Het aantal mensen met mazelen is sinds januari 2025 flink gestegen. Daarom onderzoekt het RIVM of rioolwateronderzoek kan helpen bij het volgen van de verspreiding van het mazelenvirus. Dit onderzoek zit nu nog in een testfase om ervan te leren. Het wordt  niet gebruikt bij  de bestrijding van mazelen. Op deze pagina leest u hoe en waarom het RIVM dit onderzoek doet en wat de kennis uit rioolwateronderzoek kan toevoegen aan bestaande methodes om de verspreiding van mazelen in kaart te brengen.

Water van honderd zuiveringsinstallaties

Tijdens de coronapandemie onderzocht het RIVM elke week hoeveel coronavirus er in het rioolwater zat. Het is ook mogelijk om mazelenvirus aan te tonen in rioolwater.  Daarom onderzoekt  het RIVM nu   op proef  of er mazelenvirus in rioolwater zit. Op dit moment doet het RIVM dit elke week in water van ongeveer honderd rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI Rioolwaterzuiveringsinstallatie (Rioolwaterzuiveringsinstallatie )’s) in Nederland. Deze installaties zijn uitgezocht omdat ze bijvoorbeeld in een gebied liggen met een lage vaccinatiegraad, een grote stad of een gebied waar mazelen rondgaat.  Als het nodig is, kan het RIVM ook het rioolwater van de meer dan tweehonderd andere RWZI’s in Nederland onderzoeken op mazelenvirus.

24 uur lang water verzamelen

Over een periode van 24 uur wordt er bij de RWZI steeds een hoeveelheid water verzameld. Stroomt er veel water tegelijk bij een RWZI binnen, bijvoorbeeld door een flinke regenbui, dan wordt er door de waterschappen en waterlaboratoria meer water verzameld. Zo houden ze rekening met verdunning door de grotere watertoevoer. Het water dat in 24 uur is verzameld geeft op die manier een goed beeld van de hele dag.

Virusdeeltjes per 100.000 inwoners

Het verzamelde water gaat naar het RIVM. Het RIVM onderzoekt het water op het mazelenvirus. Zit het virus erin, dan berekenen de onderzoekers de concentratie daarvan: het aantal virusdeeltjes per milliliter water. Bij het maken van deze berekening houden ze rekening met de hoeveelheid water van die dag.

De concentratie van het virus delen de onderzoekers daarna door het aantal inwoners dat is aangesloten op die RWZI. Zo weten ze per RWZI het aantal virusdeeltjes per 100.000 inwoners. Dit getal zegt niet direct iets over het exacte aantal mensen met mazelen in een bepaald gebied. Maar de onderzoekers kunnen het wel vergelijken met de weken ervoor. Daardoor weten ze hoe de verspreiding van het mazelenvirus zich in een gebied ontwikkelt. Deze ontwikkeling kunnen ze daarna weer vergelijken met de ontwikkelingen in andere regio’s.

Voordelen van rioolwateronderzoek

Rioolwateronderzoek kan de verspreiding van het mazelenvirus in een bepaald gebied laten zien. Als heel veel mensen in een gebied mazelen krijgen, kan de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) niet meer elke patiënt melden en bij elke patiënt bron- en contactonderzoek doen. Dan kan rioolwateronderzoek een goed beeld geven van de situatie en hoe die zich ontwikkelt.

Er zijn nog meer voordelen van rioolwateronderzoek:

  • Mensen hoeven er niets voor te doen. Ze hoeven bijvoorbeeld niet getest te worden.
  • Rioolwateronderzoek vindt ook de virusdeeltjes van mensen die (nog) niet weten dat ze besmet zijn.
  • Rioolwateronderzoek is anoniem. Er zijn zoveel mensen op één RWZI aangesloten, dat niet te herleiden is welke mensen virusdeeltjes hebben uitgescheiden.

Niet een-op-een vergelijkbaar of als vervanging

Rioolwateronderzoek voegt kennis toe, maar de resultaten zijn niet een-op-een naast het aantal meldingen van artsen en laboratoria te leggen. Het is ook geen vervanging van het bron- en contactonderzoek. Dit heeft verschillende oorzaken:

  • Het is niet bekend hoeveel virusdeeltjes een besmet persoon uitscheidt. Dit hangt bijvoorbeeld af van de leeftijd of de ernst van de infectie.
  • Het is niet bekend vanaf wanneer een besmet persoon virusdeeltjes uitscheidt.
  • Het is niet bekend hoelang iemand virusdeeltjes uitscheidt. Er kan dus nog wekenlang virus worden gevonden, terwijl een persoon al niet meer besmettelijk is.
  • Rioolwater mist de mensen met mazelen die niet van het toilet gebruik maken, zoals kinderen die luiers dragen.
  • Rioolwateronderzoek meet de uitscheiding van virusdeeltjes op het moment dat het watermonster genomen is. De meldingen van artsen en laboratoria gaan over nieuwe ziektegevallen.
  • Mensen kunnen in een andere regio naar de wc gaan dan waar ze wonen. Bijvoorbeeld op kantoor, op bezoek bij familie of vrienden, of op vakantie.
  • Als er weinig besmettingen zijn, kan het zijn dat deze niet in rioolwater te vinden zijn. Bijvoorbeeld doordat het water erg verdund is door veel regen.

Het RIVM deelt de resultaten van het rioolwateronderzoek op mazelenvirus op dit moment alleen nog met de GGD’en. Door de komende tijd de ontwikkelingen uit het rioolwateronderzoek en de meldingen van artsen en laboratoria met elkaar te vergelijken, leren we de resultaten van het rioolwateronderzoek beter te begrijpen. En kunnen we er in de toekomst zo goed mogelijk gebruik van maken.