Om inzicht te krijgen in de lichamelijke gezondheid van jongeren vroegen we hen hoe vaak zij in de laatste 4 weken last hadden van verschillende lichamelijke klachten. Ook konden jongeren aangeven of ze een langdurige ziekte of beperking hebben. Op deze pagina bespreken we de resultaten van de meting in juni 2023. Dit is het 8e kwartaalonderzoek van het Gezondheidsonderzoek COVID-19.
1 op de 3 jongeren is vaak vermoeid
Van de jongeren had 52% (zeer) vaak last van 1 of meer lichamelijke klachten. Sinds maart 2022 wisselt dit percentage licht. De lichamelijke klachten waar jongeren het vaakst last van hadden zijn: vermoeidheid (33%), geheugen- of concentratieproblemen (19%), prikkelbaarheid (19%), slaapproblemen (18%) en hoofdpijn (17%). Hartkloppingen werd het minst aangevinkt (4%) (zie grafiek).
Jongeren met stress, eenzaamheid en mentale klachten hebben een grotere kans op lichamelijke klachten en andersom. Vooral stress door: school of huiswerk, de situatie thuis, eigen problemen, wat anderen van hem/haar vinden en alles wat ze moeten doen. Ook leeftijd speelt een rol: jongeren tussen de 18 en 25 jaar oud hebben meer kans op lichamelijke klachten dan jongere jeugd.
Langdurig ziek zijn
In dit 8e kwartaalonderzoek kregen jongeren de vraag of ze langdurig psychisch en/of lichamelijk ziek of beperkt zijn. Hierbij konden ze ook aangeven of ze post-COVID hadden en daar vervolgvragen over beantwoorden. Mensen met post-COVID hebben langdurige klachten na corona, ook wel bekend als Long COVID.
1 op de 10 heeft een psychische ziekte of beperking
Van de jongeren die meededen aan dit onderzoek gaf in totaal 15% aan dat ze een langdurige psychische en/of lichamelijke ziekte of beperking hebben. 10% gaf aan dat ze een psychische ziekte of beperking hebben, zoals depressie of burn-out. Daarnaast had 4% een langdurige lichamelijke ziekte of beperking. Denk daarbij aan kanker, hartziekten, blindheid of verlamming. Nog eens 2% zei dat ze post-COVID hebben (zie grafiek).
Diagnose post-COVID
Hoe weten jongeren dat ze post-COVID hebben? Is er een officiële diagnose gesteld? Zo ja, door wie? Jongeren die aangaven post-COVID te hebben kregen hierover een vervolgvraag te zien. Van hen zei 22% dat hun huisarts de diagnose post-COVID heeft gegeven, 17% kreeg de diagnose van een medisch specialist en 3% van een alternatieve geneeskundige. Bij 30% is de diagnose niet officieel vastgesteld, maar denken mensen die hen goed kennen (17%) of zijzelf (13%) dat ze post-COVID hebben (zie grafiek).
Ervaringen post-COVID
Jongeren die invulden dat ze post-COVID hebben of denken te hebben, gaven bijna allemaal antwoord op de vraag hoe deze ziekte invloed heeft op hun leven. Daarbij is het goed om te bedenken dat juist mensen met ernstige post-COVID waarschijnlijk geen energie hebben om een vragenlijst in te vullen. Toch geven de antwoorden een goede indruk van hoe jongeren post-COVID ervaren.
De grootste invloed die jongeren ervaren van post-COVID is dat ze heel moe zijn. Daarna worden cognitieve problemen en benauwdheid of kortademigheid het meest genoemd. Gevolgd door last hebben van prikkels, geen geur en smaak hebben en pijnklachten. Sommige deelnemers zeggen dat ze nu vaker ziek zijn. Klachten die weinig voorkomen hebben we weggelaten.
Door hun klachten kunnen jongeren minder doen. Maar de ernst van de klachten verschilt sterk. De één schrijft over niet kunnen sporten of fietsen. Een ander kan alleen maar op de bank liggen. Ook kunnen deze jongeren vaak niet werken, studeren, hun hobby's doen of afspreken met vrienden. Volgens jongeren die herstellen van post-COVID gaat dit heel langzaam en moeten ze veel rekening houden met hoeveel energie ze verbruiken. Bij een paar jongeren heeft post-COVID helemaal geen invloed op hun leven. Het kan dat ze al beter zijn, of een relatief milde klacht hebben, zoals geurverlies.
De citaten in het uitklapvenster hieronder geven een indruk van hoe verschillende jongeren hun post-COVID ervaren. Antwoorden van mensen met en zonder diagnose staan door elkaar en de kans is groot dat patiënten met ernstige post-COVID minder vertegenwoordigd zijn.
“Enorm snel moe, nooit meer hetzelfde energielevel als voor covid, snel last van de luchtwegen zeker bij inspanning.”
“Fietsen lukt niet en ik heb nog concentratieproblemen.”
“Ik ben niet meer in staat om te studeren of werken. Kan niet volledig voor mezelf zorgen en heb hulp daarbij nodig van mijn ouders. Ik zit al 2 jaar volledig thuis. Moet dagelijks nog veel liggen en rusten. Hobby's en activiteiten die ik leuk vind kan ik niet allemaal meer uitvoeren.”
“Heb nu geen last meer maar had een jaar terug wel last. Eerst kon ik niet veel doen maar snel ging het wat beter.”
“Mijn longen zijn erg gevoelig geworden, dus ik moet uitkijken als ik in een rokerige omgeving sta bijv. Ook slaat elk klein verkoudheidje gelijk op mijn longen.”
“Ik vergeet heel veel dingen, ook belangrijke dingen als afspraken.”
“Het gaat nu al stukken beter, maar ik heb 3 maanden lang alleen maar in bed gelegen met enorme hoofdpijn. Daardoor is mijn conditie weg. Ik heb elke dag chronische hoofdpijn waardoor ik erg snel geïrriteerd raak. Ik was altijd enorm extravert en nu vind ik grote groepen mensen intens.
Ik heb soms ook een soort hersenmist in mijn kop, waardoor ik soms niet op woorden kom, dat is echt heel raar en naar.
Ik heb verschillende apparaten moeten aanschaffen zoals een hartband (mag niet boven een bepaalde hartslag komen) en een soort pufoefening om mijn middenrif weer te trainen aangezien mijn longcapaciteit heel erg gezakt is.
Het ergste van alles vind ik denk ik het onbegrip van mensen. Je kan het bij mij niet van de buitenkant zien, dus behandelen mensen mij zoals ik eerst was. Alleen heb ik niet meer genoeg energie om mijzelf te zijn.
Ik ben door dit alles ook gestopt met mijn opleiding, maar hoop dat ik door het revalideren weer kan beginnen in september. Stapje voor stapje.”
“Ik ben op [datum] ziek geworden. Ik heb aantal maanden lang in bed gelegen, en niets kunnen doen. Van de vermoeidheid en overprikkeling.
Na paar maanden en tientallen keren huisartsenbezoeken, ziekenhuisbezoeken is dan eindelijk gezegd dat ik long-covid heb. Ik kan gelukkig nu alweer een jaartje werken. Ik werk nu voor 50%. Maar ik moet elke dag nog meerdere keren pauzes nemen na activiteiten, omdat ik moe ben en pijn heb. Waardoor ik niet mijn oude leven kan oppakken.
Dus ik sta met long-covid op en ik ga ermee naar bed. Ik moet er altijd rekening mee houden.”
Meer informatie
Meer informatie over wat we tot nu toe weten over post-COVID en over organisaties die patiënten ondersteunen staat op Rijksoverheid.nl. Het RIVM doet onderzoek naar post-COVID.