De hygiënerichtlijn voor evenementen is voor het laatst volledig herzien in 2023. Tussentijdse wijzigingen sinds de laatste herziening worden aangegeven in de Verantwoording.
Bij deze richtlijn vindt u instructies (bijvoorbeeld voor handen wassen), voorbeelden van schoonmaakschema’s en een normenlijst. Voor het maken van een checklist of rapport kunt u gebruik maken van de normenlijst. De instructies, schoonmaakschema’s en normenlijst kunt u hier downloaden.
1 Inleiding
In deze inleiding staat voor wie de hygiënerichtlijn voor evenementen is en wat het doel van de hygiënenormen is. Ook wordt er uitgelegd waarom hygiëne belangrijk is. Daarnaast vindt u een leeswijzer als ondersteuning bij het vinden van specifieke informatie.
Voor wie is deze hygiënerichtlijn?
Deze hygiënerichtlijn is bedoeld voor organisatoren van evenementen om goede hygiëne op het evenement te waarborgen.
Daarnaast kan deze richtlijn ook gebruikt worden voor advies en inspecties door de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en en de GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio), en door de vergunningverleners van de gemeente.
De term ‘evenement’ wordt in deze richtlijn breed toegepast, voor zowel grote als kleine(re) evenementen waar (grote) groepen mensen tijdelijk bij elkaar komen. Een evenement kan binnen of buiten worden georganiseerd, eventueel met een overnachting. Hiervoor worden vaak ook tijdelijke voorzieningen geplaatst.
Wat is het doel van deze richtlijn?
De richtlijn bevat hygiënenormen en tips om de verspreiding van ziekteverwekkers op een evenement te beperken. Hygiënemaatregelen zijn onderdeel van infectie(ziekte)preventie. Het is de verantwoordelijkheid van de organisator van een evenementen om het infectierisico op het evenement zo klein mogelijk te maken. Hiervoor is een goed hygiënebeleid nodig.
Sommige normen in deze richtlijn, bijvoorbeeld de regels omtrent dierenverblijven, zijn niet op elk evenement van toepassing. Lees de richtlijn dus goed door zodat u weet welke normen gelden voor het evenement.
Of er op een evenement een groter infectierisico is dan gemiddeld, is afhankelijk van:
- het verwachte aantal bezoekers of deelnemers;
- de doelgroep van het evenement;
- de locatie van het evenement;
- het aantal en de kenmerken van de tijdelijke voorzieningen;
- de handelingen of activiteiten die tijdens het evenement worden verricht.
De checklist evenementenveiligheid van de GGD GHOR Nederland (Gemeentelijke / Gemeenschappelijke GezondheidsDienst – Geneeskundige HulpverleningsOrganisatie in de Regio) kan worden gebruikt voor het inschatten van risico’s op het evenement.
In deze hygiënerichtlijn staan alleen normen over hygiëne of andere infectiepreventiemaatregelen en geen normen of adviezen over veiligheid, comfort of voorkomen van andere gezondheidsklachten. In het Nederlands Handboek Evenementen Veiligheid (NHEV) staan normen en adviezen over veiligheid op evenementen. Het kan zijn dat op een evenement activiteiten of handelingen plaatsvinden die wel een infectierisico kunnen veroorzaken, maar niet zijn genoemd in deze hygiënerichtlijn of het NHEV. Raadpleeg in dat geval andere hygiënerichtlijnen, bijvoorbeeld voor tatoeëren en piercen, of vraag de GGD in de regio om advies.
Verantwoordelijkheden en regelgeving
De vergunning voor een evenement wordt door de evenementenorganisator aangevraagd bij de gemeente. Zie de Handreiking Evenementenveiligheid van GGD GHOR Nederland. De gemeente of de GHOR kan de GGD om hygiëneadvies vragen voordat de vergunning wordt verleend. Het kan ook zijn dat de GGD namens de gemeente inspecties uitvoert voorafgaand of tijdens het evenement. Ook kan de GGD, gevraagd en ongevraagd, hygiëneadvies geven aan de gemeente, GHOR of de organisator. Soms heeft ook de eigenaar van het pand of van de evenementlocatie verantwoordelijkheden. De eindverantwoordelijke van het evenement moet nagaan of deze eigenaar zijn of haar verantwoordelijkheid neemt. Dit geldt ook voor een evenement onder een parapluvergunning. Hierbij kan een locatie een vergunning hebben, waardoor er voor aparte evenementen geen vergunning hoeft te worden aangevraagd. Het is wel van belang dat elk evenement de relevante normen in deze richtlijn volgt.
Degene aan wie de vergunning wordt verleend, de evenementenorganisator, is primair verantwoordelijk voor het nemen van maatregelen om de gezondheid van bezoekers, deelnemers en omstanders te waarborgen (zie Handreiking Evenementenveiligheid). De organisator moet zich houden aan de eisen in de vergunning en is verantwoordelijk voor het hygiënisch werken op het evenement. Dit houdt in dat de organisator van een evenement zich er van vergewist dat andere partijen die diensten verlenen tijdens het evenement (bijvoorbeeld horeca) ook werken volgens deze hygiënerichtlijn.
Voor sommige activiteiten die op evenementen plaatsvinden of voor installaties die gebruikt worden, bestaat wetgeving (bijvoorbeeld voor piercen en tatoeëren, dieren, gebruik van tijdelijke waterleidinginstallaties). De normen en eisen hiervoor staan in deze richtlijn bij de desbetreffende paragrafen.
De hygiënenormen en -adviezen in deze richtlijn zijn aanvullend ten opzichte van de Arbocatalogus of regelgeving zoals het Arbobesluit, het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Eisen uit regelgeving of vergunningen gaan altijd vóór hygiënenormen en -adviezen. De normen uit deze hygiënerichtlijn kunnen zijn opgenomen als voorwaarden in de door de gemeente afgegeven evenementenvergunning.
Hygiëne en ziekteverwekkers
Micro-organismen zoals bacteriën, virussen en schimmels zijn onzichtbaar voor het blote oog en komen overal voor: op de huid, in lichaamsvloeistoffen zoals bloed en ontlasting, op en in voedsel, op voorwerpen, meubels en handcontactpunten, in de lucht en in water. De meeste micro-organismen veroorzaken geen ziekte bij mensen en zijn onschuldig of zelfs nuttig voor de mens. Echter, sommige micro-organismen zijn ziekteverwekkers, zoals de virussen SARS (severe acute respiratory syndrome)-CoV (coronavirus)-2, influenzavirus en norovirus en bacteriën zoals Salmonella, Campylobacter en Legionella. Als er blootstelling plaatsvindt aan deze ziekteverwekkers en het leidt tot ziekte, dan wordt er gesproken over een infectieziekte. Een goede hygiëne beperkt de verspreiding van en blootstelling aan ziekteverwekkers.
Hoe verspreiden ziekteverwekkers zich?
Ziekteverwekkers kunnen onder meer in bloed, ontlasting en braaksel zitten en kunnen worden verspreid via:
- de handen;
- voedsel en water;
- voorwerpen en oppervlakken (onder andere via handcontactpunten en sanitair);
- fysiek contact (seks, omhelzen);
- de lucht (via druppeltjes door hoesten, huidschilfers, stof of zeer kleine waterdruppels);
- dieren (huisdieren, insecten, ratten, muizen, etc.).
Melden van infectieziekten op evenementen (infectieziektebestrijding)
Soms kan een ziekteverwekker zorgen voor meerdere zieke mensen in een korte tijd, ook wel een ‘uitbraak’ genoemd, bijvoorbeeld een norovirus-uitbraak. Bij evenementen is het mogelijk dat infectieziekten uitbreken. De kans hierop is groter bij meerdaagse evenementen. Het kan ook zijn dat voorzieningen, zoals horeca, sanitair etc., de bron zijn van de uitbraak en blijven staan voor verschillende (eendaagse) evenementen of direct naar een ander evenement gaan. Als deze voorzieningen niet goed worden schoongemaakt, kan er een infectieziekte-uitbraak plaatsvinden op meerdere evenementen.
Als twee of meer mensen tijdens het evenement in korte tijd ziek worden (bijvoorbeeld overgeven en diarree met koorts), raadpleeg dan altijd de GGD bij u in de regio (afdeling Infectieziektenbestrijding). Neem ook bij twijfel contact op met de GGD.
De Evenementenzorgorganisatie kan tijdens het evenement een belangrijke rol spelen in het signaleren van zieken met deze klachten.
Neem ook contact op met de regionale GGD als meerdere bezoekers en/of medewerkers melden (bijvoorbeeld via social media) ziek te zijn geworden vlak na het evenement, met dezelfde klachten zoals:
- acuut braken of diarree; of
- huiduitslag.
De GGD heeft zoveel mogelijk informatie nodig om te achterhalen wat de oorzaak van de klachten is om verdere verspreiding te voorkomen:
- Hoeveel bezoekers of medewerkers hebben dezelfde klachten?
- Wat zijn de klachten?
- Wanneer en hoe (indien bekend) werden de personen ziek?
Houd deze gegevens bij. Bepaal samen met de GGD welke maatregelen u moet nemen. Als er inderdaad een infectieziekte is uitgebroken zal er een GGD-protocol in werking treden.
Leeswijzer normen en tips
Wat zijn hygiënenormen en tips?
Hygiënenormen
|
Tips
|
2 Persoonlijke hygiëne
Medewerkers, bezoekers of deelnemers hebben veel contact met elkaar. Hierbij kunnen ziekteverwekkers zich gemakkelijk verspreiden via de handen, kleding en gedeelde materialen. Onder persoonlijke hygiëne vallen zaken zoals handhygiëne en schone werkkleding. Een goede persoonlijke hygiëne verkleint het infectierisico. Voor een optimale hygiëne is het niet alleen belangrijk dat medewerkers, vrijwilligers en ZZP (Zelfstandige zonder personeel)’ers weten hoe ze moeten werken, maar ook waarom ze hygiënisch moeten werken. De organisator is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van de juiste voorzieningen en voorlichting aan bezoekers/deelnemers. De organisator stemt dit af met (andere) werkgevers die diensten verlenen tijdens het evenement (bijvoorbeeld horeca). De werkgever zorgt ervoor dat medewerkers de juiste voorzieningen hebben en op de hoogte zijn van de hygiënenormen. Neem de hygiënenormen door met alle medewerkers (inclusief ZZP’ers) voor en tijdens het evenement, ook wanneer er sprake is van wisseling van personeel.
Hygiënenormen
|
Tips
|
2.1 Handen wassen
Een van de meest voorkomende manieren waarop ziekteverwekkers zich verspreiden, is via de handen. Door de handen te wassen met stromend water en vloeibare zeep en af te drogen met papieren wegwerpdoekjes worden de ziekteverwekkers zo veel mogelijk verwijderd. Het is noodzakelijk dat er voldoende handwasgelegenheden zijn op een evenement (zie paragraaf 5.3 Toiletten-en-handenwasgelegenheden).
Het gebruik van handdesinfectiemiddel, ook vaak handalcohol genoemd, wordt niet geadviseerd op evenementen. De Gezondheidsraad heeft in 2016 een advies uitgebracht over het terughoudend zijn met desinfectantia: “In professionele sectoren zou het gebruik van desinfectantia alleen moeten worden bevorderd waar ze een duidelijke meerwaarde hebben bij de preventie of bestrijding van infecties of schade. Toepassingen waarvan de effectiviteit of doelmatigheid in de praktijk niet is aangetoond, moeten zo veel mogelijk worden vermeden.” Dit advies is overgenomen door het ministerie van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport). De meerwaarde ten opzichte van handen wassen is niet aangetoond voor evenementen. Op evenementen kunnen medewerkers, vrijwilligers en bezoekers ook vervuilde handen hebben (bijvoorbeeld met modder) waarbij handen wassen beter werkt dan handdesinfectie. Ten slotte is het belangrijk dat handdesinfectie op de juiste manier en met de juiste middelen wordt toegepast. Bij een evenement is er een risico op verkeerd gebruik door de variatie aan deelnemers, werknemers en vrijwilligers en gebrek aan kennis over handdesinfectiemiddelen.
Hieronder staan hygiënenormen voor mensen die werken tijdens het evenement (medewerkers, vrijwilligers, ZZP (Zelfstandige zonder personeel)’ers etc.).
Hygiënenormen
|
Tips
|
Instructies handen wassen
2.2 Handschoenen
Het dragen van handschoenen is vereist in situaties met een verhoogde kans op contact met ziekteverwekkers. Dit is tijdens:
- het schoonmaken van voorwerpen of oppervlakken waar bloed, braaksel, sperma of ontlasting op zit;
- het behandelen van een bloedende wond.
Gebruik handschoenen die geschikt zijn voor bescherming tegen micro-organismen en volg het gebruiksvoorschrift op de verpakking. Hierbij gaat het niet om schoonmaakhandschoenen. Raak tijdens het dragen van handschoenen geen andere voorwerpen of oppervlakken aan, zoals een mobiele telefoon of tablet.
Hygiënenormen
|
Tips
|
2.3 (Werk)Kleding
Ziekteverwekkers kunnen zich verspreiden via kleding. Bijvoorbeeld bij het schoonmaken van een ruimte die vervuild is met ontlasting of braaksel, of bij het bereiden van voedsel.
Hygiënenormen
|
Tips
|
3 Hygiënisch werken
3.1 Eten en drinken
Op veel evenementen zijn tijdelijke eetgelegenheden aanwezig. Als er eten en drinken aan bezoekers, vrijwilligers of medewerkers wordt verstrekt, al dan niet tegen betaling, dan is het wettelijk verplicht om maatregelen te nemen die de kans op ziek worden door het eten en drinken verkleinen. Voedselveiligheidsmaatregelen zijn gebaseerd op drie basisprincipes:
- beheersing van de temperatuur;
- netheid;
- controle van de houdbaarheid.
De NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) is de toezichthouder en handhaver voor de voedselveiligheid op evenementen. Gebruik de hygiënecode voor de horeca of (indien van toepassing) voor een andere relevante sector. Ook als er meerdere (ingehuurde) cateraars op het evenement zijn, bijvoorbeeld bij foodtrucks, is het de verantwoordelijkheid van de organisator van het evenement om zich ervan te vergewissen dat deze cateraars werken volgens de hygiënecode (bijvoorbeeld door dit op te nemen in de overeenkomst). Volg de vijf stappen van het Voedingscentrum als u niet onder de wettelijke verplichtingen valt, bijvoorbeeld als het eten voor eigen gebruik is of wanneer er voor grote groepen vrijwilligers wordt gekookt.
De NVWA heeft meer informatie over voedsel en evenementen. Zie Regels voor (particuliere) verkopers van levensmiddelen op markten en evenementen en de Checklist Veilig omgaan met eten op markten en evenementen.
Hygiënenormen
|
Tips
|
3.2 Afvalverwerking
Afval kan een bron van ziekteverwekkers zijn. Bovendien trekt afval ongewenste dieren aan. Voorbeelden van afval zijn: etensresten, oud papier en verpakkingsmaterialen van voedingsmiddelen.
Hygiënenormen
|
Tips
|
3.3 Wasgoed
Vuile was kan besmet zijn met ziekteverwekkers. U kunt het wasgoed zelf wassen of laten wassen door een wasserij. Scheid bij het wassen gewone was (kleren ed.) van schoonmaakmaterialen.
Met wasgoed wordt in deze paragraaf niet schoonmaakmateriaal bedoeld zoals moppen, vaatdoekjes e.d. Zie voor deze wasinstructies paragraaf 4.2 Omgaan met schoonmaakmaterialen en -middelen.
Hygiënenormen
|
Tips
|
3.4 Dierplagen
Dierplaagbeheersing
Ratten, muizen, insecten, duiven en kakkerlakken zijn voorbeelden van dieren die niet alleen overlast en schade geven, maar ook infectieziekten kunnen overdragen. De te nemen maatregelen zijn onder te verdelen in:
- technisch-bouwkundige maatregelen voor bestaande bouw zoals een toiletgebouw,
bijvoorbeeld horren plaatsen, kieren en gaten dichten, verwijderen van wild struikgewas (waar dieren in kunnen schuilen) rondom het gebouw; - hygiënische maatregelen,
bijvoorbeeld goed schoonmaken, eten bewaren in afsluitbare bakken of potten; - bedrijfsmatige maatregelen,
bijvoorbeeld het controleren van binnenkomende producten op (sporen van) plaagdieren.
Hygiënenormen
|
Teken
Teken komen in het hele land voor, in bos, park, hei, weiland, duinen of in de tuin. Ze leven in hoog gras en tussen bladeren. Een tekenbeet kan de ziekte van Lyme overbrengen en in zeldzame gevallen tekenencefalitis (TBE (tick-borne encephalitis)). Op de RIVM-webpagina Tekenbeten staat meer advies over het voorkomen van tekenbeten en wat te doen bij een tekenbeet.
Tips
|
Vleermuizen
Vleermuizen kunnen ziekten overbrengen, maar zolang er geen direct contact is met de vleermuis, is er niets aan de hand. Vang of pak daarom nooit een vleermuis met de blote handen. Een ziekte die bij enkele vleermuissoorten in Nederland voorkomt, is hondsdolheid (rabiës), een ziekte die, als deze niet op tijd behandeld wordt, altijd dodelijk verloopt.
Wanneer vleermuizen hun verblijfplaats hebben in een spouwmuur of onder een dak, dan levert dat geen gevaar op. Alleen als er een zieke, gewonde, verzwakte of dode vleermuis wordt gevonden, moet ervoor worden gezorgd dat niemand een risico loopt. Meer informatie is te vinden op de RIVM-webpagina Hondsdolheid (Rabiës).
Hygiënenormen
|
3.5 Medische zorg
Bij de medische zorg op een evenement is hygiëne en infectiepreventie van belang. In de Handreiking Evenementenveiligheid van GGD GHOR Nederland (Gemeentelijke / Gemeenschappelijke GezondheidsDienst – Geneeskundige HulpverleningsOrganisatie in de Regio) staan eisen en regels aan de evenementenzorgorganisatie (EHBO (eerste hulp bij ongelukken)- of medische post). In de Veldnorm voor evenementenzorg zijn hygiënenormen opgenomen. Daarnaast worden in het Nederlands Handboek Evenementen Veiligheid (NHEV) (hoofdstuk 18) de organisatie, inrichting en de vereiste aspecten van medische voorzieningen, zoals een EHBO- of medische post, besproken.
Als organisator is het van belang met de evenementenzorgorganisatie af te stemmen dat er gewerkt wordt volgens de geldende hygiëne-eisen en -normen.
Hygiënenormen
|
3.6 Evenementen en arbeidsomstandigheden
Volgens de wet is de werkgever verantwoordelijk voor een veilige en gezonde werkomgeving voor zijn werknemers, waaronder ook vrijwilligers. In het algemeen zijn tijdens een evenement de infectierisico’s voor medewerkers/vrijwilligers vergelijkbaar met die voor bezoekers. De hygiënemaatregelen genoemd in deze richtlijn gelden daarom ook ter bescherming van medewerkers en vrijwilligers. Voor medewerkers of vrijwilligers met specifieke taken, zoals in de medische zorg en schoonmaak, kan er een hoger infectierisico zijn. Het is belangrijk dat medewerkers goed op de hoogte zijn van het belang van algemene hygiëne en (schoonmaak)normen. Daarnaast moeten zij voldoende, passende en geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen tot hun beschikking hebben, zoals handschoenen. Voorlichting over wanneer en hoe deze gebruikt moeten worden, is wettelijk verplicht.
4 Schoonmaken en desinfecteren
Het goed schoonhouden van handcontactpunten, keukens en sanitaire voorzieningen is belangrijk om verspreiding van ziekteverwekkers op een evenement te voorkomen. Schoonmaken is het verwijderen van stof en vuil, bijvoorbeeld door te vegen of te dweilen. Zo worden er ook ziekteverwekkers verwijderd en vermindert de kans op ziekte. Desinfecteren is het inactiveren van ziekteverwekkers en wordt op indicatie toegepast nadat er eerst is schoongemaakt.
4.1 Schoonmaakregels en -technieken
Als er verkeerd of onvoldoende schoongemaakt wordt, kunnen ziekteverwekkers achterblijven en verspreid worden. Was na het schoonmaken altijd de handen. Als u zelf (eind)verantwoordelijk bent voor de schoonmaak, houd u zich dan aan de volgende normen:
Hygiënenormen
|
Tips
|
4.2 Omgaan met schoonmaakmaterialen en -middelen
De schoonmaakmaterialen moeten goed worden schoongemaakt, gedroogd en opgeruimd. Zo wordt voorkomen dat ziekteverwekkers vermeerderen en worden verspreid.
Hygiënenormen
|
Tips
|
4.3 Desinfecteren
In de meeste situaties is schoonmaken voldoende en is desinfecteren niet nodig. Door te desinfecteren met een desinfectiemiddel worden zoveel mogelijk ziekteverwekkers die zijn achtergebleven na het schoonmaken geïnactiveerd. Desinfectie is alleen nodig bij een oppervlak of voorwerp dat vaak wordt aangeraakt en waarop bloed of een lichaamsvloeistof met bloedbijmenging zat. Bijvoorbeeld een deurklink of een keukenaanrecht. Het is dus niet nodig de muren, vloer of het plafond te desinfecteren. Voor specifieke evenementen, bijvoorbeeld met erotische handelingen, kunnen aanvullende normen gelden rondom desinfectie. Zie ook hoofdstuk 6 Aanvullende normen voor specifieke evenementen.
Voor het desinfecteren moet u een desinfectiemiddel met virusclaim gebruiken dat hiervoor in Nederland is toegelaten. Op de website van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb (Board for the Authorisation of Plant Protection Products and Biocides)) staat in de toelatingendatabank met welke desinfectiemiddelen gedesinfecteerd kan worden. Ook kunt u zoeken in de databank van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA (European Chemicals Agency)) naar een toegelaten middel. Een toegelaten middel is te herkennen doordat op het etiket een vijfcijferig nummer staat met daarachter de letter ‘N’ (bijvoorbeeld 12345N) of door de letters EU (Europese Unie) of NL met daarachter 11 cijfers (bijvoorbeeld EU-1234567-0001).
Voor oppervlakken waarop eten wordt bereid of genuttigd, moet een desinfectiemiddel worden gebruikt met producttype 4 (PT04). Voor andere oppervlakken kan gebruik worden gemaakt van PT02-desinfectiemiddelen. Het product moet zijn toegelaten voor professioneel gebruik. Komt u er niet uit? Neem dan contact op met een deskundige op het gebied van desinfectiemiddelen (bijvoorbeeld van een schoonmaakbedrijf) of de regionale GGD.
Hygiënenormen
|
Tips
|
5 Bouw en/of inrichting van het evenement
De inrichting van een gebouw, festivaltent, tijdelijke voorziening of terrein heeft effect op het gemak waarmee kan worden schoongemaakt. Zo zijn gladde wanden in toiletten sneller en beter schoon te krijgen dan ruwe. In dit hoofdstuk staan voor verschillende type ruimtes normen en adviezen voor een goede hygiëne van de bouw en/of inrichting op een evenement.
In het Besluit bouwwerken leefomgeving zijn eisen voor de bouw en inrichting van gebouwen opgenomen. Gemeenten kunnen ook aanvullende bouw- en inrichtingseisen stellen. Deze eisen zijn leidend; onderstaande normen en adviezen kunnen daardoor (deels) voor sommige gebouwen of terreinen niet van toepassing zijn.
5.1 Algemene normen inrichting
Alle ruimtes waar medewerkers, vrijwilligers en bezoekers komen, zoals een bar, eetruimtes, toiletten en (buiten)speel-, ontvangst- en gebruiksruimtes, moeten goed schoon te maken zijn.
Hygiënenormen
|
Tips
|
5.2 Infectiepreventie binnenlucht
In de Algemene hygiënerichtlijn zijn normen en tips opgenomen voor het voorkomen van infecties via de lucht in een ruimte. Deze normen en tips gelden voor gebouwen (bouwwerken) en zijn aanvullend op het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), Arbobesluit en eventuele ventilatierichtlijnen die een sector heeft opgesteld.
De eisen ten aanzien van ventilatie (luchtverversing) en luchten (spuien) zoals opgenomen in het Bbl gelden niet voor tijdelijke bouwsels die minder dan 6 maanden blijven staan, zoals festivaltenten en tijdelijke paviljoens. In deze faciliteiten kunnen echter veel mensen bijeenkomen. Daarom is voldoende ventilatie in deze faciliteiten van belang, onder meer om overdracht van infecties te beperken. Daarom gelden de normen en tips in de Algemene hygiënerichtlijn ook voor deze tijdelijke bouwsels.
Tijdelijke bouwsels die 6 maanden of langer blijven staan of bouwwerken die verplaatsbaar zijn en langdurig worden gebruikt (bijvoorbeeld containers voor hospitality) vallen wel onder het Bbl. In deze faciliteiten dienen dus ventilatie- en spuivoorzieningen te zijn, zoals verwoord in het Bbl.
Hygiënenormen
|
5.3 Toiletten en handenwasgelegenheden
Op elk evenement moeten voldoende toiletten en handenwasgelegenheden aanwezig zijn. Iedereen die van het toilet of van een plasgelegenheid (bijvoorbeeld urinoir, plaskruis, plasgoot) gebruikmaakt, moet de handen kunnen wassen. De handenwasgelegenheden moeten direct naast de toiletten geplaatst zijn. In het geval van losse plasgelegenheden zoals plaskruizen moet een handenwasgelegenheid in de nabijheid aanwezig zijn. Daarnaast moet de toiletruimte goed schoon te maken zijn. Als er bezoekers zijn met een camper of caravan met een eigen chemisch toilet, dan moeten er voorzieningen zijn voor het legen van deze toiletten.
In samenwerking met het RIVM heeft de Vereniging van Evenementenmakers (VVEM) een rekenmodus sanitair evenementen ontwikkeld. Dit is een hulpmiddel waarmee kan worden berekend hoeveel toiletten en handenwasgelegenheden er nodig zijn voor het aantal bezoekers. Bekijk per situatie of de uitkomsten passen bij het specifieke evenement. Vanuit hygiënisch oogpunt moeten er in ieder geval genoeg toiletten zijn om tussendoor te kunnen schoonmaken. Bij voorkeur zijn er aparte toiletten en handenwasgelegenheden voor de medewerkers en vrijwilligers.
Hygiënenormen
|
Tips
|
5.4 Wasgelegenheden
Als deelnemers ook overnachten op een evenement of als bezoekers op een evenement in aanraking komen met modder en/of oppervlaktewater (zie paragraaf 6.1 Mud-, obstacle- en survivalruns) is de mogelijkheid om zich te kunnen wassen noodzakelijk. Wasgelegenheden zijn bijvoorbeeld douches en wastafels. Factoren die van belang zijn voor het benodigde aantal wasgelegenheden zijn:
- het aantal overnachtende personen;
- de samenstelling van het publiek;
- de aard van het evenement (bijvoorbeeld festival, sportwedstrijd);
- de douchetijden (bijvoorbeeld 24 uur per dag open of korte openingstijden (bijvoorbeeld 09.00-12.00 uur of direct na een sportwedstrijd)).
Hygiënenormen
|
Zie paragraaf 5.9.3 Legionellapreventie voor normen en tips over legionellapreventie.
5.5 Keuken
Als er een keuken aanwezig is, volg dan de normen en adviezen zoals opgenomen in de hygiënecode (zie ook paragraaf 3.1 Eten en drinken).
Hygiënenormen
|
5.6 Gebouwen en terreinen
Tijdelijke (kampeer)terreinen
Als er voor een evenement gebruik wordt gemaakt van een veld waar normaal gesproken vee graast, bijvoorbeeld bij een concert of een kampeerterrein, kunnen er risico’s zijn op besmetting via uitwerpselen. Daarnaast kan het zijn dat er (huis)dieren worden toegestaan op het (kampeer)terrein. Zorg dat de eigenaars van huisdieren duidelijke informatie krijgen.
Hygiënenormen
|
Tips
|
Ter beschikking gestelde gebouwen
In gebouwen wordt gebruik gemaakt van bestaande voorzieningen, zoals het geval is in scholen, buurthuizen of sporthallen. Het kan dan voorkomen dat toiletten, baden en kranen een tijdje niet gebruikt zijn. Zorg daarom dat er van tevoren goed wordt nagegaan bij de eigenaar of de beheerder of alle watervoorzieningen goed werken, tappunten (kort) zijn doorgespoeld (om het water te verversen in de leidingen), en baden goed gereinigd zijn. Laat eventuele mankementen repareren voordat het evenement begint. Zie voor het gebruik van watervoorzieningen ook paragraaf 5.9 Aanleggen en gebruik van watervoorzieningen.
Hygiënenormen
|
5.7 Opslagruimte voor schoonmaakmaterialen
Zorg voor een aparte opslagruimte waar het schoonmaakmateriaal opgeborgen kan worden. Zo zijn vuile schoonmaakmaterialen en gevaarlijke stoffen niet bereikbaar voor bezoekers en gescheiden van voedingsmiddelen.
Normen en adviezen over het schoonmaken van schoonmaakmaterialen staan in paragraaf 4.2 Omgaan met schoonmaakmaterialen en -middelen. Zorg voor een uitstortgootsteen, putje of wasbak die alleen voor het wegspoelen van vuil water wordt gebruikt en niet voor andere activiteiten.
Hygiënenormen
|
Tips
|
5.8 Attracties en speelvoorzieningen
In deze paragraaf staan hygiënenormen voor attracties en speelvoorzieningen. Deze normen zijn aanvullend op de eisen in het Warenwetbesluit voor attractie- en speeltoestellen.
Op attracties en speeltoestellen en -materialen kan bloed, urine, ontlasting of braaksel komen. Schoonmaken en het uitvoeren van onderhoud verkleint de kans op infecties.
Voor onder meer binnenspeeltuinen, speeltoestellen, ballenbakken en speelgoed gelden de volgende normen:
Hygiënenormen
|
5.9 Aanleggen en gebruik van watervoorzieningen
Als watervoorzieningen zoals tijdelijke leidingwaterinstallaties en bubbelbaden verkeerd worden aangelegd, onderhouden of gebruikt dan is een besmetting met ziekteverwekkers zoals E. coli (Escherichia coli) en legionellabacteriën mogelijk. In deze paragraaf zijn voor verschillende watervoorzieningen normen en tips opgenomen voor de correcte aanleg en gebruik van de waterinstallatie om groei van en/of blootstelling aan ziekteverwekkers te beperken. In paragraaf 5.9.3 Legionellapreventie zijn specifiek voor legionella nog enkele aanvullende normen opgenomen. Normen over het goed schoon (kunnen) houden van sanitaire voorzieningen staan in de paragraaf 4.1 Schoonmaakregels en -technieken, paragraaf 5.3 Toiletten en handenwasgelegenheden en paragraaf 5.4 Wasgelegenheden.
Tips
|
5.9.1 Tijdelijke leidingwaterinstallaties
Sommige terreinen hebben bestaande leidingwaterinstallaties, maar het kan ook voorkomen dat er tijdelijke leidingwaterinstallaties moeten worden geplaatst die na het evenement weer verwijderd worden. Met tijdelijke leidingwaterinstallaties worden leidingen en toebehoren bedoeld die worden aangesloten op een bestaande leidingwaterinstallatie zoals een buitenkraan of aansluitpunt van het drinkwaterbedrijf. In paragraaf 5.9.2 Andere watervoorzieningen en -installaties worden andere tijdelijke geplaatste waterinstallaties besproken.
Zowel bestaande als tijdelijke leidingwaterinstallaties moeten voldoen aan de normen van het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN (Nederlandse norm ) 1006). In de Waterwerkbladen is deze norm uitgewerkt. Voor tijdelijke leidingwaterinstallaties is het Waterwerkblad 1.4H van toepassing. Hierin staat beschreven hoe de installatie moet worden aangelegd, welke materialen moeten worden gebruikt en hoe de installatie moet worden beheerd. Mogelijk kunnen ook andere waterwerkbladen van toepassing zijn, zoals WWB 4.1 ‘Drinkwaterreservoirs’ en WWB 4.4 ‘Warmtapwaterinstallaties’.
Hygiënenormen
|
Tips
|
5.9.2 Andere watervoorzieningen en -installaties
Deze paragraaf gaat over watervoorzieningen die niet zijn aangesloten op (tijdelijke) leidingwaterinstallaties, bijvoorbeeld: baden, fonteinen en drinkwatertankwagens.
Badwaterbassins
Vanaf 1 januari 2024 zijn regels voor badwaterbassins opgenomen in hoofdstuk 15 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal (Besluit activiteiten leefomgeving )), vallend onder de Omgevingswet. In het Bal zijn ook eisen opgenomen voor badwaterbassins die langer dan 24 uur zijn geplaatst. Dit kan elke vorm van een ‘waterkerende constructie’ zijn (badwaterbassin; waterkerende constructie voor het vasthouden van water bedoeld voor het zwemmen of baden) en van elke afmeting zolang het bad maar bestemd is om in te baden; bijvoorbeeld hottubs, zwemvijvers en bubbelbaden. Het plaatsen van de baden moet minimaal vier weken voor gebruik worden gemeld bij het bevoegd gezag (provincie). Aanvullende hygiënenormen zijn opgenomen in de LCHV-hygiënerichtlijn voor sauna’s en badinrichtingen. Zie ‘Waterhoudende of -sproeiende installaties of apparaten’ (onder de normen) en paragraaf 5.9.3 Legionellapreventie voor vernevelende baden die niet vallen onder het Bal, bijvoorbeeld bubbelbaden die 24 uur of korter worden geplaatst op een evenemententerrein.
Hygiënenormen
|
Waterhoudende of -sproeiende installaties of apparaten
Voorbeelden van waterhoudende of -sproeiende installaties of apparaten zijn (zwem)badjes (niet vallend onder hoofdstuk 15 van het Bal), sproeiers, fonteinen, fonteinvloeren (bedriegertjes), vernevelaars, luchtbevochtigers en waterspeel(tuin)toestellen. In waterinstallaties die in de buitenlucht staan zoals baden, fonteinen en bedriegertjes kan er sprake zijn van verontreiniging met ontlasting en urine van dieren (vogels, ratten etc.) en mensen. Ook kan bij onvoldoende onderhoud en verversing een slijmlaagje van micro-organismen op wanden van de waterinstallatie ontstaan, ook wel biofilm genoemd, waarin ziekteverwekkers zoals legionella kunnen zitten. Wordt een voorziening voor wateropslag gebruikt (tankwagen/reservoir) en wordt dit water gebruikt voor tijdelijke drinkwaterinstallaties, waterhoudende of -sproeiende installaties zoals handenwasgelegenheden of baden? Gebruik dan alleen wateropslagvoorzieningen die daarvoor bedoeld zijn en schoon zijn. Vraag altijd aan de leverancier van de wateropslagvoorziening om een bewijs dat het geschikt is voor de opslag van drinkwater.
Hygiënenormen
|
Tips
|
5.9.3 Legionellapreventie
Legionellabacteriën kunnen een longontsteking veroorzaken die ernstig kan verlopen en waar 5-10% van de ongeveer 500 gemelde patiënten in Nederland aan overlijdt. De longsteking wordt ‘veteranenziekte’ genoemd.
Legionella kan bij een gunstige temperatuur groeien in waterinstallaties. Als het water uit deze installatie wordt versproeid (bijvoorbeeld door te douchen of via fonteinen) of door lucht in het water te brengen (bubbelbaden) kan de legionellabacterie via hele kleine druppeltjes (aerosolen) in de lucht komen en worden ingeademd.
Legionellapreventie is verplicht voor leidingwaterinstallaties van ‘prioritaire’ locaties, zoals campings, bungalowparken, zwembaden en hotels. Een risicoanalyse en beheersplan voor legionellapreventie op deze locaties moet zijn opgesteld door een BRL6010-gecertifcieerd bedrijf: zie de website van de Rijksoverheid voor meer informatie. Er zijn nog andere waterinstallaties waarvoor legionellapreventie verplicht is, zoals voor badwaterbassins die langer dan 24 uur zijn geplaatst (zie ook paragraaf 5.9.2). Meer informatie hierover is te vinden op de website van de Rijksoverheid.
Voor andere leidingwaterinstallaties is legionellapreventie niet verplicht en ook niet noodzakelijk. Dit geldt bijvoorbeeld voor sporthallen, buurthuizen, congreszalen, theaters en podia.
Voor sommige waterinstallaties vindt het RIVM legionellapreventie vanuit het volksgezondheidsrisico noodzakelijk, maar ontbreken hiervoor landelijke eisen voor het uitvoeren van legionellapreventie. Deze waterinstallaties worden wel gevuld met leidingwater maar vallen niet onder de regelgeving voor leidingwater en ‘prioritaire locaties’.
Voor evenementen betreft dit:
- sproeiende waterinstallaties in een (half)overdekte ruimte, bijvoorbeeld een fontein in een festivaltent of tijdelijk geplaatste douches;
- mistsystemen in een (half)overdekte ruimte, bijvoorbeeld een watervernevelkanon of mistsysteem voor terrasverkoeling onder een luifel;
- bubbelbaden die korter dan 24 uur zijn geplaatst, bijvoorbeeld op een muziekfestival.
In de vorige paragrafen (5.9.1 Tijdelijke leidingwaterinstallaties en 5.9.2 Andere watervoorzieningen en -installaties) zijn hiervoor normen opgenomen.
Bij voorkeur wordt in de evenementvergunning opgenomen dat voor alle vernevelende waterinstallaties een risicoanalyse wordt gemaakt, een beheersplan wordt uitgevoerd en een logboek wordt bijgehouden om het uitvoeren van legionellapreventie bij vernevelende (tijdelijke) waterinstallaties goed te borgen.
De evenementenorganisator is ook eindverantwoordelijk voor het uitvoeren van legionellapreventie bij de vernevelende waterinstallaties: het maken van een risicoanalyse en het uitvoeren van een beheersplan. Tenzij er een overeenkomst is waarin de verantwoordelijkheid op een andere wijze is vastgelegd. Er kan bijvoorbeeld met de verhuurder van de waterinstallatie/-voorziening een overeenkomst zijn waarbij het onderhoud, inclusief legionellapreventie, de verantwoordelijkheid is van de verhuurder. De verhuurder kan in dat geval aan de organisator en GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) laten zien welke (beheers)maatregelen worden genomen. Als de legionellapreventie wordt uitbesteed aan de verhuurder of een wateradviesbedrijf, dan dient de organisator voor en tijdens het evenement zich ervan te vergewissen dat de legionellapreventie wordt uitgevoerd.
Als hiervoor geen overeenkomst is, dan is de organisator van het evenement verantwoordelijk voor het (laten) opstellen van een risicoanalyse en het (laten) uitvoeren van een beheersplan. In de risicoanalyse moeten alle risico’s voor legionellagroei en -verspreiding in kaart zijn gebracht. In het beheersplan moet zijn beschreven hoe de legionellagroei en/of -verspreiding wordt beheerst. Voor vragen over legionellapreventie kan met de plaatselijke GGD contact worden opgenomen.
Hygiënenormen
|
Tips
|
5.10 Natuurwater/oppervlaktewater
In oppervlaktewater (natuurwater) kunnen ziekteverwekkers leven en zich vermeerderen. Tijdens evenementen kunnen er activiteiten op en in oppervlaktewater plaatsvinden. U kunt hierbij denken aan een nieuwjaarsduik, zwemtochten in kanalen of survivalevenementen. Daarom is het belangrijk om bij evenementen waar gebruik wordt gemaakt van natuurwater het risico op besmetting zo klein mogelijk te maken.
Voor het natuurwater zijn er officiële zwemwaterlocaties vastgesteld. Deze locaties worden door de provincie of omgevingsdienst (OD (omgevingsdienst)) regelmatig (van 1 mei tot 1 oktober) gecontroleerd. Wordt er gebruikgemaakt van zo'n locatie, dan kunt u van 1 mei tot 1 oktober een zwemadvies en een profiel van de desbetreffende locatie inzien via de website Zwemwater.nl.
Het is mogelijk dat er een vergunning is verleend voor activiteiten in natuurwater buiten het vastgestelde zwemseizoen of op een niet-aangewezen zwemwaterlocatie. Deze activiteiten kunnen een gezondheidsrisico vormen. Raadpleeg hiervoor de provincie of de Omgevingsdienst (OD) uit de regio. Ook is het aan te raden een risicoanalyse te maken en hiervoor gebruik te maken van de informatie van de Handreiking voor evenementen in, op, met, boven en rondom water (RIONED en STOWA (Foundation for Applied Water Research)). In paragraaf 6.1 Mud-, obstacle- en survivalruns staan nog aanvullende normen en adviezen voor sportevenementen door de modder en slootjes zoals mud runs en survival runs. Wasgelegenheden zijn nodig als er sprake is van zwemmen in oppervlaktewater (zie paragraaf 5.4 Wasgelegenheden).
Neem de volgende maatregelen wanneer er tijdens een evenement wordt gezwommen in natuurwater:
Hygiënenormen
|
Waterpleinen en wadi’s (weides)
Waterpleinen en wadi’s worden gebruikt om afstromend regenwater tijdelijk te bergen. In dit water kunnen ziekteverwekkers aanwezig zijn. Op deze plekken kunnen ook bankjes en speeltoestellen staan. Hoewel het is af te raden kunnen bezoekers besluiten in deze wadi’s te verblijven of kinderen kunnen spelen op een ondergelopen waterplein of in een wadi. Voor meer informatie over risico’s en maatregelen is waterkwaliteitscheck.nl te gebruiken.
Hygiënenormen
|
Tips
|
6 Aanvullende normen voor specifieke evenementen
Sommige activiteiten op evenementen vergroten de kans op overdracht of verspreiding van ziekteverwekkers. Het betreft evenementen waar de bezoekers en medewerkers contact hebben met dieren of activiteiten waar een verhoogd risico is op contact met lichaamsvloeistoffen zoals bloedcontact bij tatoeëren of piercen.
Als er activiteiten worden georganiseerd die niet in deze richtlijn zijn beschreven, maar waar toch infectierisico’s kunnen zijn, dan is het de verantwoordelijkheid van de organisator om bij de voorbereiding van het evenement bijpassende richtlijnen te zoeken of advies in te winnen bij de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst).
6.1 Mud-, obstacle- en survivalruns
Mud-, obstacle- en survivalruns vinden vaak plaats in een combinatie van water, modder en zand. Ziekteverwekkers in natuurwater of modder kunnen verschillende infectieziekten veroorzaken. Bijvoorbeeld de ziekte van Weil, zwemmersjeuk of oog-, oor- en maagdarminfecties. Het is daarom belangrijk dat er voorzieningen zijn voor mensen om zich na de run af te spoelen. Ook is een inspectie van het terrein voor de run belangrijk, onder meer om uitwerpselen en zwerfvuil te verwijderen.
Evenementorganisatoren, vergunningverleners en GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en kunnen gebruikmaken van de STOWA-Handreiking voor evenementen in, op, met, boven en rondom water. Deze handreiking kan worden gebruikt om een risicoanalyse te maken. Meer informatie over de voorbereiding en informatie voor deelnemers is te vinden in de Checklist voor organisator, gemeente en GGD.
Voor informatie voor deelnemers, zie de campagne van GGD Hart voor Brabant, ‘Run dirty, stay healthy’.
Naast de hygiënenormen in de voorgaande hoofdstukken (zoals handen wassen voor het eten) gelden de volgende hygiënenormen voor mud-, obstacle- en survivalruns:
Hygiënenormen
|
6.2 Evenementen met seksuele en/of erotische handelingen
Tijdens seksuele en erotische handelingen kunnen via onder andere sperma, bloed en vaginaal vocht seksueel overdraagbare aandoeningen (soa (seksueel overdraagbare aandoening )’s) worden overgedragen. Chlamydia, syfilis, hepatitis B en hiv (humaan immunodeficientievirus) zijn hiervan voorbeelden.
Heeft u een evenement waarbij seksuele en/of erotische handelingen onderdeel van het programma zijn en waaraan bezoekers kunnen deelnemen? Dan moet u maatregelen nemen om deze infectierisico’s te verkleinen. U vindt deze maatregelen in de Hygiënerichtlijn voor seksbedrijven en sekswerkers. Omdat seksuele en erotische handelingen extra risico’s met zich mee kunnen brengen voor bezoekers die hieraan deelnemen, is het belangrijk dat u bezoekers informeert over deze risico’s.
Hygiënenormen
|
6.3 Evenementen waarbij getatoeëerd en/of gepiercet wordt
Tatoeëren, aanbrengen van permanente make-up (PMU (permanente make up)), of piercen is vergunningsplichtig. Voor tatoeëren, aanbrengen van PMU of piercen op een evenement (bijvoorbeeld beurs, conventie, markt) is een vrijstelling van deze vergunningplicht vereist. Hiervoor moet minimaal twee maanden vooraf een aanvraag worden ingediend via https://www.veiligtatoeerenenpiercen.nl/aanvraagvrijstelling.
De plaatselijke GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) zal controleren of het evenement aan de voorwaarden voldoet en indien nodig specifieke afspraken maken. Zie voor de voorwaarden voor tatoeëren en PMU de NEN-EN 17169 en de Toelichting op de norm en voor piercen de hygiënerichtlijn voor piercen.
Hygiënenormen
|
Andere huiddoorboringen
Ook bij andere huiddoorboringen, bijvoorbeeld body suspension en needle play, zijn er verhoogde infectierisico’s doordat bloed op voorwerpen en oppervlakken kan komen. Desinfecteren na schoonmaken is in dat geval noodzakelijk (zie hygiënenormen van paragraaf 4.3 Desinfecteren). Informeer de GGD als er activiteiten gaan plaatsvinden met huiddoorboringen.
Hygiënenormen
|
6.4 Evenementen met dieren
Dieren kunnen ziekteverwekkers overdragen op mensen. Deze ziekten worden zoönosen genoemd. Voor meer informatie over zoönosen, zie de RIVM-webpagina Ziek door dier. Kunnen bezoekers, vrijwilligers en/of medewerkers in contact komen met dieren? Neem dan hygiënemaatregelen volgens de onderstaande normen om de kans op besmetting met zoönosen te beperken.
Indien u een vergunning heeft ontvangen van de gemeente voor een evenement waarbij dieren betrokken zijn, dan moet u het evenement aanmelden bij de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit). Informatie hierover en het formulier dat u moet invullen vindt u op de website van de NVWA.
Gezonde dieren
Om medewerkers en bezoekers van het evenement zo goed mogelijk tegen infectieziekten te beschermen, is het belangrijk dat dieren gezond zijn. Worden er toch dieren ziek op het evenement, dan moet het risico op besmetting naar andere dieren en mensen zo klein mogelijk worden gemaakt. Om dit te doen, gelden de volgende maatregelen:
Hygiënenormen
|
Huis- en boerderijdieren
Huisdieren zijn alle dieren die thuis worden gehouden zoals honden, katten, vissen, vogels en reptielen. Meer informatie over ziekten die huisdieren kunnen overgedragen vindt u op de RIVM-webpagina Huisdieren. Onder boerderijdieren vallen dieren zoals varkens, koeien en geiten.
Hygiënenormen
|
Tips
|
Vogels
De papegaaienziekte (psittacose) is een van de bekendste ziekten die overdraagbaar is van vogels op mensen. Deze ziekte wordt veroorzaakt door de bacterie Chlamydia psittaci. Mensen die ziek worden, kunnen verschillende klachten hebben, zoals een griepachtig ziektebeeld met koorts, of een ernstige longontsteking. Behandeling gebeurt met antibiotica. Voor meer informatie over psittacose kunt u kijken op de pagina over vogels op de RIVM-webpagina Ziek door dier en de site van de NVWA.
In Nederland krijgen mensen regelmatig psittacose. Omdat vogels door stress meer bacteriën kunnen uitscheiden, moet u bij evenementen met vogels maatregelen nemen om het risico op verspreiding van C. psittaci te verkleinen. Zo beschermt u mensen én gezonde vogels.
Een andere ziekte die bij vogels kan voorkomen is vogelgriep (aviaire influenza). Dit kan gevolgen hebben voor een evenement met vogels. Controleer bij de NVWA of er beperkingen zijn.
Hygiënenormen
|
Tips
|
Bouw en inrichting van dierverblijven
Dierverblijven zijn aan specifieke bouw- en inrichtingseisen verbonden. Dit is niet alleen belangrijk voor de dieren, maar ook voor bezoekers. Zij kunnen ziek worden door direct contact met dieren en hun mest.
Hygiënenormen
|
Schoonmaak van dierverblijven
Op evenementen waar ook dieren zijn, kunnen ziekteverwekkers zich gemakkelijk via mest en voerbakken verspreiden. Het is daarom belangrijk dat dierverblijven goed worden schoongehouden.
Hygiënenormen
|
Tips
|
Informatie voor bezoekers
Omdat dieren mogelijke ziekteverwekkers met zich mee kunnen dragen, is het belangrijk dat u bezoekers op de hoogte stelt van de regels omtrent de aanwezige dieren. Voor meer informatie, zie de RIVM-webpagina Ziek door dier.
Hygiënenormen
|
6.5 Overige activiteiten
Bij evenementen kunnen soms activiteiten voorkomen waarvoor (nog) geen richtlijn is opgesteld, maar waar toch hygiënerisico’s kunnen zijn, bijvoorbeeld omdat het iets nieuws is. Voor deze activiteiten geldt dat het de verantwoordelijkheid van de evenementenorganisator is om bij de voorbereiding van het evenement bijpassende maatregelen te zoeken of advies in te winnen bij de GGD.
Hygiënenormen
|
Begrippenlijst
Badwaterbassins | Waterkerende constructie voor het vasthouden van water bedoeld voor het zwemmen en baden. |
Binnenmilieu | De omstandigheden waarin mensen zich in een gebouw bevinden, zoals lucht, temperatuur, geluid, geur en hygiëne. |
Bedriegertje | Fontein die onverwachts water spuit, vaak vanuit de grond (vloerfontein). |
Binnenlucht | De lucht in een verblijfsruimte zoals in een festivaltent, concerthal of slaapzaal. |
Body suspension | Het hangen van een persoon aan delen die tijdelijk door de huid zijn geboord. |
Ctgb (Board for the Authorisation of Plant Protection Products and Biocides) | Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Beoordeelt op basis van Europese wet- en regelgeving of desinfecterende middelen toegelaten worden op de Nederlandse markt. |
Desinfecteren | Het zoveel mogelijk inactiveren van ziekteverwekkers met een speciaal daarvoor bestemd desinfecterend middel. |
Drinkwater | Water bestemd of mede bestemd om te drinken, te koken of voedsel te bereiden, dan wel voor andere huishoudelijke doeleinden, met uitzondering van warmtapwater en huishoudwater. Drinkwater is geschikt voor menselijke consumptie en voldoet aan de relevante voorschriften op basis van EG (Europese Gemeenschap)-richtlijnen. |
Drinkwaterinstallatie | Leidingwaterinstallatie voor de afname van drinkwater. |
ECHA (European Chemicals Agency) | Europees Agentschap voor chemische stoffen. |
Evenementenorganisator | Organisator of vergunninghouder voor een evenement; is de eindverantwoordelijke voor de hygiëne op het evenement. |
Handcontactpunten | Oppervlakken of voorwerpen die vaak met de handen worden aangeraakt. Voorbeelden zijn lichtknopjes en deurklinken. |
Hygiënecode | Een gids voor bedrijven die met voedsel omgaan, opgesteld door de sector. In deze gids vindt u de regels om de voedselveiligheid en de hygiëne te bewaken. Meer informatie: NVWA. |
Leidingwaterinstallatie | Installatie bestaande uit leidingen, fittingen, waterbehandelingstoestellen en andersoortige toestellen waarmee leidingwater wordt afgenomen dan wel ter beschikking wordt gesteld. Met een leidingwaterinstallatie wordt een collectieve watervoorziening, collectief leidingnet en/of een woninginstallatie bedoeld. |
Leidingwaterinstallatie; tijdelijk | Leidingwaterinstallatie die is bedoeld om, na maximaal vijf jaar, te worden verwijderd. |
Lichaamsvloeistoffen | Vloeistoffen afkomstig uit het menselijk of dierlijk lichaam zoals bloed, speeksel, sperma, braaksel, urine en ontlasting. In lichaamsvloeistoffen kunnen ziekteverwekkers zitten. |
Micro-organismen | Bacteriën, virussen, schimmels, gisten en protozoën zijn micro-organismen. Micro-organismen zijn onzichtbaar voor het blote oog en komen overal voor: op de huid, op meubels en gebruiksvoorwerpen, in de lucht, in water, op en in voedsel. De meeste zijn onschuldig of zelfs nuttig voor de mens, maar sommige micro-organismen kunnen ziekten veroorzaken. |
Microvezeldoekjes | Doekjes die bestaan uit een weefsel van microscopisch kleine vezels. Samen vormen de vezels een veel groter oppervlak dan de vezels in bijvoorbeeld een katoenen doek. Hierdoor kunnen microvezeldoekjes meer vuil absorberen. De vezels bestaan uit materiaal dat vetten goed vasthoudt. |
Natte koeltoren | Installaties die onderdeel zijn van de klimaatregulering van een gebouw of worden gebruikt bij het afkoelen van een productieproces. In de koeltoren wordt water verneveld. Hierbij kunnen de waterdruppeltjes verspreid worden in de omgeving van de inrichting. |
Needle play | Het tijdelijk piercen van het lichaam als ervaring. |
Schoonmaken | Stof en vuil verwijderen, bijvoorbeeld door te stofzuigen of te dweilen. |
Ventileren | Bij ventileren komt voortdurend verse buitenlucht binnen, bijvoorbeeld door een rooster of een open raam. |
Volledig wasprogramma | Het geheel doorlopen van de wascyclus voor de soort stof die wordt gewassen. Bijvoorbeeld het volledige wasprogramma voor katoen; zonder voor een kortere stand of tijd te kiezen. |
Wadi's | Verdiept grasveld waar water naar toe kan stromen. |
Waterinstallatie | Waterhoudende constructie, toestel of systeem, bijvoorbeeld: koeltoren, bubbelbad, waterreservoir, fontein. |
Zelfdovende afvalbakken | Afvalbakken waarmee door de constructie (smalle opening) brand door bijvoorbeeld slecht gedoofde sigaretten wordt voorkomen. |
Verantwoording
Literatuur
- Best EL, Parnell P, Wilcox MH (2014). Microbiological comparison of hand-drying methods: the potential for contamination of the environment, user, and bystander. J Hosp Infect. 88:199-206.
- Bloomfield SF, Carling PC, Exner M (2017). A unified framework for developing effective hygiene procedures for hands, environmental surfaces and laundry in healthcare, domestic, food handling and other settings. GMS Hyg Infect Control. 19;12:Doc8.
- Bouma K, Dannen F, Bruijn-Mulder AM, Nab-Vonk JM (Joint meeting), Wijma E (2002). Zandbakken; zware metalen en microbiologische besmetting. Rapport nummer: NDTOY004/01.
- RIVM (2016). Draaiboek melding van legionellabacteriën in water. Link
- Duisterwinkel A (2010). Hygiënisch en duurzaam handen drogen. VSR rapport.
- van Driezum IH, van der Aa NGFM, van den Berg HHJL (2020). Regenwater als alternatieve bron voor drinkwater- aandachtspunten voor kwaliteitscontrole. RIVM briefrapport 2020-0185
- Erdozain, G, KuKanich K, Chapman B, Powell D (2015). Best practices for planning events encouraging human–animal interactions. Zoonoses and public health, 62(2), 90-99.
- Gerba C, Kennedy D (2007). Enteric virus survival during household laundering and impact of disinfection with sodim hypochlorite. Appl Environ Microbiol. 73:4425-4428.
- Gezondheidsraad (2016). Zorgvuldig omgaan met desinfectia. Rapport Nr. 2016/18.
- GGD GHOR Nederland (Gemeentelijke / Gemeenschappelijke GezondheidsDienst – Geneeskundige HulpverleningsOrganisatie in de Regio) Handreiking Evenementenveiligheid (2021). Link.
- Heinzel M, Kyas A, Weide M, Breves R, Bockmühl D (2010). Evaluation of the virucidal performance of domestic laundry procedures. Int J Hyg Environ Health 213:334-337.National Academies of Sciences, Engineering, and Medicine (2019). Management of Legionella in Water Systems. Washington (DC): National Academies Press (US). Link.
- Nederlands Handboek Evenementen Veiligheid (2019). Link.
- NHG (Nederlands Huisartsen Genootschap) (2013). Richtlijn wondzorg.
- Oorsprong DM (dystrophia myotonica), den Boogert EM, Buiting MP, Hondema LS, Ewalts H, van Dam ASG (additional regulation for sexual health) (2018). Obstacle runs en infectieziekten: tips voor de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-praktijk. Infect Bul. Link.
- Schets F, De Man H, Van Leuken JPG, De Roda Husman AM (2017). De ‘waterkwaliteitscheck’ voor nieuwe en bestaande stedelijk waterconcepten. Het belang van aandacht voor de microbiologische kwaliteit van water in de stad. RIVM Rapport 2017-0012.
- Smith DL, Gillanders S, Holah JT, Gush C (2011). Assessing the efficacy of different microfibre cloths at removing surface micro-organisms associated with healthcare-associated infections. J Hosp Infect. 78:182-6.
- Tuladhar E, Hazeleger WC, Koopmans M, Zwietering MH, Duizer E, Beumer RR (relatieve risico's) (2015). Reducing viral contamination from finger pads: handwashing is more effective than alcohol-based hand disinfectants. J Hosp Infect. 90:226-34.
- WHO (World Health Organization ) (2015). Public health for mass gatherings: key considerations. Link.
Werkgroep
De hygiënerichtlijn voor Evenementen is in april 2023 vastgesteld. De richtlijn is 17 mei 2023 online gepubliceerd. Aan het opstellen van de richtlijn hebben de volgende GGD’en en organisaties bijgedragen:
- GGD Amsterdam
- GGD Brabant-Zuidoost
- GGD Groningen
- GGD Haaglanden
- GGD Hart voor Brabant
- GGD Hollands Noorden
- GGD Zuid-Holland Zuid
- KIWA Nederland B.V.
- Scouting Nederland
- Stichting Jazzfestival Enkhuizen ‘06
- Vereniging Van EvenementenMakers
- Wageningen University & Research
Wijzigingen sinds laatste herziening
- Maart 2024: Paragrafen waar het Bouwbesluit en het Besluit hygiëne en veiligheid van badinrichtingen en zwemgelegenheden (Bhvbz (Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden)) worden genoemd zijn aangepast. Dit is aangepast vanwege de invoering van de Omgevingswet. Het Bouwbesluit is nu het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Het Bhvbz is vervangen door hoofdstuk 15 Badwaterbassins van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal (Besluit activiteiten leefomgeving )). Er is ook een nadere toelichting opgenomen over badwaterbassins.
De hygiënerichtlijn is een uitgave van:
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid
Postbus 1 | 7200 BA Bilthoven
E-mail: lchv@rivm.nl
Web: www.lchv.nl