We onderzochten de behoefte aan steun van jongeren tijdens de coronaperiode. We vroegen jongeren welke extra hulp of steun zij nodig hadden tijdens de coronaperiode en of ze bij iemand terecht kunnen als zij een probleem hebben. Op deze pagina staan de belangrijkste resultaten beschreven.
Een overgrote meerderheid van de respondenten (96%) geeft aan bij iemand terecht te kunnen. Voor 4% gold dat niet. Jongeren die een gebeurtenis meemaakten en hier nog last van hebben, geven vaker aan dat zij bij niemand terecht kunnen als zij ergens mee zitten.
Meer behoefte aan mentale steun en hulp bij schoolwerk
Jongeren konden in de vragenlijst meerdere hulpbehoeften aanvinken. De resultaten laten zien dat bijna 1 op de 5 van alle jongeren hulp nodig had omdat zij niet lekker in hun vel zaten (19%). Een vergelijkbaar aandeel (18%) geeft aan dat zij extra hulp bij schoolwerk nodig hadden. In totaal heeft 37% van de jongeren aangegeven dat zij extra ondersteuningsbehoefte(n) hadden tijdens de coronaperiode, 63% heeft dus geen extra hulp of steun nodig.
Behoefte aan mentale steun werd vaker genoemd door meisjes, de oudere leeftijdsgroep (18-25 jaar), jongeren die niet meer bij hun ouders wonen, door jongeren met een hoge sociaaleconomische status (SES) en door jongeren die nog last hebben van een meegemaakte gebeurtenis.
Leeftijdsgroep 12-17 jaar meer hulp bij schoolwerk nodig
Hulp met school werd juist vaker genoemd door de jongere leeftijdsgroep (12-17 jaar) en door jongeren die nog wel bij hun ouders wonen. Net als bij mentale steun werd hulp bij school ook vaker genoemd door jongeren met een hoge SES en door jongeren die nog last hebben van een meegemaakte gebeurtenis. Er was geen verschil in geslacht.