Chemische stoffen en medicijnen moeten veilig zijn. Op dit moment wordt de veiligheid van stoffen vooral in proefdieren getest. Nieuwe kennis en technieken maken het mogelijk om proefdiervrije onderzoeksmethoden te ontwikkelen, die de dierproeven kunnen vervangen of verminderen. Het RIVM werkt aan de ontwikkeling van deze onderzoeksmethoden. Ook adviseert het RIVM hoe deze proefdiervrije methoden kunnen worden ingezet om dierproeven te vervangen. Het doel is het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van mens, dier en milieu.
Nationaal Groeifonds investeert 124,5 miljoen euro in transitie naar proefdiervrije innovatie
15 maart 2024: Nationaal Groeifonds investeert 124,5 miljoen euro in transitie naar proefdiervrije innovatie
Het Nationaal Groeifonds investeert 124,5 miljoen euro in een nieuw Centrum voor Proefdiervrije Biomedische Translatie om de komende tien jaar de transitie naar proefdiervrij onderzoek te versnellen. Het doel van het centrum is om veiligere, effectievere en betere medische behandelingen te stimuleren en tegelijkertijd dierenleed te verminderen. Het RIVM is naast Universiteit Utrecht, UMC (Universitair Medisch Centrum) Utrecht en de Hogeschool Utrecht een van de initiatiefnemers van het centrum en betrokken bij het versterken van de acceptatie en gebruik van proefdiervrije biomedische innovaties.
Wat zijn alternatieven voor dierproeven?
Bij de ontwikkeling van alternatieven voor dieproeven gaat het om het vervangen, verminderen en verfijnen van dierproeven, ook wel bekend als de 3V’s. Bij vervanging wordt het gebruik van dierproeven overbodig. Met verminderen worden minder proefdieren gebruikt, zonder dat de kwaliteit van het onderzoek minder wordt. Met verfijnen bedoelen we dat het welzijn van de proefdieren wordt verbeterd en ze minder pijn ervaren.
Transitie Proefdiervrije Innovatie
Het RIVM werkt, naast de 3V's, ook mee aan de Transitie Proefdiervrije Innovatie (TPI). Dat gaat verder dan het 3V-beleid en richt zich op proefdiervrije vernieuwingen. Met als doel om dierproeven volledig te vervangen. Het TPI (Transitietraject Proefdiervrije Innovatie) programma valt onder van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit)).
Wat doet het RIVM om dierproeven te vervangen?
Het RIVM doet onderzoek in het laboratorium naar proefdiervrije methoden om schadelijke effecten van chemische stoffen op het menselijk lichaam te meten. Ook werkt het RIVM aan computermodellen om gevolgen van chemische stoffen in mens, dier en milieu te voorspellen.
Daarnaast adviseert het RIVM de overheid over het gebruik van nieuwe methoden bij de beoordeling van veiligheid en risico’s van chemische stoffen. Ook deelt het RIVM haar kennis in verschillende (inter)nationale organisaties en commissies die betrokken zijn bij het accepteren van en opnemen van nieuwe onderzoeksmethoden in de regelgeving.
Waarom zijn er toch nog steeds dierproeven nodig?
Chemische stoffen en medicijnen moeten veilig zijn. Maar nog niet voor alle veiligheidsvraagstukken zijn proefdiervrije onderzoeksmethoden ontwikkeld. Ook is nog niet voor alle methoden duidelijk of ze betrouwbare en bruikbare informatie leveren voor de beoordeling van de veiligheid. Daarom is volledige vervanging van alle dierproeven op korte termijn niet mogelijk. Er blijft daarom onderzoek nodig naar verfijning en vermindering van dierproeven.
Nieuwsbrief
Wilt u op de hoogte blijven van RIVM-activiteiten met betrekking tot alternatieven voor dierproeven? Meld u dan aan voor de nieuwsbrief 'RIVM 3R Quarterly'.