Biomassa is al het materiaal van plantaardige of dierlijke herkomst. Dit zijn bijvoorbeeld hout, landbouwgewassen en gft (groente, fruit en tuin)-afval, maar ook plantaardige olie, mest of wol. Biomassa is een belangrijke grondstof voor het maken van producten, zoals katoenen of wollen kleding, papier, voedsel, bouwmateriaal en meubels.
Als biomassa verbrand of vergast wordt, dan is het een bron voor warmte en elektriciteit.
Bomen en planten kunnen telkens opnieuw aangeplant worden. Daarom wordt biomassa gezien als hernieuwbare bron. Het is een (hernieuwbare) grondstof voor chemicaliën, producten en brandstof. Biomassa kan daarmee een belangrijke rol spelen binnen de circulaire economie, mits het op een hernieuwbare en veilige manier wordt gebruikt.
Het RIVM ondersteunt de opkomst van grondstoffen gemaakt van biomassa (biobased grondstoffen) met kennis en advies.
Biobased chemische stoffen
Biobased stoffen kunnen soms een alternatief zijn voor risicovolle stoffen of stoffen die op een vervuilende manier geproduceerd worden. Zo zijn er biobased alternatieven voor het gebruik van de stof bisfenol A (BPA (Bisphenol A)) in thermisch papier. Dit papier wordt bijvoorbeeld gebruikt voor kassabonnen. Ook zijn er kansrijke biobased alternatieven voor een aantal omstreden polair aprotische oplosmiddelen. Dit zijn oplosmiddelen die veel in de (chemische) industrie worden gebruikt.
Om te weten of nieuwe biobased stoffen geschikt zijn als alternatief, is het belangrijk al in een vroeg stadium daarvan de impact op het milieu te bepalen. Het RIVM heeft in kaart gebracht welke methoden hiervoor gebruikt kunnen worden en een overzicht gemaakt van verschillende beoordelingsmethodieken.
Biotechnologie
Veel biobased materialen worden gemaakt met behulp van biotechnologie. De ontwikkelingen in de moderne biotechnologie geven veel nieuwe mogelijkheden. Zo is het tegenwoordig mogelijk de genetische code (het DNA (deoxyribonucleic acid)) van organismen aan te passen. Hierbij worden specifieke eigenschappen toegevoegd of verwijderd, waardoor we bijvoorbeeld micro-organismen chemische stoffen voor biobased materialen kunnen laten maken, die ze eerder nog niet konden maken. Naast de productie van biobased materialen zijn er ook andere toepassingen voor de circulaire economie.
Zo kunnen micro-organismen reststromen, zoals afvalwater, gft (groente, fruit en tuin), of CO2 (carbon dioxide) emissies, opwaarderen door er biobrandstoffen, chemicaliën, medicijnen, kunststoffen of voedingsmiddelen van te maken. Ook biedt biotechnologie nieuwe mogelijkheden voor het meer circulair maken van ons voedselsysteem en voor het opruimen van verontreinigingen en het terugwinnen van schaarse stoffen, zoals de kostbare metalen goud, kobalt en nikkel. Bij al deze nieuwe mogelijkheden die de biotechnologie biedt is het wel belangrijk dat de veiligheid voor mens en milieu in de gaten wordt gehouden. Het RIVM houdt zich hiermee bezig, onder andere door methoden te ontwikkelen om deze veiligheid te kunnen toetsen.