Nederland is op weg naar een circulaire economie in 2050. Onderweg daarnaartoe zijn nog veel keuzes te maken en veel vragen te beantwoorden. Hoe gaan we bijvoorbeeld om met het hergebruiken van materialen die zorgwekkende stoffen bevatten? Of, hoe kunnen we ervoor zorgen dat producten daadwerkelijk langer gebruikt gaan worden?

Systeemdenken

Bij het beantwoorden van dit soort vragen kijkt het RIVM niet alleen naar de bedoelde effecten, maar ook naar mogelijke (onbedoelde) neveneffecten in de toekomst of elders op de wereld. Dit om te voorkomen dat het oplossen van een probleem nieuwe problemen veroorzaakt. Dit heet systeemdenken.
Een goed voorbeeld van systeemdenken is slimmer ontwerpen. Als bij het ontwerpen van producten, materialen of chemische stoffen al rekening gehouden wordt met hergebruik of recycling in de toekomst, dan kunnen we problemen voorkomen en is recyclen veilig en duurzaam. 

Op het gebied van systeemdenken en circulaire economie heeft het RIVM de volgende projecten:

Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) in een circulaire economie

De overgang naar een circulaire economie biedt kansen om veilig om te gaan met ZZS Zeer Zorgwekkende Stoffen (Zeer Zorgwekkende Stoffen ). Deze kunnen in hergebruikte materialen aanwezig zijn. Het is daarom belangrijk te weten of deze hergebruikte producten of gerecyclede materialen veilig zijn voor mens en milieu en om de omvang hiervan in beeld te krijgen. Het RIVM heeft geïnventariseerd wat nodig is hiervoor en doet aanbevelingen voor welke acties mogelijk zijn op de korte en de langere termijn.

Safe-by-Design, levenscyclusdenken en circulaire economie 

Het RIVM heeft in een verkennende studie in beeld gebracht hoe de concepten Safe-by-Design, levenscyclusdenken en circulaire economie zich tot elkaar verhouden en elkaar kunnen versterken. Deze drie concepten hebben een verschillende, elkaar aanvullende hoofdfocus. Safe-by-Design is gericht op veiligheid vanaf de ontwerpfase, levenscyclusdenken op minimale milieu-impact gedurende de hele levenscyclus, en circulaire economie op het sluiten van de grondstoffenkringlopen (zie figuur 2). Producten die ontwikkeld zijn met de hoofdfocus van één van de concepten voldoen niet per definitie aan de andere concepten.

Afbeelding hoe safe by design, levenscyclusdenken en circulaire economie zich tot elkaar verhouden.

 Figuur 2: Venndiagram van de verhoudingen tussen Safe-by-Design, levenscyclusdenken en circulaire economie op productniveau.

Deze verkennende studie richtte zich op de industriële biotechnologie. Hiermee kunnen onder andere plastic of chemicaliën uit biomassa gemaakt worden met behulp van micro-organismen, zoals bacteriën, gisten of algen. Dit past goed in het streven naar een circulaire economie. Het is daarbij belangrijk dat biotechnologische producten op een veilige manier worden gemaakt en het milieu weinig belasten. Door alle drie de concepten vroeg in het ontwikkelproces van een product toe te passen, kunnen daarin goede keuzes worden gemaakt. 

Safe&Sustainable-by-Design

Veilige materialen, producten en processen zijn een voorwaarde voor een circulaire economie en een veilige leefomgeving. Het RIVM werkt aan de ontwikkeling en invoering van Safe&Sustainable-by-Design, een aanpak die kan helpen deze doelen te bereiken. Daarnaast adviseert en ondersteunt het RIVM verschillende ministeries en de EU Europese Unie (Europese Unie) European Union bij hun inzet om de Safe-by-Design-aanpak uit te voeren.

Planetaire Grenzen

Klimaatverandering, chemische vervuiling, verzuring van oceanen: de mens heeft een verstorende invloed op de planeet en op de leefbaarheid voor mens en natuur. Wetenschappers hebben negen thema’s vastgesteld waarop menselijk handelen de meest verstorende effecten heeft: de planetaire grenzen. Ook Nederland staat voor de uitdaging om binnen deze grenzen te opereren, terwijl het tegelijk economische welvaart en volksgezondheid wil waarborgen (bijvoorbeeld de mogelijkheid voor groene groei).

Hoe zorgen we samen dat Nederland binnen de planetaire grenzen blijft?

Het RIVM werkt, samen met het CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek), aan methodes om systematisch te meten en te monitoren hoe Nederland presteert op de negen planetaire grenzen. We hebben voor het eerst het DAPSIR-raamwerk toegepast op planetaire grenzen. Daarmee brengen we de hele keten van maatschappelijke drijfveren tot milieudruk, effecten en beleidsopties in beeld. Dit leidt tot een praktisch 7-stappenplan waarmee complexe milieuproblemen, zoals stikstof of chemische stoffen, gestructureerd worden geanalyseerd en gekoppeld aan beleidskeuzes.

Centraal in deze aanpak staat samenwerking: effectieve analyses en duurzame oplossingen ontstaan alleen door samen te werken met verschillende departementen en instituten. Door beleidsopgaven in hun samenhang te beschouwen, ontstaan beter onderbouwde keuzes die zowel ecologische als economische belangen borgen. Het RIVM zet zich hiermee in voor kennisdeling en integrale beleidsontwikkeling – gericht op een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving voor iedereen.

Lees hier het raamwerk over Planetaire Grenzen

Lees ook hier het interview met RIVM-onderzoeker Natascha Spanbroek