Samenvatting meetronde 1

Situatie coronacrisis en maatregelen

De vragenlijst van het panelonderzoek is onder jongeren (12-25 jaar) afgenomen tussen 20 september en 7 oktober 2021. Hiermee blikken jongeren terug op de afgelopen drie maanden. De analyse van de gegevens van de huisartsen richt zich op dezelfde periode. Deze periode kenmerkte zich door versoepeling van de maatregelen en een dalend aantal coronabesmettingen. Mondkapjes waren in de meeste openbare gelegenheden niet meer verplicht en de anderhalvemeterregel werd losgelaten. Uitgaansgelegenheden waren open tot middernacht en er werden proeven gedaan met evenementen (Testen voor Toegang). 

Jeugd lijkt positief over eigen gezondheid en geluk 

Jongeren geven meestal aan in goede gezondheid te verkeren en zich gelukkig te voelen. De meesten hebben geen psychische klachten en/of suïcidale gedachten gehad. Er lijken wel meer jongeren met psychische klachten te zijn tijdens de coronapandemie. Een minderheid voelde zich gestrest of eenzaam en/of had lichamelijke klachten. Iets meer dan de helft is positief over de toekomst. 

Wisselende invloed van coronamaatregelen 

Ongeveer de helft van de ondervraagden geeft aan dat de coronamaatregelen hun relaties met familie en vrienden positief beïnvloed heeft, terwijl 15% de maatregelen juist als negatief voor hun vriendschappelijke relaties ervoeren. Daarnaast geeft 19% van de jongeren aan nog last te hebben van een meegemaakte gebeurtenis tijdens de coronaperiode. Deze groep jongeren ervaart vaker een slechtere gezondheid. 

Vaker depressieve gevoelens, angst en hevige stress

Jongeren (15-24 jaar) komen nu vaker met klachten als hevige stress of crisis en depressieve gevoelens bij de huisarts dan voor de pandemie (2019). Jonge kinderen (0-4 jaar) hebben vaker luchtweg gerelateerde klachten. Mogelijk is dit te verklaren door de RS respiratoir syncytieel (respiratoir syncytieel)-virus-epidemie in de zomer. De meeste andere onderzochte klachten komen ongeveer even vaak voor als in 2019. 

Minderheid behoefte aan extra zorg en ondersteuning 

Hoewel de meerderheid geen extra hulp of steun nodig heeft gehad, zijn er ook veel jongeren die dat wel nodig hadden. Het gaat dan vooral om mentale steun en ondersteuning bij school. Gelukkig hebben veel jongeren wel iemand in hun omgeving bij wie ze terecht kunnen wanneer ze ergens mee zitten. 

Met meisjes en de oudere leeftijdsgroep gaat het minder 

Meisjes en de oudere leeftijdsgroep komen vaker bij de huisarts met klachten op mentaal/neurologisch vlak. Deze groepen geven ook in de vragenlijst aan vaker last te hebben van psychische klachten, net als jongeren die niet bij hun ouders wonen. Jongeren die nog last hebben van een meegemaakte gebeurtenis, ervaren ook een slechtere lichamelijke en mentale gezondheid. De invloed van sociaaleconomische status op de ervaren gezondheid verschilt.

Aanpak onderzoek

Het kwartaalonderzoek is gebaseerd op twee databronnen. De eerste databron is een vragenlijstonderzoek bij jeugd. Van 20 september tot en met 7 oktober 2021 beantwoordden 4807 jongeren tussen de 12 en 25 jaar vragen over hun mentale en lichamelijke gezondheid. Ook konden zij aangeven welke extra hulp of steun zij nodig hadden tijdens de coronaperiode en welke invloed deze tijd op hun leven had. De steekproef is representatief voor de Nederlandse bevolking op basis van geslacht, leeftijd, provincie en sociaaleconomische status. 

Om te onderzoeken welke jongeren kwetsbaarder zijn, keken we in dit kwartaalonderzoek naar verschillende risicofactoren: geslacht (jongens versus meisjes), leeftijd (12-17 jaar versus 18-25 jaar), woonsituatie (woont bij ouders versus woont niet bij ouders), sociaaleconomische status (hoog versus laag) en meegemaakte gebeurtenissen tijdens de coronaperiode (last hebben van meegemaakte gebeurtenis versus niet last hebben van meegemaakte gebeurtenis/geen gebeurtenis meegemaakt hebben).

De tweede databron bestaat uit de gegevens van huisartsen (Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn): wekelijkse cijfers over symptomen en aandoeningen in de Nederlandse bevolking op basis van – geanonimiseerde – gegevens uit elektronische medische dossiers van huisartsenpraktijken. 

De gegevens komen van ongeveer 350 huisartsenpraktijken met ongeveer 1,3 miljoen ingeschreven patiënten (8% van de Nederlandse bevolking). Voor het kwartaalonderzoek zijn cijfers van 20 verschillende symptomen op een rijtje gezet, zoals hoofdpijn, slaapproblemen en moeheid. De cijfers van 2021 worden vergeleken met die van eerdere jaren (2020 en 2019). Hierbij is onderscheid gemaakt in leeftijdsgroepen (0-4, 5-14 en 15-24 jaar), geslacht en provincies.