Sinds maart 2020 onderzoekt het RIVM waarom mensen zich wel of niet aan de gedragsregels houden die vanwege de coronapandemie gelden. Hoe schatten mensen de kans en ernst in om zelf besmet te raken met het coronavirus, nu de maatregelen zijn losgelaten? En hoe makkelijk is het nog om je aan de adviezen te houden? Op deze pagina staan de resultaten van de 21e ronde van het vragenlijstonderzoek op het thema 'verklaringen gedrag'. 

  • De resultaten komen uit een cohortstudie. Dit betekent dat we mensen volgen over de tijd. Sommige mensen blijven meedoen, anderen stoppen, en weer anderen stromen later in. Dit type onderzoek is geschikt om patronen over de tijd te bestuderen (bijvoorbeeld ‘er is een toename in vertrouwen van 15 procentpunt’) en vergelijkingen te maken binnen personen (‘Draagvlak voor 1,5 meter afstand houden is 5 procentpunt lager dan voor regelmatig handen wassen’).
  • Het cohort is demografisch niet representatief voor de Nederlandse bevolking (zie toelichting). Cijfers op één tijdstip kunnen afwijken van onderzoeken die op dat moment een representatief sample hebben geworven en gewogen. We beoordeelden deze afwijkingen tot en met ronde 20 t.o.v. de cijfers op het Coronadashboard en die bleken beperkt (meestal 0 - 10 procentpunt).      

Aan de deelnemers van het onderzoek is gevraagd hoe groot zij de kans inschatten om zelf besmet te raken met het coronavirus of om anderen ermee te besmetten. Ook is gevraagd hoe erg ze dat zouden vinden.

Van de deelnemers geeft 21% aan het (zeer) waarschijnlijk te vinden dat ze de komende maanden besmet zullen raken. 19% vindt dit (zeer) onwaarschijnlijk en meer dan de helft (59%) staat hier neutraal tegenover. Wel vindt bijna de helft van de deelnemers (47%) het (zeer) waarschijnlijk dat ze anderen zullen besmetten. 40% van de deelnemers vindt het (heel) erg om zelf besmet te raken en 76% vindt het (heel) erg als zij anderen zouden besmetten.
 

Verandering in inschatting kans en ernst besmetting

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. De inschatting van de kans om zelf besmet te raken is ten opzichte van de vorige meetronde toegenomen (met 5 procentpunt). Het percentage deelnemers dat het (heel) erg vindt om besmet te raken is nagenoeg hetzelfde gebleven, net als het percentage deelnemers dat het erg vindt om een ander te besmetten. De inschatting van de kans om anderen te besmetten is ook gelijk gebleven vergeleken met de vorige meetronde.

Aan de deelnemers van het onderzoek zijn stellingen voorgelegd over de mate waarin het virus hen emotioneel beïnvloedt. Deze stellingen zijn gebundeld in twee thema’s: (1) vinden de deelnemers dat het virus zich snel verspreidt en dat het dichtbij voelt en (2) maken de deelnemers zich zorgen over het virus.

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. De mate waarin deelnemers vinden dat het virus zich snel verspreidt en dat het dichtbij voelt (32%), is nagenoeg hetzelfde gebleven ten opzichte van de vorige meetronde. Ook het percentage deelnemers dat aangeeft zich zorgen te maken is hetzelfde gebleven ten opzichte van de vorige meetronde.

Er is ook gevraagd naar hoeveel zorgen de deelnemers zich maken over nieuwe varianten van het coronavirus. Deze zorgen zijn sinds de vorige meetronde afgenomen tot 47% (7 procentpunt afname). Van de deelnemers geeft 57% aan dat ze zich zorgen maken over een nieuwe opleving van het coronavirus, een afname van 7 procentpunt ten opzichte van de vorige meetronde.

Aan de deelnemers is gevraagd hoe goed de gedragsadviezen volgens hen helpen om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan. Voor alle uitgevraagde gedragsadviezen geeft een meerderheid aan dat deze adviezen volgens hen (heel) veel helpen. De gedragsadviezen die volgens relatief de meeste deelnemers (heel) veel helpen zijn: in isolatie gaan na een positieve test (84%), in quarantaine gaan bij coronagerelateerde klachten (81%), en testen bij klachten (77%). 

Verandering in overtuiging hoe goed de gedragsadviezen helpen

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Het percentage deelnemers dat denkt dat de gedragsadviezen (heel) veel helpen is voor alle uitgevraagde adviezen ongeveer gelijk gebleven. 

Aan de deelnemers van het onderzoek is ook gevraagd hoe moeilijk of makkelijk zij het vinden om zich aan de gedragsadviezen te houden. Voor alle uitgevraagde gedragsadviezen geldt dat een meerderheid van de deelnemers het (heel) makkelijk vindt om zich eraan te houden. De gedragsadviezen die de meeste deelnemers (heel) makkelijk vinden, zijn voor voldoende frisse lucht zorgen in de woning (87%), testen bij klachten (80%) en hoesten en niezen in de elleboog (76%).

De andere gedragsadviezen zijn minder gemakkelijk om na te leven. 20 seconden handen wassen vindt 54% van de deelnemers (heel) makkelijk, in quarantaine gaan bij klachten vindt 59% (heel) makkelijk, en in isolatie na positieve test vindt 56% (heel) makkelijk.
 

Verandering in hoe makkelijk het opvolgen van gedragsregels is

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Voor bijna alle gedragsadviezen geldt dat het percentage deelnemers dat het (heel) makkelijk vindt deze op te volgen in de huidige meetronde gelijk is gebleven of licht is gestegen ten opzichte van de vorige meetronde. Alleen bij ‘voor voldoende frisse lucht zorgen’ zien we een duidelijke stijging (7 procentpunt). Dit hangt waarschijnlijk samen met het mooie weer.

Gedrag kan beïnvloed worden door mensen in de naaste omgeving. Wat zien de deelnemers in hun eigen omgeving gebeuren? Meer dan de helft van de deelnemers ziet dat mensen in hun omgeving in isolatie gaan na een positieve testuitslag (62%), testen bij klachten (60%) en voor voldoende frisse lucht zorgen in hun woning (57%). Adviezen die deelnemers anderen in hun omgeving minder zien opvolgen zijn het regelmatig 20 seconden handen wassen (23%) en in quarantaine gaan bij klachten (49%).

Verandering in wat deelnemers mensen in hun omgeving zien doen

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde zien deelnemers mensen in hun omgeving meer voor voldoende frisse lucht zorgen in hun woning (een stijging van 9 procentpunt) en meer testen bij klachten (6 procentpunt). De overige gedragsadviezen zijn ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van de vorige meetronde. 

De vragenlijst van meetronde 21 is afgenomen tussen 7 en 11 september 2022. Net als in de vorige meetronde (8-12 juni 2022) gelden alleen nog adviezen om verspreiding van het coronavirus te beperken. Dit zijn: hygiëne-adviezen, thuisblijven en (zelf)testen bij klachten, in isolatie gaan na een positieve (zelf)test en vaccineren. De veranderingen in maatregelen gedurende de pandemie zijn terug te vinden in de tijdlijn van coronamaatregelen. Vanwege de andere fase van de pandemie en het afschalen van de maatregelen, is het vragenlijstonderzoek na meetronde 19 om de 13 weken uitgevoerd in plaats van zeswekelijks. Meetronde 21 is voorlopig de laatste meetronde. 

Meetrondes

Ronde 1: 17-24 april 2020 | Ronde 2: 7-12 mei 2020 | Ronde 3: 27 mei - 1 juni 2020 | Ronde 4: 17-21 juni 2020 | Ronde 5: 8-12 juli 2020 | Ronde 6: 19-23 augustus 2020 | Ronde 7: 30 september - 4 oktober 2020 | Ronde 8: 11-15 november 2020 | Ronde 9: 30 december 2020 - 3 januari 2021 | Ronde 10: 10-14 februari 2021 | Ronde 11: 24-28 maart 2021 | Ronde 12: 5-9 mei 2021 | Ronde 13: 16-20 juni 2021 | Ronde 14: 28 juli - 1 augustus 2021 | Ronde 15: 8-12 september 2021 | Ronde 16: 20-24 oktober 2021 | Ronde 17: 24-28 november 2021 | Ronde 18: 19-23 januari 2022 | Ronde 19: 9-13 maart 2022 | Ronde 20: 8-12 juni 2022 | Ronde 21: 7-11 september 2022