Het GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-draaiboek 'Melding van legionellabacteriën in water’ is voor het laatst volledig herzien in 2023. Tussentijdse wijzigingen sinds de laatste herziening worden aangegeven in de Verantwoording.

Bij deze richtlijn vindt u bijlagen, waaronder de ‘Indeling van waterinstallaties naar de mate van risico op legionellose’ en ‘Legionellapreventie: regelgeving, beheersmethoden en monstername’. De bijlagen kunt u hier downloaden.

Via de inhoudsopgave kunt u direct klikken op het type waterinstallatie waar legionella is aangetoond. 

Wijziging regelgeving

In het draaiboek wordt nog naar oude regelgeving verwezen. Sinds 1 januari 2024 is de nieuwe Omgevingswet van kracht. Het Bouwbesluit en het Besluit hygiëne en veiligheid van badinrichtingen en zwemgelegenheden (Bhvbz Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden)) zijn opgegaan in respectievelijk het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en Besluit activiteiten leefomgeving (Bal Besluit activiteiten leefomgeving (Besluit activiteiten leefomgeving)). Ook de Wet milieubeheer is opgegaan in de Omgevingswet.

De meeste regelgeving is (vrijwel) hetzelfde gebleven maar voor o.a. (zwem)baden is de regelgeving gewijzigd. Een belangrijke wijziging is dat er niet meer wordt gesproken over een (bad)inrichting maar over een activiteit. In hoofdstuk 15 van het Bal zijn er daarom in plaats van regels voor badinrichtingen en zwemgelegenheden nu regels voor badwaterbassins. Een badwaterbassin is een waterkerende constructie voor het vasthouden van water bedoeld voor het zwemmen of baden. Zie voor meer informatie de toelichting van Informatiepunt Leefomgeving.

Op een later moment wordt het draaiboek aangepast aan de nieuwe regelgeving.

1 Inleiding

Met dit draaiboek kan een GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) bepalen of er een verhoogd gezondheidsrisico is nadat legionellabacteriën in een waterinstallatie zijn aangetoond. Het draaiboek dient als naslagwerk en onderbouwing voor het advies.

Na kennisname van het draaiboek kan door GGD-medewerkers bij de dagelijkse advisering gebruikgemaakt worden van de checklist en de twee stroomschema’s. Downloads van de checklist en de stroomschema’s vindt u onder Bijlagen.

Het bemonsteren van water wordt meestal gedaan om te controleren of de preventieve maatregelen werken. GGD’en kunnen het draaiboek en bijbehorende bijlagen ook gebruiken om andere GGD-taken op gebied van legionellapreventie uit te voeren, zoals adviserende taken of bij het beantwoorden van vragen.

Dit draaiboek heeft 6 bijlagen:

Alle bijlagen kunt u hier downloaden.
 

1.1 Stroomschema’s ‘Stappenplan melding’ en ‘Wanneer informeren derden’

In onderstaand stroomschema 1 staan de stappen die een GGD kan doorlopen bij een melding van legionellabacteriën in een waterinstallatie. Deze stappen gelden voor alle waterinstallaties. De rol van de GGD en de handhaver kan echter per type waterinstallatie verschillen door ontbrekende of afwijkende regelgeving. De afwijkende stappen worden per waterinstallatie besproken in de hoofdstukken 4 t/m 9. In stroomschema 2 staat een stappenplan voor het informeren van mensen op de locatie.

Staat een waterinstallatie niet vermeld in de inhoudsopgave? Ga dan naar hoofdstuk 8.

Stroomschema 1. Stappenplan na melding van legionellabacteriën in waterinstallaties.

Stroomschema 1: Stappenplan na melding van legionellabacteriën in waterinstallaties

U kunt stroomschema 1 hier downloaden.

Stroomschema 2. Stappenplan informeren van (mogelijk) blootgestelden aan legionellabacteriën.

Stroomschema 2: Stappenplan informeren van (mogelijk) blootgestelden aan legionellabacteriën

U kunt stroomschema 2 hier downloaden.
 

1.2 Kweek of andere analysemethoden

De kweekmethode is nog steeds de gouden standaard voor het aantonen van Legionella in water. Watermonsters moeten worden geanalyseerd via de kweekmethode NEN-EN-ISO 11731. De uitslagen worden weergegeven in kolonievormende eenheden per liter (kve kolonievormende eenheden (kolonievormende eenheden)/L). Ook in regelgeving zijn normen opgenomen op basis van kve/L.

Een nadeel van de kweekmethode is dat de uitslag pas na ongeveer een week bekend is. Een ander nadeel is dat niet alle levende legionellabacteriën worden aangetoond. Legionellabacteriën kunnen in een soort ‘slaapstand’ zijn, waardoor ze beter beschermd zijn tegen stressfactoren zoals hoge temperatuur of biociden. In deze fase kunnen ze niet gekweekt worden, maar zijn ze nog wel levensvatbaar (viable but non culturable; VBNC). Na verdwijnen van de stressfactoren kunnen ze uit deze fase komen en verder groeien (zie ook de bijlage ‘Legionellapreventie: regelgeving, beheersmethoden en monstername’).

Er zijn ook tests waarvan de uitslag binnen een dag bekend is en waarmee ‘niet-kweekbare’ Legionella wel kan worden aangetoond, zoals de qPCR-methode (National Academies of Sciences, 2019). Deze methode detecteert of er DNA deoxyribonucleic acid (deoxyribonucleic acid) van Legionella in het water aanwezig is. De uitslag wordt vermeld als ‘genomic units’ per liter (GU/L) of (legionella-)DNA(-eenheden) per liter (LDE/L of DNA/L).

Doordat met de qPCR-methode ook DNA van dode legionellabacteriën wordt aangetoond, is niet goed te bepalen hoeveel levende bacteriën in de waterinstallatie zijn (Caicedo et al., 2019). Hierdoor zijn er vaak veel meer watermonsters ‘positief’ dan bij de kweekmethode, vooral als het monster enkele dagen na het nemen van beheersmaatregelen is genomen. Met qPCR is daarom niet altijd goed te bepalen of het beheer effectief is. Ook kan de uitslag niet vergeleken worden met de normen in regelgeving, omdat die gebaseerd zijn op de kweekmethode. Meer informatie over de beperkingen van de verschillende analysemethoden staat in de bijlage ‘Legionellapreventie: regelgeving, beheersmethoden en monstername’, paragraaf 5.3.

In dit draaiboek wordt geen onderscheid gemaakt in de analysemethoden. Voor het bepalen van het gezondheidsrisico is de concentratie niet van belang omdat bij elke gevonden concentratie iemand ziek kan worden (relatie tussen concentratie in water en kans op ziekte is niet bekend). Indien bekend, is het gewenst om de soortnaam en, bij L. pneumophila, ook de serogroep (SG) te noteren. Hierdoor kan sneller bepaald worden of de waterinstallatie een mogelijke bron is.

Noteer ook het sequence type (ST) als dit bekend is. Via sequence based typing (SBT) kan de specifieke DNA-structuur van de gevonden legionellabacterie bepaald worden. Dit is veel specifieker dan de serogroep: voor L. pneumophila sg 1 zijn inmiddels meer dan 2.500 unieke ST’s bekend. Het bepalen van het ST is echter niet gebruikelijk bij periodieke monsters en zal daarom zelden bekend zijn. Als de locatie mogelijk te linken is aan patiënt, zorg er dan voor dat via Streeklab Haarlem (BEL) het ST van het milieumonster wordt bepaald zodat een DNA-match met patiënt mogelijk is (zie verder de LCI-richtlijn Legionellose).
 

1.3 Wat is legionellapreventie?

Het doel van legionellapreventie is het zo veel mogelijk voorkomen van legionellose (veteranenziekte en Pontiac fever). Voor verschillende waterinstallaties zijn in regelgeving eisen opgenomen om legionellagroei in het water van de installatie te beheersen. Door het uitvoeren van een risicoanalyse wordt bepaald of legionellagroei kan plaatsvinden en of de bacterie via fijne waternevel kan worden verspreid in de lucht.

Als de oorzaak van de legionellagroei niet kan worden verwijderd (bijvoorbeeld omdat het onderdeel van het bedrijfsproces is), dan is het noodzakelijk een beheersplan op te stellen en uit te voeren. In het beheersplan staan de maatregelen die moeten worden genomen om de groei en/of verspreiding van Legionella te beheersen. Voorbeelden zijn thermische desinfectie, koper-/zilverionisatie of biocides (voor meer informatie zie de bijlage ‘Legionellapreventie: regelgeving, beheersmethoden en monstername’, hoofdstuk 4). Ook staat in het beheersplan hoe de effectiviteit van de beheersmaatregelen kan worden gecontroleerd. Meestal worden periodiek (bijvoorbeeld om de 6 maanden) watermonsters genomen om te controleren of legionellabacteriën aangetoond kunnen worden.

Eisen of normen over het installeren, onderhouden en gebruiken van leidingwaterinstallaties (Bouwbesluit 2012 en NEN 1006:2015), zoals het verwijderen van ongebruikte (dode) leidingen of het plaatsen van terugstroombeveiliging, valt in dit document niet onder het uitvoeren van legionellapreventie. Het aanpassen van de leidingwaterinstallatie aan de geldende normen en eisen kan mogelijk legionellagroei beperken, maar het is een eis die geldt voor elke leidingwaterinstallatie; het zorgt in algemene zin voor een beter functionerende installatie en een betere kwaliteit van het drinkwater. Voor het beperken van legionellagroei in warmwaterinstallaties van publieke gebouwen is het wel van belang dat de temperatuur voldoet aan de eisen (bij tappunten minimaal 60 °C). Voor koudwaterinstallaties geldt de eis ≤25 °C. Voor beperking van legionellagroei wordt ≤20 °C aanbevolen.

In onderstaande tabel staat per type waterinstallatie of er een norm en/of een meldplicht is voor Legionella en wie de toezichthouder en handhaver zijn. In de laatste kolom wordt vermeld met wie de GGD contact kan opnemen wanneer een melding wordt ontvangen van een positief watermonster genomen in het kader van legionellapreventie. Voor veel waterinstallaties geldt dat hiervoor geen contactpersoon is. In deze situaties kan de GGD adviseren over te nemen maatregelen. Meer informatie over regelgeving is te vinden in de bijlage ‘Legionellapreventie: regelgeving, beheersmethoden en monstername’.

Tabel 1. Overzicht norm en meldplicht per type waterinstallatie en verantwoordelijkheid voor handhaving en toezicht op het uitvoeren van legionellapreventie.

Waterinstallatie

Norm en meldplicht voor Legionella?

Handhaver en toezichthouder

Contact voor GGD bij melding

Leidingwaterinstallaties gebouwen – prioritair (o.a. ziekenhuizen, verpleeghuizen, hotels, zwembaden, AZC asielzoekerscentrum (asielzoekerscentrum))

Norm: <100 kve/L

Meldplicht >1.000 kve/L. Melden bij ILT Inspectie Leefomgeving en Transport (Inspectie Leefomgeving en Transport).

Handhaver/toezichthouder: ILT

Controles: drinkwaterbedrijven

ILT
(via ILT-loket)

Leidingwaterinstallaties gebouwen – niet-prioritair (zoals sporthallen, kantoren, scholen)

Geen norm, geen meldplicht

Geen handhaver en toezichthouder

Geen, alleen bij incidenten

Bij incidenten (patiënt): ILT

Tijdelijk aangelegde leidingwaterinstallaties (o.a. douche-units evenementen)

Geen norm, geen meldplicht

Let op: er kunnen in de APV of evenement­vergunning wel eisen zijn opgenomen. Deze tabel gaat uit van huidige landelijke regelgeving.

Geen handhaver en toezichthouder

Of

De GGD indien gemandateerd door de gemeente.

Indien geen handhaver: geen contact

Alleen bij incidenten: B&W (gemeente; APV en/of Wpg Wet Publieke Gezondheid (Wet Publieke Gezondheid))

Leidingwater schepen (Nederlandse vlag)

100 kve/L voor werknemers (Arbo). Geen meldplicht.

Geen norm, geen meldplicht voor passagiers

NB. richtlijn Ship San Act voor zeevarende schepen: actie vanaf 1.000 kve/L (geen verplichting in NL)

Voor werknemers:
handhaver= inspectie SZW Sociale zaken en werkgelegenheid (Sociale zaken en werkgelegenheid); toezichthouder= ILT/scheepvaart

Voor passagiers: geen handhaver, geen toezichthouder

Geen, alleen bij incidenten

Bij incidenten met werknemers: ILT/scheepvaart

Bij incidenten met passagiers: B&W (gemeente; Wpg), al dan niet via GGD inspecteur Ship sanitation

Badinrichtingen

Norm: <100 kve/L

Meldplicht ≥100 kve/L. Melden bij provincie of OD omgevingsdienst (omgevingsdienst)/RUD Regionale Uitvoeringsdienst (Regionale Uitvoeringsdienst).

Handhaver en toezichthouder: provincie of OD/RUD

Provincie

Voor sommige provincies is de OD of RUD het contact.

Tijdelijk geplaatste vernevelende baden
Bijvoorbeeld tentoongestelde whirlpool of tijdelijk geplaatst bad met speelfonteinen

Geen norm, geen meldplicht

Geen handhaver, geen toezichthouder

Geen, alleen bij incidenten

Bij incidenten: B&W (gemeente, Wpg)

Natte koeltorens

Geen norm, geen meldplicht

Let op: in beheersplannen kan een norm genoemd worden. Deze norm moet dan worden aangehouden.

Handhaver: meestal gemeente en soms provincie (bij grotere industrieën)

Toezichthouder: OD/RUD

OD of RUD

Afvalwaterzuiverings­installaties (AWZI Afvalwaterzuiveringsinstallatie (Afvalwaterzuiveringsinstallatie)’s)

Geen norm, geen meldplicht

Wel advies in handreiking AWZI om bij positieve monsters GGD te informeren. En bij >1.000.000 kve/L ook melden bij OD/RUD

Handhaver: meestal gemeente, soms provincie (bij grote industrieën)

Toezichthouder: OD/RUD

OD of RUD

Blootstelling werknemers tijdens werk
Bijv. luchtbevochtiging in kantoor waar voornamelijk werknemers verblijven.

Let op: locaties waar vooral bezoekers risico lopen vallen hier niet onder (zie ‘Alle overige waterinstallaties’).

Norm: <100 kve/L

Geen meldplicht

Let op: deze norm uit Arbobesluit geldt niet voor koeltorens en leidingwater

Handhaver: Inspectie SZW

Toezichthouder: Inspectie SZW.
Voor roerende goederen: NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)
Voor schepen: ILT/scheepvaart

Geen, alleen bij incidenten

Bij incidenten: Inspectie SZW

Alle overige waterinstallaties
zoals mistsystemen bij groenteafdeling supermarkten, bubbelbad voor passagiers op rijncruise en fontein in lobby hotel

Geen norm, geen meldplicht

Geen handhaver, geen toezichthouder

Geen, alleen bij incidenten

Bij incidenten met werknemers: Inspectie SZW

Bij incidenten met bezoekers/passanten: B&W (gemeente; Wpg), NVWA (mistsystemen)

1.4 Gebruik draaiboek bij bronopsporing

Het nemen van watermonsters naar aanleiding van de melding van een patiënt (bronopsporing) valt niet onder dit draaiboek. Zie hiervoor de LCI-richtlijn Legionellose.

Dit draaiboek kan GGD’en wel ondersteunen bij het adviseren van de eigenaar van een waterinstallatie waar legionellabacteriën zijn aangetoond, maar waar uit de resultaten blijkt dat deze waterinstallatie waarschijnlijk niet de bron is. Deze positieve monsters kunnen, afhankelijk van de situatie, beschouwd worden als ‘normale’ meldingen en het bijbehorende stappenplan kan worden doorlopen.

De aanleiding voor de monstername is echter bronopsporing en niet controle van de effectiviteit van de preventieve maatregelen. Overleg daarom altijd met de arts infectieziektebestrijding (arts IZB Infectieziektebestrijding (Infectieziektebestrijding)) of andere verantwoordelijke persoon binnen de GGD als aanvullende acties nodig zijn, zoals het informeren van mensen die mogelijk zijn blootgesteld aan de waternevel.
 

1.5 Wettelijk kader voor GGD’en

In het Besluit publieke gezondheid, artikel 2, lid 4 is opgenomen dat het college van burgemeester en wethouders technische hygiënezorg moet bevorderen door:

  • een lijst met instellingen bij te houden waar een verhoogd risico bestaat op de verspreiding van pathogene micro-organismen;
  • de onder a bedoelde instellingen te adviseren over de mogelijkheden om de risico’s op verspreiding van pathogene micro-organismen te verkleinen;
  • ongewenste situaties te signaleren;
  • vragen uit de bevolking te beantwoorden en het geven van voorlichting.

Legionellameldingen en vragen over Legionella die binnenkomen bij de GGD vallen onder deze taken.

In het Drinkwaterbesluit is in de Nota van Toelichting bij artikel 38 opgenomen: “Indien overwogen wordt verbruikers te informeren of als dit door de inspecteur is opgelegd, is het noodzakelijk vooraf contact hierover op te nemen met de plaatselijke GGD. De GGD heeft dan de mogelijkheid de informatie (zo nodig) aan te passen en weet wat er gecommuniceerd is als er vragen komen.”

Met de toezichthouder van het Drinkwaterbesluit, de ILT, is deze toelichting nader ingevuld. Voor (zwem)baden zijn vergelijkbare afspraken gemaakt met de handhaver (provincie). In regelgeving voor (zwem)baden ontbreekt echter een vergelijkbare toelichting voor deze afspraken.

2 Gezondheidsrisico bepalen

Dit draaiboek bespreekt meldingen van positieve watermonsters die genomen zijn ter controle van preventieve maatregelen (‘controlemonster’). Een positief controlemonster is een signaal dat het legionellabeheer geëvalueerd moet worden en waar nodig aangepast. Zelden worden patiënten gezien na een melding van een positief controlemonster. In dit hoofdstuk wordt besproken wanneer er sprake is van een verhoogd gezondheidsrisico en acties van de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) gewenst zijn. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van de bijlage ‘Indeling van waterinstallaties naar de mate van risico op legionellose’ en van regelgeving waarin een meldplicht is opgenomen als de norm wordt overschreden.
 
 

2.1 Risico-indeling waterinstallaties

In de bijlage ‘Indeling van waterinstallaties naar de mate van risico op legionellose’ staan de waterinstallaties genoemd waar het RIVM beheersing van legionellagroei en/of -verspreiding vanuit volksgezondheidsperspectief noodzakelijk vindt.

Let op: niet voor alle waterinstallaties op deze lijst geldt een verplichting voor legionellapreventie (geen regelgeving). Het is een advies van het RIVM aan de GGD’en.
 

2.2 Locaties met meldplicht voor Legionella

Een overzicht van de locaties met meldplicht is opgenomen in tabel 1. Een toelichting over de regelgeving en monstername is opgenomen in de bijlage ‘Legionellapreventie: regelgeving, beheersmethoden en monstername’.

Leidingwaterinstallaties prioritaire instellingen

Voor leidingwaterinstallaties van ‘prioritaire instellingen’ geldt een meldplicht als Legionella wordt aangetoond in het water. De eisen voor deze instellingen zijn vastgelegd in hoofdstuk 4 van het Drinkwaterbesluit.

De prioritaire instellingen komen grotendeels overeen met de locaties genoemd in de bijlage ‘Indeling van waterinstallaties naar de mate van risico op legionellose’ (risico-indeling), maar er zijn belangrijke verschillen. Afwijkend van deze risico-indeling zijn onder meer ‘gebouwen met een celfunctie’ (o.a. gevangenissen). Dit zijn ook prioritaire instellingen omdat de overheid verantwoordelijk is voor de gedetineerden.

Als het leidingwater meer dan 1.000 kve kolonievormende eenheden (kolonievormende eenheden)/L Legionella bevat, moet de eigenaar van de prioritaire instelling dit melden bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT Inspectie Leefomgeving en Transport (Inspectie Leefomgeving en Transport)). De ILT geeft deze melding vervolgens door aan de GGD. Maar ook als in het leidingwater 1.000 kve/L of minder Legionella is aangetoond, moet de eigenaar maatregelen nemen om te voldoen aan de norm van minder dan 100 kve/L Legionella.

Badinrichtingen/badwaterbassins

De houder van een badinrichting met minstens één vernevelend bad moet, volgens artikel 2 van het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Bhvbz Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden)), een waarde van 100 kve/L of meer Legionella in (zwem)badwater melden bij de provincie (toezichthouder).

In de nabije toekomst (mogelijk vanaf 1 januari 2024) vervalt de Bhvbz en gelden de regels in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal Besluit activiteiten leefomgeving (Besluit activiteiten leefomgeving)). Een belangrijke wijziging met het Bhvbz is dat er niet meer gesproken wordt over badinrichtingen met vernevelende baden van een bepaalde afmeting maar over badwaterbassins waar verneveling optreedt en de gelegenheid wordt geboden om te baden (zie hoofdstuk 5). De norm blijft ongewijzigd: minder dan 100 kve/L. En normoverschrijdingen moeten gemeld worden bij de provincie (of via de website van de omgevingsdienst of regionale uitvoeringsdienst).

Overige waterinstallaties

Voor alle andere risicovolle waterinstallaties, inclusief natte koeltorens en biologische afvalwaterzuiverinsinstallaties (AWZI Afvalwaterzuiveringsinstallatie (Afvalwaterzuiveringsinstallatie)’s) geldt dat er in landelijke regelgeving geen meldplicht is opgenomen indien het water Legionella bevat, ongeacht het aantal kve/L. In de ‘Handreiking legionellapreventie in biologische afvalwaterzuiveringsinstallaties’ wordt wel geadviseerd om de GGD te informeren als er legionella wordt gedetecteerd. Hiervoor kan het stappenplan in paragraaf 7.3 worden doorlopen.

Het is ook mogelijk dat de GGD een melding ontvangt van een positieve natte koeltoren of fontein. Ook is het mogelijk dat in een gemeentelijke verordening of een maatwerkvoorschrift een meldplicht is opgenomen. Er is daarom ook een stappenplan opgenomen voor deze meldingen.
 

2.3 Wanneer is er een gezondheidsrisico?

Bekijk bij elke melding van een positief watermonster of er sprake is van een verhoogd gezondheidsrisico. Overleg met de eindverantwoordelijke, meestal een arts infectieziektebestrijding (IZB Infectieziektebestrijding (Infectieziektebestrijding)), over de vervolgstappen als er een verhoogd gezondheidsrisico is (in het draaiboek wordt voor de leesbaarheid de arts IZB als eindverantwoordelijke benoemd).

Beantwoord de volgende vier vragen om het risico vast te stellen:

1. Was of is de gemelde waterinstallatie de afgelopen 2 jaar een waarschijnlijke bron of locatiecluster?

Een ‘waarschijnlijke bron’ is:

  • een gevonden moleculaire overeenkomst tussen een locatie (bron) en een of meerdere patiënten met legionellose (=match);
    of:
  • een patiënt bij een bron waarbij geen andere bronnen mogelijk zijn (voorbeeld: een patiënt die de hele incubatieperiode uitsluitend op de betreffende locatie is geweest).

Een ‘locatiecluster’ betreft: 2 of meer patiënten binnen 2 jaar gerelateerd aan dezelfde bron.

2. Is een recent gemelde legionellosepatiënt in de incubatietijd op of nabij de positieve locatie geweest en is de patiënt (nog) niet gelinkt aan een andere waterinstallatie?

Recent gemeld: periode te bepalen door de arts IZB; in het algemeen een half jaar.

Incubatietijd: er wordt een incubatietijd van 14 dagen aangehouden, maar meestal is de incubatietijd 2-10 dagen.

3. Is er sprake van een verhoogd aantal patiënten in de omgeving?

NB. Vraag 3 is een aanvullende vraag voor natte koeltorens en afvalwaterzuiveringsinstallaties.

Toelichting ‘verhoogd aantal patiënten’: Er zijn 3 patiënten zonder andere aannemelijke bron binnen afstand van 3 km kilometer (kilometer), in een periode van een half jaar. In een omgeving met weinig inwoners, zoals een industriële of landelijke omgeving, wordt geadviseerd om bij een patiënt binnen een straal van 3 km ook te kijken naar patiënten in straal van 6 km van de positieve locatie (zie RIVM-rapport voor onderbouwing). Via BEL is na te vragen of een locatie gerelateerd is aan patiënten uit een andere GGD-regio (bijvoorbeeld een werknemer van een bedrijf die in een andere regio woont). Bij twijfel: Overleg met RIVM-EPI Centrum Epidemiologie en Surveillance van infectieziekten (Centrum Epidemiologie en Surveillance van infectieziekten) om te bepalen of er een verhoogde incidentie is in de omgeving, ten opzichte van het landelijke beeld.

4. Is legionellapreventie vanuit volksgezondheidsperspectief noodzakelijk (zie paragraaf 2.1)? En worden er preventieve maatregelen getroffen om de legionellabacteriën te verwijderen en legionellagroei in de toekomst te beheersen?

NB. Vraag 4 is een aanvullende vraag voor waterinstallaties waarvoor geen meldplicht geldt.

Als vraag 1, 2 en/of 3 met JA wordt beantwoord

Overleg met de arts IZB over de te nemen acties. Er is mogelijk sprake van een verhoogd gezondheidsrisico. Indien nader overleg gewenst is, kan ook contact opgenomen worden met de RIVM-LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding).

Advies:

  • Als de patiënt op de locatie is geweest: vul Osirisgegevens aan en meld bij LCI en BEL als er een positief monster is gevonden dat gerelateerd is aan een patiënt (met Osirisnummer). Voor meer informatie zie de LCI-richtlijn Legionellose.
  • Als het gaat om een locatie met (mogelijke) meldplicht (leidingwater, baden): informeer de handhaver over het gezondheidsrisico. Adviseer om erop toe te zien dat de eigenaar effectieve maatregelen neemt om de legionellabacteriën te verwijderen en de legionellapreventie evalueert. Bepaal samen met de arts IZB wie geïnformeerd moet worden en op welke wijze deze mensen geïnformeerd moeten worden (zie hoofdstuk 3). Voor leidingwaterinstallaties is het niet nodig de ILT op de hoogte te stellen indien besloten wordt te informeren.
  • Als het gaat om een natte koeltoren of een afvalwaterzuiveringsinstallatie: informeer de omgevingsdienst/regionale uitvoeringsdienst. Adviseer de toezichthouder om erop toe te zien dat de koeltoren wordt gedesinfecteerd en de legionellapreventie wordt geëvalueerd. Ook voor de AWZI dienen passende maatregelen genomen te worden om blootstelling te voorkomen. De OD omgevingsdienst (omgevingsdienst)/RUD Regionale Uitvoeringsdienst (Regionale Uitvoeringsdienst) kan hiervoor gebruik maken van de ‘Handreiking legionellapreventie in biologische afvalwaterzuiveringsinstallaties’. Overleg met de OD/RUD, de arts IZB, en zo nodig de LCI, of informeren van de omgeving noodzakelijk is.
  • Overige risicovolle waterinstallaties (bijvoorbeeld fonteinen en mistsystemen): overleg met arts IZB, en zo nodig de LCI, of de burgemeester geïnformeerd moet worden op basis van de Wet publieke gezondheid (Wpg Wet Publieke Gezondheid (Wet Publieke Gezondheid)). Adviseer de eigenaar om de installatie te desinfecteren en de legionellapreventie te evalueren of om legionellapreventie toe te passen. Overleg met de arts IZB, en zo nodig de LCI, wie geïnformeerd moeten worden en hoe deze personen geïnformeerd moeten worden.

Als vraag 1, 2 en/of 3 met NEE wordt beantwoord

Als de waterinstallatie niet bekend is als een mogelijke bron en er geen sprake is van een verhoogd gezondheidsrisico, is het informeren van mensen die mogelijk blootgesteld zijn aan Legionella meestal niet nodig. Informeren kan wel nodig zijn als de uitslag bekend is op de locatie en er vragen zijn van mensen die mogelijk zijn blootgesteld. In hoofdstuk 3 wordt besproken wanneer en hoe mensen geïnformeerd kunnen worden over Legionella in de waterinstallatie.

Als vraag 4 met JA wordt beantwoord

Een landelijke meldplicht geldt alleen voor leidingwaterinstallaties en (zwem)baden. Via een algemene plaatselijke vordering (APV) of maatwerkvoorschriften (Wet milieubeheer) kan lokaal een meldplicht zijn opgelegd voor andere waterinstallaties. Voor sommige waterinstallaties is er geen meldplicht, maar vindt het RIVM legionellapreventie wel wenselijk (zie bijlage ‘Indeling van waterinstallaties naar de mate van risico op legionellose’).

Als legionellapreventie vanuit volksgezondheidsperspectief noodzakelijk is en er worden geen preventieve maatregelen genomen dan is het advies:

  • Overleg (zo nodig) met de arts IZB.
  • Als het gaat om een natte koeltoren of een afvalwaterzuiveringsinstallatie: neem contact op met de OD/RUD en verzoek om erop toe te zien dat preventieve maatregelen worden uitgevoerd.
  • Als het gaat om een ander type waterinstallatie (fontein, mistsysteem, tijdelijke whirlpool, tijdelijke drinkwaterinstallatie, etc.): adviseer om te reinigen en te desinfecteren, en adviseer om legionellapreventie uit te voeren (zie ook hoofdstuk 8). Als uit het gesprek met de eigenaar of beheerder blijkt dat het advies niet zal worden uitgevoerd: wijs de eigenaar/beheerder op zijn verantwoordelijkheden en zorgplicht. Bespreek zo nodig met arts IZB of de burgemeester geïnformeerd moet worden (op basis van de Wpg).

3 Communicatie bij melding

3.1 Wie beslist of mensen worden geïnformeerd?

De ILT Inspectie Leefomgeving en Transport (Inspectie Leefomgeving en Transport) kan eigenaren van leidingwaterinstallaties verplichten om mensen die mogelijk blootgesteld zijn aan Legionella te informeren. In de praktijk gebeurt dit echter zelden. De ILT verwijst altijd naar de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) zodra gebruikers geïnformeerd moeten worden.

De provincie kan hetzelfde opleggen aan houders van badinrichtingen. Ook de provincie zal dit in de praktijk zelden opleggen.

Met beide handhavers is afgesproken dat als mensen geïnformeerd moeten worden, de GGD hiervan vooraf op de hoogte wordt gesteld. Hierdoor kan de GGD de verantwoordelijke personen op de locatie van de juiste informatie voorzien en vragen beantwoorden.

Het besluit om te informeren wordt meestal genomen door de eigenaar of beheerder van de waterinstallatie. Er zijn twee situaties:

  • Er wordt met de GGD contact opgenomen voordat mensen zijn geïnformeerd. In paragraaf 3.2 staat beschreven wanneer informeren van mensen die mogelijk blootgesteld zijn aan Legionella zinvol is. Om mensen op de locatie te informeren, kan de bijlage met voorbeeldteksten gebruikt worden.
  • Er wordt met de GGD contact opgenomen als mensen op de locatie al zijn geïnformeerd. Als gevolg hiervan zijn er vragen of is er onrust onder de bewoners/bezoekers. Dit is vooral bij leidingwaterinstallaties waarvoor geen meldplicht is zoals sportlocaties. Ook in deze situaties kan men gebruik maken van de bijlage met voorbeeldteksten.
     

3.2 Wanneer is informeren zinvol?

Mensen die mogelijk blootgesteld zijn aan fijne waternevel van een leidingwaterinstallatie met legionellabacteriën worden bij voorkeur niet geïnformeerd over het aantreffen van legionellabacteriën in water. Als er sprake is van een verhoogd risico: overleg met arts IZB Infectieziektebestrijding (Infectieziektebestrijding) en zo nodig LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding) of huisartsen en/of ziekenhuizen in de regio geïnformeerd moeten worden.

Uitzonderingen:

  • Als de gemelde waterinstallatie volgens de RIVM-criteria een bron of locatiecluster is (zie paragraaf 2.3).
  • Als na de melding blijkt dat een recent geregistreerde patiënt tijdens de incubatietijd blootgesteld is aan de waternevel van de gemelde installatie, dezelfde serogroep is gevonden, en aannemelijk is dat de patiënt door deze waterinstallatie ziek is geworden.
  • Als bewoners/bezoekers/passanten/werknemers op de hoogte zijn dat de waterinstallatie Legionella bevat en er hierdoor onrust is/veel vragen zijn.
  • Als voor bezoekers/bewoners zichtbaar of merkbaar handelingen worden verricht om de verhoogde concentratie Legionella te verlagen. Bijvoorbeeld het afsluiten van tappunten en het nemen van desinfectiemaatregelen. Adviseer de eigenaar om, indien mogelijk, de maatregelen uit te voeren als er geen bezoekers of bewoners aanwezig zijn.
     

3.3 Hoe kunnen mensen worden geïnformeerd?

Als in overleg met de eigenaar besloten is om te informeren over de verhoogde concentratie, overleg dan met de arts IZB en bij voorkeur de afdeling communicatie over welke personen geïnformeerd moeten worden (wie geïnformeerd moet worden is afhankelijk van incubatietijd, type locatie, mate van gezondheidsrisico, etc.) en op welke wijze. Kies er bij voorkeur voor om mensen persoonlijk te informeren. De bijlage met voorbeeldteksten kan worden gebruikt om mensen te informeren.

Het persoonlijk informeren is echter niet altijd mogelijk. Het kan bijvoorbeeld onduidelijk zijn wie is blootgesteld aan de waternevel (bijvoorbeeld omdat het een openbaar zwembad betreft). In dat geval kan een brief op een centrale plek opgehangen worden op de locatie. Als maatregelen worden uitgevoerd om de Legionella uit het systeem te verwijderen én bezoekers daarmee worden geconfronteerd, dan kan de brief worden opgehangen bij de plek waar de maatregelen plaatsvinden.

Tot slot zijn er waterinstallaties die in de omgeving vernevelen en mensen tot op kilometers kunnen besmetten, zoals natte koeltorens en afvalwaterzuiveringsinstallaties. Als blijkt dat een dergelijke waterinstallatie een waarschijnlijke bron is, dan kan het noodzakelijk zijn de informatie via een persbericht te versturen. Het persbericht kan worden verstuurd door de eigenaar van de waterinstallatie nadat de inhoud is afgestemd met het bevoegd gezag en de GGD. Als de eigenaar van de waterinstallatie geen persbericht wil versturen, kan tussen het bevoegd gezag en de GGD overlegd worden wie het persbericht verstuurt. De GGD kan contact opnemen met de LCI voor advies. Onderhoudsmedewerkers van koeltorens of afvalwaterzuiveringsinstallaties kunnen persoonlijk worden geïnformeerd.

In andere gevallen is geen persbericht noodzakelijk.

Zie stroomschema 2 voor een overzicht wanneer en hoe mensen geïnformeerd kunnen worden bij een melding van Legionella in een waterinstallatie.

4 Legionella in leidingwaterinstallaties

Voor leidingwaterinstallaties (drinkwater) zijn de volgende meldingen mogelijk:

  • meldingen ontvangen via de ILT van ‘prioritaire instellingen’: zie paragraaf 4.1 (meer dan 1.000 kve kolonievormende eenheden (kolonievormende eenheden)/L).
  • Melding prioritaire instelling met 1.000 kve/L of minder: zie paragraaf 4.2.
  • Melding niet-prioritaire instellingen (bijvoorbeeld kantoren, sportlocaties, scholen en woningen): zie paragraaf 4.3.

Let op: tijdelijke drink- of leidingwaterinstallaties (bijvoorbeeld mobiele douche-units op een evenementencamping) en leidingwaterinstallaties op schepen vallen niet onder het Drinkwaterbesluit en daarmee ook niet onder dit hoofdstuk. Deze waterinstallaties worden besproken in hoofdstuk 8. Ook waterinstallaties die gevuld worden met drink- of leidingwater (bijvoorbeeld baden, mistsystemen of fonteinen) vallen niet onder het Drinkwaterbesluit.
 

4.1 Stappenplan melding ontvangen via ILT Inspectie Leefomgeving en Transport (Inspectie Leefomgeving en Transport)

Onderstaand stappenplan is bedoeld voor meldingen die worden ontvangen via de ILT. De ILT is de handhaver en kan de melder maatregelen opleggen. Het is niet de bedoeling dat de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) adviezen geeft aan de melder over de te nemen maatregelen. Zie ook stroomschema 1.

Stap 1: Sla de melding op

Sla de ontvangen melding(en) op. De informatie kan worden gebruikt om het gezondheidsrisico vast te stellen of voor het beantwoorden van vragen.

Zorg ervoor dat de GGD-collega’s die brononderzoek uitvoeren na een melding van legionellose toegang hebben tot de gegevens.

Stap 2: Controleer de gegevens

Controleer of in ieder geval de volgende gegevens in de melding staan:

  • adres;
  • soort Legionella;
  • indien L. pneumophila: serogroep en (indien bekend) sequence type (ST).

Met deze gegevens kan bepaald worden of er een verhoogd gezondheidsrisico is en of mensen die gebruik maken van het leidingwater moeten worden geïnformeerd. De ILT verwijst de eigenaar naar de GGD als de eigenaar de intentie heeft om mensen op de locatie te informeren. Ook bij vragen over gezondheidsrisico verwijst de ILT naar de GGD.

Stap 3: Vul de gegevens zo nodig aan

Indien de informatie niet volledig is om het gezondheidsrisico te kunnen bepalen (zie stap 4) of als er vragen zijn over de melding: neem contact op met het ILT-loket en verzoek om de benodigde informatie: telefoonnummer 088 489 00 00 of via het vragenformulier.

Neem geen contact op met de instelling voordat met de ILT is overlegd. Hiermee wordt voorkomen dat de GGD en ILT verschillende informatie geven aan de melder.

Stap 4: Bepaal het gezondheidsrisico

Voor een toelichting, zie paragraaf 2.3.

Vraag 1: Staat het gemelde adres geregistreerd als bron of locatiecluster en was de laatste patiënt tot 2 jaar terug?

  • JA: Overleg met de arts IZB Infectieziektebestrijding (Infectieziektebestrijding) over de te nemen maatregelen (o.a. informeren mensen op locatie, zie stap 5). Neem contact op met het ILT-loket zodat de handhaver de eigenaar kan wijzen op de te nemen maatregelen om verdere verspreiding te voorkomen.
  • NEE: Ga naar vraag 2.

Vraag 2: Zijn er recent een of meerdere patiënten geregistreerd die (mogelijk) blootgesteld zijn aan de waternevel van de gemelde installatie?

  • JA: Overleg met arts IZB of aanvullend brononderzoek nodig is. Aanvullend brononderzoek kan bijvoorbeeld zijn:
    • contact opnemen met patiënt om nader vast te stellen of deze persoon ook aan waternevel op de positieve locatie is blootgesteld;
    • een verzoek om een positief watermonster te sturen naar Streeklab Haarlem om het ST te bepalen (alleen als isolaat van patiënt beschikbaar is).
  • NEE: Geen verhoogd gezondheidsrisico.

Stap 5: Maak de afweging of informeren wel/niet nodig is

Vraag: Is informeren van (mogelijk) blootgestelde personen noodzakelijk? Zie ook stroomschema 2.

JA, als:

  • er sprake is van een verhoogd gezondheidsrisico (zie stap 4): bepaal in dat geval in overleg met de arts IZB (of andere verantwoordelijke persoon) wie geïnformeerd moet worden;
  • als er vragen zijn van mensen op de locatie nadat (onbedoeld) bekend is geworden dat er Legionella in het drinkwater is aangetoond: de reden om te informeren is dan het wegnemen of voorkomen van onrust over de gezondheid;
  • als de ILT wil dat mensen op de locatie worden geïnformeerd (dit komt zelden voor).

Bovendien kan een eigenaar zelf besluiten om mensen op de locatie te informeren. Deze actie kan vermeld staan in het beheersplan of de eigenaar ziet het als zijn verantwoordelijkheid mensen op de hoogte te stellen.

Acties:

  • Als de eigenaar nog niet heeft geïnformeerd: adviseer de eigenaar alleen te informeren als er een verhoogd gezondheidsrisico is of als de uitslag bekend is op de locatie en er vragen zijn.
  • Als de uitslag al bekend gemaakt is en er zijn vragen: geef de benodigde informatie of beantwoord de vragen (zie stap 6).

Stap 6: Geef informatie en beantwoord vragen

Voor het beantwoorden van vragen of het geven van informatie kan gebruik gemaakt worden van hoofdstuk 3 en de bijlage met voorbeeldteksten.

Bij vragen over desinfectiemaatregelen, technische aanpassingen of preventieve maatregelen: verwijs door naar het ILT-loket en beantwoord de vragen niet zelf. (Dit voorkomt dat er verschillende antwoorden gecommuniceerd worden.)

De GGD hoeft geen contact op te nemen met de ILT als aan de melder informatie wordt verstrekt over gezondheidsrisico’s of legionella(pneumonie).

Stap 7. Sluit de melding af

De melding kan worden afgesloten als:

  • er geen verhoogd gezondheidsrisico (meer) is;
  • informeren niet (meer) noodzakelijk is; en
  • de toezichthouder, de melder of derden geen vragen (meer) hebben.
     

4.2 Stappenplan prioritaire instelling met 1.000 kve/L of minder

Melding bij de ILT is noodzakelijk als er meer dan 1.000 kve/L is aangetoond. Het is mogelijk dat de beheerder of eigenaar van een prioritaire instelling direct meldt bij de GGD als 1.000 kve/L of minder is aangetoond.

De te nemen stappen zijn vrijwel hetzelfde als bij een melding via de ILT: zie paragraaf 4.1.

Afwijkend is stap 3: contact is rechtstreeks met de melder in plaats van het ILT-loket.

Reden voor het doorlopen van het stappenplan bij lage concentratie: de ILT heeft gekozen voor een grens van meer dan 1.000 kve/L. Het aantal meldingen dat moet worden verwerkt is hierdoor beperkt. De grens zegt echter weinig over het gezondheidsrisico. Ook bij een lage concentratie Legionella kan er sprake zijn van een potentiële bron. Voor het bepalen van het gezondheidsrisico en eventuele aanvullende acties is de aangetoonde concentratie niet van belang.
 

4.3 Stappenplan ‘niet-prioritaire instellingen’

Eigenaren van ‘niet-prioritaire instellingen’, zoals kantoren, scholen, sportlocaties (zonder baden) en de meeste woningen, zijn niet verplicht legionellapreventie uit te voeren bij de leidingwaterinstallatie. Hierdoor is ook een van de controlemaatregelen van het legionellabeheer – periodieke monstername – niet verplicht. Het RIVM vindt legionellapreventie ook niet nodig bij deze locaties. Toch komt het regelmatig voor dat ook op niet-prioritaire locaties legionellabeheersplannen worden uitgevoerd en/of periodiek watermonsters worden genomen.

De positieve monsters kunnen niet worden gemeld bij de ILT. Sommige eigenaren of beheerders ‘melden’ daarom bij de GGD. Het is ook mogelijk dat er onrust is, nadat bekend is geworden bij gebruikers van het water dat er Legionella is aangetoond. Tot slot is het mogelijk dat het drinkwaterbedrijf watermonsters bij een ‘niet-prioritaire instelling’ heeft genomen om het distributienet te controleren. Soms wordt in deze watermonsters Legionella aangetroffen en komen er vragen van bewoners of gemeente.

Voor alle situaties zijn de te nemen stappen vrijwel hetzelfde als bij een melding via de ILT: zie paragraaf 4.1.

Afwijkend is stap 3: contact is rechtstreeks met de melder in plaats van met de ILT.

Na vaststelling dat er geen gezondheidsrisico is (zie paragraaf 4.1, stap 4), kunnen de volgende adviezen gegeven worden aan de melder om herhaling te voorkomen:

  • Zorg ervoor dat de warmwaterinstallatie op minimaal 60 °C staat. Spoel de leidingen door met heet water van minimaal 60 °C. Indien technisch uitvoerbaar ook de koudwaterleidingen. Als dat niet mogelijk is: koudwaterleidingen ongeveer 1-2 minuten doorspoelen. Toelichting: deze spoelacties zijn bedoeld om het water te verversen tot de watermeter. Ook Legionella aanwezig in het water wordt hiermee weggespoeld. Echter, de meeste Legionella zit in de biofilm (slijmachtig laagje met bacteriën op de leidingwand of in tappunt) en deze biofilm wordt door het spoelen niet verwijderd waardoor ook de Legionella nog aanwezig kan zijn in de leiding (Khweek & Amer, 2018). De kans op infectie is echter zeer klein.
  • Vervang de flexibele doucheslang(en) en de douchekop(pen).
  • Reinig eventueel aanwezige thermostatische mengkranen.
  • Neem geen herhaalmonsters.
  • Neem geen periodieke monsters meer.
  • Informeer de melder dat wel aan de geldende eisen in het Bouwbesluit (NEN1006) moet worden voldaan. Als bijvoorbeeld het koude water continu boven de 25 °C is, dan wordt niet voldaan aan de NEN1006.

Voor de onderbouwing waarom legionellapreventie niet nodig is bij ‘niet-prioritaire’ instellingen kan het artikel ‘Legionellapreventie bij scholen, kantoren en andere niet-prioritaire locaties niet nodig – interpretatie zorgplicht Drinkwaterwet’ (Bartels et al., 2014) worden gestuurd.

5 Legionella in (zwem)baden

Voor (zwem)baden geldt artikel 2 van het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Bhvbz Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden)). Badinrichtingen met een of meerdere vernevelde baden waarvan ten minste één bassin een wateroppervlakte heeft van 2 m² of meer en dieper is dan 0,5 m, moeten elk half jaar controleren of er Legionella in het water van de vernevelende baden aanwezig is. Als het (zwem)badwater 100 kve kolonievormende eenheden (kolonievormende eenheden)/l of meer Legionella bevat, moet dit worden gemeld bij de handhaver. De Provincie of OD omgevingsdienst (omgevingsdienst)/RUD Regionale Uitvoeringsdienst (Regionale Uitvoeringsdienst) kan via voorschriften ook vastleggen dat baden die minder diep zijn dan 0,5 m ook aan de regelgeving moeten voldoen (Whvbz, artikel 7).

Vanaf 1 januari 2024 geldt het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal Besluit activiteiten leefomgeving (Besluit activiteiten leefomgeving)) met betrekking tot het gelegenheid bieden tot het zwemmen of baden in een waterbassin (Bal-badwaterbassins; hoofdstuk 15). Grootste wijziging is dat er niet meer gesproken wordt over ‘badinrichting’ en over een bepaalde afmeting van het bad. De regels hebben in de nieuwe regelgeving betrekking op een ‘badwaterbassin’ dat gelegenheid biedt tot zwemmen en baden. Met badwaterbassin wordt bedoeld: “waterkerende constructie voor het vasthouden van water bestemd voor het zwemmen of baden”.

Vernevelende baden die onder de reikwijdte van de Bhvbz vallen, zullen grotendeels ook onder het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) vallen. Bubbelbaden in kamers voor gasten in logiesverblijven (bijvoorbeeld een hotelkamer) vallen echter niet onder het Bal. Daarentegen vallen badwaterbassins, waaronder bubbelbaden en hottubs, die gebruikt worden op evenementen en langer dan 24 uur zijn geplaatst (hoeft niet al in gebruik te zijn) wel onder de nieuwe regelgeving. Zie voor een uitgebreide toelichting de bijlage ‘Legionellapreventie: regelgeving, beheersmethoden en monstername’.

Ook in het Bal blijft de norm 100 kve/L. En de handhaver blijft de provincie. Op dit moment heeft ongeveer de helft van de provincies het toezicht uitbesteed aan de OD of de RUD. Bij sommige provincies is ook het melden van legionellapositieve monsters neergelegd bij de OD/RUD. Als er een verhoogd gezondheidsrisico is vastgesteld, of als er vragen zijn over de melding, dan kan contact opgenomen worden met de provincie. Het is echter mogelijk dat een melding via de OD/RUD wordt ontvangen en dat met de provincie en OD/RUD andere afspraken over de rolverdeling zijn gemaakt.
 

5.1 Stappenplan melding via provincie of OD/RUD

Stap 1: Sla de melding op

Sla het formulier of de e-mail (tijdelijk) op. De informatie kan worden gebruikt om het gezondheidsrisico vast te stellen of voor het beantwoorden van vragen.

Zorg ervoor dat de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-collega’s die brononderzoek uitvoeren na een melding van legionellose toegang hebben tot de gegevens.

Stap 2: Controleer de gegevens

Controleer of in ieder geval de volgende gegevens in de melding staan:

  • adres;
  • soort Legionella;
  • indien L. pneumophila: serogroep en (indien bekend) sequence type (ST).

Met deze gegevens kan bepaald worden of er een gezondheidsrisico is en of mensen die blootgesteld zijn aan verneveling door baden of zwemmen moeten worden geïnformeerd.

Contact met de melder (houder badinrichting, eigenaar badwaterbassin) om te vragen of de mensen op de locatie al zijn geïnformeerd, is niet nodig. De provincie verwijst de melder naar de GGD als de melder de intentie heeft om mensen op de locatie te informeren. Ook bij vragen over het gezondheidsrisico verwijst de provincie naar de GGD.

Stap 3: Vul de gegevens zo nodig aan

Neem contact op met de provincie als de gegevens niet compleet zijn.

Neem niet zelf contact op met de instelling voordat met de provincie is overlegd. Hiermee wordt voorkomen dat de GGD en provincie verschillende informatie geven aan de melder.

Stap 4: Bepaal het gezondheidsrisico

Voor een toelichting, zie paragraaf 2.3.

Vraag 1: Staat het gemelde adres geregistreerd als bron of locatiecluster en was de laatste patiënt tot 2 jaar terug?

  • JA: Overleg met de arts IZB Infectieziektebestrijding (Infectieziektebestrijding) over de te nemen maatregelen (o.a. informeren mensen op locatie, zie stap 5). Neem contact op met de provincie zodat de handhaver de eigenaar kan wijzen op de te nemen maatregelen om verdere verspreiding te voorkomen.
  • NEE: Ga naar vraag 2.

Vraag 2: Zijn er recent een of meerdere patiënten geregistreerd die (mogelijk) blootgesteld zijn aan de waternevel van de gemelde installatie?

  • JA: Overleg met arts IZB of aanvullend brononderzoek nodig is. Zie ook LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding)-richtlijn Legionellose. Aanvullend brononderzoek kan bijvoorbeeld zijn:
    • contact opnemen met patiënt om nader vast te stellen of deze persoon ook aan waternevel op de positieve locatie is blootgesteld;
    • een verzoek om een positief watermonster te sturen naar Streeklab Haarlem om het ST te bepalen (alleen als isolaat van patiënt beschikbaar is).
  • NEE: Geen verhoogd gezondheidsrisico.

Stap 5: Maak de afweging of informeren wel/niet nodig is

Vraag: Is informeren van (mogelijk) blootgestelde personen noodzakelijk?

Ja, als:

  • er sprake is van een verhoogd gezondheidsrisico (zie stap 4): bepaal in dat geval in overleg met de arts IZB wie geïnformeerd moet worden;
  • als er vragen zijn van mensen op de locatie nadat (onbedoeld) bekend is geworden dat er Legionella in het zwem- of badwater is aangetoond: de reden om te informeren is dan het wegnemen of voorkomen van onrust over de gezondheid;
  • als de provincie wil dat mensen op de locatie worden geïnformeerd (dit komt zelden voor).

Bovendien kan een eigenaar zelf besluiten om mensen op de locatie te informeren. Deze actie kan vermeld staan in het beheersplan of de eigenaar ziet het als zijn verantwoordelijkheid mensen op de hoogte te stellen.

Acties:

  • Als er een verhoogd gezondheidsrisico is: provincie op de hoogte stellen.
  • Als de melder nog niet heeft geïnformeerd: adviseer om alleen te informeren als er een verhoogd gezondheidsrisico is of als de uitslag bekend is op de locatie en er vragen zijn.
  • Als de uitslag al bekend gemaakt is en er zijn vragen: geef de benodigde informatie of beantwoord de vragen (zie stap 6).

Zie ook stroomschema 2.

Stap 6: Geef informatie en beantwoord vragen

Voor het beantwoorden van vragen of het geven van informatie kan gebruikgemaakt worden van hoofdstuk 3 en de bijlage met voorbeeldteksten.

Bij vragen over desinfectiemaatregelen, technische aanpassingen of preventieve maatregelen: verwijs door naar de provincie en beantwoord de vragen niet zelf. (Dit voorkomt dat er verschillende antwoorden gecommuniceerd worden.)

De GGD hoeft geen contact op te nemen met de provincie als aan de houder van de badinrichting of de eigenaar van het waterbassin informatie wordt verstrekt over gezondheidsrisico’s of legionella(pneumonie).

Stap 7: Sluit de melding af

De melding kan worden afgesloten als:

  • er geen verhoogd gezondheidsrisico (meer) is;
  • informeren niet (meer) noodzakelijk is; en
  • de handhaver, de toezichthouder, de melder of derden geen vragen (meer) hebben.
     

5.2 Stappenplan melding door houder badinrichting/beheerder

Het komt niet vaak voor dat een houder (beheerder/eigenaar) van een badinrichting of de eigenaar van een badwaterbassin direct contact opneemt met de GGD om door te geven dat het (zwem)badwater Legionella bevat.

Verzoek in dat geval de melder om contact op te nemen met de provincie als dat nog niet is gebeurd. Het stappenplan in paragraaf 5.1 kan worden doorlopen met de melder om eventuele vragen over gezondheidsrisico’s te beantwoorden. Verwijs naar de handhaver (provincie) bij vragen over de eisen waaraan het badwaterbassin moet voldoen.

6 Legionella in natte koeltorens

6.1 Wat zijn natte koeltorens?

Natte koeltorens worden gebruikt om bedrijfsprocessen in de industrie te koelen of ze zijn onderdeel van het klimaatbeheerssysteem van (kantoor)gebouwen. De definitie zoals opgenomen in Activiteitenbesluit luidt: “installatie gebruikt voor het, middels een open constructie, afvoeren van overtollige warmte uit productieprocessen en gebouwen door middel van het vernevelen van water”. Sinds 1 januari 2010 zijn eisen voor legionellapreventie bij het in werking hebben van een natte koeltoren opgenomen in de Activiteitenregeling, artikel 3.16a. In de nabije toekomst is het de bedoeling dat deze regels worden opgenomen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal Besluit activiteiten leefomgeving (Besluit activiteiten leefomgeving)). Voor meer informatie hierover, zie de bijlage ‘Legionellapreventie: regelgeving, beheersmethoden en monstername’.

In Nederland zijn enkele uitbraken en clusters bekend die veroorzaakt werden door een natte koeltoren, waaronder een uitbraak in Amsterdam in 2006 met 31 patiënten. Internationaal zijn meer uitbraken door natte koeltorens bekend (Walser et al., 2014). Mogelijk zijn tot 20% van alle patiënten geïnfecteerd door Legionella afkomstig van een natte koeltoren (Ricketts et al., 2012). Koeltorens zijn daarmee een van de belangrijkste bronnen voor legionellose. Het uitvoeren van legionellapreventie bij deze waterinstallaties is verplicht.
 

6.2 Norm en handhaver

In de Activiteitenregeling is geen norm of monsternamefrequentie opgenomen. Hierdoor is er geen meldplicht als het koelwater Legionella bevat. Wel is in de regeling de eis opgenomen dat het beheersplan moet worden uitgevoerd. Als in het beheersplan een norm en monsternamefrequentie wordt genoemd, dan moet dit worden opgevolgd. Ook wordt in Arbo Informatieblad (AI)-32 uit 2013 (inmiddels niet meer beschikbaar) geadviseerd contact op te nemen met de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) als >10.000 kve kolonievormende eenheden (kolonievormende eenheden)/L gedetecteerd wordt in natte koeltorens <600 meter van een woonomgeving. Verder dan 600 meter is de advieswaarde <100.000 kve/L.

Voor de meeste koeltorens is de gemeente de handhaver. Voor grotere industrieën is dat vaak de provincie. De uitvoering van het toezicht is uitbesteed aan de OD omgevingsdienst (omgevingsdienst) of de RUD Regionale Uitvoeringsdienst (Regionale Uitvoeringsdienst). Veelal zijn ook de handhavende taken uitbesteed. De OD/RUD is het aanspreekpunt voor GGD’en bij een verhoogd gezondheidsrisico of bij vragen over communicatie. De OD/RUD stemt waar nodig af met de handhaver (gemeente of provincie).

Sommige gemeenten kunnen via maatwerkvoorschriften een norm en een meldplicht hebben opgenomen. Het is mogelijk dat bij deze gemeenten via de OD/RUD een melding binnenkomt. Het is ook mogelijk dat de juridisch verantwoordelijke persoon van de koeltoren of beheerder zelf meldt dat er Legionella is aangetoond in het koelwater. Bijvoorbeeld omdat de advieswaarde zoals opgenomen in de AI-32 is overschreden.

Zie stroomschema 1 voor een samenvatting van de te nemen stappen.
 

6.3 Stappenplan melding natte koeltorens

Stap 1: Verzamel de benodigde gegevens en sla de melding op

Verzamel gegevens om te bepalen of er een verhoogd gezondheidsrisico is en of mensen moeten worden geïnformeerd.

Vraag aan de melder of de verhoogde concentratie ook is gemeld bij de OD of de RUD. De OD/RUD bepaalt of de genomen maatregelen om de legionellaconcentratie te verlagen voldoende zijn en of het legionellabeheersplan is geëvalueerd.

Zorg ervoor dat GGD-collega’s die brononderzoek uitvoeren na een melding van legionellose toegang hebben tot deze gegevens.

Stap 2: Controleer de gegevens

Controleer of in ieder geval de volgende gegevens in de melding staan:

  • adres;
  • soort Legionella;
  • indien L. pneumophila: serogroep en (indien bekend) sequence type (ST);
  • of de koeltoren geregistreerd staat voor eventueel toekomstig brononderzoek bij de Atlas Leefomgeving. NEE? Neem contact op met de OD/RUD. Voor natte koeltorens en andere mogelijke bronnen kan de GGD ook contact opnemen met Streeklab Haarlem (BEL).

Eventueel kan ook de concentratie Legionella worden nagevraagd.

Met deze gegevens kan bepaald worden of er een verhoogd gezondheidsrisico is en of mensen die blootgesteld zijn aan waterverneveling van koeltorens moeten worden geïnformeerd.

Stap 3: Vul de gegevens zo nodig aan

Neem contact op met de melder als de gegevens niet compleet zijn. Dit kan de OD zijn of de beheerder/eigenaar van de koeltoren.

Stap 4: Bepaal het gezondheidsrisico

Voor een toelichting, zie paragraaf 2.3.

Vraag 1: Staat het gemelde adres geregistreerd als bron of locatiecluster en was de laatste patiënt tot 2 jaar terug?

  • JA: Overleg met de arts IZB Infectieziektebestrijding (Infectieziektebestrijding) over de te nemen maatregelen (o.a. informeren mensen op locatie, zie stap 5). Neem contact op met de OD of RUD zodat deze toezichthouder, namens de handhaver (gemeente/provincie), de eigenaar kan wijzen op de te nemen maatregelen om verdere verspreiding te voorkomen.
  • NEE: Ga naar vraag 2.

Vraag 2: Is er een recent locatiecluster bij werknemers en bezoekers? Neem hiervoor zo nodig contact op met BEL of het RIVM in verband met mogelijke patiënten buiten de GGD-regio.

  • JA: Overleg met de arts IZB over welke meldingen te includeren en wat de te nemen maatregelen zijn (o.a. informeren mensen op locatie). Neem contact op met de OD/RUD om je er van te vergewissen dat de juiste desinfectiemaatregelen worden genomen en het legionellabeheer wordt aangepast. Voer zo nodig aanvullend bronopsporing uit (zie LCI-richtlijn Legionellose).
  • NEE: Ga naar vraag 3.

Vraag 3: Is er sprake van een verhoogd aantal patiënten in de omgeving (3-6 km kilometer (kilometer) van de koeltoren; zie paragraaf 2.3)?

  • JA: Overleg met arts IZB of aanvullend brononderzoek nodig is. Aanvullend brononderzoek kan bijvoorbeeld zijn:
    • contact opnemen met patiënt om nader vast te stellen of deze persoon ook aan waternevel op de positieve locatie is blootgesteld;
    • een verzoek om een positief watermonster te sturen naar Streeklab Haarlem om het ST te bepalen.
  • NEE: Geen verhoogd gezondheidsrisico.

Stap 5: Maak de afweging of informeren wel/niet nodig is

Vraag: Is informeren van (mogelijk) blootgestelde personen noodzakelijk?

JA, als:

  • er sprake is van een verhoogd gezondheidsrisico (zie stap 4): bepaal in dat geval in overleg met de arts IZB wie geïnformeerd moet worden;
  • als er vragen zijn van mensen op de locatie of van omwonenden nadat (onbedoeld) bekend is geworden dat er Legionella in het koelwater is aangetoond: de reden om te informeren is dan het wegnemen of voorkomen van onrust over de gezondheid.

Bovendien kan een eigenaar zelf besluiten om werknemers en/of omwonenden te informeren. Deze actie kan vermeld staan in het beheersplan of de eigenaar ziet het als zijn verantwoordelijkheid mensen op de hoogte te stellen.

Acties:

  • Als er een verhoogd gezondheidsrisico is: OD/RUD op de hoogte stellen. Mogelijk is een persbericht noodzakelijk om omwonenden en passanten te informeren.
  • Als de melder nog niet heeft geïnformeerd: adviseer om alleen te informeren als er een verhoogd gezondheidsrisico is of als de uitslag bekend is op de locatie en er vragen zijn.
  • Als de uitslag al bekend gemaakt is en er zijn vragen: geef de benodigde informatie of beantwoord de vragen (zie stap 6).

Zie ook stroomschema 2.

Stap 6: Geef informatie en beantwoord vragen

De GGD kan voor advies over het informeren van derden gebruik maken van hoofdstuk 3 en de bijlage met voorbeeldteksten.

Vragen over desinfectiemaatregelen, technische aanpassingen of preventieve maatregelen: verwijs door naar de OD/RUD.

Stel de OD/RUD op de hoogte als informatie wordt verstrekt over gezondheidsrisico’s of legionella(pneumonie).

Bij een directe melding: Laat de juridisch eigenaar van de natte koeltoren weten of er sprake is van een verhoogd gezondheidsrisico.

Stap 7: Sluit de melding af

De melding kan worden afgesloten als:

  • er geen verhoogd gezondheidsrisico (meer) is;
  • informeren niet (meer) noodzakelijk is; en
  • de toezichthouder, de melder of derden geen vragen (meer) hebben.

7 Legionella in afvalwaterzuiveringsinstallaties

7.1 Wat zijn afvalwaterzuiveringsinstallaties?

Met afvalwaterzuiveringsinstallaties (AWZI Afvalwaterzuiveringsinstallatie (Afvalwaterzuiveringsinstallatie)’s) worden industriële waterzuiveringsinstallaties (IWZI’s) en rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI Rioolwaterzuiveringsinstallatie (Rioolwaterzuiveringsinstallatie)’s) bedoeld. Deze installaties verwijderen deeltjes en organische stoffen uit proces- of rioolwater voordat het geloosd wordt op het oppervlaktewater. Daarnaast zijn er ook mest- of biomassavergisters voor de productie van biogas. Ook in deze installaties kan verneveling van legionella naar de omgeving plaatsvinden.

Het te zuiveren water (influent) kan door het bedrijfsproces een ideale temperatuur hebben voor legionellagroei. Het water kan ook tijdens het zuiveringsproces worden opgewarmd. Dit vindt plaats in biologische AWZI’s waar gebruik gemaakt wordt van specifieke zuiverende bacteriën. Deze bacteriën werken optimaal bij een temperatuur van 30-38 °C. Dit is ook de ideale groeitemperatuur voor Legionella. Bij voldoende voedingsstoffen voor legionellabacteriën kunnen zeer hoge concentraties in het water van de AWZI aanwezig zijn.

Onderdeel van het biologische zuiveringsproces is beluchting in een waterbassin (beluchtingstank). Bij beluchting komt er meestal waternevel vrij. Via dit bassin kunnen legionellabacteriën worden verspreid naar de omgeving en omwonenden besmetten. Deze besmettingsroute is in Nederland en in het buitenland meerdere keren beschreven (Bartels et al., 2019). Het water dat de AWZI verlaat, wordt het ‘effluent’ genoemd. Ook in dit effluent kunnen hoge concentraties Legionella worden aangetoond. Soms wordt dit effluent hergebruikt en verneveld, bijvoorbeeld voor schoonmaakwerkzaamheden. Via lozing op oppervlaktewater, en vervolgens verderop inname van dit water door natte koeltorens of andere vernevelende waterinstallaties, zijn in het buitenland meerdere uitbraken beschreven (Caicedo et al., 2019).

Meldingen van Legionella in oppervlaktewater door hoge concentraties Legionella in het geloosde effluent worden beschreven in hoofdstuk 9.
 

7.2 Norm en handhaver

Er zijn nog geen landelijke regels voor legionellapreventie bij AWZI’s. Naar verwachting komen er in 2024 eisen in het Besluit activiteit leefomgeving (Bal Besluit activiteiten leefomgeving (Besluit activiteiten leefomgeving)). Tot die tijd is het voor het bevoegd gezag mogelijk preventieve maatregelen op te leggen via algemene artikelen in de Wet milieubeheer (‘ongewoon voorval’).

Landelijk is er nog geen norm of een monsternamefrequentie. Hierdoor is er ook geen meldplicht. Het bevoegd gezag, gemeente of provincie, kan wel voor een specifieke AWZI een monsternameverplichting en een meldplicht hebben opgelegd. De OD omgevingsdienst (omgevingsdienst)/RUD Regionale Uitvoeringsdienst (Regionale Uitvoeringsdienst) is hiervoor de toezichthouder en meestal ook de handhaver namens het bevoegd gezag.

In de ‘Handreiking legionellapreventie in biologische afvalwaterzuiveringsinstallaties’ wordt geadviseerd de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) te informeren als legionella in het afvalwater wordt gedetecteerd. De detectiegrens voor te zuiveren afvalwater ligt veelal boven de 100.000 kve kolonievormende eenheden (kolonievormende eenheden)/L. Het is dus mogelijk dat er een directe melding binnenkomt door een vertegenwoordiger van een bedrijf met een AWZI. Deze meldingen kunnen worden gebruikt om te bepalen of de AWZI een mogelijke bron is voor patiënten in de nabije omgeving. Ook geven deze meldingen inzicht in het aantal positieve AWZI’s en eventuele gezondheidsrisico’s. Vanaf een positief monster >1.000.000 kve/L wordt in de ‘Handreiking’ aan de eigenaar van de AWZI geadviseerd om te melden bij de OD/RUD. De OD/RUD zal veelal contact opnemen met de GGD om het gezondheidsrisico te bepalen. De handreiking is bedoeld om zowel de eigenaar als de handhaver handvatten te geven voor legionellapreventie bij AWZI’s. Daarnaast zal de handreiking als uitgangspunt gaan dienen voor toekomstige regelgeving.

De GGD heeft net als bij natte koeltorens de taak om het gezondheidsrisico te bepalen en indien nodig te adviseren over communicatie. De GGD hoeft niet te adviseren over te nemen preventieve maatregelen. Dit is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de AWZI en de OD/RUD.
 

7.3 Stappenplan melding AWZI

Zie stroomschema 1 voor een samenvatting van de te nemen stappen.

Stap 1: Verzamel de benodigde gegevens en sla de melding op

Verzamel gegevens om te bepalen of er een verhoogd gezondheidsrisico is en of mensen op het bedrijventerrein en/of in de omgeving moeten worden geïnformeerd.

De melding kan zowel komen van de AWZI-eigenaar als van de OD/RUD. Bij een melding >1.000.000 kve/L of als er een verhoogd gezondheidsrisico is: altijd afstemmen met de OD/RUD.

Zorg ervoor dat GGD-collega’s die brononderzoek uitvoeren na een melding van legionellose toegang hebben tot deze gegevens.

Wees bij een dergelijke melding ook alert op legionellosepatiënten in de omgeving. Deze bron kan dan als achtergrondinformatie ook meegenomen worden bij de anamnese naar mogelijke bronnen.

Stap 2: Controleer de gegevens

Controleer of in ieder geval de volgende gegevens in de melding staan:

  • adres locatie AWZI (let op: locatie waar de AWZI staat, kan soms verschillen van het bedrijfsadres);
  • soort Legionella;
  • indien L. pneumophila: serogroep en (indien bekend) sequence type (ST).

Eventueel kan ook de concentratie Legionella worden nagevraagd.

Bij detectie van L. pneumophila: verzoek de AWZI om het monster in te sturen naar Streeklab Haarlem/BEL voor nadere typering (SBT). Let wel: de kosten voor de typering zijn voor het bedrijf. De reden voor het verzoek is tweeledig. Ten eerste kan hiermee worden bepaald of het een bekende pathogene stam is. En ten tweede is bij eventuele toekomstige patiënten een snelle link mogelijk.

Met de verzamelde gegevens kan bepaald worden of er een verhoogd gezondheidsrisico is en of mensen die blootgesteld zijn aan waterverneveling van een AWZI moeten worden geïnformeerd.

Stap 3: Vul de gegevens zo nodig aan

Neem contact op met de melder als de gegevens niet compleet zijn. Dit kan de OD/RUD zijn of de beheerder/eigenaar van de AWZI.

Stap 4: Bepaal het gezondheidsrisico

Voor een toelichting, zie paragraaf 2.3.

Vraag 1: Staat het gemelde adres geregistreerd als bron of locatiecluster en was de laatste patiënt tot 2 jaar terug?

  • JA: Overleg met de arts IZB Infectieziektebestrijding (Infectieziektebestrijding) over de te nemen maatregelen (o.a. informeren mensen op locatie, zie stap 5). Neem contact op met de OD of RUD zodat deze toezichthouder, namens de handhaver (gemeente/provincie), de eigenaar kan wijzen op de te nemen maatregelen om verdere verspreiding te voorkomen.
  • NEE: Ga naar vraag 2.

Vraag 2: Is er een recent locatiecluster bij werknemers en bezoekers? Neem hiervoor contact op met BEL of RIVM in verband met mogelijke patiënten buiten de GGD-regio.

  • JA: Overleg met de arts IZB over welke meldingen te includeren en wat de te nemen maatregelen zijn (o.a. informeren mensen op locatie). Neem contact op met de OD/RUD om je er van te vergewissen dat de juiste desinfectiemaatregelen worden genomen en het legionellabeheer wordt aangepast. Voer zo nodig aanvullend bronopsporing uit (zie LCI-richtlijn Legionellose).
  • NEE: Ga naar vraag 3.

Vraag 3: Is er sprake van een verhoogd aantal patiënten in de omgeving (3-6 km kilometer (kilometer) van de AWZI; zie paragraaf 2.3)?

  • JA: Overleg met arts IZB of aanvullend brononderzoek nodig is. Aanvullend brononderzoek kan bijvoorbeeld zijn:
    • contact opnemen met patiënt om nader vast te stellen of deze persoon ook aan waternevel op de positieve locatie is blootgesteld;
    • een verzoek om een positief watermonster te sturen naar Streeklab Haarlem om het ST te bepalen
  • NEE: Geen verhoogd gezondheidsrisico.

Overleg bij twijfel met de RIVM-LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding) en BEL.

Stap 5: Maak de afweging of informeren wel/niet nodig is

Vraag: Is informeren van (mogelijk) blootgestelde personen noodzakelijk?

JA, als:

  • er sprake is van een verhoogd gezondheidsrisico (zie stap 4): bepaal in dat geval in overleg met de arts IZB wie geïnformeerd moet worden;
  • als er vragen zijn van mensen op de locatie of van omwonenden nadat (onbedoeld) bekend is geworden dat er Legionella in het water is aangetoond: de reden om te informeren is dan het wegnemen of voorkomen van onrust over de gezondheid.

Bovendien kan een eigenaar zelf besluiten om werknemers en/of omwonenden te informeren. Deze actie kan vermeld staan in het beheersplan of de eigenaar ziet het als zijn verantwoordelijkheid mensen op de hoogte te stellen.

Acties:

  • Als er een verhoogd gezondheidsrisico is: OD/RUD op de hoogte stellen. Mogelijk is een persbericht noodzakelijk om omwonenden en passanten te informeren.
  • Als de melder nog niet heeft geïnformeerd: adviseer om alleen te informeren als er een verhoogd gezondheidsrisico is of als de uitslag bekend is op de locatie en er vragen zijn.
  • Als de uitslag al bekend gemaakt is en er zijn vragen: geef de benodigde informatie of beantwoord de vragen (zie stap 6).

Zie ook stroomschema 2.

Stap 6: Geef informatie en beantwoord vragen

De GGD kan voor advies over het informeren van derden gebruik maken van hoofdstuk 3 en de bijlage met voorbeeldteksten.

Bij vragen over desinfectiemaatregelen, technische aanpassingen of preventieve maatregelen: verwijs door naar de OD/RUD.

Stel de OD/RUD op de hoogte als informatie wordt verstrekt over gezondheidsrisico’s of legionella(pneumonie).

Bij een directe melding: laat de juridisch eigenaar van de AWZI weten of er sprake is van een verhoogd gezondheidsrisico.

Stap 7: Sluit de melding af

De melding kan worden afgesloten als:

  • er geen verhoogd gezondheidsrisico (meer) is;
  • informeren niet (meer) noodzakelijk is; en
  • de toezichthouder, de melder of derden geen vragen (meer) hebben.

8 Legionella in mistsystemen, luchtbevochtigers, fonteinen en andere vernevelende waterinstallaties

In de bijlage ‘Indeling van waterinstallaties naar de mate van risico op legionelloseis vastgesteld dat legionellapreventie zinvol is bij vernevelende waterinstallaties zoals tijdelijke douche-units op evenementen, bubbelbaden op hotelkamers, fonteinen in (half)overdekte ruimtes, tandheelkundige units, vernevelende waterinstallaties op passagiersschepen en mistsystemen in gebouwen. Voor deze waterinstallaties bestaat echter geen landelijke regelgeving voor legionellapreventie en er ontbreekt een meldplicht voor positieve watermonsters.

Het is wel mogelijk dat door de gemeente eisen worden gesteld, dat er richtlijnen door een branche zijn opgesteld (bijvoorbeeld tandartsen en evenementlocaties), of dat in een Arbocatalogus maatregelen voor legionellapreventie zijn opgenomen.

Onderstaand stappenplan kan worden doorlopen als een melding binnenkomt van Legionella in een risicovolle waterinstallatie niet vallend onder landelijke regelgeving voor legionellapreventie. Dit betreft ook waterinstallaties die onder Arbobesluit 4.87b vallen.

Voor onder meer luchtbevochtigingsinstallaties in kantoorgebouwen geldt de norm <100 kve kolonievormende eenheden (kolonievormende eenheden)/L. Positieve monsters kunnen echter niet gemeld worden bij de handhaver (Inspectie SZW Sociale zaken en werkgelegenheid (Sociale zaken en werkgelegenheid); zie tabel 1). Bedrijven kunnen daarom contact opnemen met de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) voor advies.

Dit hoofdstuk is niet van toepassing voor meldingen van Legionella in oppervlaktewater zoals in vijvers of rivieren, ook niet als dit water wordt verneveld door bijvoorbeeld een fonteininstallatie. Zie hiervoor hoofdstuk 9.
 

8.1 Luchtbevochtigingsapparaten en mistsystemen

Met luchtbevochtigingsinstallaties en mistsystemen worden alle waterinstallaties bedoeld die een hele fijne waternevel produceren. Deze nevel kan worden gebruikt voor het bevochtigen of koelen van lucht of als decoratie. Voorbeelden zijn luchtbevochtigingsinstallaties als onderdeel van het klimaatbeheer in een gebouw, mobiele luchtbevochtigers in een ruimte, mistsystemen voor luchtbevochtiging van groente en fruit in de supermarkt, luchtkoeling bij terrassen en luchtkoeling bij bedrijfsprocessen. De vorming van de zeer fijne nevel of mist kan worden verkregen door onder meer ultrasoontechnieken of sproeiers onder hoge druk.

Vooral luchtbevochtiging in een overdekte omgeving vormt een verhoogd risico. Dit betreft verneveling in een gebouw, maar ook een terrasvernevelaar onder een luifel. Door de overdekking blijft de lucht vochtig waardoor legionellabacteriën langer in de lucht kunnen overleven en de kans op blootstelling van werknemers, passanten en/of bezoekers toeneemt. Deze situaties leiden tot een verhoogd gezondheidsrisico als er geen maatregelen worden genomen om verhoogde legionellaconcentratie te voorkomen. Ter bevordering van de technische hygiënezorg is waar nodig preventie-advies noodzakelijk.

Zie paragraaf 8.4 voor de te nemen stappen bij een positief watermonster.
 

8.2 Fonteinen en andere sproei-installaties

In fonteinen en sproei-installaties waar door gebruik van druk leidingwater wordt verneveld, kunnen (door de druk) aerosolen worden gevormd. Fonteinen of kunstwerken waarbij gebruik gemaakt wordt van druppelen of naar beneden vallend water, produceren veel minder aerosolen en vallen buiten de risicocategorie. Onder de risicocategorie vallen wel sproeiwerkzaamheden bij stofbeheersing (bouwwerkzaamheden) en ‘spray park’-installaties (‘bedriegertjes’). Ook bedrijfsprocessen waar (proces)water onder druk wordt veneveld (bijvoorbeeld autowasserij) vallen in deze categorie.

Er is sprake van verhoogd risico bij waterinstallaties die gebruikmaken van leidingwater en waar de verneveling (ook) in een overdekte omgeving (tent, gebouw, luifel, afdak) plaatsvindt. Volgens de huidige inzichten is voor fonteinen op het stadsplein in de buitenlucht legionellapreventie, waaronder het nemen van watermonsters, niet noodzakelijk.

Zie paragraaf 8.4 voor de te nemen stappen bij een positief watermonster.
 

8.3 Overige vernevelende waterinstallaties

Voor alle overige vernevelende installaties met leiding- of proceswater waar Legionella is aangetoond, kan het stappenplan in paragraaf 8.4 worden gebruikt.

Voorbeelden zijn:

  • een bubbelbad niet vallend onder regelgeving (bijvoorbeeld in hotelkamer);
  • tandheelkundige en mondhygiënische apparatuur (bijvoorbeeld gebitsreiniging door watersproeier);
  • medische apparatuur (bijvoorbeeld apneu-apparatuur).
     

8.4 Stappenplan melding overige vernevelende waterinstallaties

Voor de meeste ‘overige waterinstallaties’ ontbreken regelgeving en richtlijnen met eisen of normen voor legionellapreventie. Voor sommige waterinstallaties zijn er wel eisen of normen, maar is het melden van positieve watermonsters bij de handhaver niet mogelijk. Op basis van het Besluit publieke gezondheid dient de GGD de juridisch eindverantwoordelijke te adviseren over het uitvoeren van legionellapreventie bij de vernevelende waterinstallatie (bevorderen technische hygiënezorg; artikel 2, lid 4).

Stap 1: Verzamel de benodigde gegevens en sla de melding op

De volgende gegevens zijn in ieder geval nodig:

  • adres;
  • soort Legionella;
  • indien L. pneumophila: serogroep en (indien bekend) sequence type (ST).
  • Is een legionellabeheersplan aanwezig en wordt dit uitgevoerd?
  • Worden of zijn er maatregelen genomen om de concentratie te verlagen (reiniging en desinfectie)?
  • Wordt het legionellabeheer geëvalueerd en zo nodig aangepast?
  • Is er behoefte aan informatie over het gezondheidsrisico of zijn er vragen over legionella(pneumonie)?

Met deze gegevens kan bepaald worden of er een verhoogd gezondheidsrisico is (eerder bron, patiënt op locatie geweest) en of mensen die mogelijk blootgesteld zijn aan het vernevelende water moeten worden geïnformeerd. Ook kan worden bepaald of maatregelen worden genomen om de legionellaconcentratie te verlagen en het legionellabeheer te evalueren.

Zorg ervoor dat GGD-collega’s die brononderzoek uitvoeren na een melding van legionellose toegang hebben tot deze gegevens.

Stap 2: Bepaal het gezondheidsrisico

Voor een toelichting, zie paragraaf 2.3.

Vraag 1: Staat het gemelde adres geregistreerd als bron of locatiecluster en was de laatste patiënt tot 2 jaar terug?

  • JA: Overleg met de arts IZB Infectieziektebestrijding (Infectieziektebestrijding) over de te nemen maatregelen (o.a. informeren mensen op locatie, zie stap 3).
    Advies: stel het bevoegd gezag op de hoogte. Meestal is dit de burgemeester/gemeente (handhaving via Wpg Wet Publieke Gezondheid (Wet Publieke Gezondheid)). Voor sommige waterinstallaties kan bij een gezondheidsrisico ook met andere handhavers contact opgenomen worden. Bijvoorbeeld: bij risico werknemers met Inspectie SZW, schepen met ILT Inspectie Leefomgeving en Transport (Inspectie Leefomgeving en Transport)/Scheepvaart, tandarts-units met IGJ Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd), etc. Zie voor een overzicht hoofdstuk 3 van
    de bijlage ‘Legionellapreventie: regelgeving, beheersmethoden en monstername. Bepaal of er richtlijnen of voorschriften zijn waar de juridisch verantwoordelijke persoon op gewezen kan worden.
    Als er geen richtlijn beschikbaar is: adviseer de installatie te reinigen en te desinfecteren en om het legionellabeheer aan te passen. Als de verantwoordelijke persoon niet (voldoende) wil meewerken: adviseer het bevoegd gezag om de verneveling stop te zetten totdat de noodzakelijke maatregelen zijn genomen.
  • NEE: Ga naar vraag 2.

Vraag 2: Zijn er recent een of meerdere patiënten geregistreerd die (mogelijk) blootgesteld zijn aan de waternevel van de gemelde installatie?

  • JA: Overleg met arts IZB of aanvullend brononderzoek nodig is. Aanvullend brononderzoek kan bijvoorbeeld zijn:
    • contact opnemen met patiënt om nader vast te stellen of deze persoon ook aan waternevel op de positieve locatie is blootgesteld;
    • een verzoek om een positief watermonster te sturen naar Streeklab Haarlem om het ST te bepalen (alleen als isolaat van patiënt beschikbaar is).
  • NEE: Geen verhoogd gezondheidsrisico.

Als er geen verhoogd gezondheidsrisico is en er zijn geen eisen of voorschriften, dan kan de juridisch verantwoordelijke persoon alleen geadviseerd worden legionellapreventie uit te voeren. Eventueel kan wel in overleg met het bevoegd gezag een dringend advies gegeven worden of kunnen eisen worden opgenomen in de APV.

Stap 3: Maak de afweging of informeren wel/niet nodig is

Vraag: Is informeren van (mogelijk) blootgestelde personen noodzakelijk?

JA, als:

  • er sprake is van een verhoogd gezondheidsrisico (zie stap 2): bepaal in dat geval in overleg met de arts IZB wie geïnformeerd moet worden;
  • als er vragen zijn van mensen op de locatie nadat (onbedoeld) bekend is geworden dat er Legionella in het water is aangetoond: de reden om te informeren is dan het wegnemen of voorkomen van onrust over de gezondheid.

Bovendien kan een eigenaar zelf besluiten om mensen op de locatie te informeren. Deze actie kan vermeld staan in het beheersplan of de eigenaar ziet het als zijn verantwoordelijkheid mensen op de hoogte te stellen.

Acties:

  • Als er een verhoogd gezondheidsrisico is: stel het bevoegd gezag op de hoogte. Bepaal wie er moet worden geïnformeerd.
  • Als de melder nog niet heeft geïnformeerd: adviseer om alleen te informeren als er een verhoogd gezondheidsrisico is of als de uitslag bekend is op de locatie en er vragen zijn.
  • Als de uitslag al bekend gemaakt is en er zijn vragen: geef de benodigde informatie of beantwoord de vragen.

Zie ook stroomschema 2.

Stap 4: Geef informatie en beantwoord vragen

Voor het beantwoorden van vragen of het geven van informatie kan gebruik gemaakt worden van hoofdstuk 3 en de bijlage met voorbeeldteksten.

Vragen over desinfectiemaatregelen, technische aanpassingen of preventieve maatregelen kunnen worden beantwoord indien kennis aanwezig is. Hiervoor kan hoofdstuk 4 van de bijlage Legionellapreventie: regelgeving, beheersmethoden en monsternameworden gebruikt. Mocht de kennis onvoldoende zijn, dan kan een andere GGD of het RIVM-LCHV Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid) om advies worden gevraagd. De melder kan ook geadviseerd worden een adviesbureau in te schakelen.

Stel het bevoegd gezag (meestal gemeente) op de hoogte als informatie wordt verstrekt over gezondheidsrisico’s of legionella(pneumonie).

Stap 5: Sluit de melding af

De melding kan worden afgesloten als:

  • er geen verhoogd gezondheidsrisico (meer) is,
  • informeren niet (meer) noodzakelijk is, en
  • het bevoegd gezag, de melder of derden geen vragen (meer) hebben.

9 Legionella in oppervlaktewater (vijvers, rivieren, kanalen)

Oppervlaktewater is water in onder meer vijvers, sloten, meren, rivieren en kanalen. Dit oppervlaktewater kan worden verneveld doordat een fontein is geplaatst of omdat het water wordt gebruikt voor vernevelende bedrijfsprocessen. Voorbeelden van vernevelende bedrijfsprocessen zijn inname van rivierwater voor grote industriële koeltorens en irrigatie-installaties voor landbouw.

Normaal gesproken zal de concentratie Legionella in oppervlaktewater laag zijn omdat de groeitemperatuur meestal niet gunstig is en er voldoende competitie is van andere micro-organismen. Het vernevelen van oppervlaktewater, door bijvoorbeeld een fontein in een stadsvijver, zorgt daardoor niet voor een verhoogd risico op legionellose. Elke vorm van verneveling blijft echter een potentiële bron en dient te worden meegenomen in de bronopsporing. Dus ook de fontein in de stadsvijver.

Er kunnen (tijdelijk) zeer hoge concentraties Legionella aanwezig zijn in het oppervlaktewater door lozing van riool- of proceswater. Uit casuïstiek in Nederland en het buitenland blijkt dat AWZI Afvalwaterzuiveringsinstallatie (Afvalwaterzuiveringsinstallatie)’s hoge concentraties ziekmakende Legionella op het oppervlaktewater kunnen lozen (Bartels et al., 2019). Dit oppervlaktewater kan bijvoorbeeld stroomafwaarts ingenomen worden voor koelwater. De koeltoren kan vervolgens Legionella meerdere kilometers verspreiden (Nguyen et al., 2006).
 

9.1 Normen en preventieve maatregelen

Er zijn geen normen en eisen voor Legionella in oppervlaktewater. Indien Legionella wordt aangetoond, kan het bevoegd gezag (waterschap, provincie of gemeente) maatregelen opleggen zoals stoppen van bedrijfsprocessen. Preventie van legionellagroei in oppervlaktewater is meestal niet mogelijk. De preventieve maatregelen schaden namelijk ook andere (micro-)organismen in het water.

Preventie is daarom gericht op zo min mogelijk Legionella lozen op het oppervlaktewater. Als uit analyse van effluent- of lozingsmonsters blijkt dat er Legionella wordt geloosd, dan dient direct actie te worden ondernomen om dit te voorkomen. Bij hoge concentraties kan het nodig zijn bedrijven die benedenstrooms het oppervlaktewater innemen voor koelwater te informeren, zodat ook zij aanvullende maatregelen kunnen nemen, bijvoorbeeld extra biocidetoevoeging.
 

9.2 Stappenplan melding in oppervlaktewater

Indien er een melding is van Legionella in oppervlaktewater, bijvoorbeeld bij het lozingspunt van een AWZI, dan kunnen de volgende stappen worden gevolgd.

Stap 1: Verzamel de benodigde gegevens en sla deze gegevens op

De volgende gegevens zijn in ieder geval nodig:

  • de exacte locatie waar Legionella is aangetroffen (bijvoorbeeld lozingspunt AWZI);
  • soort Legionella;
  • indien L. pneumophila: serogroep en (indien bekend) sequence type (ST);
  • optioneel: de aangetoonde concentratie Legionella.
  • Zijn er bedrijven die tot ca. 12 km kilometer (kilometer) benedenstrooms van het lozingspunt het oppervlaktewater innemen en dit water vernevelen in bijvoorbeeld koeltorens of via irrigatie (Olsen et al., 2010)? Dit kan worden nagevraagd bij OD omgevingsdienst (omgevingsdienst) of het Waterschap.
  • Worden of zijn er maatregelen genomen om de concentratie te verlagen (bijvoorbeeld nieuw filter bij AWZI)?
  • Is er behoefte aan informatie over het gezondheidsrisico of zijn er vragen over legionella(pneumonie)?

Met deze gegevens kan bepaald worden of er een verhoogd gezondheidsrisico is (eerder bron? patiënt op locatie geweest?) en of mensen die mogelijk blootgesteld zijn aan het vernevelende water moeten worden geïnformeerd.

Zorg ervoor dat degenen die brononderzoek uitvoeren toegang hebben tot deze gegevens.

Stap 2: Bepaal het gezondheidsrisico

Voor een toelichting, zie paragraaf 2.3.

Vraag 1: Staat het gemelde adres geregistreerd als bron of locatiecluster en was de laatste patiënt tot 2 jaar terug? Neem hiervoor zo nodig contact op met BEL of RIVM in verband met mogelijke patiënten buiten de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-regio.

  • JA: Overleg met de arts IZB Infectieziektebestrijding (Infectieziektebestrijding) over de te nemen maatregelen (o.a. informeren mensen op locatie, zie stap 3).
    Advies: stel het bevoegd gezag op de hoogte. Meestal is dit het waterschap of de gemeente. Probeer samen met het bevoegd gezag te achterhalen waardoor de verhoogde concentratie wordt veroorzaakt (effluent AWZI?). Het bevoegd gezag kan vervolgens maatregelen opleggen om verdere lozing van het water met Legionella te voorkomen. Ook kan het bevoegd gezag bedrijven benedenstrooms informeren.
  • NEE: Ga naar vraag 2.

Vraag 2: Zijn er recent een of meerdere patiënten geregistreerd die (mogelijk) blootgesteld zijn aan de waternevel van de gemelde installatie?

  • JA: Overleg met arts IZB of aanvullend brononderzoek nodig is. Het is niet altijd mogelijk een compleet overzicht te krijgen van alle waterinstallaties die stroomafwaarts oppervlaktewater vernevelen. Dit kan ook erg arbeidsintensief zijn. Per situatie dient daarom te worden beoordeeld of aanvullend brononderzoek noodzakelijk is (bijvoorbeeld op basis van een ongewoon aantal patiënten de afgelopen 2 jaar tot 12 km stroomafwaarts). Aanvullend brononderzoek kan bijvoorbeeld zijn:
    • contact opnemen met patiënt om nader vast te stellen of deze persoon ook aan waternevel op de positieve locatie is blootgesteld;
    • een verzoek om een positief watermonster te sturen naar Streeklab Haarlem om het ST te bepalen (alleen als isolaat van patiënt beschikbaar is).
  • NEE: Geen verhoogd gezondheidsrisico.

Stap 3: Maak de afweging of informeren wel/niet nodig is

Vraag: Is informeren van (mogelijk) blootgestelde personen noodzakelijk?

JA, als:

  • er sprake is van een verhoogd gezondheidsrisico (zie stap 2): bepaal in dat geval in overleg met de arts IZB wie geïnformeerd moet worden;
  • als er vragen zijn van mensen in de omgeving nadat (onbedoeld) bekend is geworden dat er Legionella in het water is aangetoond: de reden om te informeren is dan het wegnemen of voorkomen van onrust over de gezondheid.

Stap 4: Geef informatie en beantwoord vragen

De GGD kan voor advies over het informeren van derden gebruik maken van hoofdstuk 3 en de bijlage met voorbeeldteksten. Overleg met het bevoegd gezag of informatie naar omwonenden moet worden verstrekt.

Voor overschrijdingen die worden veroorzaakt door het lozen van effluent of proceswater kan verwezen worden naar OD/RUD Regionale Uitvoeringsdienst (Regionale Uitvoeringsdienst).

Voor overige verneveling van oppervlaktewater, bijvoorbeeld een fontein in een stadsvijver, kan zo nodig verwezen worden naar de gemeente (bevoegd gezag).

Monstername van oppervlaktewater is alleen nuttig als een verhoogde concentratie verwacht wordt door lozing van effluent met Legionella.

Monstername dient te worden afgeraden voor alle overige situaties zoals stadsvijvers met fonteinen. Beheersen van legionellagroei is niet mogelijk in oppervlaktewater en de kans op legionellose door een fontein in oppervlaktewater is zeer klein.

Mocht aanvullend advies nodig zijn, dan kan contact opgenomen worden met het RIVM-LCHV Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid).

Stap 5: Sluit de melding af

De melding kan worden afgesloten als:

  • er geen verhoogd gezondheidsrisico (meer) is,
  • informeren niet (meer) noodzakelijk is, en
  • het bevoegd gezag, de melder of derden geen vragen (meer) hebben.

Begrippenlijst

APV

Algemene plaatselijke verordening. Gemeentelijke regelgeving op het gebied van openbare orde en veiligheid. Elke gemeente heeft een eigen APV. Uit de regels van de APV blijkt vaak dat ergens een vergunning voor nodig is.

AWZI Afvalwaterzuiveringsinstallatie (Afvalwaterzuiveringsinstallatie)

Afvalwaterzuiveringsinstallatie. Een installatie die afvalwater zuivert door middel van mechanische, biologische en/of chemische processen. Dit kunnen industriële waterzuiveringsinstallaties (IWZI) of rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI Rioolwaterzuiveringsinstallatie (Rioolwaterzuiveringsinstallatie)) zijn.

BEL

BemonsteringsEenheid Legionellapneumonie. Nationaal referentielaboratorium voor legionella gevestigd bij Streeklab Haarlem. Op verzoek van GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en voert BEL bemonsteringen uit bij potentiële bronnen.

Bpg

Besluit publieke gezondheid

Biofilm

Een laag micro-organismen omgeven door zelfgeproduceerd slijm. Biofilm is vastgehecht aan een oppervlak of drijft op een wateroppervlak. Legionellabacteriën vermeerderen zich in bepaalde eencellige organismen, protozoa genaamd, die in de biofilm leven.

Bouwbesluit

Het Bouwbesluit is een verzameling bouwtechnische voorschriften waaraan alle bouwwerken in Nederland, zoals woningen, kantoren, winkels, ziekenhuizen etc. minimaal moeten voldoen. Verbouwingen vallen ook onder het Bouwbesluit.

Brononderzoek/bronopsporing

Onderzoek om te achterhalen aan welke mogelijke bronnen de patiënt is blootgesteld; o.a. via de vragenlijst.

Bronbemonstering

Zoeken naar de mogelijke bron door te bemonsteren van mogelijke bronnen en analyseren van deze.

Cluster

Ongewoon aantal patiënten binnen een bepaalde tijd en/of regio.

ILT Inspectie Leefomgeving en Transport (Inspectie Leefomgeving en Transport)

Inspectie Leefomgeving en Transport. Handhaver voor onder meer leidingwaterinstallaties.

IZB Infectieziektebestrijding (Infectieziektebestrijding)

Infectieziektebestrijding. Afdeling binnen de GGD.

Kve/L

Kolonievormende eenheden per liter. Door uitgroei van legionellabacteriën op een voedingsbodem ontstaan melkwitachtige ‘stipjes’. Dit zijn koloniën van legionellabacteriën. Door deze ‘stipjes’ te tellen en terug te rekenen hoeveel van het watermonster is aangebracht op de voedingsbodem kan het kve kolonievormende eenheden (kolonievormende eenheden)/L worden bepaald. 

Maatwerkvoorschriften

Het bevoegd gezag kan voorschriften stellen als eisen onvoldoende zijn op gebied van milieuregelgeving (Activiteitenbesluit en -regeling). Dit voorschrift wordt per situatie of installatie opgesteld (maatwerk). Maatwerkvoorschriften zijn op te stellen voor natte koeltorens en AWZI’s.

LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding)

Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding. Een centrum van het RIVM waar ondersteuning wordt verleend aan GGD’en bij het uitvoeren van taken op gebied van infectieziektebestrijding en -preventie.

NEN1006

Normen voor het aanleggen, onderhouden en gebruiken van leidingwaterinstallaties. In het Bouwbesluit is opgenomen dat aan deze normen moet worden voldaan.

Locatiecluster

Twee patiënten in twee jaar tijd op dezelfde locatie.

OD omgevingsdienst (omgevingsdienst)/RUD Regionale Uitvoeringsdienst (Regionale Uitvoeringsdienst)

Omgevingsdienst/Regionale uitvoeringsdienst. Toezichthouder namens gemeente en provincie op gebied van milieuregelgeving (Wet milieubeheer en onderliggende Activiteitenbesluit en -regeling). Voor de meeste regio’s worden deze taken uitgevoerd door de Omgevingsdienst maar soms worden dit Regionale uitvoeringsdiensten genoemd. Sommige omgevingsdiensten houden ook namens de provincie toezicht op de naleving van eisen voor badinrichtingen (Besluit hygiëne en veiligheid van zwemgelegenheden en badinrichtingen).

Osiris

Online Systeem voor Infectieziekten Registratie binnen ISIS Infectious Disease Surveillance Information System for Antibiotic Resistance (Infectious Disease Surveillance Information System for Antibiotic Resistance) is een systeem waarmee op een veilige manier, door middel van vragenlijsten, gegevens kunnen worden verzameld en geregistreerd.

Prioritaire instellingen

Locaties genoemd in hoofdstuk 4, artikel 35, van het Drinkwaterbesluit waarvoor het uitvoeren van de maatregelen die genoemd worden in dat hoofdstuk verplicht zijn. Voorbeelden van prioritaire instellingen zijn: ziekenhuizen, verpleeghuizen, hotels, vakantieparken en zwembaden.

(q)PCR polymerase chain reaction (polymerase chain reaction)

(Quantitative) polymerase chain reaction. Laboratoriumtechniek om stukjes DNA deoxyribonucleic acid (deoxyribonucleic acid) te vermeerderen zodat het mogelijk is specifieke DNA-delen aan te tonen in een watermonster.

Recente melding (patiënt)

Periode te bepalen door arts IZB of andere eindverantwoordelijke binnen de organisatie. Als uitgangspunt kan een half jaar worden aangehouden.

RUD

Zie OD/RUD.

ST/ SBT

Sequence (based) type. Manier om op DNA-niveau een onderscheid te maken binnen één bacteriesoort naar genotypisch profiel (ST-type). Deze techniek is inmiddels opgevolgd door een techniek met een nog hoger onderscheidend vermogen (WGS whole genome sequencing (whole genome sequencing): whole genome sequencing; of NGS Next Generation Sequencing (Next Generation Sequencing): next generation sequencing). Via deze techniek kan nog steeds het ST-type worden bepaald. Naar verwachting zal het gebruik van het ST-type de komende jaren vervangen worden door deze nieuwe typeringstechnieken.

Wpg Wet Publieke Gezondheid (Wet Publieke Gezondheid)

Wet publieke gezondheid

Literatuur

  • Abu Khweek A, Amer AO (2018). Factors mediating environmental biofilm formation by Legionella pneumophila. Front Cell Infect Microbiol 8:38.
  • Anoniem (2017). Water - Telling van Legionella. NEN Nederlandse norm (Nederlandse norm)-EN-ISO International Organization of Standardization (International Organization of Standardization) 11731:2017.
  • Bartels AA, van Leerdam RC, Lodder W, Vermeulen LC Liquid chromatography (Liquid chromatography), van den Berg HHJL (2019). Inventarisatie van legionellarisico’s bij afvalwaterzuiveringsinstallaties. RIVM-briefrapport 2019-0061.
  • Bartels AA, Schalk JAC, Brandsema PS, Ruijs WLM (2014). Legionellapreventie bij scholen, kantoren en andere niet-prioritaire locaties niet nodig – interpretatie zorgplicht Drinkwaterwet. H2O online.
  • Caicedo C, Rosenwinkel KH, Exner M, Verstraete W, Suchenwirth R, Hartemann P, Nogueira (2019). Legionella occurrence in municipal and industrial wastewater treatment plants and risks of reclaimed wastewater reuse: Review. Water Res 149: 21-34.
  • ECDC European Centre for Disease Prevention and Control (European Centre for Disease Prevention and Control) (2017). European technical guidelines for the prevention, control and investigation of infections caused by Legionella species.
  • National Academies of Sciences, Engineering, and Medicine (2019). Management of Legionella in water systems. Washington, DC: The National Academies Press.
  • Nguyen TM, Ilef D, Jarraud S, Rouil L, Campese C, Che D, Haeghebaert S, Ganiayre F, Marcel F, Etienne J, Desenclos JC (2006). A community-wide outbreak of legionnaires disease linked to industrial cooling towers--how far can contaminated aerosols spread? J Infect Dis 193:102-111.
  • Olsen JS Joint Strike Fighter (Joint Strike Fighter), Aarskaug T, Thrane I, Pourcel C, Ask E, Johansen G, Waagen V, Blatny JM Joint meeting (Joint meeting) (2010). Alternative routes for dissemination of Legionella pneumophila causing three outbreaks in Norway. Environ Sci Technol 44:8712-8717.
  • Ricketts KD, Joseph CA, Lee JV, Wilkinson P (2012). Wet cooling systems as a source of sporadic Legionnaires' disease: a geographical analysis of data for England and Wales, 1996-2006. J Epidemiol Community Health 66(7):618-23.
  • Vermeulen LC, Brandsema PS, van de Kasteele J, Bom BCJ, van den Berg HHJL, de Roda Husman AM (2019). Mogelijke luchtverspreiding van Legionella door afvalwaterzuiveringsinstallaties: een patiënt-controle onderzoek. RIVM briefrapport 2019-0195.
  • Walser SM, Gerstner DG directeur-generaal (directeur-generaal), Brenner B, Höller C, Liebl B, Herr CE Conformité Européenne (Conformité Européenne) (2014). Assessing the environmental health relevance of cooling towers – a systematic review of legionellosis outbreaks. Int J Hyg Environ Health 217:145-54.
  • WHO World Health Organization (World Health Organization) (2007). Legionella and the prevention of legionellosis.

In de tekst van het draaiboek staan tevens diverse links naar Nederlandse regelgeving.

Verantwoording

Het GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-draaiboek Melding van legionellabacteriën in water’ (voorheen deel A van het document ‘Preventie en Melding van legionellabacteriën in water’) is in juni 2023 vastgesteld. Aan de laatste herziening hebben de volgende GGD’en en organisaties bijgedragen:

  • GGD Haaglanden
  • GGD Rotterdam-Rijnmond
  • GGD Zuid-Holland-Zuid
  • GGD Flevoland
  • GGD Zuid-Limburg
  • RIVM

Wijzigingen sinds laatste herziening:

  • Februari 2024: Disclaimer bovenin geplaatst in verband met verlopen regelgeving in de richtlijn.

 

Dit is een uitgave van:
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid
Postbus 1 | 7200 BA Bilthoven
E-mail: lchv@rivm.nl
Web: www.lchv.nl