Het RIVM onderzoekt hoe bestrijdingsmiddelen zich verspreiden in het milieu en we adviseren over maatregelen om de kwaliteit van het milieu te waarborgen.

Bestrijdingsmiddelen in het milieu

De normen voor gewasbeschermingsmiddelen in het milieu, met name in water, worden nog te vaak overschreden. Het is echter onduidelijk hoe vaak en voor hoeveel stoffen de normen precies worden overschreden. De meest milieubelastende gewasbeschermingsmiddelen kunnen namelijk niet nauwkeurig genoeg worden gemeten.

Het RIVM-onderzoek naar bestrijdingsmiddelen in water kent veel verschillende facetten. Zo onderzoeken we hoe bestrijdingsmiddelen zich verspreiden in grondwater en adviseren we over maatregelen om de kwaliteit van grondwater te waarborgen. Ook onderbouwen wij normen voor de waterkwaliteit. We zorgen dat de vastgestelde normen te vinden zijn in ons zoeksysteem ‘risico’s van stoffen’ en we lichten de verschillende milieunormen toe.

Door klimaatverandering zijn er meer perioden van droogte. In deze perioden neemt de concentratie van bestrijdingsmiddelen toe in oppervlaktewater dat gebruikt wordt voor drinkwater. Het RIVM onderzoekt welke gevolgen dit heeft voor onze drinkwatervoorziening.

Bij het zuiveren van water worden desinfectiemiddelen gebruikt om micro-organismen te bestrijden. Het RIVM onderzoekt of er voldoende rekening wordt gehouden met schadelijke stoffen die kunnen ontstaan bij het ontsmetten van het water.

Biodiversiteit

Niet-doelwit organismen kunnen een effect ondervinden van bestrijdingsmiddelen. Dit komt doordat deze organismen onbedoeld aan de middelen worden blootgesteld of doordat er minder voedsel is ten gevolgen van bestrijdingsmiddelengebruik. Zo kunnen bestrijdingsmiddelen de balans in de voedselketen verstoren. Hierdoor kunnen soorten verdwijnen, bijvoorbeeld planten of insecten,en gaat de biodiversiteit achteruit. In 2020 heeft het RIVM een duiding gegeven van de herkomst van onder andere bestrijdingsmiddelen in Drentse natuurgebieden.  Het RIVM beveelt aan om de aanwezigheid van door de mens gemaakte chemische stoffen in Nederlandse bodems breed in kaart te brengen en meer zicht te krijgen op de risico’s van de stoffen voor bijvoorbeeld planten, bodemdieren en insecten.