In de vragenlijst vroegen we jongeren welke gebeurtenissen ze meemaakten in coronatijd. In maart 2025 gaf een op de vijf jongeren aan dat ze nog last hadden van die gebeurtenissen. Deze resultaten van het vijftiende kwartaalonderzoek horen bij het Gezondheidsonderzoek covid-19.

Een vijfde van de jongeren heeft last van gebeurtenissen uit coronatijd

Het dagelijks leven veranderde sterk tijdens de periodes met coronamaatregelen. Veel mensen raakten besmet met het coronavirus en sommigen kwamen in het ziekenhuis, verloren dierbaren, kregen te maken met dreiging of geweld vanwege de coronamaatregelen of maakten andere heftige gebeurtenissen mee. In totaal had 20% van de jongeren in maart 2025 nog last van deze corona-gerelateerde gebeurtenissen. Voor deze jongeren blijft de impact van de coronaperiode voelbaar, hoewel andere deelnemers deze periode zien als iets dat geen invloed meer heeft op hun leven nu (zie hieronder bij De impact van de coronatijd op het dagelijks leven).

Jongeren hebben het vaakst zelf een coronabesmetting doorgemaakt. In maart 2025 had 70% een coronabesmetting doorgemaakt, van hen had 8% daar nog last van. Van jongeren die bang waren dat zij zelf of dat een dierbare corona zou krijgen (28%) had 7% daar nog last van. Deze ronde konden jongeren voor het eerst ook aangeven of ze een dierbare hebben met post-covid. Voor 7% van de jongeren was dat zo. Van die 7% geeft 39% aan dat ze er in het dagelijks leven last van hebben. We vroegen jongeren die een dierbare hebben met post-covid of ze mantelzorg geven. Hun antwoorden staan op de post-covid pagina: Mantelzorgen voor een dierbare met post-covid.

De grafiek hieronder laat per ronde zien hoeveel procent van de jongeren een bepaalde gebeurtenis meemaakte. De grafiek in het rechtertabblad laat zien hoeveel procent van de jongeren die een gebeurtenis meemaakten daar nog last van had.

Jongeren die aangaven nog last te hebben van een heftige gebeurtenis die te maken had met de coronapandemie, kregen extra vragen om vast te stellen of ze mogelijk een posttraumatische stressstoornis (PTSS) kunnen ontwikkelen. Bij 3% van de jongeren was dit het geval. In maart en juni 2022 was dit percentage 6%, en sindsdien schommelt het rond de 3%.

De impact van de coronatijd op het dagelijks leven 

Na de derde lockdown (juni 2022) en tijdens meerdere vervolgmetingen konden jongeren in hun eigen woorden vertellen wat ze in het dagelijks leven nog merkten van de coronapandemie. Ook vulden ze in september 2024 in welke coronatijd-onderwerpen ze nog wel eens bespraken. Verwijzingen naar deze eerdere resultaten staan onderaan deze pagina. 

Deze ronde kregen jongeren de vraag of ze zich herkenden in gevolgen van de pandemie die eerder door een aantal jongeren in de open antwoorden waren benoemd. Deze gevolgen waren geformuleerd als stellingen, bijvoorbeeld ‘Ik kan sinds de coronatijd minder goed omgaan met prikkels’. Per stelling konden ze kiezen of ze het ermee eens of oneens waren, of ze konden ‘niet van toepassing’ of ‘ik weet het niet’ aanvinken.  

De grafiek hieronder laat zien hoeveel jongeren het (sterk) eens zijn met de stellingen over gevolgen van de pandemie in hun dagelijks leven op dit moment, en deze percentages worden ook uitgelicht in de tekst onder de grafiek. De andere antwoordopties worden zichtbaar als ze onderaan de grafiek worden aangeklikt.

De coronatijd en het leven nu

De meerderheid van de jongeren (56%) was het eens met de stelling dat de coronatijd niets meer te maken heeft hun leven nu. Jongeren konden opmerkingen achterlaten aan het eind van de vragenlijst. Verschillende jongeren lieten opmerkingen achter over hun gevoel dat corona hoort bij het verleden. Daarom vroegen sommige deelnemers zich ook af waarom ze nog vragen kregen over de coronaperiode en zei een deelnemer bijvoorbeeld “ik ben twaalf – blijf bij het heden”. Wie zelf nog weinig van de pandemie merkte, vond de vragen “overdreven” en lichtte toe: “het lijkt wel alsof je je zielig moet voelen vanwege de corona.”

Toch gold dat duidelijk niet voor iedereen: 20% vond dat de coronatijd juist wel nog te maken heeft met hun dagelijks leven en 20% is het hiermee niet eens, maar ook niet oneens. Sommige jongeren waardeerden daarom juist de vragenlijst: “Fijn dat jullie zoveel aandacht stoppen in corona ook, al is het lang geleden.”

Dat deze periode sommige jongeren echt nog dwars zat, bleek ook uit de 15% die het (sterk) eens was met de stelling dat ze niet meer willen denken of praten over de coronatijd omdat ze er vervelende herinneringen aan hebben.

Een andere stelling liet zien dat de pandemie voor bijna een kwart van de jongeren juist een heerlijk rustige periode was met meer vrije tijd, waar ze nog wel eens naar terugverlangen. In de eindopmerkingen lichtte een aantal van hen toe waarom de coronatijd fijn voor hen was. Jongeren met autisme of die om een andere reden snel last hadden van prikkels, genoten van de rust, werden zich bewust van hun eigen grenzen of vonden het een verademing dat er minder verwachtingen gesteld werden. Iemand anders genoot van het thuisonderwijs. Een deelnemer die destijds een zwaar ongeluk had gehad, hoefde dankzij de lockdown weinig school en feestjes te missen.

Belangrijke momenten gemist

Hoewel dus 56% van de jongeren vond dat de coronatijd niets meer te maken heeft met hun leven nu, stelde toch bijna de helft dat ze het nog steeds erg jammer vonden dat ze belangrijke momenten in hun leven niet konden vieren door de coronamaatregelen. Een paar eindopmerkingen gingen over het gevoel dat ze een aantal jaar in de wachtstand stonden:

Ik zie geen directe gevolgen van corona/lockdowns, maar heb wel het idee dat ik erdoor echt heb stilgestaan in mijn sociale, persoonlijke ontwikkeling wat ik terugzie in meerdere aspecten van mijn leven: vrienden maken, nieuwe baan zoeken, op mijn werk, sporten etc.

Positieve invloed op leefstijl

Tijdens de pandemie kwam er meer aandacht voor gezondheid, ook voor gezond eten en sporten. Een deel van de jongeren hield die leefstijlveranderingen vol: 14% gaf aan dat ze in de coronatijd gezonder zijn gaan eten en dat nog steeds doen, en zelfs 19% was meer gaan sporten en is dat blijven doen. Daar staat tegenover dat 56% het oneens was met beide stellingen. Het kan dat deze leefstijlveranderingen tijdens de pandemie minder betrekking hadden op jongeren of dat ze al gezond leefden, zoals een deelnemer uitlegde in een opmerking aan het einde van de vragenlijst: “Ik was al gezond aan het eten en sporten, corona heeft daarin niets verbeterd of minder gemaakt dus daarom erg oneens.”

Persoonlijke ontwikkeling

Net nadat de laatste coronamaatregelen waren afgeschaft, noemden sommige jongeren als positief gevolg van de pandemie dat ze nieuwe hobby’s hadden gevonden of beter alleen konden zijn. Van de jongeren denkt 21% inderdaad dat de pandemie eraan bijdroeg dat ze zich beter kunnen vermaken. Ook is 24% het eens met de stelling dat ze beter alleen kunnen zijn dan voor de coronapandemie.

Wel is het juist in deze levensfase lastig om te zeggen of deze veranderingen door de coronaperiode komen, of gewoon door het ouder worden. Twee jongeren noemden in hun eindopmerking dat ze het daarom moeilijk vonden om deze stelling te beantwoorden.

Restanten van maatregelen in sociaal gedrag

In hun omgang met anderen zijn er soms nog resten van gedrag en sociaal zelfbeeld die terug te voeren zijn op de coronatijd. Zo gaf 12% van de jongeren aan dat ze nog regelmatig twijfelen of ze een coronatest moeten doen of zich aan coronamaatregelen moeten houden als ze verkouden zijn. Ook andere mensen zijn soms nog voorzichtig, want 10% was het ermee eens dat ze het jammer vinden dat sommige mensen minder door hen aangeraakt willen worden sinds de coronatijd. Soms speelde dit alleen destijds, maar denken ze hier nog wel vaak aan terug: “Lastig dat gezin niet wilde knuffelen tijdens corona als ik thuiskwam in het weekend (woonde op kamers)”. Ook vertelde iemand die zowel een vader als opa verloor in coronatijd dat op de uitvaart “niemand een knuffel of hand mocht geven aan ons als steun.”

Sociale veranderingen hebben ook gevolgen voor hoe jongeren over zichzelf denken: 15% het eens met de stelling dat ze minder spontaan zijn sinds de coronatijd en vindt 28% dat ze meer op zichzelf zijn sinds de coronatijd.

Na de laatste lockdown (juli en september 2022) noemden sommige jongeren dat ze zich door de coronatijd ongemakkelijker voelden in sociale situaties. Dat was ook in deze meting nog actueel: 20% vond dat ze sinds de coronatijd minder goed kunnen omgaan met prikkels en 16% gaf aan dat ze zich sindsdien ongemakkelijk voelen in grote groepen. Verder vond 14% het in maart 2025 nog steeds lastiger om nieuwe mensen te leren kennen door de coronatijd en 11% voelde zich sinds de coronatijd vaak niet op hun gemak in een nieuwe situatie. Een deelnemer schreef hierover: “Altijd al op mezelf geweest, maar door corona ongemakkelijker in grote groepen.”

Veranderde relaties

De coronatijd heeft sporen nagelaten in relaties. Hoewel de meerderheid van de jongeren oneens (74%) of ‘niet van toepassing’ (11%) invulde, gaf 7% aan dat ze het eens waren met de stelling ‘Ik spreek sommige vrienden of familieleden niet meer, omdat we het oneens waren over de coronamaatregelen of coronavaccinaties.’ Ook merkte 8% nog steeds dat de relatie met hun (ex-)partner, gezin, huisgenoot, of vriend(in) door de coronatijd negatief is veranderd.

Ook was 40% van de jongeren het oneens met de stelling dat de coronatijd een betere band gaf met naasten of dierbaren. De positieve invloed van thuis zijn op relaties werd in de eerste lockdownperiode wel vaker benoemd, maar dit veranderde vaak toen het thuiszitten langer werd. Toch was in maart 2025 23% het wel nog eens met de stelling dat ze sinds de coronatijd een betere band hebben met hun gezin, huisgenoten en/of hechte vriend(en) of vriendin(nen).

Gemengde gevolgen voor leren en werken

Van de jongeren vond 32% het fijn dat er door de coronaperiode meer online les wordt gegeven, maar daar tegenover staat 38% die het hiermee oneens was. Bij deze stelling vulde 11% ‘niet van toepassing’ in.

Ook zei 30% dat ze in de coronatijd achterstand op school of studie hadden opgelopen. Hierover schreef een deelnemer:

We hebben op school nog steeds een achterstand waardoor alle lesstof zo snel en in een te korte tijd wordt behandeld. Wij krijgen geen voordelen tijdens ons examen zoals de vorige jaren wel is geweest. Is niet eerlijk want we hebben nu heel veel stress.

In eerdere vragenlijsten noemden een paar jongeren dat ze door de coronatijd beter konden meekomen op school of meer vakken konden volgen, waar ze nog voordeel van hadden. Uit de stellingen blijkt ook dat dit slechts voor sommige jongeren geldt: 12% was het eens met de stelling, vergeleken met de veel grotere groep van 59% die het hiermee oneens was.

Achterstand wordt soms ook nog gemerkt op het werk. Van de jongeren merkte 10% dat ze in vergelijking met hun collega’s een achterstand hebben door het onlineonderwijs en gemiste stages in de coronatijd. Ook zei 11% dat ze het hiermee niet eens en niet oneens waren, zij merkten mogelijk deels een achterstand op hun werk. De helft van de jongeren was het oneens met de stelling en 26% gaf aan dat die niet van toepassing was op hen.

Anders dan bij onlineonderwijs, zagen jongeren thuiswerken over het algemeen vaker als positief gevolg van de pandemie. Met de stelling dat het fijn is dat thuiswerken makkelijker is geworden was 46% het eens, vergeleken met 19% oneens en 14% niet eens en niet oneens. Zoals bij jongeren van 12 tot en met 25 jaar te verwachten is, vulde 19% ‘niet van toepassing’ in. Bijna de helft van hen heeft geen betaald werk, bijvoorbeeld omdat ze te jong zijn om te werken. Mogelijk hadden anderen het soort (bij)baan waarbij thuiswerken geen mogelijkheid is.

Verder was 9% van de jongeren het eens met de stelling dat zij zelf of ze in hun gezin nog financiële gevolgen merken van de pandemie, vergeleken met 71% die het hiermee oneens was.

Vertrouwen in de overheid

De coronamaatregelen hebben er bij 22% van de jongeren aan bijgedragen dat hun vertrouwen in de overheid is verminderd. Verschillende jongeren die het eens zijn met deze stelling wilden toelichten waarom ze dit antwoord gaven. De achterliggende redenen voor het verminderde vertrouwen zijn ook heel verschillend. Sommigen vonden dat corona een hoax was of hadden het gevoel dat “de overheid iedereen voor de gek heeft gehouden”. Iemand verloor het vertrouwen “omdat ik het merk vaccinatie niet zelf mocht kiezen”. Anderen wilden graag niet als complotdenker worden gezien: “Ik geloof geen great reset, maar mijn vertrouwen is geschaad door fout presenteren statistieken,” vulden aan dat ze zich “nog steeds intens teleurgesteld voelen vanwege de coronamaatregelen” of door de “samenwerking, doelgerichtheid en duidelijkheid van de overheid rondom coronamaatregelen.” Toch was bijna de helft (49%) van de jongeren het oneens met de stelling, hun vertrouwen in de overheid is niet verminderd door de coronamaatregelen.

Van de jongeren was 13% het eens met de stelling dat de overheid goed voorbereid is op een volgende pandemie, maar bijna de helft (48%) was het daar niet mee eens. Relatief veel jongeren (15%) gaven ook aan het niet te weten.