In maart 2025 daalde het percentage jongeren met langdurige klachten na een coronabesmetting naar 2%. De resultaten op deze pagina horen bij het vijftiende kwartaalonderzoek van het Gezondheidsonderzoek covid-19.
Minder jongeren met post-covid
In dit kwartaalonderzoek gaf 2% van de jongeren aan dat ze langdurige klachten ervaren na een coronabesmetting. Als dit langer dan drie maanden duurt wordt dit ook wel post-covid of long-COVID genoemd. Het percentage jongeren met deze klachten was in maart 2025 lager dan drie maanden eerder, toen nog 3% van de jongeren aangaf zulke klachten te hebben.
Daarnaast gaf 8% van de jongeren aan dat ze hersteld zijn van post-covid.
Kwart jongeren met post-covid voelt zich beperkt in het dagelijks leven
Ruim een kwart (26%) van de jongeren met post-covid voelde zich in het dagelijks leven erg beperkt door de post-covid klachten. Daarnaast voelde 40% zich matig tot redelijk beperkt.
Van jongeren die inmiddels van post-covid waren hersteld voelde zich een kleiner percentage (14%) zich destijds erg beperkt in het dagelijks leven (zie grafiek).
Jongeren met post-covid hebben vaak al lang klachten
De grafiek hieronder laat zien dat de meeste jongeren met post-covid al langer dan een jaar klachten hebben. Ruim een kwart (26%) heeft zelfs al langer dan drie jaar klachten.
Als jongeren herstelden van post-covid gebeurde dit juist vaak binnen een jaar: 79% hield korter dan een jaar na hun coronabesmetting klachten. Slechts 3% van de jongeren die van post-covid herstelde had langer dan 3 jaar klachten gehad (zie grafiek).
Meeste herstelde jongeren kregen post-covid in 2021
Van alle jongeren die deelnamen aan de vragenlijst geeft 8% aan hersteld te zijn van aanhoudende klachten na een coronabesmetting die zij in het verleden gehad hebben. De meeste jongeren die herstelden, hadden langdurige klachten na een besmetting met het coronavirus in 2021. Slechts 10% van de herstelde jongeren kreeg voor het eerst klachten in 2023 of 2024 (zie grafiek).
Zorg
Diagnose post-covid
De diagnose post-covid werd door verschillende deskundigen gesteld. Post-covid werd bij 29% vastgesteld door de huisarts en bij 24% door een medisch specialist. Verder kreeg 2% de diagnose vanuit de alternatieve geneeskunde. Een deel had geen diagnose, maar zij zelf (21%) of mensen die hen goed kennen (24%) dachten dat ze post-covid hadden.
Jongeren die in het verleden aanhoudende klachten hadden na een coronabesmetting, maar daar inmiddels van hersteld zijn, kregen vaker een diagnose van de huisarts (39%) en minder vaak van een medisch specialist (13%) (zie grafiek).
Contact met zorgverleners
Jongeren met langdurige klachten na een coronabesmetting hadden vaak met veel verschillende zorgverleners contact. In een lijst konden zij aangeven met welke zorgverleners ze contact hadden. Zo had 59% contact met de huisarts, 32% met een medisch specialist, 32% met een fysiotherapeut, 26% met een psycholoog en 18% met een ergotherapeut.
Jongeren inmiddels hersteld zijn van hun post-covid, hadden destijds ongeveer even vaak contact met de huisarts (57%). Met andere (tweedelijns) zorgverleners hadden ze juist veel minder vaak contact (zie grafiek). Waarschijnlijk komt dit vooral omdat deze groep meestal korter klachten had.
Behandelingen en medicatie
Dat er nog geen standaardbehandeling of medicatie is voor post-covid is terug te zien in de antwoorden hierover. Fysiotherapie en oefentherapie werden het vaakst aangekruist bij zowel de jongeren met klachten als de herstelde jongeren, maar verder was er niet één soort behandeling of medicijn dat vaker gebruikt werd. De medicijnen die jongeren gebruikten waren erop gericht om symptomen van post-covid te verlichten.
Mantelzorg ontvangen door jongeren met post-covid
Jongeren met post-covid konden aangeven of en welke hulp ze kregen van een familielid of bekende. Ruim de helft (52%) kreeg mantelzorg voor één of meer dingen. In de voorgaande drie maanden had 36% huishoudelijke hulp gekregen, zoals stofzuigen, boodschappen doen of het klaarmaken van eten. Ook kreeg 32% hulp met praktische dingen, bijvoorbeeld bij bezoeken aan de huisarts of ondersteuning bij wandelen. Verder had 18% lichamelijke verzorging nodig, zoals hulp bij het douchen of het nemen van medicijnen (zie grafiek).
Mantelzorgen voor een dierbare met post-covid
In een vraag over welke corona-gerelateerde gebeurtenissen jongeren meemaakten sinds de start van de pandemie, konden ze deze ronde voor het eerst ook aangeven of ze een dierbare hebben met post-covid. Hierbij is het goed om te bedenken dat het gaat om jongeren van 12 tot en met 25 jaar oud. In deze leeftijdsgroep gaf 7% aan dat iemand die belangrijk voor hen is, op dat moment post-covid had. Deze jongeren kregen daarna de vraag of ze mantelzorg gaven aan hun dierbare met post-covid. Ruim de helft (66%) gaf inderdaad mantelzorg. Zo hielp 23% hun dierbare bij huishoudelijke taken, 14% bij praktische dingen en 6% bij lichamelijke verzorging. Meestal gaven ze één vorm van mantelzorg, maar sommige jongeren hadden meerdere zorgtaken tegelijk.
Invloed op school
Van de jongeren met post-covid kon 36% evenveel lessen en colleges volgen als voordat hun klachten begonnen. Verder volgde in totaal 31% een deel van de lessen of colleges. Door post-covid had 7% zich volledig ziekgemeld en 5% had zich uitgeschreven bij hun school of opleiding. 17% volgde al geen school of opleiding en 4% ging minder of niet naar school om een andere reden dan post-covid (zie grafiek).
Schoolachterstand en studievertraging
Vanwege hun klachten kregen sommige jongeren met post-covid een achterstand op school of liepen ze studievertraging op. Ruim een kwart (26%) had studievertraging op het moment dat ze de vragenlijst invulden en 9% had langer over hun school of studie gedaan door hun aanhoudende klachten na een coronabesmetting.
Ongeveer de helft (51%) van de jongeren die zijn hersteld van langdurige klachten na een coronabesmetting liep geen vertraging op door hun klachten, terwijl 15% in maart daardoor wel nog studievertraging had. Nog eens 15% had langer over hun school of studie gedaan door de opgelopen vertraging (zie grafiek).
Invloed op werk
Bij 51% van de jongeren met post-covid hadden hun klachten invloed op hoeveel ze werken, vergeleken met 29% die nog evenveel werkten als voordat hun klachten begonnen. 14% werkte meer dan de helft van de normale uren en 12% minder dan de helft. Ook was 11% volledig ziekgemeld en 8% gestopt met werken. Daarnaast had 17% geen werk, waarvan een deel in een andere vraag aangaf dat ze te jong zijn om te werken. Bij 6% was er een andere reden dan post-covid waardoor ze niet of minder werkten.
Bezorgd om post-covid te krijgen
Jongeren die geen post-covid hadden op het moment dat ze de vragenlijst invulden konden aangeven of ze zich zorgen maakten om post-covid te krijgen. Jongeren die het hiermee eens waren of niet eens en niet oneens kregen de vervolgvraag over de reden voor hun bezorgdheid. De belangrijkste reden voor hun bezorgdheid was angst om lang ziek te zijn. Anderen gaven aan dat de zorgen voortkomen uit wat ze over post-covid hebben gezien en gelezen in de media of uit het feit dat er nog geen behandeling is voor post-covid. Sommige jongeren vinkten aan dat ze zich makkelijk zorgen maken. Daarnaast dacht een klein deel vatbaar te zijn voor post-covid of waren ze bezorgd omdat ze eerder post-covid hadden gehad (zie grafiek).
Zorgen - Oorzaak
Sla de grafiek Redenen voor bezorgdheid om post-covid te krijgen over en ga naar de datatabel*alleen ingevuld door van post-covid herstelde jongeren (8,4%)
Bij ‘Anders, namelijk’ hadden jongeren de mogelijkheid om andere redenen aan te geven voor hun bezorgdheid om post-covid te krijgen. Bijna de helft van hen vulde dit antwoord in omdat ze zich eigenlijk weinig zorgen maakten, waarschijnlijk omdat ze neutraal hadden geantwoord op de stelling over bezorgdheid om post-covid te krijgen. Verder maakten sommigen zich zorgen omdat ze op dat moment vermoedden dat ze post-covid hadden. Anderen hadden vergelijkbare klachten van een andere ziekte, waardoor ze wisten hoe het is om langdurig ziek te zijn. Iemand gaf aan “daar hoef ik geen post-covid bij.” De bezorgdheid kwam bij een deel ook door de impact van post-covid op de kwaliteit van leven. Ze hadden gezien hoeveel impact post-covid kan hebben op het dagelijks leven bij bijvoorbeeld een dierbare of bij cliënten op hun opleiding. Ze waren bang hun conditie kwijt te raken, niet te kunnen werken of heel lang ziek te zijn. Een enkeling noemde de specifieke reden waarom ze dachten vatbaar te zijn voor post-covid, bijvoorbeeld een longaandoening. Ook waren een paar bezorgd door hoe onwillekeurig het is wie post-covid krijgt. Sommigen wilden vooral dat hun dierbaren geen post-covid zouden krijgen of waren bezorgd over de impact die post-covid bij henzelf zou hebben op hun naasten. Een paar jongeren antwoordden 'weet ik niet’ of ‘ik weet niet wat het inhoudt’ op de vraag waarom ze zich zorgen maken om post-covid te krijgen.
Post-covid in de eigen woorden van deelnemers
In juni 2023 vertelden jongeren met post-covid over hoe hun aanhoudende klachten hun leven beïnvloedden: Ervaringen post-covid (juni 2023).
In december 2024 gaven mensen die post-covid hadden (gehad) antwoord op de vraag welke hulp of steun ze graag gekregen hadden, maar niet hadden ontvangen. Daarnaast beschreven deelnemers met post-covid welke invloed hun klachten hadden op hun sociale contacten. Lees de volledige beschrijving bij Post-covid (december 2024).