aan vooraf een zelftest te hebben gedaan.
Van alle deelnemers die hebben getest (bijvoorbeeld bij de GGD, of met een zelftest), kreeg 7% een positieve uitslag. Van de deelnemers die een zelftest hebben gedaan, kreeg 5% een positieve testuitslag. Van de deelnemers met een positieve zelftestuitslag heeft 90% zich opnieuw laten testen bij de GGD, 2% heeft zich niet opnieuw laten testen, maar de uitslag wel gemeld bij de GGD. 9% van hen geeft aan zich niet opnieuw hebben laten testen en de uitslag niet bij de GGD te hebben gemeld. 95% van de deelnemers met een positieve zelftestuitslag heeft daarna zelf zijn of haar contacten gewaarschuwd.
In deze meetronde is aan de deelnemers die een zelftest hadden gedaan, gevraagd hoe zij aan deze zelftesten gekomen zijn. Deelnemers konden meerdere antwoorden aanvinken. 70% geeft aan de zelftest zelf te hebben gekocht. 19% heeft deze via de overheid gekregen. Respectievelijk 17% en 15% heeft de test van werk of school gekregen.
Verandering in het testen
Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Sinds de zelftesten beschikbaar kwamen in meetronde 12, is het gebruik ervan in elke meetronde toegenomen. In de afgelopen twee meetrondes is de stijging erg hoog: in de vorige meetronde steeg het gebruik met 17 procentpunt, in de huidige meetronde zelfs met 19 procentpunt. Deelnemers van 16-24 en 25-39 jaar gebruiken vaker zelftesten dan oudere deelnemers. Dit verschil loopt op tot 41 procentpunt tussen de oudste en de jongste leeftijdscategorie. Dit verschil is afgenomen ten opzichte van de vorige meetronde. De grootste toename in het gebruik van zelftesten is dan ook te zien in de leeftijdscategorie 70+ (toename van 21 procentpunt) ten opzichte van de laagste toename in de leeftijdscategorie 16-24 (toename van 10 procentpunt).
Testen bij klachten
Als je klachten hebt die horen bij het coronavirus, is het advies om je te laten testen bij de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst), of een zelftest te doen. Voor mensen met een kwetsbare gezondheid voor wie de kans groter is op ernstige ziekte door het coronavirus, is het advies om je altijd bij de GGD te laten testen. Van de mensen die hebben deelgenomen aan meetronde 18, heeft 38% nu klachten of in de afgelopen 6 weken klachten gehad die kunnen wijzen op een besmetting met het coronavirus. Voor 63% van de deelnemers met klachten zijn de klachten (waarschijnlijk) niet gerelateerd aan een onderliggende aandoening. Van hen liet 21% zich testen bij de GGD, 22% deed eerst een zelftest en liet zich daarna testen bij de GGD, en 39% deed alleen een zelftest. Van de deelnemers die zich lieten testen bij de GGD deed 8% dat binnen een paar uur na aanvang van de klachten, nog eens 36% deed dat binnen 24 uur. In totaal liet 79% zich testen binnen 2 dagen na aanvang van de klachten. Van de deelnemers die een zelftest deden, deed 21% deze zelftest binnen een paar uur na aanvang van de klachten en nog eens 41% deed dat binnen 24 uur. In totaal deed 88% van de deelnemers de zelftest binnen 2 dagen. 88% van de deelnemers die een zelftest deed vanwege klachten, had een zelftest in huis toen de klachten begonnen.
Verandering in testen bij klachten
Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Sinds 3 december (tussen de vorige en huidige meetronde in) is het testadvies aangepast, en mag je ook een zelftest doen bij klachten, tenzij je een erg kwetsbare gezondheid hebt. Vóór 3 december was het advies om bij klachten altijd bij de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) te laten testen. Doordat dit testadvies is gewijzigd, is in de huidige meetronde het aantal deelnemers dat het testadvies heeft nageleefd toegenomen met 33 procentpunt ten opzichte van de vorige meetronde De wijziging in het beleid heeft niet aantoonbaar tot een stijging in het aantal testen geleid. Als we het aantal zelftesten in de vorige meetronde optellen bij de GGD-testen is dat percentage (79%) ongeveer gelijk als in de huidige meetronde (83%).
In de periode vlak voor meetronde 12 (mei 2021) kwamen zelftesten beschikbaar. In de meetrondes daarna was (bij deelnemers voor wie klachten (waarschijnlijk) niet komen door een onderliggende aandoening) te zien dat de verhouding tussen testen bij de GGD en zelftesten steeds verschoof: steeds minder testen bij de GGD en steeds meer zelftesten. In de vorige meetronde nam het percentage deelnemers dat niet testte flink af (17 procentpunt), deze extra testen waren voornamelijk terug te zien in een toename van het aantal deelnemers dat testte bij de GGD, of eerst een zelftest deed en daarna een test bij de GGD. In de huidige meetronde is deze verhouding weer verschoven. Het aantal zelftesten is toegenomen. Ongeveer één vijfde van de deelnemers met klachten doet nu geen test, één vijfde doet een test bij de GGD, twee vijfde doet een zelftest, één vijfde doet eerst een zelftest en daarna een test bij de GGD.
Er zijn verschillen tussen deelnemers met klachten die zich laten testen bij de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) ten opzichte van deelnemers die zich niet laten testen of die alleen een zelftest doen. Deelnemers die zich laten testen bij de GGD hebben vaker meerdere klachten of zware klachten (zoals moeilijk ademen of koorts), in vergelijking met deelnemers die een zelftest doen of helemaal geen test doen. In vergelijking met deelnemers die zich niet testen, vinden deelnemers die zich laten testen bij de GGD het ook makkelijker om dit te doen. Bovendien zijn zij meer van mening dat het goed zou helpen tegen de verspreiding van het virus om te testen als je klachten hebt. In vergelijking met deelnemers die alleen een zelftest doen, denken deelnemers die zich laten testen bij de GGD dat de zelftesten minder betrouwbaar zijn. Dit blijkt uit de verdiepende analyses.
Isolatie en thuisquarantaine
Bij thuisquarantaine of isolatie is het advies om thuis te blijven (met als uitzondering je eigen buitenruimte zoals tuin of balkon) en geen bezoek te ontvangen (medisch bezoek uitgezonderd). Als je een positieve coronatest hebt ontvangen, is het advies om in isolatie te gaan. Ook geldt er een quarantaineadvies of quarantaineplicht in verschillende situaties:
- Als je klachten hebt die bij het coronavirus horen
- Na nauw contact met iemand die positief is getest op het coronavirus (een huisgenoot of gezinslid valt onder nauw contact)
- Na terugkomst uit een zeerhoogrisicogebied met zorgwekkende virusvariant, is het verplicht om tien dagen in quarantaine te gaan.
Klachten die bij het coronavirus passen
86% van de deelnemers die klachten had, geeft aan geen bezoek te hebben gehad terwijl zij klachten hadden. 63% geeft aan helemaal niet naar buiten te zijn geweest. 15% geeft aan alleen naar buiten te zijn geweest om een frisse neus te halen of de hond uit te laten. Dit quarantaineadvies geldt tot de testuitslag bekend is. Als de uitslag negatief is, eindigt het quarantaineadvies.
Positieve testuitslag
Van de deelnemers die een positieve testuitslag hebben ontvangen, voor wie een isolatie-advies gold, geeft 56% aan helemaal niet naar buiten te zijn geweest tijdens de isolatieperiode. 34% is alleen naar buiten geweest om een frisse neus te halen of de hond uit te laten. 97% van de deelnemers met een positieve test geeft aan geen bezoek te hebben ontvangen.
Nauw contact
Na nauw contact met iemand die een positieve testuitslag heeft ontvangen, geldt een quarantaineadvies van tien dagen. De quarantaineperiode kan verkort worden met een test bij de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) vanaf dag vijf. Als de uitslag negatief is, mag je weer naar buiten. Als je meer dan een week geleden een boostervaccinatie gehad hebt, of minder dan acht weken geleden zelf besmet was met het coronavirus, geldt dit quarantaineadvies niet. Van de deelnemers die in nauw contact zijn geweest met iemand die besmet is met het coronavirus liet 39% zich testen op of na dag 5. Van de deelnemers voor wie een quarantaineadvies gold, geeft 90% aan geen bezoek te hebben gehad. 52% geeft aan helemaal niet naar buiten te zijn geweest, 27% is alleen naar buiten geweest om een frisse neus te halen of de hond uit te laten.
Zeerhoogrisicogebied
Na terugkomst uit een zeerhoogrisicogebied met een zorgwekkende virusvariant buiten de EU (Europese Unie)/Schengen, is het verplicht om tien dagen in quarantaine te gaan. Ook als je gevaccineerd bent of een boostervaccinatie hebt gehad. De quarantaineperiode kan verkort worden met een test bij de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) vanaf dag vijf. Als de uitslag negatief is, mag je weer naar buiten. Van de deelnemers die in de afgelopen zes weken in een zeerhoogrisicogebied waren geweest, geeft 81% geen bezoek te hebben gehad. 64% geeft aan helemaal niet naar buiten te zijn geweest. 17% is alleen naar buiten geweest om een frisse neus te halen of de hond uit te laten. 61% van deze groep deelnemers geeft aan een test te hebben gedaan vanaf dag vijf. Van hen ontving 14% een positieve testuitslag.
Duidelijkheid quarantaine- en isolatieadvies
In de huidige meetronde is aan deelnemers voor wie een isolatie-advies, of quarantaineadvies gold (vanwege nauw contact of na terugkomst uit een zeerhoogrisicogebied) gevraagd, of zij deze adviezen als duidelijk hebben ervaren. Een klein deel van de deelnemers gaf aan dat zij geen informatie kregen of opzochten over hun quarantaineadvies (na nauw contact 8%, na terugkomst uit zeerhoogrisicogebied 4%, en na een positieve testuitslag 3%).
De meerderheid van de deelnemers die wel informatie kregen of opzochten geeft aan dat zij de informatie (heel) duidelijk vonden. Dit percentage is het hoogst voor deelnemers voor wie een isolatie-advies geldt vanwege een positieve testuitslag (70%). 20% vindt de informatie (heel) onduidelijk. Het percentage is het laagst voor deelnemers die een quarantaineadvies ontvangen na nauw contact met een besmet persoon (56% vindt de informatie (heel) duidelijk), 32% vindt de informatie (heel) onduidelijk
Daarnaast is aan deelnemers gevraagd hoe duidelijk het was wanneer zij uit quarantaine mochten. Een klein deel van de deelnemers gaf aan dat zij niet wisten dat voor hen een quarantaineadvies gold (na terugkomst uit zeerhoogrisicogebied 6%, na nauw contact 5%, en na een positieve testuitslag 1%).
Van de deelnemers die wisten dat ze in quarantaine of isolatie moesten, geeft een meerderheid aan dat zij het (heel) duidelijk vonden wanneer zij uit quarantaine mochten. Dit percentage is het hoogst voor deelnemers die terugkwamen uit een zeerhoogrisicogebied (73%; 14% vond dit (heel) onduidelijk) en het laagst voor deelnemers die in isolatie hebben gezeten vanwege een positieve testuitslag (58%; 27% vond dit (heel) onduidelijk).
Veranderingen in naar buiten gaan bij thuisquarantaine situaties
Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. In de berekening zijn zowel deelnemers meegenomen die tijdens het invullen van de vragenlijst klachten hadden, als deelnemers die in de afgelopen zes weken klachten hebben gehad. Het percentage deelnemers met klachten (zonder onderliggende aandoening) dat thuisblijft varieert per meetronde. In de vorige meetronde was een toename zichtbaar (8 procentpunt) die doorzet in de huidige ronde, met 18 procentpunt. Dit percentage komt daardoor uit op het hoogste punt tot nu toe. Deze toename komt waarschijnlijk doordat je bij klachten nu ook een zelftest mag doen, bij een negatieve testuitslag is het quarantaineadvies dan geëindigd. Het percentage dat geen bezoek ontvangt is sinds vorige meetronde iets toegenomen en ligt ook in de huidige meetronde op het hoogste punt tot sinds herfst 2020 (cijfers niet in figuur).
Het percentage deelnemers dat thuisblijft bij een positieve testuitslag is sinds vorige meetronde afgenomen, met 9 procentpunt. Het percentage deelnemers dat alleen naar buiten is geweest om een frisse neus te halen of de hond uit te laten is toegenomen, met 5 procentpunt. Het percentage deelnemers dat geen bezoek ontvangt na een positieve test is stabiel hoog (cijfers niet in figuur).
Redenen om uit huis te gaan
Voor de mensen met een positieve test is de belangrijkste reden om naar buiten te gaan een frisse neus halen (29%), of om de hond uit te laten (12%). Van de deelnemers met een positieve test is 1% naar buiten gegaan om te werken.
Voor de deelnemers met corona gerelateerde klachten zijn een frisse neus halen en boodschappen doen de belangrijkste redenen om naar buiten te gaan. Van de deelnemers waarbij de klachten (waarschijnlijk) niet komen door een onderliggende aandoening ging 23% naar buiten om een frisse neus te halen en 19% ging naar buiten om boodschappen te doen. Van de deelnemers met klachten ging 8% naar buiten om te werken. Deze meetronde is uitgevraagd of deelnemers tijdens de quarantaine- of isolatieperiode naar buiten zijn gegaan om een zelftest te kopen. Van de deelnemers met klachten ging 1% naar buiten om een zelftest te kopen.
Van de deelnemers die in nauw contact waren geweest met iemand die positief is getest op het coronavirus en voor wie een quarantaineadvies gold, gingen de meesten naar buiten om een frisse neus te halen (28%). 13% ging naar buiten om de hond uit te laten. 1% ging naar buiten om een zelftest te kopen.
Testen bij kinderen
De afnameperiode van meetronde 18 viel in een periode dat er een snelle stijging van het aantal besmettingen had plaatsgevonden, waarna scholen vervroegd dichtgingen voor de kerstvakantie. Na de vakantie was opnieuw een snelle stijging van het aantal besmettingen te zien vanwege de opkomst van de omikronvariant. Hierdoor moesten op scholen grote groepen leerlingen in quarantaine. Op 25 januari is een versoepeling aangekondigd van de quarantaineregels op scholen, die op het moment van afname van deze vragenlijst nog niet in was gegaan.
Voor kinderen gold op het moment van de huidige meetronde een testadvies als zij op school, op de kinderopvang, of ergens anders in contact zijn geweest met een besmet persoon. Dit testadvies geld sinds 26 januari niet meer als het contact op school of de kinderopvang was. Daarnaast moeten kinderen zich laten testen als zij zelf klachten hebben die passen bij het coronavirus. Voor kinderen tot en met 4 jaar hoeft dat alleen als ze zware klachten hebben. Kinderen op middelbare scholen en basisscholen kunnen bovendien gratis zelftesten krijgen om uit voorzorg thuis af te nemen. Dit is in aanvulling op het advies om bij de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) te laten testen bij klachten of na nauw contact. Vanaf groep zes geldt het advies om twee keer per week preventief zelftesten af te nemen.
Testen en quarantaine bij klachten en na nauw contact
Van de deelnemers met thuiswonende kinderen gaf 43% aan dat één van hun kinderen klachten had en 48% dat één van hun kinderen in (nauw) contact was geweest met een besmet persoon. Wanneer ouders meerdere kinderen hadden die klachten hadden en/of die contact hadden gehad met een besmet persoon, is aan hen gevraagd om de vragen in te vullen over het oudste kind voor wie dit gold. Van deze kinderen met klachten voor wie een testadvies gold is in totaal 93% getest (of de test moet nog plaatsvinden). Dit is een stuk hoger dan in meetronde 17 (november 2021). Dat komt omdat zelftesten toen nog niet werden meegerekend in dit percentage. Van de kinderen met klachten liet 22% zich testen bij de GGD (of de test moest nog plaatsvinden), 36% deed eerst een zelftest en daarna een test bij de GGD, 35% deed alleen een zelftest. Van de kinderen die contact hadden gehad met een besmet persoon is 56% getest (of de test moet nog plaatsvinden) bij de GGD. 27% heeft alleen een zelftest gedaan. Bij nauw contact is het advies nog steeds om een GGD-test te doen. Na nauw contact is 80% van de kinderen thuisgebleven.
Preventief zelftesten
In de huidige meetronde is specifiek gevraagd aan deelnemers met thuiswonende kinderen, of hun kinderen vanaf groep zes preventief zelftesten hebben afgenomen. Van de ouders die kinderen hebben vanaf groep zes, gaf 23% aan dat hun kind in de afgelopen week géén zelftest had gedaan, 26% gaf aan dat hun kind één zelftest had gedaan en 33% gaf aan twee zelftesten te hebben gedaan. 17% gaf aan dat hun kind in de afgelopen week zelfs meer dan twee zelftesten had gedaan.
Verandering in testen bij kinderen
Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Bij klachten is het testadvies sinds de vorige meetronde aangepast. Je mag nu ook een zelftest doen. Het aantal kinderen dat bij klachten helemaal niet test is in de huidige meetronde iets afgenomen (6 procentpunt). De hoeveelheid testen bij de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) is ongeveer gelijk gebleven. Dit is inclusief kinderen die eerst een zelftest, en daarna lieten testen bij de GGD. Het percentage kinderen dat alleen een zelftest deed, nam toe met 7 procentpunt ten opzichte van meetronde 17. Na nauw contact is het aantal kinderen dat is getest ten opzichte van vorige meetronde iets afgenomen (7 procentpunt). In deze berekening zijn alleen testen bij de GGD meegenomen, het gebruik van zelftesten wordt na nauw contact niet geadviseerd (alleen bij klachten).
Ventilatie
De deelnemers hebben vragen beantwoord over ventilatie van hun woning. Bijna de helft van de deelnemers (45%) geeft aan dat zij dagelijks twee keer of vaker de ruimtes in huis waar zij de meeste tijd doorbrachten, minimaal een kwartier hebben doorgelucht door deuren of ramen wijd open te zetten. Van de deelnemers die minimaal 2x gelucht hebben op een dag, geeft 13% aan dat zij de hele dag deuren of ramen wijd open hadden. 48% van de deelnemers geeft aan dat ze meestal tot altijd een raam of ventilatierooster open hadden in de ruimte waar ze het meeste waren. Aan de deelnemers die bezoek binnen in hun huis hebben ontvangen is gevraagd of zij voor, tijdens en na het bezoek hebben gezorgd voor voldoende frisse lucht in de woning. Van de deelnemers die bezoek ontvingen heeft 31% de woning minimaal een kwartier goed doorgelucht voordat het bezoek kwam, 47% van de deelnemers ventileerde tijdens het bezoek door een raam of ventilatierooster open te houden en 35% van de deelnemers heeft na het bezoek de woning minimaal een kwartier goed laten doorluchten.
Om een cijfer te presenteren voor het houden aan de basismaatregel ‘zorg voor voldoende frisse lucht’ is een combinatie gemaakt van het meestal of altijd open hebben van een raam of ventilatierooster én minimaal twee keer per dag doorluchten. Het percentage deelnemers dat zich hier aan houdt is 25%.
Veranderingen in ventileren
Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is het percentage deelnemers dat voldoende ventileert verder afgenomen (5 procentpunt). In meetronde 15 (herfst 2021), toen goed ventileren voor het eerst werd geadviseerd, was dit nog 74%. Het percentage deelnemers dat goed ventileert is ten opzichte van meetronde 15 met twee derde afgenomen.
Bij het luchten voor, tijdens of na het ontvangen van bezoek is eenzelfde soort patroon te zien. Ten opzichte van de vorige meetronde (17) is het percentage deelnemers dat dit deed licht afgenomen. Ten opzichte van meetronde 15 is het percentage deelnemers dat de woning goed ventileerde voor of na het ontvangen van bezoek ongeveer gehalveerd. Het percentage deelnemers dat goed ventileerde tijdens het ontvangen van bezoek is in dezelfde periode met een derde afgenomen.
Handen wassen
Aan de deelnemers is gevraagd om in te schatten hoe vaak ze hun handen wassen in situaties waarin dat wordt geadviseerd. Van de deelnemers geeft 61% aan vaak tot altijd hun handen te wassen na thuiskomst. Verder blijkt dat mensen duidelijk de gewoonte hebben om hun handen te wassen na een toiletbezoek: 91% van de deelnemers geeft aan hun handen dan vaak tot altijd te wassen. De gewoonte is gemiddeld een stuk minder sterk in de andere situaties, zoals voordat mensen naar buiten gaan (27%) of als mensen bij anderen op bezoek gaan (45%). Deelnemers gaven aan in 40% van de gevallen hun handen nauwgezet en tenminste 20 seconden met water en zeep te hebben gewassen (cijfers niet in figuur). Het aantal deelnemers dat aangeeft vaker dan 10 keer per dag hun handen te hebben gewassen is 30% (cijfers niet in figuur).
Veranderingen in het handen wassen
Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is het percentage deelnemers dat hun handen wast in situaties waarin dat wordt geadviseerd voor alle situaties, met uitzondering van een toiletbezoek gelijk gebleven of licht gedaald. De handen worden vooral minder vaak gewassen bij thuiskomst en voordat men op bezoek gaat (daling van 5 procentpunt).
Afstand houden
Onderstaande figuur geeft situaties weer waarbij we het houden van voldoende afstand rapporteren als de mate waarin mensen zelden tot nooit dichterbij komen dan 1,5 meter. In een aantal situaties blijkt het lastig om 1,5 meter afstand te realiseren. Bij een feestje (zoals een verjaardag of bruiloft) rapporteert 25% van de deelnemers dat anderen nooit of zelden te dichtbij komen, 30% geeft aan dat anderen vaak of heel vaak te dichtbij komen. Bij boodschappen doen komt 22% zelden of nooit te dichtbij. 28% van de deelnemers geeft aan dat mensen nooit of zelden te dichtbij komen wanneer zij buitenshuis werken, terwijl 27% aangeeft dat dit vaak of heel vaak gebeurt. Bij 68% van alle deelnemers die op hun werk onvoldoende afstand houden, is afstand houden op het werk niet mogelijk, bijvoorbeeld door werk in de zorg. In situaties buiten (frisse neus halen, rondje fietsen of hardlopen) rapporteert 82% van de deelnemers dat anderen zelden tot nooit te dichtbij komen.
Veranderingen in het dichtbij komen
Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. In de vorige meetronde was er een forse stijging in het houden van afstand in sociale situaties welke in de huidige meetronde lijkt te stabiliseren. Ten opzichte van de vorige meetronde is een stijging te zien in het houden van afstand in georganiseerd sportverband en op school (beide 5 procentpunt). De mate van afstand houden is in de meeste situaties lager dan het niveau in deze periode vorig jaar (winter 2020/2021).
Thuiswerken
Sinds het begin van de coronapandemie geldt het advies om zoveel mogelijk thuis te werken. Deze maatregel is tussen meetronde 13 en 14 voor korte tijd versoepeld. Gedurende meetronde 16 gold ‘werk thuis als het kan, op locatie als het nodig is’. Voorafgaand aan meetronde 17 is de maatregel aangepast naar 'werk thuis, tenzij het echt niet anders kan’. Dit thuiswerkadvies gold ook tijdens de huidige meetronde. Aan de deelnemers is gevraagd of zij thuis kunnen werken en in hoeverre zij dat ook doen. Van de deelnemers in meetronde 18 die werk hebben, geeft 72% aan (deels) thuis te kunnen werken. Gemiddeld werken mensen die thuis kunnen werken 65% van hun werkuren thuis, 41% werkt alle werkuren thuis en 13% werkt geen van de werkuren thuis (cijfers niet in figuur). In de sectoren ‘openbaar bestuur en overheidsdiensten’ en 'Informatie en communicatie' worden, als thuiswerken kan, de meeste werkuren van de week thuis gewerkt (respectievelijk 82 en 81%). In de horeca en bouwnijverheid de minste (beide 43%).
Veranderingen in het thuiswerken
Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Onder de deelnemers die thuis kunnen werken, is het percentage van het totaal aantal werkuren dat wordt thuisgewerkt ten opzichte van de vorige meetronde ongeveer gelijk gebleven.
Sociale activiteiten
Bezoek ontvangen
Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is het percentage deelnemers dat minimaal 1 keer bezoek heeft ontvangen in de week voorafgaand aan het onderzoek ongeveer gelijk gebleven. De veranderingen over tijd zijn te zien in de figuur. In meetronde 9 was een duidelijke éénmalige piek te zien, waarschijnlijk door de feestdagen.
Tijdens meetronde 18 mochten deelnemers maximaal 4 bezoekers thuis ontvangen. De grote meerderheid van de deelnemers die bezoek heeft gehad hebben ook niet meer dan vier bezoekers tegelijk ontvangen (95%). Slechts 3% kreeg vijf of zes bezoekers over de vloer en 2% ontving zeven of meer bezoekers (cijfers niet in figuur). Het percentage deelnemers dat niet meer dan vier personen ontving lag in de huidige meetronde even hoog als in de vorige meetronde (95%). Deelnemers ontvingen ook ongeveer even vaak meer dan twee bezoekers ten opzichte van de vorige meetronde.
Naar buiten gaan
In de week voor het invullen van de vragenlijst gingen de deelnemers gemiddeld 14 keer naar buiten (cijfer niet in figuur). Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van meetronde 17 is het aantal keer dat deelnemers naar buiten gaan gelijk gebleven.
Ten opzichte van de vorige meetronde zijn de percentages voor de meeste redenen die deelnemers aangeven om naar buiten te zijn gegaan licht gedaald. De grootste daling is te zien voor het percentage deelnemers dat de deur uit gaat om te sporten in georganiseerd verband of om naar een feestje te gaan (5 tot 3 procentpunt). Zeer waarschijnlijk houd dit verband met de geldende maatregelen voor deze situaties gedurende de huidige meetronde.