Op deze pagina staat actuele informatie over seksueel overdraagbare aandoeningen.

 

19-06-2025 - RIVM adviseert herstart landelijke campagne condoomgebruik

Het gebruik van anticonceptie en in het bijzonder condoomgebruik in Nederland neemt af in alle leeftijdsgroepen, ongeacht seksuele voorkeur. Deze zorgwekkende ontwikkeling op het vlak van de seksuele gezondheid leidt tot een toename in het risico op seksueel overdraagbare aandoeningen (soa). Het RIVM ziet sinds 2019 een toename in het soa seksueel overdraagbare aandoening (seksueel overdraagbare aandoening )-vindpercentage onder vrouwen- en heteromannen jonger dan 25 jaar, naast altijd al hogere cijfers onder mannen die seks hebben met mannen (MSM). De afname van hiv humaan immunodeficientievirus (humaan immunodeficientievirus)-infecties in Nederland stagneert en eerder werd al aandacht gevraagd voor de stijging van het aantal gonorroe-infecties. Er is daarnaast een stijging van het aantal zwangerschapsafbrekingen.

Daarom heeft het RIVM onlangs aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het advies uitgebracht te starten met een nieuwe landelijke, gerichte campagne om condoomgebruik en bewustwording te promoten. Klik hier voor de adviesbrief.

11-7-2024 Verandering testbeleid Chlamydia


Nieuwe LCI-richtlijn Chlamydia: voortaan alleen testen bij klachten

Het nieuwe draaiboek Consult Seksuele Gezondheid en de LCI-richtlijn voor chlamydia zijn beschikbaar. Het draaiboek en de richtlijn geven professionals in de Nederlandse seksuele gezondheidszorg informatie over het voorkómen, testen en behandelen van soa. De belangrijkste verandering is dat mensen vanaf 2025 alleen op chlamydia worden getest als zij ook klachten hebben. Of als zij gewaarschuwd zijn door een vaste partner die chlamydia heeft met klachten. Op dit moment krijgen mensen bij een centrum voor seksuele gezondheid van de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) standaard ook een test op chlamydia. Dit gebeurt ook als zij geen klachten hebben. Dat gaat veranderen.

Nieuwe inzichten over complicaties

De verandering komt omdat er de laatste jaren nieuwe wetenschappelijke inzichten zijn over de kans op het ontwikkelen van complicaties na een chlamydia-infectie. Zo blijkt dat de meeste chlamydia-infecties vanzelf overgaan, zonder blijvende negatieve gevolgen voor de gezondheid. Vooral bij mensen die chlamydia hebben zonder klachten. Het gaat dan bijvoorbeeld om complicaties zoals bekkenontsteking (PID) of verminderde vruchtbaarheid. Er is onvoldoende bewijs dat testen zonder klachten ervoor zorgt dat mensen op langere termijn minder complicaties krijgen na een chlamydia-infectie.

Testen en onnodig behandelen kan ook nadelen hebben. Zo dragen onnodige behandelingen bij aan bacteriën die ongevoelig (resistent) worden voor antibiotica. Een test kan daarnaast ook spanning geven. Het is dus belangrijk om alleen te testen als het ook echt bijdraagt aan gezondheid.

Overgang voorbereiden samen met betrokken professionals

De verandering in het testbeleid is niet van de ene op de andere dag realiteit. De invoering wordt zorgvuldig voorbereid. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met GGD’en, huisartsen, Soa Aids Nederland en andere betrokken organisaties. De verwachting is dat het nieuwe testbeleid begin 2025 ingaat.

Effecten volgen

Om te kunnen zien wat de effecten van een nieuw testbeleid zijn op de verspreiding van chlamydia, is het belangrijk dit goed te volgen. Het RIVM volgt de ontwikkeling en verspreiding van verschillende soa in Nederland. Ook doet het RIVM onderzoek naar Chlamydia in Nederland, bijvoorbeeld via de Pecan studie. Daarnaast gaat het RIVM het komende jaar deze regulier soa-surveillance verder uitbreiden met surveillance op complicaties van chlamydia (en gonorroe).

MDR Multi Drug Resistant (Multi Drug Resistant) soa

Ook de multidisciplinaire richtlijn soa is op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) herzien en de Nederlandse Vereniging van Medisch Microbiologen (NVMM). In de commissie die de richtlijn heeft opgesteld waren verschillende medische beroepsverenigingen  vertegenwoordigd. Ook het RIVM en GGD-professionals zaten in de commissie.